Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 OKTOBER 2003. - Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-11-2003 en tekstbijwerking tot 26-06-2018)
Titre
17 OCTOBRE 2003. - Décret relatif à la qualité des structures de soins de santé et d'aide sociale (TRADUCTION) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 10-11-2003 et mise à jour au 26-06-2018)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (21)
Texte (21)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art.2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
  1° voorziening : [1 [2 een organisatie die erkend of, wat kinderopvang van baby's en peuters of pleegzorg betreft, vergund is]2 door de Vlaamse Gemeenschap]1 en die activiteiten uitoefent op het domein van de zorgverstrekking, de gezondheidsopvoeding, de preventieve gezondheidszorg, het gezin, het maatschappelijk welzijn, het onthaal en de integratie van inwijkelingen, de personen met een handicap, de bejaarden, de jeugdbescherming, en de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met uitzondering van organisaties die activiteiten uitoefenen op het domein van het medisch verantwoord sporten [3 , van centra voor leerlingenbegeleiding en van vergunde of erkende kinderopvanglocaties van organisatoren met niet meer dan achttien vergunde of erkende kinderopvangplaatsen]3;
  2° zorg : zorg-, dienst- of hulpverlening, verstrekt door een voorziening;
  3° gebruiker : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die, al dan niet vrijwillig, een beroep doet op een voorziening;
  4° sector : een domein als bedoeld in 1° of een onderdeel ervan.
  
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
  1° structure : [1 [2 une organisation agréée ou, en ce qui concerne l'accueil de bébés et de bambins ou le placement familial, autorisée]2 par la Communauté flamande]1 et exerçant des activités dans les domaines des soins, de l'éducation sanitaire, des soins de santé préventifs, de la famille, de l'aide sociale, de l'accueil et de l'intégration d'immigrés, de personnes handicapées, des personnes âgées, de la protection de la jeunesse, et de l'aide sociale aux détenus en vue de leur réinsertion sociale, visée à l'article 5, § 1er, I et II, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, à l'exception d'organisations exerçant des activités dans le domaine de la pratique du sport dans le respect des impératifs de santé [3 , des centres d'encadrement des élèves et des places d'accueil d'enfants autorisées ou agréées d'organisateurs ayant au maximum dix-huit places d'accueil d'enfants autorisées ou agréées]3;
  2° soins : soins, services ou aide dispensés par une structure;
  3° usager : une personne physique ou morale ayant recours, volontairement ou non, à l'aide ou aux services proposés par une structure;
  4° secteur : un domaine tel que visé au 1° ou une partie d'un domaine.
  
HOOFDSTUK II. - Missie.
CHAPITRE II. - Mission.
Art.3. § 1. Onverminderd de naleving van de [1 [2 erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen]2 ]1 die op haar van toepassing zijn, is een voorziening, overeenkomstig haar opdracht, verplicht aan iedere gebruiker verantwoorde zorg te verstrekken, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, van ras of geaardheid en zonder onderscheid van de vermogenstoestand van de betrokkene.
  § 2. De verantwoorde zorg, bedoeld in § 1, voldoet aan de vereisten van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid. Bij het verstrekken van die zorg zijn respect voor de menselijke waardigheid en diversiteit, de bejegening, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het zelfbeschikkingsrecht, de klachtenbemiddeling en -behandeling, de informatie aan en de inspraak van de gebruiker en iedere belanghebbende uit zijn leefomgeving gewaarborgd.
  § 3. Voorzieningen en gebruikers hebben elk een aandeel in de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg, onverminderd de verantwoordelijkheid van de overheid.
  
Art.3. § 1er. Sans préjudice du respect des [1 [2 normes d'agrément ou, en ce qui concerne l'accueil de bébés et de bambins et le placement familial, normes d'autorisation]2 ]1 qui lui sont applicables, une structure est tenue, conformément à sa mission, de dispenser à tout usager des soins justifiés, sans distinction d'âge ou de sexe, de conviction idéologique, philosophique ou religieuse, de race ou d'orientation, et sans distinction de situation patrimoniale de l'intéressé.
  § 2. Les soins justifiés visés au § 1er répondent aux exigences d'efficacité, d'efficience, de continuité, d'acceptabilité sociale et d'orientation vers l'usager. Les soins sont délivrés en garantissant le respect de la dignité et de la diversité humaines, le traitement, la protection de la vie privée et du droit à l'autodétermination, la médiation et le traitement des plaintes, l'information et la participation de l'usager et de toutes les personnes concernées de son entourage.
  § 3. Les structures et les usagers ont tous une part dans la responsabilité quant à la qualité des soins, sans préjudice de la responsabilité des autorités.
  
HOOFDSTUK III. - Intern kwaliteitsbeleid.
CHAPITRE III. - La politique de qualité interne.
Art.4. Elke voorziening doet aan kwaliteitszorg, gericht op verantwoorde zorg als bedoeld in artikel 3. Kwaliteitszorg is dat deel van de managementfunctie dat bepalend is voor het vaststellen en uitvoeren van het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel 5, § 1. Voor het uitvoeren van het kwaliteitsbeleid zijn een kwaliteitsmanagementsysteem als bedoeld in artikel 5, § 2, en een zelfevaluatie als bedoeld in artikel 5, § 3, nodig.
Art.4. Toute structure assure la gestion de la qualité, axée sur des soins justifiés tels que visés à l'article 3. La gestion de la qualité est l'élément de la fonction managériale déterminant pour l'élaboration et la mise en oeuvre de la politique de qualité visée à l'article 5, § 1er. La mise en oeuvre de la politique de qualité requiert un système de gestion de la qualité tel que visé à l'article 5, § 2, et une auto-évaluation telle que visée à l'article 5, § 2.
Art.5. § 1. Het kwaliteitsbeleid omvat de intenties van een voorziening met betrekking tot kwaliteit en wegen daar naartoe, formeel uitgedrukt in een verklaring van het management. Het kwaliteitsbeleid dient in overeenstemming te zijn met het algemeen beleid van de voorziening en moet een basis leggen voor formulering van de kwaliteitsdoelstellingen. Het steunt op de deelname van alle medewerkers en streeft naar voordelen voor de gebruikers, de medewerkers, de voorziening en de samenleving. Het kwaliteitsbeleid bestaat uit ten minste een missie, een visie, doelstellingen en een strategie.
  § 2. Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en om die doelstellingen vervolgens te bereiken. Het systeem bestaat uit de organisatorische structuur, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, procedures en processen.
  § 3. Een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door de voorziening zelf verwezenlijkt. De voorziening toont door middel van een zelfevaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert.
  In deze zelfevaluatie toont de voorziening minimaal aan :
  1° hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg;
  2° hoe ze de gegevens, bedoeld in 1°, aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren;
  3° welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, bedoeld in 2°, te bereiken;
  4° hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn;
  5° welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is.
  § 4. Het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening.
Art.5. § 1er. La politique de qualité comprend les intentions d'une structure en matière de qualité et les voies pour y arriver, exprimées formellement dans une déclaration de gestion. La politique de qualité doit être conforme à la politique générale de la structure et doit jeter les bases de la formulation des objectifs de qualité. Elle repose sur la participation de tous les collaborateurs et cherche à réaliser des avantages pour les usagers, les collaborateurs, la structure et la collectivité. La politique de qualité consiste au moins en une mission, une vision, des objectifs et une stratégie.
  § 2. Le système de gestion de la qualité est indispensable à la détermination et l'élaboration de la politique de qualité et des objectifs de qualité, et à la réalisation de ces objectifs. Le système consiste en une structure organisationnelle, des compétences, des responsabilités, des procédures et des processus.
  § 3. L'auto-évaluation est une évaluation systématique des processus, des structures et des résultats de la structure et est effectuée par la structure même. La structure démontre, à l'aide d'une auto-évaluation, comment elle contrôle, gère et améliore sans cesse ses processus, structures et résultats.
  Dans cette auto-évaluation, la structure démontre au minimum :
  1° comment, de manière systématique, elle collecte et enregistre des données sur la qualité des soins;
  2° comment elle utilise les données visées au 1° pour formuler des objectifs de qualité;
  3° la feuille de route, avec calendrier, qu'elle établit pour atteindre les objectifs visés au 2°;
  4° comment et à quelle fréquence elle évalue si les objectifs ont été atteints;
  5° les démarches qu'elle entreprend si un objectif n'est pas atteint.
  § 4. La politique de qualité, le système de gestion de la qualité et l'auto-évaluation sont définis dans un manuel de la qualité ratifié par la direction de la structure.
Art.6. § 1. Per sector kan de Vlaamse regering vereisten opleggen met betrekking tot het kwaliteitshandboek, bedoeld in artikel 5, § 4.
  § 2. Per sector kan de Vlaamse regering een lijst opstellen van aspecten van zorg die een bijzondere maatschappelijke waarde hebben. In dat geval bepaalt de Vlaamse regering :
  1° de wijze waarop de voorzieningen met betrekking tot die aspecten van zorg systematisch gegevens verzamelen, registreren en ter beschikking stellen, onverminderd de toepassing van de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens;
  2° het minimum aantal aspecten van zorg uit de door haar opgestelde lijst, die de voorzieningen in de zelfevaluatie moet opnemen.
  § 3. De vereisten, bedoeld in § 1, alsook de lijst van aspecten van zorg, de wijze van verzamelen, registreren en ter beschikking stellen van gegevens en het minimum aantal in de zelfevaluatie op te nemen aspecten van zorg, bedoeld in § 2, kunnen enkel na overleg met de betrokken sectoren worden bepaald. Daarbij wordt er rekening gehouden met de aard en de grootte van de voorzieningen.
Art.6. § 1er. Le Gouvernement flamand peut imposer, par secteur, des exigences en ce qui concerne le manuel de la qualité visé à l'article 5, § 4.
  § 2. Le Gouvernement flamand peut établir une liste, par secteur, des aspects des soins qui ont une valeur sociale particulière. En ce cas, le Gouvernement flamand détermine :
  1° la manière dont les structures, pour ces aspects des soins, collectent, enregistrent et mettent à la disposition de manière systématique des données, sans préjudice de l'application de la législation de protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel.
  2° le nombre minimum des aspects de soins de la liste établie par lui, que les structures sont tenues d'inclure dans l'auto-évaluation.
  § 3. Les exigences visées au § 1er, ainsi que la liste des aspects des soins, le mode de collecte, d'enregistrement et de mise à la disposition de données et le nombre minimum d'aspects de soins à inclure dans l'auto-évaluation tel que visé au § 2 ne peuvent être fixés qu'après concertation avec les secteurs concernés. Dans ce contexte il est tenu compte de la nature et de l'ampleur des structures.
HOOFDSTUK IV. - Toezicht en evaluatie.
CHAPITRE IV. - Contrôle et évaluation.
Art.7. § 1. De Vlaamse regering organiseert het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen.
  Een voorziening stelt aan de Vlaamse regering alle gegevens ter beschikking die voor het toezicht noodzakelijk zijn. Ze staat de gemachtigden van de Vlaamse regering toe ter plaatse de kwaliteit van de zorg en de kwaliteitszorg te evalueren en alle stappen te ondernemen die daarvoor nodig zijn.
  Met het oog op het toezicht en de evaluatie, bedoeld in het eerste en het tweede lid, kan de Vlaamse regering per sector bepalen welke gegevens de voorzieningen dienen te verzamelen en te registreren en op welke wijze ze die gegevens verzamelen, registreren en ter beschikking stellen, [1 met behoud van de toepassing van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens]1.
  § 2. De evaluatie, bedoeld in § 1, tweede lid, is een beoordeling die op basis van stukken en op een objectiverende wijze bepaalt in welke mate de voorziening de kwaliteit van de zorg waarborgt ten aanzien van geëxpliciteerde vereisten. Elke evaluatie resulteert in een evaluatierapport. Dat evaluatierapport moet op actieve wijze aan de inrichtende macht, de medewerkers en de gebruikers van de voorziening bekendgemaakt worden.
  
Art.7. § 1er. Le Gouvernement flamand organise le contrôle de l'observation des dispositions du présent décret et des arrêtés pris en vertu du présent décret.
  Une structure met à la disposition du Gouvernement flamand toutes les données nécessaires au contrôle. Elle autorise les mandataires du Gouvernement flamand à évaluer sur place la qualité des soins et de la gestion de la qualité et à entreprendre toutes les démarches nécessaires à cet effet.
  En vue du contrôle et de l'évaluation visés aux alinéas 1er et 2, le Gouvernement flamand peut déterminer par secteur les données que les structures sont tenues de collecter et d'enregistrer, et de quelle manière elles sont tenues de collecter, d'enregistrer et de mettre à la disposition ces données, [1 sans préjudice de l'application de la réglementation sur la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel]1.
  § 2. L'évaluation visée au § 1er, alinéa 2, est une appréciation sur pièces et de manière objectivante dans quelle mesure la structure garantit la qualité des soins par rapport aux exigences explicitées. Chaque évaluation résulte en un rapport d'évaluation. Ce rapport d'évaluation doit être porté à la connaissance, de manière active, du pouvoir organisateur, des collaborateurs et des usagers de la structure.
  
Art.8. De Vlaamse regering informeert eenmaal per legislatuur het Vlaams Parlement door middel van een verslag over de kwaliteit van de zorg die door de voorzieningen wordt verstrekt. Dat verslag bevat een samenvatting van de evaluatierapporten, bedoeld in artikel 7, § 2, en een globale evaluatie van de kwaliteitszorg van de voorzieningen.
Art.8. Le Gouvernement flamand informe une seule fois par législature le Parlement flamand, au moyen d'un rapport, de la qualité des soins dispensés par les structures. Ce rapport contient une synthèse des rapports d'évaluation visés à l'article 7, § 2, et une évaluation globale de la gestion de la qualité par les structures.
HOOFDSTUK V. - Sancties.
CHAPITRE V. - Sanctions.
Art.9. Onverminderd de toepassing van de [1 [2 erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen]2 ]1, kan een erkenning enkel worden behouden of verlengd, als de voorziening voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen.
  De Vlaamse regering kan per sector bepalen dat, indien een voorziening niet aan de in het eerste lid bedoelde bepalingen voldoet, de [1 [2 erkenning of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunning]2 ]1 niettemin kan worden behouden of verlengd voor een door haar te bepalen maximumtermijn, op voorwaarde dat de voorziening zich ertoe verbindt om binnen die termijn aan de bepalingen te voldoen. Voor het bepalen van de maximumtermijn kan de Vlaamse regering rekening houden met de aard van de voorziening.
  
Art.9. Sans préjudice de l'application des [1 [2 normes d'agrément ou, en ce qui concerne l'accueil de bébés et de bambins et le placement familial, normes d'autorisation]2 ]1, un [1 [2 agrément ou, en ce qui concerne l'accueil de bébés ou de bambins et le placement familial, autorisation]2 ]1 ne peut être maintenu ou prolongé que si la structure remplit les dispositions du présent décret et des arrêtés pris en vertu du présent décret.
  Le Gouvernement flamand peut décider, par secteur, que si une structure ne respecte pas les dispositions visées à l'alinéa premier, l'[1 [2 agrément ou, en ce qui concerne l'accueil de bébés ou de bambins et le placement familial, autorisation]2 ]1 peut néanmoins être maintenu ou prolongé pour une période maximum à fixer par lui, à condition que la structure s'engage à remplir les dispositions dans ce délai. Pour fixer la période maximum, le Gouvernement flamand peut tenir compte du type de structure.
  
Art.10. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 9 kan aan een voorziening die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen, een administratieve geldboete van 100 tot 100.000 euro worden opgelegd.
  Het bedrag van de opgelegde administratieve geldboete wordt vastgesteld met inachtneming van het aantal en de ernst van de inbreuken op die bepalingen.
  Een administratieve geldboete kan slechts aan een voorziening worden opgelegd nadat :
  1° de voorziening werd aangemaand om zich binnen een bepaalde termijn aan de niet-nageleefde bepalingen te conformeren;
  2° de voorziening zich binnen de bepaalde termijn niet aan die bepalingen heeft geconformeerd;
  3° de voorziening de gelegenheid heeft gehad om te worden gehoord.
  De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor het opleggen en het betalen van de administratieve geldboete. Ze wijst de ambtenaren aan die de geldboete kunnen opleggen.
  § 2. Indien een voorziening de opgelegde administratieve geldboete niet tijdig betaalt, wordt de geldboete bij dwangbevel ingevorderd. De Vlaamse regering wijst de ambtenaren aan die een dwangbevel kunnen geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot met bevel tot betaling.
  § 3. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, bepaald in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Art.10. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 9, une structure qui ne respecte pas les dispositions du présent décret et des arrêtés pris en vertu du présent décret, peut être obligée de payer une amende administrative de 100 à 100.000 euros.
  Le montant de l'amende administrative infligée est fixé en tenant compte du nombre et de la gravité des infractions à ces dispositions.
  Une amende administrative ne peut être infligée à un structure qu'après que :
  1° la structure ait été sommée de se conformer dans un délai déterminé aux dispositions non remplies;
  2° la structure ne s'est pas conformée à ces dispositions dans le délai imparti;
  3° la structure a eu l'occasion d'être entendue.
  Le Gouvernement flamand arrête les modalités de l'imposition et du paiement de l'amende administrative. Il désigne les fonctionnaires habilités à infliger l'amende.
  § 2. Lorsqu'une structure ne paie pas à temps l'amende administrative, celle-ci est réclamée sous contrainte. Le Gouvernement flamand désigne les fonctionnaires habilités à donner une contrainte et la déclarer exécutoire. Une contrainte est signifiée par exploit d'huissier avec injonction de payer.
  § 3. La requête en paiement de l'amende administrative se prescrit après cinq ans, à compter du jour où elle s'est formée. La prescription est interrompue de la manière prévue à l'article 2244 et suivants du Code civil.
Art.11. De Vlaamse regering kan aan een voorziening verplichtingen opleggen met het oog op het voldoen, binnen de bepaalde termijn, bedoeld in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, § 1, derde lid, 1° en 2°, aan de bepalingen van dit decreet en van de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen.
Art.11. Le Gouvernement flamand peut imposer des obligations à une structure en vue de remplir, dans le délai fixé à l'article 9, alinéa 2, et à l'article 10, § 1er, alinéa 3, 1° et 2°, les dispositions du présent décret et des arrêtés pris en vertu du présent décret.
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen.
CHAPITRE VI. - Dispositions abrogatoires et transitoires.
Art.12. § 1. De volgende regelgeving wordt opgeheven :
  1° het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen;
  2° het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999.
  § 2. De Vlaamse regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de overgang van de in § 1 vermelde decreten naar dit decreet op een coherente manier te laten verlopen.
  § 3. De uitvoeringsbesluiten van de in § 1 vermelde decreten blijven van kracht totdat ze opgeheven worden. Voor de toepassing van artikelen 7, 9, 10 en 11 worden ze gelijkgesteld met besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen.
Art.12. § 1er. La réglementation suivante est abrogée :
  1° le décret du 25 février 1997 relatif à la gestion totale de la qualité dans les établissements de soins;
  2° le décret du 29 avril 1997 relatif à la gestion de la qualité dans les établissements d'aide sociale, modifié par le décret du 22 décembre 1999.
  § 2. Le Gouvernement flamand fixe les mesures nécessaires au déroulement cohérent de la transition des décrets mentionnés au § 1er au présent décret.
  § 3. Les arrêtés d'exécution des décrets mentionnés au § 1er restent en vigueur jusqu'à leur abrogation. Pour l'application des articles 7, 9, 10 et 11, ils sont assimilés aux arrêtés pris en vertu du présent arrêté.
Art.13. In afwijking van artikel 9 kan de erkenning van een voorziening die activiteiten uitoefent op het domein van het gezin, het maatschappelijk welzijn, het onthaal en de integratie van inwijkelingen, de personen met een handicap, de bejaarden, de jeugdbescherming of de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en die niet voldoet aan de bepalingen van dit decreet en de besluiten die krachtens dit decreet zijn genomen, behouden blijven of verlengd worden zolang de termijn, bedoeld in artikel 7, § 2, van het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, niet is verstreken. Tot zolang kunnen ten aanzien van die voorzieningen artikelen 10 en 11 niet worden toegepast.
Art.13. Par dérogation à l'article 9, l'agrément d'une structure exerçant des activités dans les domaines des soins, de l'éducation sanitaire, des soins de santé préventifs, de la famille, de l'aide sociale, de l'accueil et de l'intégration d'immigrés, de personnes handicapées, des personnes âgées, de la protection de la jeunesse, et de l'aide sociale aux détenus en vue de leur réinsertion sociale, visée à l'article 5, § 1er, I et II de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, et qui ne remplit pas les dispositions du présent décret et des arrêtés pris en vertu du présent décret, peut être maintenu ou prolongé tant que le délai visé à l'article 7, § 2 du décret du 29 avril 1997 relatif à la gestion de la qualité dans les établissements d'aide sociale n'est pas expiré. Pendant cette période, les articles 10 et 11 ne peuvent être appliqués à ces structures.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling.
CHAPITRE VII. - Disposition finale.
Art. 14. De Vlaamse regering bepaalt per sector de datum waarop dit decreet in werking treedt.
Art. 14. Le Gouvernement flamand fixe par secteur la date d'entrée en vigueur du présent décret.
(NOTE : entrée en vigueur fixée au 09-08-2004 - à l'exception de l'article 5, § 3 qui entre en vigueur au 01-01-2005 - en ce qui concerne les structures dans les hopitaux généraux, catégoriels et universitaires , par AGF 2004-05-14/52, art. 13)
  (NOTE : entrée en vigueur fixée - en ce qui concerne les structures visés par AGF 2006-01-27/43 - au 01-01-2006 par AGF 2006-01-27/43, art. 13)
  (NOTE : entrée en vigueur fixée - en ce qui concerne les départements de Contrôle médical et les divisions de Contrôle médical - au 12-09-2009 par AGF 2009-06-05/46, art. 31)
  (NOTE : entrée en vigueur fixée au 01-07-2011- à l'exception de l'art. 5, § 3 qui entre en vigueur le 01-01-2014 - en ce qui concerne les structures visés par AGF 2011-02-04/18, art. 70)
  (NOTE : entrée en vigueur fixée au 01-07-2011 - en ce qui concerne les structures d'accueil d'enfants - par AGF 2011-05-06/17, art. 13)
  (NOTE : entrée en vigueur fixée au 01-03-2014 - en ce qui concerne le Point d'Appui à l'Adoption et des services denquête sociale en matière d'adoption internationale - par AM 2013-12-18/15, art. 11, 1°)
(NOTE : Entrée en vigueur fixée au 01-01-2019 en ce qui concerne les bureaux de consultation par AGF 2018-10-12/12, art. 100)
(NOTE : Entrée en vigueur fixée au 23-08-2019 pour les centres d'aide aux enfants et d'assistance des familles par AGF 2019-05-17/56, art. 7)