Artikel 1. In artikel 452/2 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° er wordt een § 4bis ingevoegd, luidend als volgt :
" § 4bis. De Koninklijke commissie van monumenten, landschappen en opgravingen van het Waalse Gewest legt een lijst van twee van haar leden voor aan de Regering";
2° § 5 wordt vervangen als volgt :
" § 5. Al naar gelang het beroep bedoeld in artikel 119, in artikel 127 of in artikel 95, § 3, van het decreet betreffende de milieuvergunning betrekking heeft op een goed gelegen in de provincie Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg of Namen, hebben het lid dat door de raad van de architectenorde van de overeenstemmende provincie voorgedragen wordt en de twee leden die door de bestendige deputatie van de overeenstemmende provincieraad die voorgedragen worden, zitting in de adviescommissie. "
3° er wordt een § 5bis ingevoegd, luidend als volgt :
" § 5bis. Als het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 of in artikel 95, § 3, van het decreet betreffende de milieuvergunning betrekking heeft op een onroerend goed bedoeld in artikel 109 heeft het lid dat door de Koninklijke commissie van monumenten, landschappen en opgravingen van het Waalse Gewest voorgedragen wordt, zitting in de adviescommissie. "
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wat betreft de adviescommissie en het onderzoek van de beroepen die bij de Regering worden ingesteld (VERTALING).
Titre
17 JUILLET 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon modifiant le Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine en ce qui concerne la commission d'avis et l'instruction des recours auprès du Gouvernement.
Informations sur le document
Numac: 2003200944
Datum: 2003-07-17
Info du document
Numac: 2003200944
Date: 2003-07-17
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1er. A l'article 452/2 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine sont apportées les modifications suivantes :
1° il est inséré un § 4bis rédigé comme suit :
" § 4bis. La Commission royale des monuments, sites et fouilles de la Région wallonne propose au Gouvernement une liste de deux de ses membres. ";
2° le § 5 est remplacé par la disposition suivante :
" § 5. Selon que le recours prévu à l'article 119, à l'article 127 ou à l'article 95, § 3, du décret relatif au permis d'environnement, porte sur un bien localisé dans la province du Brabant wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg ou de Namur, siègent à la commission d'avis le membre proposé par le conseil de l'ordre des architectes de la province correspondante et les deux membres proposés par la députation permanente du conseil provincial correspondant. "
3° il est inséré un § 5bis rédigé comme suit :
" § 5bis. Lorsque le recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127 ou à l'article 95, § 3, du décret relatif au permis d'environnement, concerne un immeuble visé à l'article 109, le membre proposé par la Commission royale des monuments, sites et fouilles de la Région wallonne siège à la commission d'avis. "
1° il est inséré un § 4bis rédigé comme suit :
" § 4bis. La Commission royale des monuments, sites et fouilles de la Région wallonne propose au Gouvernement une liste de deux de ses membres. ";
2° le § 5 est remplacé par la disposition suivante :
" § 5. Selon que le recours prévu à l'article 119, à l'article 127 ou à l'article 95, § 3, du décret relatif au permis d'environnement, porte sur un bien localisé dans la province du Brabant wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg ou de Namur, siègent à la commission d'avis le membre proposé par le conseil de l'ordre des architectes de la province correspondante et les deux membres proposés par la députation permanente du conseil provincial correspondant. "
3° il est inséré un § 5bis rédigé comme suit :
" § 5bis. Lorsque le recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127 ou à l'article 95, § 3, du décret relatif au permis d'environnement, concerne un immeuble visé à l'article 109, le membre proposé par la Commission royale des monuments, sites et fouilles de la Région wallonne siège à la commission d'avis. "
Art.2. Artikel 452/4, § 3, wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" Elk gebruik van bestanden of databanken betreffende de personalia van de verzoekers met andere doeleinden dan die waarin uitdrukkelijk voorzien wordt voor het administratief beheer van de beroepen wordt beschouwd als kennelijk wangedrag en ernstige overtreding. "
" Elk gebruik van bestanden of databanken betreffende de personalia van de verzoekers met andere doeleinden dan die waarin uitdrukkelijk voorzien wordt voor het administratief beheer van de beroepen wordt beschouwd als kennelijk wangedrag en ernstige overtreding. "
Art.2. L'article 452/4, § 3, est complété par la disposition suivante :
" Est notamment considérée comme inconduite notoire et manquement grave toute utilisation de fichiers ou de bases de données relatifs aux coordonnées privées des demandeurs, à d'autres fins que celles expressément prévues pour la gestion administrative des recours. "
" Est notamment considérée comme inconduite notoire et manquement grave toute utilisation de fichiers ou de bases de données relatifs aux coordonnées privées des demandeurs, à d'autres fins que celles expressément prévues pour la gestion administrative des recours. "
Art.3. Artikel 452/7 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art.3. L'article 452/7 du même Code est abrogé.
Art.4. De artikelen 452/8 tot 452/10 van hetzelfde Wetboek worden vervangen door de artikelen 452/7 tot 452/9, luidend als volgt :
" Art. 452/7. Binnen vijfentwintig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 brengt het secretariaat van de adviescommissie het beroep in gereedheid en legt het ter inzage van de leden.
Art. 452/8. Binnen vijfenzestig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 geeft de adviescommissie een gemotiveerd advies dat ze samen met de stukken bedoeld in artikel 120, vierde lid, aan de Minister van Ruimtelijke Ordening richt. Na afloop van die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de indiener van het beroep. Binnen dezelfde termijn richt de commissie een afschrift van haar gemotiveerd advies aan de verzoeker, het college van burgemeester en schepenen en het Directoraat-generaal.
Art. 452/9. De commissie beraadslaagt slechts op geldige wijze bij aanwezigheid van de voorzitter en minstens drie andere leden.
De adviezen worden door de aanwezige leden uitgebracht; de voorzitter is niet stemgerechtigd.
Bij staking van stemmen wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de indiener van het beroep.
" Art. 452/7. Binnen vijfentwintig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 brengt het secretariaat van de adviescommissie het beroep in gereedheid en legt het ter inzage van de leden.
Art. 452/8. Binnen vijfenzestig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 geeft de adviescommissie een gemotiveerd advies dat ze samen met de stukken bedoeld in artikel 120, vierde lid, aan de Minister van Ruimtelijke Ordening richt. Na afloop van die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de indiener van het beroep. Binnen dezelfde termijn richt de commissie een afschrift van haar gemotiveerd advies aan de verzoeker, het college van burgemeester en schepenen en het Directoraat-generaal.
Art. 452/9. De commissie beraadslaagt slechts op geldige wijze bij aanwezigheid van de voorzitter en minstens drie andere leden.
De adviezen worden door de aanwezige leden uitgebracht; de voorzitter is niet stemgerechtigd.
Bij staking van stemmen wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de indiener van het beroep.
Art.4. Les articles 452/8 à 452/10 du même Code sont remplacés par les articles 452/7 à 452/9, rédigés comme suit :
" Art. 452/7. Dans les vingt-cinq jours à dater de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127, le secrétariat de la commission d'avis met le recours en l'état et le tient à la disposition des membres.
Art. 452/8. Dans les soixante-cinq jours à dater de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127, la commission d'avis émet son avis motivé et le transmet avec les documents visés à l'article 120, alinéa 4, au Ministre de l'Aménagement du Territoire. Passé ce délai, l'avis est réputé favorable à l'auteur du recours. Dans le même délai, la commission transmet une copie de son avis motivé au demandeur, au collège des bourgmestre et échevins et à la Direction générale.
Art. 452/9. La commission ne délibère valablement que si le président et trois autres membres au moins sont présents.
Les avis sont rendus par les membres présents; le président n'a pas voix délibérative.
En cas de parité des voix, l'avis est réputé favorable à l'auteur du recours.
" Art. 452/7. Dans les vingt-cinq jours à dater de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127, le secrétariat de la commission d'avis met le recours en l'état et le tient à la disposition des membres.
Art. 452/8. Dans les soixante-cinq jours à dater de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127, la commission d'avis émet son avis motivé et le transmet avec les documents visés à l'article 120, alinéa 4, au Ministre de l'Aménagement du Territoire. Passé ce délai, l'avis est réputé favorable à l'auteur du recours. Dans le même délai, la commission transmet une copie de son avis motivé au demandeur, au collège des bourgmestre et échevins et à la Direction générale.
Art. 452/9. La commission ne délibère valablement que si le président et trois autres membres au moins sont présents.
Les avis sont rendus par les membres présents; le président n'a pas voix délibérative.
En cas de parité des voix, l'avis est réputé favorable à l'auteur du recours.
Art.5. De artikelen 452/11 en 452/12 worden respectievelijk 452/10 en 452/11 genummerd.
Art.5. Les articles 452/11 et 452/12 sont renumérotés respectivement 452/10 et 452/11.
Art.6. De artikelen 452/13 tot 452/19 van hetzelfde Wetboek worden vervangen door de artikelen 452/12 tot 452/18, luidend als volgt :
" Art. 452/12. De beroepen bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 worden bij ter post aangetekend schrijven gericht aan het adres van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.
De verzoeker die een in artikel 119 bedoeld beroep indient, vermeldt in zijn schrijven de datum van ontvangst van de beslissing bedoeld in artikel 119, § 1, eerste lid, 1° of 2°, of de datum van het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 119, § 1, eerste lid, 3°, en voegt er een afschrift bij van de plannen van de vergunningsaanvraag en van de beslissing die het voorwerp van het beroep uitmaakt.
Art. 452/13. De beroepen bedoeld in artikel 119, § 2, of in artikel 127, § 6, die door het college van burgemeester en schepenen ingediend worden, gaan vergezeld van een afschrift van bedoeld dossier, dat een plaatsbepaling bevat, en, in voorkomend geval, van een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het leidend schema die van toepassing zijn.
De plaatsbepaling betreft :
1° de ligging van het goed op het gewestplan, op het gemeentelijk plan van aanleg, op het leidend plan, in een leidend schema, in een verkaveling, langs een gewestelijke of provinciale weg, langs een gemeenteweg die het voorwerp van een rooilijn heeft uitgemaakt, langs een spoorweglijn, langs een waterloop van eerste, tweede of derde categorie;
2° het bestaan van erfdienstbaarheden of reservaties, een gewestelijk stedenbouwkundig reglement dat toepasselijk is, een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement dat toepasselijk is, een procedure inzake operationele ruimtelijke ordening of stedenbouw, een bij proces-verbaal vastgestelde overtreding;
3° de opneming van het goed op de lijst van het onroerende patrimonium of op een beschermingslijst, de indeling ervan, de ligging ervan in een beschermingsgebied bedoeld in artikel 209 of in een site vermeld op de lijst bedoeld in artikel 233 of die het voorwerp is van gelijkaardige formaliteiten krachtens de wetgeving die van kracht is in het Duitstalige gebied.
Ze bevat bovendien elk ander gegeven ter informatie van de Regering.
Art. 452/14. Het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 120, eerste lid, dat aan de verzoeker gericht wordt, vermeldt de inhoud van artikel 452/18.
Art. 452/15. Als het college van burgemeester en schepenen en de gemachtigde ambtenaar het beroep niet indienen, richten ze binnen vijf werkdagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 120, eerste lid, 2°, aan het adres bedoeld in artikel 452/12 een afschrift van bedoeld dossier, dat de in artikel 452/13, tweede lid, bedoelde plaatsbepaling bevat, en, in voorkomend geval, een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het leidend schema die van toepassing zijn.
Art. 452/16. De voorzitter van de adviescommissie wordt door de Regering gemachtigd om de in artikel 120, vierde lid, bedoelde zitting voor te zitten.
Hij mag verzoeken om de bijkomende stukken, informatie, documenten en gegevens die hij nuttig acht.
De adviescommissie en haar voorzitter horen de partijen of hun vertegenwoordigers en het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.
De notulen van de zitting worden door de adviescommissie opgesteld.
Art. 452/17. De zitting vindt plaats binnen vijfenvijftig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127.
Art. 452/18. De herinneringsbrief bedoeld in artikel 121 wordt bij ter post aangetekend schrijven verzonden en bevat de volgende gegevens :
1° de naam en het adres van de verzoeker;
2° de referenties van het dossier;
3° de term herinnering. "
" Art. 452/12. De beroepen bedoeld in artikel 119 of in artikel 127 worden bij ter post aangetekend schrijven gericht aan het adres van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.
De verzoeker die een in artikel 119 bedoeld beroep indient, vermeldt in zijn schrijven de datum van ontvangst van de beslissing bedoeld in artikel 119, § 1, eerste lid, 1° of 2°, of de datum van het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 119, § 1, eerste lid, 3°, en voegt er een afschrift bij van de plannen van de vergunningsaanvraag en van de beslissing die het voorwerp van het beroep uitmaakt.
Art. 452/13. De beroepen bedoeld in artikel 119, § 2, of in artikel 127, § 6, die door het college van burgemeester en schepenen ingediend worden, gaan vergezeld van een afschrift van bedoeld dossier, dat een plaatsbepaling bevat, en, in voorkomend geval, van een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het leidend schema die van toepassing zijn.
De plaatsbepaling betreft :
1° de ligging van het goed op het gewestplan, op het gemeentelijk plan van aanleg, op het leidend plan, in een leidend schema, in een verkaveling, langs een gewestelijke of provinciale weg, langs een gemeenteweg die het voorwerp van een rooilijn heeft uitgemaakt, langs een spoorweglijn, langs een waterloop van eerste, tweede of derde categorie;
2° het bestaan van erfdienstbaarheden of reservaties, een gewestelijk stedenbouwkundig reglement dat toepasselijk is, een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement dat toepasselijk is, een procedure inzake operationele ruimtelijke ordening of stedenbouw, een bij proces-verbaal vastgestelde overtreding;
3° de opneming van het goed op de lijst van het onroerende patrimonium of op een beschermingslijst, de indeling ervan, de ligging ervan in een beschermingsgebied bedoeld in artikel 209 of in een site vermeld op de lijst bedoeld in artikel 233 of die het voorwerp is van gelijkaardige formaliteiten krachtens de wetgeving die van kracht is in het Duitstalige gebied.
Ze bevat bovendien elk ander gegeven ter informatie van de Regering.
Art. 452/14. Het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 120, eerste lid, dat aan de verzoeker gericht wordt, vermeldt de inhoud van artikel 452/18.
Art. 452/15. Als het college van burgemeester en schepenen en de gemachtigde ambtenaar het beroep niet indienen, richten ze binnen vijf werkdagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 120, eerste lid, 2°, aan het adres bedoeld in artikel 452/12 een afschrift van bedoeld dossier, dat de in artikel 452/13, tweede lid, bedoelde plaatsbepaling bevat, en, in voorkomend geval, een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het leidend schema die van toepassing zijn.
Art. 452/16. De voorzitter van de adviescommissie wordt door de Regering gemachtigd om de in artikel 120, vierde lid, bedoelde zitting voor te zitten.
Hij mag verzoeken om de bijkomende stukken, informatie, documenten en gegevens die hij nuttig acht.
De adviescommissie en haar voorzitter horen de partijen of hun vertegenwoordigers en het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.
De notulen van de zitting worden door de adviescommissie opgesteld.
Art. 452/17. De zitting vindt plaats binnen vijfenvijftig dagen na ontvangst van het beroep bedoeld in artikel 119 of in artikel 127.
Art. 452/18. De herinneringsbrief bedoeld in artikel 121 wordt bij ter post aangetekend schrijven verzonden en bevat de volgende gegevens :
1° de naam en het adres van de verzoeker;
2° de referenties van het dossier;
3° de term herinnering. "
Art.6. Les articles 452/13 à 452/19 du même Code sont remplacés par les articles 452/12 à 452/18 rédigés comme suit :
" Art. 452/12. Les recours visés à l'article 119 ou à l'article 127 sont introduits par envoi recommandé à la poste, à l'adresse du directeur général de la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Le demandeur qui introduit un recours visé à l'article 119 renseigne dans sa lettre la date à laquelle il a reçu la décision visée à l'article 119, § 1er, alinéa 1er, 1° ou 2°, ou la date de l'envoi recommandé visé à l'article 119, § 1er, alinéa 1er, 3° et y joint une copie des plans de la demande de permis et de la décision dont recours.
Art. 452/13. Aux recours visés à l'article 119, § 2, ou aux recours visés à l'article 127, § 6, introduits par le collège des bourgmestre et échevins, est jointe une copie du dossier concerné qui comprend un repérage et, s'il échet, est jointe une copie du permis de lotir et du schéma directeur en vigueur qui s'appliquent.
Le repérage concerne :
1° la situation du bien au plan de secteur, au plan communal d'aménagement, au plan directeur, dans un schéma directeur, dans un lotissement, le long d'une voirie régionale ou provinciale, le long d'une voirie communale qui a fait l'objet d'un plan d'alignement, le long d'une ligne de chemin de fer, le long d'un cours d'eau de première, deuxième ou troisième catégorie;
2° l'existence de servitudes ou de réservations, d'un règlement régional d'urbanisme applicable, d'un règlement communal d'urbanisme applicable, d'une procédure d'aménagement du territoire ou d'urbanisme opérationnels, d'une infraction constatée par procès-verbal;
3° l'inscription du bien à l'inventaire du patrimoine immobilier ou sur une liste de sauvegarde, son classement, sa situation dans une zone de protection visée à l'article 209 ou dans un site mentionné à l'inventaire visé à l'article 233 ou faisant l'objet de formalités équivalentes en vertu de la législation applicable en région de langue allemande.
Il contient aussi tout autre renseignement pouvant éclairer le Gouvernement.
Art. 452/14. L'accusé de réception visé à l'article 120, alinéa 1er, et transmis au demandeur mentionne le contenu de l'article 452/18.
Art. 452/15. S'ils n'ont pas introduit le recours, le collège des bourgmestre et échevins et le fonctionnaire délégué transmettent à l'adresse visée à l'article 452/12 et dans les cinq jours ouvrables de la réception des documents visés à l'article 120, alinéa 1er, 2°, une copie du dossier concerné qui comprend un repérage visé à l'article 452/13, alinéa 2, et, s'il échet, une copie du permis de lotir et du schéma directeur qui s'appliquent.
Art. 452/16. Le président de la commission d'avis est délégué par le Gouvernement pour présider l'audience prévue par l'article 120, alinéa 4.
Il peut exiger la communication de pièces, renseignements, documents et données complémentaires qu'il juge utiles.
La commission d'avis et son président entendent les parties ou leurs représentants et la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
La commission d'avis dresse le procès-verbal de l'audience.
Art. 452/17. L'audience a lieu dans les cinquante-cinq jours de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127.
Art. 452/18. La lettre de rappel visée à l'article 121 doit être introduite par envoi recommandé à la poste et contenir les mentions suivantes :
1° le nom et l'adresse du demandeur;
2° les références du dossier;
3° le terme rappel. "
" Art. 452/12. Les recours visés à l'article 119 ou à l'article 127 sont introduits par envoi recommandé à la poste, à l'adresse du directeur général de la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
Le demandeur qui introduit un recours visé à l'article 119 renseigne dans sa lettre la date à laquelle il a reçu la décision visée à l'article 119, § 1er, alinéa 1er, 1° ou 2°, ou la date de l'envoi recommandé visé à l'article 119, § 1er, alinéa 1er, 3° et y joint une copie des plans de la demande de permis et de la décision dont recours.
Art. 452/13. Aux recours visés à l'article 119, § 2, ou aux recours visés à l'article 127, § 6, introduits par le collège des bourgmestre et échevins, est jointe une copie du dossier concerné qui comprend un repérage et, s'il échet, est jointe une copie du permis de lotir et du schéma directeur en vigueur qui s'appliquent.
Le repérage concerne :
1° la situation du bien au plan de secteur, au plan communal d'aménagement, au plan directeur, dans un schéma directeur, dans un lotissement, le long d'une voirie régionale ou provinciale, le long d'une voirie communale qui a fait l'objet d'un plan d'alignement, le long d'une ligne de chemin de fer, le long d'un cours d'eau de première, deuxième ou troisième catégorie;
2° l'existence de servitudes ou de réservations, d'un règlement régional d'urbanisme applicable, d'un règlement communal d'urbanisme applicable, d'une procédure d'aménagement du territoire ou d'urbanisme opérationnels, d'une infraction constatée par procès-verbal;
3° l'inscription du bien à l'inventaire du patrimoine immobilier ou sur une liste de sauvegarde, son classement, sa situation dans une zone de protection visée à l'article 209 ou dans un site mentionné à l'inventaire visé à l'article 233 ou faisant l'objet de formalités équivalentes en vertu de la législation applicable en région de langue allemande.
Il contient aussi tout autre renseignement pouvant éclairer le Gouvernement.
Art. 452/14. L'accusé de réception visé à l'article 120, alinéa 1er, et transmis au demandeur mentionne le contenu de l'article 452/18.
Art. 452/15. S'ils n'ont pas introduit le recours, le collège des bourgmestre et échevins et le fonctionnaire délégué transmettent à l'adresse visée à l'article 452/12 et dans les cinq jours ouvrables de la réception des documents visés à l'article 120, alinéa 1er, 2°, une copie du dossier concerné qui comprend un repérage visé à l'article 452/13, alinéa 2, et, s'il échet, une copie du permis de lotir et du schéma directeur qui s'appliquent.
Art. 452/16. Le président de la commission d'avis est délégué par le Gouvernement pour présider l'audience prévue par l'article 120, alinéa 4.
Il peut exiger la communication de pièces, renseignements, documents et données complémentaires qu'il juge utiles.
La commission d'avis et son président entendent les parties ou leurs représentants et la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine.
La commission d'avis dresse le procès-verbal de l'audience.
Art. 452/17. L'audience a lieu dans les cinquante-cinq jours de la réception du recours prévu à l'article 119 ou à l'article 127.
Art. 452/18. La lettre de rappel visée à l'article 121 doit être introduite par envoi recommandé à la poste et contenir les mentions suivantes :
1° le nom et l'adresse du demandeur;
2° les références du dossier;
3° le terme rappel. "
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 8. De Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 17 juli 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET.
Namen, 17 juli 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET.
Art. 8. Le Ministre de l'Aménagement du Territoire et de l'Urbanisme est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Namur, le 17 juillet 2003.
Le Ministre-Président,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement,
M. FORET.
Namur, le 17 juillet 2003.
Le Ministre-Président,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement,
M. FORET.