Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het opmaken of de volledige herziening van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat en voor het opmaken of de begeleidende volledige herziening van een gemeentelijk structuurplan en van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat (VERTALING).
Titre
17 JUILLET 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon déterminant les modalités d'octroi de subventions aux communes pour l'élaboration ou la révision totale d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé et pour l'élaboration ou la révision totale concomitante d'un schéma de structure communal et d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé.
Informations sur le document
Numac: 2003200950
Datum: 2003-07-17
Info du document
Numac: 2003200950
Date: 2003-07-17
Tekst (5)
Texte (5)
Artikel 1. In boek IV, titel I, hoofdstuk Iter, van het " Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine ", wordt afdeling VI, " Slotbepalingen " genoemd, gewijzigd in afdeling VIII en wordt artikel 255/19 gewijzigd in artikel 255/27.
Article 1er. Dans le livre IV, titre Ier, chapitre Ierter, du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, la section VI intitulée " Dispositions finales " en devient la section VIII et l'article 255/19 en devient l'article 255/27.
Art.2. In boek IV, titel I, hoofdstuk Iter, van het " Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine ", wordt afdeling VI gewijzigd als volgt :
" Afdeling VI. - Toekenning van een toelage voor het opmaken of de volledige herziening van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.
Art. 255/19. De toekenning van een toelage voor het opmaken of de volledige herziening van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat is onderworpen aan volgende voorwaarden :
1° de ontwerper belast met het opmaken van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, erkend overeenkomstig artikel 282, § 2, wordt aangewezen door de gemeenteraad;
2° de aanvraag om toelage voor een volledige herziening wordt ingediend op z'n vroegst tien jaar na de inwerkingtreding van het gemeenteprogramma of van zijn vorige volledige herziening.
Art. 255/20. Het dossier voor de aanvraag om een toelage, toegestuurd aan de Minister van Ruimtelijke Ordening, wordt ingediend door het college van burgemeester en schepenen bij het Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.
Het bevat :
1° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij wordt beslist het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat op te maken of volledig te herzien;
2° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij de ontwerper wordt aangewezen;
3° een document met :
a) de fasen voor het opmaken van de stukken en de desbetreffende termijnen;
b) in voorkomend geval, een kopie van de tussen de gemeente en de ontwerper aangegane overeenkomst voortvloeiend uit de gunning van de opdracht;
c) op grond van een bewijsstuk, hetzij het bedrag van de erelonen van de opdrachtgever, hetzij de opsomming van de loonlasten van het gemeentepersoneel.
Art. 255/21. Binnen de perken van de begrotingskredieten, wordt de toelage toegekend door de Minister van Ruimtelijke Ordening ten belope van 60 % van de erelonen of van de loonlasten van het in artikel 255/20, 3°, c, bedoelde gemeentepersoneel en ten belope van maximum 25.000 euro.
Art. 255/22. De toelage wordt vereffend als volgt :
1° 30 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van Ruimtelijke Ordening van het dossier voor de aanvraag om een toelage;
2° 70 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat en tegen overlegging van een eindverslag en van de bewijsstukken betreffende de door de gemeente vastgelegde uitgaven die door de Minister van Ruimtelijke Ordening goedgekeurd zijn. "
" Afdeling VI. - Toekenning van een toelage voor het opmaken of de volledige herziening van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.
Art. 255/19. De toekenning van een toelage voor het opmaken of de volledige herziening van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat is onderworpen aan volgende voorwaarden :
1° de ontwerper belast met het opmaken van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, erkend overeenkomstig artikel 282, § 2, wordt aangewezen door de gemeenteraad;
2° de aanvraag om toelage voor een volledige herziening wordt ingediend op z'n vroegst tien jaar na de inwerkingtreding van het gemeenteprogramma of van zijn vorige volledige herziening.
Art. 255/20. Het dossier voor de aanvraag om een toelage, toegestuurd aan de Minister van Ruimtelijke Ordening, wordt ingediend door het college van burgemeester en schepenen bij het Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.
Het bevat :
1° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij wordt beslist het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat op te maken of volledig te herzien;
2° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij de ontwerper wordt aangewezen;
3° een document met :
a) de fasen voor het opmaken van de stukken en de desbetreffende termijnen;
b) in voorkomend geval, een kopie van de tussen de gemeente en de ontwerper aangegane overeenkomst voortvloeiend uit de gunning van de opdracht;
c) op grond van een bewijsstuk, hetzij het bedrag van de erelonen van de opdrachtgever, hetzij de opsomming van de loonlasten van het gemeentepersoneel.
Art. 255/21. Binnen de perken van de begrotingskredieten, wordt de toelage toegekend door de Minister van Ruimtelijke Ordening ten belope van 60 % van de erelonen of van de loonlasten van het in artikel 255/20, 3°, c, bedoelde gemeentepersoneel en ten belope van maximum 25.000 euro.
Art. 255/22. De toelage wordt vereffend als volgt :
1° 30 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van Ruimtelijke Ordening van het dossier voor de aanvraag om een toelage;
2° 70 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat en tegen overlegging van een eindverslag en van de bewijsstukken betreffende de door de gemeente vastgelegde uitgaven die door de Minister van Ruimtelijke Ordening goedgekeurd zijn. "
Art.2. Dans le livre IV, titre Ier, chapitre Ierter du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, la section VI est remplacée par le texte suivant :
" Section VI. - De l'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé.
Art. 255/19. L'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé est subordonné aux conditions suivantes :
1° l'auteur de projet chargé de l'élaboration du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, agréé conformément à l'article 282, § 2, est désigné par le conseil communal;
2° la demande de subvention pour une révision totale est introduite au plus tôt dix ans après l'entrée en vigueur du programme communal ou de sa révision totale précédente.
Art. 255/20. Le dossier de demande de subvention, adressé au Ministre de l'Aménagement du Territoire, est déposé par le collège des bourgmestre et échevins auprès de la direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Il contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal décidant l'élaboration ou la révision totale du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
2° une copie de la délibération du conseil communal désignant l'auteur de projet;
3° un document contenant :
a) les phases d'élaboration des documents et les délais y afférents;
b) le cas échéant, copie de la convention résultant de l'attribution du marché conclue entre la commune et l'auteur de projet;
c) sur la base d'un justificatif, soit le montant des honoraires de l'auteur de projet, soit le détail de la charge du personnel communal.
Art. 255/21. Dans les limites des crédits budgétaires, le montant de la subvention est octroyé par le Ministre de l'Aménagement du Territoire à concurrence de soixante pour cent des honoraires ou de la charge du personnel communal visé à l'article 255/20, 3°, c, et d'un maximum de vingt cinq mille euros.
Art. 255/22. La liquidation de la subvention s'effectue comme suit :
1° trente pour cent de la subvention à l'approbation du dossier de demande de subvention par le Ministre de l'Aménagement du Territoire;
2° septante pour cent de la subvention dès l'approbation par le Gouvernement du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé et sur production d'un rapport final et des pièces justifiant les dépenses engagées par la commune et approuvées par le Ministre de l'Aménagement du Territoire. "
" Section VI. - De l'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé.
Art. 255/19. L'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé est subordonné aux conditions suivantes :
1° l'auteur de projet chargé de l'élaboration du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, agréé conformément à l'article 282, § 2, est désigné par le conseil communal;
2° la demande de subvention pour une révision totale est introduite au plus tôt dix ans après l'entrée en vigueur du programme communal ou de sa révision totale précédente.
Art. 255/20. Le dossier de demande de subvention, adressé au Ministre de l'Aménagement du Territoire, est déposé par le collège des bourgmestre et échevins auprès de la direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Il contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal décidant l'élaboration ou la révision totale du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
2° une copie de la délibération du conseil communal désignant l'auteur de projet;
3° un document contenant :
a) les phases d'élaboration des documents et les délais y afférents;
b) le cas échéant, copie de la convention résultant de l'attribution du marché conclue entre la commune et l'auteur de projet;
c) sur la base d'un justificatif, soit le montant des honoraires de l'auteur de projet, soit le détail de la charge du personnel communal.
Art. 255/21. Dans les limites des crédits budgétaires, le montant de la subvention est octroyé par le Ministre de l'Aménagement du Territoire à concurrence de soixante pour cent des honoraires ou de la charge du personnel communal visé à l'article 255/20, 3°, c, et d'un maximum de vingt cinq mille euros.
Art. 255/22. La liquidation de la subvention s'effectue comme suit :
1° trente pour cent de la subvention à l'approbation du dossier de demande de subvention par le Ministre de l'Aménagement du Territoire;
2° septante pour cent de la subvention dès l'approbation par le Gouvernement du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé et sur production d'un rapport final et des pièces justifiant les dépenses engagées par la commune et approuvées par le Ministre de l'Aménagement du Territoire. "
Art.3. In boek IV, titel I, hoofdstuk Iter van het " Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine ", wordt een afdeling VII ingevoegd, luidend als volgt :
" Afdeling VII. - Toekenning van een toelage voor het opmaken of de begeleidende volledige herziening van een gemeentelijk structuurplan en van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.
Art. 255/23. De toekenning van de toelage voor het opmaken of de begeleidende volledige herziening van een gemeentelijk structuurplan en van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, is onderworpen aan volgende voorwaarden :
1° een gemeentelijke commissie wordt ingesteld overeenkomstig artikel 7;
2° de gemeente gaat over tot het opmaken of de begeleidende herziening van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat;
3° de ontwerper belast met het opmaken of de begeleidende herziening van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, erkend overeenkomstig artikel 282, § 2, wordt aangewezen door de gemeenteraad;
4° de aanvraag om toelage voor een volledige herziening van de documenten wordt ingediend op z'n vroegst tien jaar na de inwerkingtreding van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma of na hun vorige volledige herziening.
Art. 255/24. Het dossier voor de aanvraag om een toelage, toegestuurd aan de Minister van Ruimtelijke Ordening, wordt ingediend door het college van burgemeester en schepenen bij het Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.
Het bevat :
1° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij wordt beslist het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat op te maken of volledig te herzien;
2° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij de ontwerper wordt aangewezen;
3° een document met :
a) de fasen voor het opmaken van de stukken en de desbetreffende termijnen;
b) in voorkomend geval, een kopie van de tussen de gemeente en de ontwerper aangegane overeenkomst voortvloeiend uit de gunning van de opdracht;
c) op grond van een bewijsstuk, hetzij het bedrag van de erelonen van de opdrachtgever, hetzij de opsomming van de loonlasten van het gemeentepersoneel.
Art. 255/25. Binnen de perken van de begrotingskredieten, wordt de toelage toegekend door de Minister van Ruimtelijke Ordening ten belope van 60 % van de erelonen of van de loonlasten van het in artikel 255/24, 3°, c, bedoelde gemeentepersoneel en ten belope van maximum 25.000 euro.
Art. 255/26. De toelage wordt vereffend als volgt :
1° 30 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van Ruimtelijke Ordening van het dossier voor de aanvraag om een toelage;
2° 70 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat en tegen overlegging van een eindverslag en van de bewijsstukken betreffende de door de gemeente vastgelegde uitgaven die door de Minister van Ruimtelijke Ordening goedgekeurd zijn. "
" Afdeling VII. - Toekenning van een toelage voor het opmaken of de begeleidende volledige herziening van een gemeentelijk structuurplan en van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.
Art. 255/23. De toekenning van de toelage voor het opmaken of de begeleidende volledige herziening van een gemeentelijk structuurplan en van een gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, is onderworpen aan volgende voorwaarden :
1° een gemeentelijke commissie wordt ingesteld overeenkomstig artikel 7;
2° de gemeente gaat over tot het opmaken of de begeleidende herziening van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat;
3° de ontwerper belast met het opmaken of de begeleidende herziening van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, erkend overeenkomstig artikel 282, § 2, wordt aangewezen door de gemeenteraad;
4° de aanvraag om toelage voor een volledige herziening van de documenten wordt ingediend op z'n vroegst tien jaar na de inwerkingtreding van het gemeentelijke structuurplan en van het gemeenteprogramma of na hun vorige volledige herziening.
Art. 255/24. Het dossier voor de aanvraag om een toelage, toegestuurd aan de Minister van Ruimtelijke Ordening, wordt ingediend door het college van burgemeester en schepenen bij het Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.
Het bevat :
1° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij wordt beslist het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat op te maken of volledig te herzien;
2° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij de ontwerper wordt aangewezen;
3° een document met :
a) de fasen voor het opmaken van de stukken en de desbetreffende termijnen;
b) in voorkomend geval, een kopie van de tussen de gemeente en de ontwerper aangegane overeenkomst voortvloeiend uit de gunning van de opdracht;
c) op grond van een bewijsstuk, hetzij het bedrag van de erelonen van de opdrachtgever, hetzij de opsomming van de loonlasten van het gemeentepersoneel.
Art. 255/25. Binnen de perken van de begrotingskredieten, wordt de toelage toegekend door de Minister van Ruimtelijke Ordening ten belope van 60 % van de erelonen of van de loonlasten van het in artikel 255/24, 3°, c, bedoelde gemeentepersoneel en ten belope van maximum 25.000 euro.
Art. 255/26. De toelage wordt vereffend als volgt :
1° 30 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van Ruimtelijke Ordening van het dossier voor de aanvraag om een toelage;
2° 70 % van de toelage bij de goedkeuring door de Minister van het gemeenteprogramma voor de inrichting van gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat en tegen overlegging van een eindverslag en van de bewijsstukken betreffende de door de gemeente vastgelegde uitgaven die door de Minister van Ruimtelijke Ordening goedgekeurd zijn. "
Art.3. Dans le livre IV, titre Ier, chapitre Ierter du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, il est inséré une section VII, rédigée comme suit :
" Section VII. - De l'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale concomitante d'un schéma de structure communal et d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé.
Art. 255/23. L'octroi de la subvention pour l'élaboration ou la révision totale concomitante d'un schéma de structure communal et d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé est subordonné aux conditions suivantes :
1° une commission communale est instituée dans la commune conformément à l'article 7;
2° la commune élabore ou révise de manière concomitante le schéma de structure communal et le programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
3° l'auteur de projet chargé de l'élaboration ou de la révision concomitante du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, agréé conformément à l'article 282, § 2, est désigné par le conseil communal;
4° la demande de subvention pour une révision totale des documents est introduite au plus tôt dix ans après l'entrée en vigueur du schéma de structure communal et du programme communal ou de leur révision totale concomitante précédente.
Art. 255/24. Le dossier de demande de subvention, adressé au Ministre de l'Aménagement du Territoire, est déposé par le collège des bourgmestre et échevins auprès de la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Il contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal décidant l'élaboration ou la révision totale concomitante du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
2° une copie de la délibération du conseil communal désignant l'auteur de projet;
3° un document contenant :
a) les phases d'élaboration des documents et les délais y afférents;
b) le cas échéant, copie de la convention résultant de l'attribution du marché conclue entre la commune et l'auteur de projet;
c) sur la base d'un justificatif, soit le montant des honoraires de l'auteur de projet, soit le détail de la charge du personnel communal.
Art. 255/25. Dans les limites des crédits budgétaires, le montant de la subvention est octroyé par le Ministre de l'Aménagement du Territoire à concurrence de soixante pour cent des honoraires ou de la charge du personnel communal visé à l'article 255/24, 3°, c), et d'un maximum de cent vingt cinq mille euros.
Art. 255/26. La liquidation de la subvention s'effectue comme suit :
1° trente pour cent de la subvention à l'approbation du dossier de demande de subvention par le Ministre de l'Aménagement du Territoire;
2° septante pour cent de la subvention dès l'entrée en vigueur du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, et sur production d'un rapport final et des pièces justifiant les dépenses engagées par la commune et approuvées par le Ministre de l'Aménagement du Territoire. "
" Section VII. - De l'octroi d'une subvention pour l'élaboration ou la révision totale concomitante d'un schéma de structure communal et d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé.
Art. 255/23. L'octroi de la subvention pour l'élaboration ou la révision totale concomitante d'un schéma de structure communal et d'un programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé est subordonné aux conditions suivantes :
1° une commission communale est instituée dans la commune conformément à l'article 7;
2° la commune élabore ou révise de manière concomitante le schéma de structure communal et le programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
3° l'auteur de projet chargé de l'élaboration ou de la révision concomitante du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, agréé conformément à l'article 282, § 2, est désigné par le conseil communal;
4° la demande de subvention pour une révision totale des documents est introduite au plus tôt dix ans après l'entrée en vigueur du schéma de structure communal et du programme communal ou de leur révision totale concomitante précédente.
Art. 255/24. Le dossier de demande de subvention, adressé au Ministre de l'Aménagement du Territoire, est déposé par le collège des bourgmestre et échevins auprès de la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Il contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal décidant l'élaboration ou la révision totale concomitante du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé;
2° une copie de la délibération du conseil communal désignant l'auteur de projet;
3° un document contenant :
a) les phases d'élaboration des documents et les délais y afférents;
b) le cas échéant, copie de la convention résultant de l'attribution du marché conclue entre la commune et l'auteur de projet;
c) sur la base d'un justificatif, soit le montant des honoraires de l'auteur de projet, soit le détail de la charge du personnel communal.
Art. 255/25. Dans les limites des crédits budgétaires, le montant de la subvention est octroyé par le Ministre de l'Aménagement du Territoire à concurrence de soixante pour cent des honoraires ou de la charge du personnel communal visé à l'article 255/24, 3°, c), et d'un maximum de cent vingt cinq mille euros.
Art. 255/26. La liquidation de la subvention s'effectue comme suit :
1° trente pour cent de la subvention à l'approbation du dossier de demande de subvention par le Ministre de l'Aménagement du Territoire;
2° septante pour cent de la subvention dès l'entrée en vigueur du schéma de structure communal et du programme communal de mise en oeuvre des zones d'aménagement différé, et sur production d'un rapport final et des pièces justifiant les dépenses engagées par la commune et approuvées par le Ministre de l'Aménagement du Territoire. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2002.
Art.4. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er octobre 2002.
Art. 5. De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 17 juli 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET.
Namen, 17 juli 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET.
Art. 5. Le Ministre de l'Aménagement du Territoire est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Namur, le 17 juillet 2003.
Le Ministre-Président,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement,
M. FORET.
Namur, le 17 juillet 2003.
Le Ministre-Président,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement,
M. FORET.