Artikel 1. In de zin van dit besluit moet men verstaan onder :
1° de Minister : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wier bevoegdheid de sport behoort;
2° het decreet : het decreet van 27 februari 2003 houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing van het decreet van 27 februari 2003 houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-11-2003 en tekstbijwerking tot 23-02-2018)
Titre
15 SEPTEMBRE 2003. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française d'application du décret du 27 février 2003 organisant la reconnaissance et le subventionnement des centres sportifs locaux et des centres sportifs locaux intégrés. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 07-11-2003 et mise à jour au 23-02-2018)
Informations sur le document
Numac: 2003201570
Datum: 2003-09-15
Info du document
Numac: 2003201570
Date: 2003-09-15
Table des matières
Tekst (34)
Texte (33)
Article 1. Au sens du présent arrêté, il faut entendre par :
1° le Ministre : le membre du Gouvernement de la Communauté française ayant le sport dans ses attributions;
2° le décret : le décret du 27 février 2003 organisant la reconnaissance et le subventionnement des centres sportifs locaux et des centres sportifs locaux intégrés.
1° le Ministre : le membre du Gouvernement de la Communauté française ayant le sport dans ses attributions;
2° le décret : le décret du 27 février 2003 organisant la reconnaissance et le subventionnement des centres sportifs locaux et des centres sportifs locaux intégrés.
HOOFDSTUK I. - De Erkenning.
CHAPITRE Ier. - De la reconnaissance.
Art.2. Om erkend te worden dient een plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum een aanvraag bij de administratie in op de door deze laatste ingediende formulieren.
Art.2. Pour être reconnu, un centre sportif local ou un centre sportif local intégré introduit une demande à l'administration sur formulaires fournis par celle-ci.
Art.3. De aanvraag om erkenning alsmede de bijlagen worden [1 ...]1 aan de administratie meegedeeld.
Modifications
Art.3. La demande de reconnaissance, ainsi que ses annexes, est adressée à l'administration [1 ...]1.
Modifications
Art.4. § 1. Een plaatselijk sportcentrum voegt bij zijn aanvraag om erkenning de volgende documenten :
1° een kopie van zijn statuten en het bewijs van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad ;
[1 1° bis een verantwoordingsbrief gestaafd met de verwachte meerwaarde van de erkenning op het niveau van de plaatselijke sportdynamiek;]1
2° een kopie van zijn huishoudelijk reglement;
3° de bijgewerkte lijst van de leden van hun beheersorgaan met de namen, de adressen en de uitgeoefende ambten;
4° de bijgewerkte lijst van de sportinfrastructuren beheerd door het plaatselijk sportcentrum, hun technische beschrijvingen en alle documenten die bewijzen dat het plaatselijk sportcentrum een eigendoms- of bezitsrecht geniet;
5° een activiteitenverslag over het jaar dat het jaar voorafgaat van de indiening van de aanvraag om erkenning en dat inzonderheid de punten 1, 2, [1 2° bis]1, 3 en 9 van artikel 9 van het decreet beoogt;
6° het plan van de sportbezetting en -animatie van de betrokken sportinfrastructuren betreffende het lopend jaar;
7° een kopie van de verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid en de herstelling van lichamelijke schade van de gebruikers van de betrokken sportinfrastructuren;
8° alle nodige documenten betreffende de oprichting, de juridische aard en de samenstelling van de Raad van de plaatselijke gebruikers bedoeld in artikel 9, 9) van het decreet;
9° het begrotingsplan bedoeld in artikel 9, 11° van het decreet.
§ 2. De plaatselijke sportcentra georganiseerd in regie worden vrijgesteld de in de punten 1°, 2° en 3° van § 1 bedoelde documenten in te dienen.
1° een kopie van zijn statuten en het bewijs van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad ;
[1 1° bis een verantwoordingsbrief gestaafd met de verwachte meerwaarde van de erkenning op het niveau van de plaatselijke sportdynamiek;]1
2° een kopie van zijn huishoudelijk reglement;
3° de bijgewerkte lijst van de leden van hun beheersorgaan met de namen, de adressen en de uitgeoefende ambten;
4° de bijgewerkte lijst van de sportinfrastructuren beheerd door het plaatselijk sportcentrum, hun technische beschrijvingen en alle documenten die bewijzen dat het plaatselijk sportcentrum een eigendoms- of bezitsrecht geniet;
5° een activiteitenverslag over het jaar dat het jaar voorafgaat van de indiening van de aanvraag om erkenning en dat inzonderheid de punten 1, 2, [1 2° bis]1, 3 en 9 van artikel 9 van het decreet beoogt;
6° het plan van de sportbezetting en -animatie van de betrokken sportinfrastructuren betreffende het lopend jaar;
7° een kopie van de verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid en de herstelling van lichamelijke schade van de gebruikers van de betrokken sportinfrastructuren;
8° alle nodige documenten betreffende de oprichting, de juridische aard en de samenstelling van de Raad van de plaatselijke gebruikers bedoeld in artikel 9, 9) van het decreet;
9° het begrotingsplan bedoeld in artikel 9, 11° van het decreet.
§ 2. De plaatselijke sportcentra georganiseerd in regie worden vrijgesteld de in de punten 1°, 2° en 3° van § 1 bedoelde documenten in te dienen.
Modifications
Art.4. § 1er Un centre sportif local joint à sa demande de reconnaissance les documents ci-après :
1° une copie de ses statuts et la preuve de leur publication au Moniteur belge ;
[1 1° bis une lettre de motivation étayée sur la plus-value attendue de la reconnaissance au niveau du dynamisme sportif local;]1
2° une copie de son règlement d'ordre intérieur;
3° la liste à jour des membres de leur organe de gestion reprenant les noms, adresses et fonctions exercées;
4° la liste à jour des infrastructures sportives gérées par le centre sportif local, leurs descriptions techniques et tous documents prouvant la détention par le centre sportif local d'un droit de propriété ou de jouissance;
5° un rapport d'activités portant sur l'année précédant celle de l'introduction de la demande de reconnaissance et visant notamment les points 1, 2, [1 2° bis]1, 3 et 9 de l'article 9 du décret;
6° le plan d'occupation et d'animation sportives des infrastructures sportives concernées relatif à l'année en cours;
7° une copie de la police d'assurance couvrant sa responsabilité civile et la réparation des dommages corporels des utilisateurs des infrastructures sportives concernées;
8° tous documents utiles relatifs à la constitution, à la nature juridique et à la composition du Conseil des utilisateurs locaux visé à l'article 9, 9) du décret;
9° le plan budgétaire prévu à l'article 9, 11° du décret.
§ 2 Les centres sportifs locaux organisés en régie sont dispensés de présenter les documents visés aux points 1°, 2° et 3° du § 1er.
1° une copie de ses statuts et la preuve de leur publication au Moniteur belge ;
[1 1° bis une lettre de motivation étayée sur la plus-value attendue de la reconnaissance au niveau du dynamisme sportif local;]1
2° une copie de son règlement d'ordre intérieur;
3° la liste à jour des membres de leur organe de gestion reprenant les noms, adresses et fonctions exercées;
4° la liste à jour des infrastructures sportives gérées par le centre sportif local, leurs descriptions techniques et tous documents prouvant la détention par le centre sportif local d'un droit de propriété ou de jouissance;
5° un rapport d'activités portant sur l'année précédant celle de l'introduction de la demande de reconnaissance et visant notamment les points 1, 2, [1 2° bis]1, 3 et 9 de l'article 9 du décret;
6° le plan d'occupation et d'animation sportives des infrastructures sportives concernées relatif à l'année en cours;
7° une copie de la police d'assurance couvrant sa responsabilité civile et la réparation des dommages corporels des utilisateurs des infrastructures sportives concernées;
8° tous documents utiles relatifs à la constitution, à la nature juridique et à la composition du Conseil des utilisateurs locaux visé à l'article 9, 9) du décret;
9° le plan budgétaire prévu à l'article 9, 11° du décret.
§ 2 Les centres sportifs locaux organisés en régie sont dispensés de présenter les documents visés aux points 1°, 2° et 3° du § 1er.
Modifications
Art.5. Een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum voegt bij zijn aanvraag om erkenning de volgende documenten :
1° die bedoeld in artikel 4 van dit besluit;
2° een kopie van de beslissingen van de inrichtende machten waarvan de sportinfrastructuren bestemd voor de scholen afhangen, die buiten de schooluren het beheer van de bedoelde infrastructuren aan het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum toevertrouwen.
1° die bedoeld in artikel 4 van dit besluit;
2° een kopie van de beslissingen van de inrichtende machten waarvan de sportinfrastructuren bestemd voor de scholen afhangen, die buiten de schooluren het beheer van de bedoelde infrastructuren aan het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum toevertrouwen.
Art.5. Un centre sportif local intégré joint à sa demande de reconnaissance les documents ci-après :
1° ceux visés à l'article 4 du présent arrêté;
2° une copie des décisions des pouvoirs organisateurs dont dépendent les infrastructures sportives à usage scolaire qui confient au centre sportif local intégré la gestion desdites infrastructures en dehors des horaires scolaires.
1° ceux visés à l'article 4 du présent arrêté;
2° une copie des décisions des pouvoirs organisateurs dont dépendent les infrastructures sportives à usage scolaire qui confient au centre sportif local intégré la gestion desdites infrastructures en dehors des horaires scolaires.
Art.6. Wanneer een plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum sportinfrastructuren beheert die gelegen zijn op de gebieden van verschillende gemeentes, worden de beraadslagingen van de Gemeenteraden die hun aansluiting op het plaatselijk sportcentrum of op het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum toelaten, gevoegd bij de aanvraag om erkenning.
Art.6. Lorsque un centre sportif local ou un centre sportif local intégré gère des infrastructures sportives situées sur les territoires de plusieurs communes, les délibérations des Conseils communaux qui autorisent leur adhésion au centre sportif local ou au centre sportif local intégré sont jointes à la demande de reconnaissance.
Art.7. Om erkend te worden moet een plaatselijk sportcentrum of een geïntegreerd plaatselijk sportcentrum minstens één overdekte sportinfrastructuur beheren met een sportoppervlakte van minstens 286 m(00b2), volgens de regels ingericht en berust om in alle veiligheid de training en de competitie toe te laten in minstens vijf verschillende sporttakken waarvan één van de belangrijkste ballonsporten (volleybal, basketbal, handbal, voetbal in een zaal) en infrastructuren in openlucht die de reglementaire praktijk van minstens drie sporttakken in alle veiligheid toelaten.
Art.7. Pour être reconnu, un centre sportif local ou un centre sportif local intégré doit gérer, au minimum, une infrastructure sportive couverte d'au moins 286 m2 de surface sportive attenante, aménagée et équipée réglementairement pour permettre, en toute sécurité, l'entraînement et la compétition dans au moins cinq disciplines sportives différentes dont un des principaux sports de ballons (volley, basket-ball, hand-ball, football en salle) et des infrastructures de plein air permettant la pratique réglementaire, en toute sécurité, d'au moins trois disciplines sportives.
Art.8. De Minister wordt belast met het nemen van de beslissingen inzake toekenning, niet-erkenning, opheffing of intrekking van erkenning. De beslissing om erkenning of niet-erkenning wordt genomen binnen de 6 maanden vanaf [1 ...]1 de aanvraag om erkenning.
Modifications
Art.8. Le Ministre est chargé de prendre les décisions d'octroi, de non-reconnaissance, de suspension ou de retrait de reconnaissance. La décision de reconnaissance ou de non-reconnaissance est prise endéans les 6 mois à dater [1 ...]1 de la demande de reconnaissance.
Modifications
Art.9. Elke beslissing genomen krachtens artikel 8 wordt bekendgemaakt aan het plaatselijk sportcentrum of aan het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum.
Art.9. Toute décision prise en vertu de l'article 8 est notifiée au centre sportif local ou au centre sportif local intégré.
Art.10. Binnen de dertig dagen volgend op de bekendmaking van de beslissing om niet-erkenning, opheffing of intrekking van de erkenning, kan het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum een beroep indienen bij de Regering.
Op straffe van nietigheid wordt het beroep per aangetekende [1 zending]1 ingediend en bevat de volgende elementen :
1° de motivering van het beroep;
2° de argumenten of eventuele nieuwe elementen die het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum wil laten gelden;
3° de identiteit van de persoon/personen die het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd sportcentrum vertegenwoordigt(gen) en die in voorkomend geval gehoord wil(len) worden door de Hoge raad.
Op straffe van nietigheid wordt het beroep per aangetekende [1 zending]1 ingediend en bevat de volgende elementen :
1° de motivering van het beroep;
2° de argumenten of eventuele nieuwe elementen die het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum wil laten gelden;
3° de identiteit van de persoon/personen die het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd sportcentrum vertegenwoordigt(gen) en die in voorkomend geval gehoord wil(len) worden door de Hoge raad.
Modifications
Art.10. Dans les trente jours suivant la notification de la décision de non-reconnaissance, de suspension ou de retrait, le centre sportif local ou le centre sportif local intégré peut introduire un recours auprès du Gouvernement.
Sous peine de nullité, le recours est introduit par [1 envoi]1 recommandé et contient les éléments suivants :
1° la motivation du recours;
2° les arguments ou éventuels éléments nouveaux que le centre sportif local ou le centre sportif local intégré entend faire valoir;
3° l'identité de la ou des personnes qui représentent le centre sportif local ou le centre sportif local intégré et qui souhaitent, le cas échéant, être entendues par le Conseil supérieur.
Sous peine de nullité, le recours est introduit par [1 envoi]1 recommandé et contient les éléments suivants :
1° la motivation du recours;
2° les arguments ou éventuels éléments nouveaux que le centre sportif local ou le centre sportif local intégré entend faire valoir;
3° l'identité de la ou des personnes qui représentent le centre sportif local ou le centre sportif local intégré et qui souhaitent, le cas échéant, être entendues par le Conseil supérieur.
Modifications
Art.11. Na onderzoek van het dossier informeert het bestuur het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum per aangetekende [1 zending]1 over de datum en uur waarop de Hoge raad voor advies het beroep zal onderzoeken.
Daartoe komt de Hoge raad minstens veertien dagen na de datum [2 van die kennisgeving]2 bijeen.
Daartoe komt de Hoge raad minstens veertien dagen na de datum [2 van die kennisgeving]2 bijeen.
Art.11. Après instruction du dossier, l'administration informe le centre sportif local ou le centre sportif local intégré, par [1 envoi]1 recommandé, des date et heure auxquelles le Conseil supérieur examinera, pour avis, le recours.
A cette fin, le Conseil supérieur se réunit au plus tôt quinze jours après la date [2 de cette notification]2.
A cette fin, le Conseil supérieur se réunit au plus tôt quinze jours après la date [2 de cette notification]2.
Art.12. De Regering neemt haar beslissing na advies van de Hoge raad binnen een termijn van negentig dagen vanaf dat advies.
Art.12. Le Gouvernement arrête sa décision, après avis du Conseil supérieur, dans un délai de nonante jours à dater de celui-ci.
Art.13. Een beroep bij de Regering kan ingediend worden door het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum in het geval de Minister zijn beslissing niet heeft bekendgemaakt binnen de zes maanden vanaf de datum van het indienen van de aanvraag om erkenning.
Art.13. Un recours auprès du Gouvernement peut être introduit par le centre sportif local ou le centre sportif local intégré dans le cas où le Ministre n'a pas fait connaître sa décision endéans les six mois à dater de la date d'introduction de la demande de reconnaissance.
Art.14. Op straffe van nietigheid wordt het beroep per aangetekende [2 zending]2 ingediend binnen de dertig dagen vanaf het einde van de zesde maand volgend op de datum van aanvraag om erkenning.
De Regering neemt haar beslissing na advies van de Hoge raad binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum [1 ...]1 van het beroep.
De Regering neemt haar beslissing na advies van de Hoge raad binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum [1 ...]1 van het beroep.
Art.14. Sous peine de nullité, le recours est introduit par [2 envoi]2 recommandé endéans les trente jours à dater de la fin du 6ème mois qui suit la date d'introduction de la demande de reconnaissance.
Le Gouvernement arrête sa décision, après avis du Conseil supérieur, dans un délai de trente jours à dater [1 ...]1 du recours.
Le Gouvernement arrête sa décision, après avis du Conseil supérieur, dans un délai de trente jours à dater [1 ...]1 du recours.
Modifications
[1]Art.14.[1 Les centres sportifs locaux et centres sportifs locaux intégrés remettent, annuellement, au plus tard pour le 31 janvier, à l'Administration, sous format électronique, un rapport d'activités sur les actions menées au cours de l'année civile écoulée dont le modèle est fixé par le Ministre.
Sur base de ce rapport d'activités, l'Inspecteur du Centre du Conseil du Sport compétent établit, en concertation avec le centre concerné, une note d'orientation, dont le modèle est fixé par l'Administration, fixant les objectifs prioritaires à atteindre par le centre dans les différents postes du rapport d'activités. Ces objectifs peuvent être étalés sur plusieurs années.
Ces objectifs sont fixés en tenant compte des spécificités du centre dont, notamment, le nombre et le type d'infrastructures sportives du centre, la densité de population de la commune concernée et sa structure démographique, le nombre de clubs sportifs ainsi que leurs affiliés et, pour les centres sportifs locaux intégrés, le nombre d'infrastructures sportives à usage scolaire gérées.
Cette note d'orientation est notifiée par l'Administration au centre sportif local ou centre sportif local intégré au plus tard pour le 15 mars de l'année en cours.
Sur base du rapport d'activités de l'année antérieure et des objectifs fixés dans la note d'orientation y relative, l'Inspecteur du Centre du Conseil du Sport compétent établit, au plus tard pour le 31 mars de l'année suivante, un rapport d'évaluation, dont le modèle est fixé par l'Administration, en tenant compte de la réalisation des objectifs fixés et en indiquant, en cas de rapport défavorable ou réservé, les recommandations et mesures à prendre en vue d'atteindre une évaluation favorable.
L'Administration notifie pour le 1er mai, par recommandé, le rapport d'évaluation au centre sportif local ou centre sportif local intégré en indiquant si l'issue est favorable, défavorable ou réservée.
En cas d'évaluation défavorable ou réservée, le centre est tenu de prendre les mesures nécessaires en vue de se conformer aux recommandations du rapport d'évaluation dans un délai de six mois à compter de la réception de cette notification, conformément à l'article 6, § 2, du décret.
Au terme de ce délai de six mois, une nouvelle évaluation est réalisée par l'Inspecteur du Centre du Conseil du Sport compétent pour le 1er novembre et transmise au Ministre au plus tard le 1er décembre.
Si cette nouvelle évaluation est défavorable, le Ministre peut décider à son encontre, après avis du Conseil supérieur, la suppression de la faculté d'obtenir pour l'exercice budgétaire se rapportant à l'année suivant celle de l'évaluation défavorable, les subventions visées à l'article 11 du décret. Le Ministre notifie sa décision par recommandé dans les trente jours de la décision du Conseil supérieur.
Le versement de l'avance sur la subvention visée à l'article 11 du décret est suspendu dans l'attente de la décision du Ministre.
En cas de nouvelle évaluation défavorable au terme de l'année non-subsidiée, la reconnaissance peut être retirée par le Ministre après avis du Conseil supérieur et après que le centre sportif local ou le centre sportif local intégré ait été invité à faire valoir ses arguments.
----------
HOOFDSTUK Ibis. [1 Hoofdstuk Ibis. - De evaluatie]1
CHAPITRE Ierbis [1 Chapitre Ierbis - De l'évaluation]1
Art. 14bis. [1 Jaarlijks, ten laatste tegen 31 januari, zenden, onder elektronisch formaat, de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke centra, aan het Bestuur, een activiteitenverslag over omtrent de acties geleid gedurende het verlopen kalenderjaar waarvan het model door de Minister bepaald wordt.
CHAPITRE II. - Du subventionnement.
HOOFDSTUK II. - Subsidiëring.
Art.15. Pour bénéficier de la subvention annuelle de fonctionnement prévue à l'article 11 du décret, les centres sportifs locaux et les centres sportifs locaux intégrés reconnus introduisent une demande à l'administration sur formulaires fournis par celle-ci.
Art.15. Om de jaarlijkse werkingssubsidie bedoeld in artikel 11 van het decreet te genieten, dienen de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra bij het bestuur een aanvraag in op de door deze laatste geleverde formulieren.
Art.16. Les formulaires visés à l'article 15 sont introduits pour le 31 mars de l'année de l'exercice budgétaire à charge duquel les subventions accordées sur la base du décret sont effectivement liquidées, ci-après dénommée l'année budgétaire. Ils sont complétés, accompagnés de tout document requis et signés par au moins deux administrateurs mandatés à cet effet.
Les renseignements y mentionnés se rapportent aux dépenses relatives à la rémunération de son personnel effectuées pendant l'année civile précédant celle de l'année budgétaire, ci-après dénommée année de référence.
Sauf cas de force majeure, tout retard dans la transmission de la demande entraîne la perte du droit à la subvention de fonctionnement.
Les renseignements y mentionnés se rapportent aux dépenses relatives à la rémunération de son personnel effectuées pendant l'année civile précédant celle de l'année budgétaire, ci-après dénommée année de référence.
Sauf cas de force majeure, tout retard dans la transmission de la demande entraîne la perte du droit à la subvention de fonctionnement.
Art.16. De in artikel 15 bedoelde formulieren worden ingediend voor 31 maart van het begrotingsjaar waarop de subsidies, die op basis van het decreet toegekend worden, effectief uitbetaald, hierna het begrotingsjaar genoemd. Ze worden aangevuld, vergezeld van elk document dat vereist en getekend is door minstens twee daartoe gemachtigde bestuurders.
De informatie die vermeld is, betreft de uitgaven voor de bezoldiging van zijn personeel tijdens het kalenderjaar dat het begrotingsjaar voorafgaat, hierna het referentiejaar genoemd.
Behalve bij overmacht heeft elke vertraging in de overdracht van de aanvraag het verlies van het recht op de werkingssubsidie tot gevolg.
De informatie die vermeld is, betreft de uitgaven voor de bezoldiging van zijn personeel tijdens het kalenderjaar dat het begrotingsjaar voorafgaat, hierna het referentiejaar genoemd.
Behalve bij overmacht heeft elke vertraging in de overdracht van de aanvraag het verlies van het recht op de werkingssubsidie tot gevolg.
Art.17. Chaque centre sportif local ou centre sportif local intégré reconnu joint à sa demande :
1° le procès-verbal de sa dernière assemblée générale, en ce compris le rapport des commissaires au compte;
2° le projet du budget de l'année budgétaire;
3° le bilan et le compte d'exploitation, en dépenses et recettes, de l'année de référence;
[1 ...]1
7° la liste des membres de son personnel rétribué ou non, quel que soit leur statut, et ayant exercé au moins à mi-temps;
8° la liste à jour de ses administrateurs en mentionnant leur nom, adresse et fonction exercée;
9° le plan budgétaire prévu à l'article 9, 11° du décret.
1° le procès-verbal de sa dernière assemblée générale, en ce compris le rapport des commissaires au compte;
2° le projet du budget de l'année budgétaire;
3° le bilan et le compte d'exploitation, en dépenses et recettes, de l'année de référence;
[1 ...]1
7° la liste des membres de son personnel rétribué ou non, quel que soit leur statut, et ayant exercé au moins à mi-temps;
8° la liste à jour de ses administrateurs en mentionnant leur nom, adresse et fonction exercée;
9° le plan budgétaire prévu à l'article 9, 11° du décret.
Modifications
Art.17. Elk erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum voegt bij zijn aanvraag :
1° het proces-verbaal van zijn laatste algemene vergadering, met inbegrip van het verslag van de commissarissen voor de rekening;
2° het begrotingsproject van het begrotingsjaar;
3° de balans en de exploitatierekening, in uitgaven en opbrengsten, van het referentiejaar;
[1 ...]1
7° de lijst van de al dan niet bezoldigde personeelsleden, ongeacht hun statuut, die minstens een halftijdse betrekking hebben gehad;
8° de bijgewerkte lijst van zijn bestuurders met verwijzing van hun naam, adres en uitgeoefend ambt;
9° het begrotingsjaar bedoeld in artikel 9, 11° van het decreet.
1° het proces-verbaal van zijn laatste algemene vergadering, met inbegrip van het verslag van de commissarissen voor de rekening;
2° het begrotingsproject van het begrotingsjaar;
3° de balans en de exploitatierekening, in uitgaven en opbrengsten, van het referentiejaar;
[1 ...]1
7° de lijst van de al dan niet bezoldigde personeelsleden, ongeacht hun statuut, die minstens een halftijdse betrekking hebben gehad;
8° de bijgewerkte lijst van zijn bestuurders met verwijzing van hun naam, adres en uitgeoefend ambt;
9° het begrotingsjaar bedoeld in artikel 9, 11° van het decreet.
Modifications
Art.18. Les dépenses à prendre en compte pour le calcul de la subvention annuelle de fonctionnement sont celles exposées par le centre sportif local ou le centre sportif local intégré reconnu pendant l'année de référence.
Art.18. Uitgaven die in acht moeten worden genomen voor de berekening van de jaarlijkse werkingssubsidie zijn deze die bepaald zijn door het plaatselijk sportcentrum of het geïntegreerd plaatselijk sport centrum erkend tijdens het referentiejaar.
Art.19. Les montants maxima des rémunérations à prendre en considération pour le calcul de la subvention sont déterminés comme suit :
1° pour les membres du personnel exerçant des tâches de coordination et d'animation :
a) durant les trois premières années de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 100/1 (brut);
b) durant la période allant de la quatrième à la neuvième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 110/1 (brut);
c) à partir de la dixième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 120/1 (brut).
2° pour les membres du personnel exerçant des tâches de gestion :
a) durant les trois premières années de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 200/1 (brut);
b) durant la période allant de la quatrième à la neuvième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 210/1 (brut);
c) à partir de la dixième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 220/1 (brut).
3° pour les membres du personnel visé à l'article 13, 2ème paragraphe du décret : échelle 300/1 (brut).
1° pour les membres du personnel exerçant des tâches de coordination et d'animation :
a) durant les trois premières années de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 100/1 (brut);
b) durant la période allant de la quatrième à la neuvième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 110/1 (brut);
c) à partir de la dixième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 120/1 (brut).
2° pour les membres du personnel exerçant des tâches de gestion :
a) durant les trois premières années de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 200/1 (brut);
b) durant la période allant de la quatrième à la neuvième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 210/1 (brut);
c) à partir de la dixième année de prestation au sein d'un centre sportif local ou d'un centre sportif local intégré reconnu : échelle 220/1 (brut).
3° pour les membres du personnel visé à l'article 13, 2ème paragraphe du décret : échelle 300/1 (brut).
Art.19. De maximale bezoldigingsbedragen die in acht genomen moeten worden voor de berekening van de subsidie worden als volgt bepaald :
1° voor de leden van het personeel dat coördinatie- en animatietaken uitvoert :
a) tijdens de eerste drie prestatiejaren binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 100/1 (bruto);
b) tijdens de periode van het vierde tot het negende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 110/1 (bruto);
c) vanaf het tiende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 120/1 (bruto).
2° voor de personeelsleden die beheerstaken uitvoeren :
a) tijdens de eerste drie prestatiejaren binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 200/1 (bruto);
b) tijdens de periode van het vierde tot het negende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 210/1 (bruto);
c) vanaf het tiende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 220/1 (bruto).
3° voor de leden van het personeel bedoeld in artikel 13, 2de paragraaf van het decreet : schaal 300/1 (bruto).
1° voor de leden van het personeel dat coördinatie- en animatietaken uitvoert :
a) tijdens de eerste drie prestatiejaren binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 100/1 (bruto);
b) tijdens de periode van het vierde tot het negende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 110/1 (bruto);
c) vanaf het tiende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 120/1 (bruto).
2° voor de personeelsleden die beheerstaken uitvoeren :
a) tijdens de eerste drie prestatiejaren binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 200/1 (bruto);
b) tijdens de periode van het vierde tot het negende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 210/1 (bruto);
c) vanaf het tiende prestatiejaar binnen een erkend plaatselijk sportcentrum of geïntegreerd plaatselijk sportcentrum : schaal 220/1 (bruto).
3° voor de leden van het personeel bedoeld in artikel 13, 2de paragraaf van het decreet : schaal 300/1 (bruto).
Art.20. Les montants des rémunérations à prendre en considération sont fixés en tenant compte du mode d'indexation appliqué aux traitements des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française.
Art.20. De bedragen van de bezoldigingen die in acht moet worden genomen, worden vastgesteld met inachtneming van de indexeringswijze van toepassing op de bezoldigingen van de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.21. Les échelles de traitement visées à l'article 19 sont celles reprises en annexe à l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 portant statut pécuniaire des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française.
Art.21. De weddeschalen bedoeld in artikel 19 zijn deze opgenomen in bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.22. Lorsqu'un membre du personnel n'exerce pas une fonction comportant des prestations complètes ou n'a exercé que pendant une partie de l'année de référence, les montants maxima des rémunérations à prendre en considération sont réduits au prorata des prestations effectuées.
Toute rémunération liée à un préavis non presté ne peut être admise à la subvention.
Toute rémunération liée à un préavis non presté ne peut être admise à la subvention.
Art.22. Wanneer een personeelslid geen ambt uitoefent dat volledige prestaties bevat of dat ambt slechts tijdens een deel van het referentiejaar heeft uitgeoefend, worden de maximale bedragen van de in acht te nemen bezoldigingen beperkt naar verhouding van de uitgeoefende prestaties.
Elke bezoldiging gebonden aan een niet-gepresteerde vooropzeg kan gesubsidieerd worden.
Elke bezoldiging gebonden aan een niet-gepresteerde vooropzeg kan gesubsidieerd worden.
Art.23. Les montants maxima visé à l'article 19 sont adaptés comme suit en fonction de l'âge atteint par les membres du personnel au 1er janvier de l'année de référence :
1° moins de 25 ans : montant minimum;
2° de 25 à 34 ans : ancienneté de 5 ans (5ème échelon);
3° de 35 à 44 ans : ancienneté de 15 ans (15ème échelon);
4° de 45 à 50 ans : ancienneté de 20 ans (20ème échelon);
5° plus de 50 ans : ancienneté maximale (dernier échelon).
1° moins de 25 ans : montant minimum;
2° de 25 à 34 ans : ancienneté de 5 ans (5ème échelon);
3° de 35 à 44 ans : ancienneté de 15 ans (15ème échelon);
4° de 45 à 50 ans : ancienneté de 20 ans (20ème échelon);
5° plus de 50 ans : ancienneté maximale (dernier échelon).
Art.23. De maximale bedragen bedoeld in artikel 19 worden als volgt aangepast in functie van de leeftijd bereikt door de personeelsleden op 1 januari van het referentiejaar :
1° minder dan 25 jaar : minimumbedrag;
2° van 25 tot 34 jaar : anciënniteit van 5 jaar (5de trap);
3° van 35 tot 44 jaar : anciënniteit van 15 jaar (15de trap);
4° van 45 tot 50 jaar : anciënniteit van 20 jaar (20ste trap);
5° meer dan 50 jaar : maximale anciënniteit (laatste trap).
1° minder dan 25 jaar : minimumbedrag;
2° van 25 tot 34 jaar : anciënniteit van 5 jaar (5de trap);
3° van 35 tot 44 jaar : anciënniteit van 15 jaar (15de trap);
4° van 45 tot 50 jaar : anciënniteit van 20 jaar (20ste trap);
5° meer dan 50 jaar : maximale anciënniteit (laatste trap).
Art.24. Les rémunérations des membres du personnel sont admissibles à la subvention pour autant que ceux-ci remplissent les conditions ci-après :
1° être d'expression française;
2° jouir des droits civils et politiques;
3° être de bonne vie et moeurs;
4° ne pas avoir atteint l'âge de 65 ans au 1er janvier de l'année de référence;
5° être lié au centre sportif local ou au centre sportif local intégré reconnu par un contrat d'emploi, dans le respect des conventions collectives applicables au secteur. (Si le centre sportif local reconnu ou le centre sportif local intégré reconnu est organisé en régie, le membre du personnel concerné peut être engagé sous statut par celle-ci;)
6° a) pour les tâches de coordination (...) : être porteur d'un diplôme d'enseignement supérieur ou jugé équivalent (et, à partir du premier janvier 2008,) être titulaire d'un brevet de gestionnaire de centres sportifs.
b) pour les tâches de gestion : être porteur d'un diplôme d'enseignement secondaire supérieur ou jugé équivalent.
1° être d'expression française;
2° jouir des droits civils et politiques;
3° être de bonne vie et moeurs;
4° ne pas avoir atteint l'âge de 65 ans au 1er janvier de l'année de référence;
5° être lié au centre sportif local ou au centre sportif local intégré reconnu par un contrat d'emploi, dans le respect des conventions collectives applicables au secteur. (Si le centre sportif local reconnu ou le centre sportif local intégré reconnu est organisé en régie, le membre du personnel concerné peut être engagé sous statut par celle-ci;)
6° a) pour les tâches de coordination (...) : être porteur d'un diplôme d'enseignement supérieur ou jugé équivalent (et, à partir du premier janvier 2008,) être titulaire d'un brevet de gestionnaire de centres sportifs.
b) pour les tâches de gestion : être porteur d'un diplôme d'enseignement secondaire supérieur ou jugé équivalent.
Art.24. De bezoldigingen van de personeelsleden krijgen een subsidie voor zover deze aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° Franstalig zijn;
2° burgerlijke en politieke rechten genieten;
3° van goed en zedelijk gedrag zijn;
4° de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben op 1 januari van het referentiejaar;
5° door een betrekkingscontract gebonden zijn aan het erkend plaatselijk sportcentrum of aan het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum, met naleving van de collectieve overeenkomsten van toepassing op de sector. (Als het erkend plaatselijk sportcentrum of het erkend geïntegreerd plaatselijk sportcentrum in regie georganiseerd wordt, kan het betrokken personeelslid krachtens statuut door deze aangeworven worden;)
6° a) (voor de coördinatietaken) : drager zijn van een diploma van het hoger onderwijs of een diploma dat ermee gelijkgesteld is (en, vanaf 1 januari 2008,) houder zijn van een beheersbrevet van sportcentra. <KB 2008-03-06/32, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 28-03-2008>
b) voor de beheerstaken : drager zijn van een diploma van het hoger secundair onderwijs of een diploma dat ermee gelijkgesteld is.
1° Franstalig zijn;
2° burgerlijke en politieke rechten genieten;
3° van goed en zedelijk gedrag zijn;
4° de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben op 1 januari van het referentiejaar;
5° door een betrekkingscontract gebonden zijn aan het erkend plaatselijk sportcentrum of aan het geïntegreerd plaatselijk sportcentrum, met naleving van de collectieve overeenkomsten van toepassing op de sector. (Als het erkend plaatselijk sportcentrum of het erkend geïntegreerd plaatselijk sportcentrum in regie georganiseerd wordt, kan het betrokken personeelslid krachtens statuut door deze aangeworven worden;)
6° a) (voor de coördinatietaken) : drager zijn van een diploma van het hoger onderwijs of een diploma dat ermee gelijkgesteld is (en, vanaf 1 januari 2008,) houder zijn van een beheersbrevet van sportcentra.
b) voor de beheerstaken : drager zijn van een diploma van het hoger secundair onderwijs of een diploma dat ermee gelijkgesteld is.
Art.25. Le nombre maximum d'agents du sport pouvant être pris en considération pour le calcul de la subvention est fixé comme suit, l'unité étant définie comme équivalent à un emploi temps plein.
Communes ou communes associées de moins de 5000 habitants : 0,5 unité
Communes ou communes associées de 5001 à 20.000 habitants : 1 unité
Communes ou communes associées de 20.001 à 50.000 habitants : 1,5 unités
Communes ou communes associées de plus de 50.000 habitants : 2 unités
Le nombre réel d'unités visées au tableau ci-dessus, pourra être adapté à la baisse, en tenant compte des disponibilités budgétaires annuelles.
Communes ou communes associées de moins de 5000 habitants : 0,5 unité
Communes ou communes associées de 5001 à 20.000 habitants : 1 unité
Communes ou communes associées de 20.001 à 50.000 habitants : 1,5 unités
Communes ou communes associées de plus de 50.000 habitants : 2 unités
Le nombre réel d'unités visées au tableau ci-dessus, pourra être adapté à la baisse, en tenant compte des disponibilités budgétaires annuelles.
Art.25. Het maximaal aantal sportleden die in acht kunnen genomen worden voor de berekening van de subsidie, wordt als volgt vastgesteld, waarbij de eenheid bepaald is als het equivalent van een voltijdse betrekking.
Gemeentes of deelgemeentes van minder dan 5000 bewoners : 0,5 eenheid
Gemeentes of deelgemeentes van 5001 tot 20000 bewoners : 1 eenheid
Gemeentes of deelgemeentes van 20001 tot 50000 bewoners : 1,5 eenheden
Gemeentes of deelgemeentes van meer dan 50000 bewoners : 2 eenheden
Het werkelijk aantal eenheden bedoeld in de bovenvermelde tabel zal kunnen aangepast worden in functie van de jaarlijkse begrotingsbeschikbaarheden.
Gemeentes of deelgemeentes van minder dan 5000 bewoners : 0,5 eenheid
Gemeentes of deelgemeentes van 5001 tot 20000 bewoners : 1 eenheid
Gemeentes of deelgemeentes van 20001 tot 50000 bewoners : 1,5 eenheden
Gemeentes of deelgemeentes van meer dan 50000 bewoners : 2 eenheden
Het werkelijk aantal eenheden bedoeld in de bovenvermelde tabel zal kunnen aangepast worden in functie van de jaarlijkse begrotingsbeschikbaarheden.
Art.26. Abrogé art. 5 van 8 DECEMBER 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2003 tot toepassing van het decreet van 27 februari 2003 houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra
Art.26. [1 Après avis du Conseil supérieur des Sports, le Ministre peut accorder une dérogation à l'obligation prévue par l'article 15 du décret d'être titulaire pour le premier agent subventionné à partir du 1er janvier 2013, d'un brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives.
La dérogation vaut, au plus tard, jusqu'à la date de clôture de la première session de la formation donnant accès au brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives organisée à partir du 1er janvier 2012.
Elle ne peut être accordée qu'au profit de membres du personnel visés à l'article 24, 6° b, qui, à la date du 1er janvier 2013, suivent la formation donnant accès au brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives.]1
Art.26. [1 Après avis du Conseil supérieur des Sports, le Ministre peut accorder une dérogation à l'obligation prévue par l'article 15 du décret d'être titulaire pour le premier agent subventionné à partir du 1er janvier 2013, d'un brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives.
La dérogation vaut, au plus tard, jusqu'à la date de clôture de la première session de la formation donnant accès au brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives organisée à partir du 1er janvier 2012.
Elle ne peut être accordée qu'au profit de membres du personnel visés à l'article 24, 6° b, qui, à la date du 1er janvier 2013, suivent la formation donnant accès au brevet de gestionnaire d'infrastructures sportives.]1
Modifications
Art.26. Opgeheven art. 5 van 8 DECEMBER 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2003 tot toepassing van het decreet van 27 februari 2003 houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra
Art.26. [1 Na advies van de Hoge raad voor sport kan de Minister een afwijking toekennen van de verplichting bedoeld bij artikel 15 van het decreet om voor de eerste gesubsidieerde ambtenaar vanaf 1 januari 2013 titularis te zijn van een brevet van beheerder van sportinfrastructuren.
De afwijking geldt, ten laatste, tot de datum van het einde van de eerste zittijd van de opleiding die toegang verleent tot het brevet van beheerder van sportinfrastructuren ingericht vanaf 1 januari 2012.
Ze kan enkel toegekend worden voor personeelsleden bedoeld bij artikel 24, 6° b, die, op de datum van 1 januari 2013, de opleiding volgen die tot het brevet van beheerder van sportinfrastructuren toegang verleent.]1
Art.26. [1 Na advies van de Hoge raad voor sport kan de Minister een afwijking toekennen van de verplichting bedoeld bij artikel 15 van het decreet om voor de eerste gesubsidieerde ambtenaar vanaf 1 januari 2013 titularis te zijn van een brevet van beheerder van sportinfrastructuren.
De afwijking geldt, ten laatste, tot de datum van het einde van de eerste zittijd van de opleiding die toegang verleent tot het brevet van beheerder van sportinfrastructuren ingericht vanaf 1 januari 2012.
Ze kan enkel toegekend worden voor personeelsleden bedoeld bij artikel 24, 6° b, die, op de datum van 1 januari 2013, de opleiding volgen die tot het brevet van beheerder van sportinfrastructuren toegang verleent.]1
Art.27. L'article 3, 2° du décret du 27 février 2003 organisant la reconnaissance et le subventionnement d'une association des centres sportifs entre en vigueur le 1er janvier 2005.
Art.27. Artikel 3, 2° van het decreet van 27 februari 2003 houdende erkenning en subsidiëring van de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde plaatselijke sportcentra treedt in werking op 1 januari 2005.
Art.28. Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Art.28. De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 29. Le décret et le présent arrêté entrent en vigueur le 1er septembre 2003.
Art. 29. Het decreet en dit besluit treden in werking op 1 september 2003.
-