Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 MAART 2003. - Decreet betreffende de armoedebestrijding. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-06-2003 en tekstbijwerking tot 29-12-2022)
Titre
21 MARS 2003. - Décret relatif à la lutte contre la pauvreté (TRADUCTION). (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 11-06-2003 et mise à jour au 29-12-2022)
Informations sur le document
Numac: 2003035552
Datum: 2003-03-21
Info du document
Numac: 2003035552
Date: 2003-03-21
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities.
HOOFDSTUK II. - Uitgangspunten.
HOOFDSTUK III. - Coördinatie en organisatie.
HOOFDSTUK IV. - Ondersteuning.
Afdeling 1. - Verenigingen waar armen het woord...
Afdeling 2. - Vlaams netwerk van verenigingen w...
Afdeling 3. - [1 Opgeleide ervaringsdeskundigen...
Afdeling 4. - Projecten.
Afdeling 5. [1 - Subsidiëring lokale kinderarmo...
Afdeling 6. [1 - Vormingsorganisaties inzake ar...
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling.
Table des matières
CHAPITRE I. - Dispositions générales et définit...
CHAPITRE II. - Points de départ.
CHAPITRE III. - Coordination et organisation.
CHAPITRE IV. - Soutien.
Section 1. - Associations où des pauvres prenne...
Section 2. - Réseau flamand d'associations où d...
Section 3. - [1 Experts du vécu formés en pauvr...
Section 4. - Projets.
Section 5. [1 - Subventionnement de la lutte lo...
Section 6. [1 - Organisations de formation en m...
CHAPITRE V. - Disposition finale.
Tekst (33)
Texte (33)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities.
CHAPITRE I. - Dispositions générales et définitions.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire et régionale.
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder :
1° armoede : een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan, dat de armen scheidt van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving en waarbij ze niet op eigen kracht deze kloof kunnen overbruggen;
2° arme : persoon die zich bevindt in armoede;
3° doelgroepen : personen die in armoede leven of geleefd hebben;
4° [1 vereniging waar armen het woord nemen : een vereniging van overwegend armen en andere personen met als doel bij te dragen tot de armoedebestrijding vanuit de eigen ervaring via de realisatie van een proces, gekenmerkt door de volgende zes concrete doelstellingen : armen blijven zoeken, armen samenbrengen in groep, armen het woord geven, werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen, werken aan maatschappelijke structuren en vormingsactiviteiten en de maatschappelijke dialoog organiseren;]1
5° [1 opgeleide ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting : persoon die armoede en sociale uitsluiting gedurende lange tijd heeft ervaren, die ervaring heeft verwerkt en verruimd en via een opleiding houdingen, vaardigheden en methoden aangereikt heeft gekregen om de verruimde armoede-ervaring deskundig aan te wenden in een of meer sectoren die met mensen in armoede te maken hebben;]1
6° Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen : de ondersteuningsstructuur voor de participatie van armen en hun verenigingen aan het beleid;
7° participatie : de deelname aan het maatschappelijk leven met het oog op het individuele en collectieve welzijn, waardoor men de persoonlijke controle op de eigen leefsituatie en op de externe factoren die deze leefsituatie bepalen, verhoogt;
8° [1 maatschappelijke dialoog : een participatieproces waarbij armen actief deelnemen aan de uitwisseling over en de bespreking van hun positie op verschillende maatschappelijke levensdomeinen, om uiteindelijk te komen tot beleidsvoorstellen;]1
9° actoren : alle bij de armoedebestrijding betrokken overheden, particuliere organisaties en armenverenigingen.
[1 10° actieplan : plan van de Vlaamse Regering dat de planning van beleidsmaatregelen op korte en lange termijn omschrijft, alsook de voorwaarden en procedure van de evaluatie van het gevoerde beleid.]1
[2 11° [3 [4 ...]4]3 ]2
1° armoede : een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan, dat de armen scheidt van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving en waarbij ze niet op eigen kracht deze kloof kunnen overbruggen;
2° arme : persoon die zich bevindt in armoede;
3° doelgroepen : personen die in armoede leven of geleefd hebben;
4° [1 vereniging waar armen het woord nemen : een vereniging van overwegend armen en andere personen met als doel bij te dragen tot de armoedebestrijding vanuit de eigen ervaring via de realisatie van een proces, gekenmerkt door de volgende zes concrete doelstellingen : armen blijven zoeken, armen samenbrengen in groep, armen het woord geven, werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen, werken aan maatschappelijke structuren en vormingsactiviteiten en de maatschappelijke dialoog organiseren;]1
5° [1 opgeleide ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting : persoon die armoede en sociale uitsluiting gedurende lange tijd heeft ervaren, die ervaring heeft verwerkt en verruimd en via een opleiding houdingen, vaardigheden en methoden aangereikt heeft gekregen om de verruimde armoede-ervaring deskundig aan te wenden in een of meer sectoren die met mensen in armoede te maken hebben;]1
6° Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen : de ondersteuningsstructuur voor de participatie van armen en hun verenigingen aan het beleid;
7° participatie : de deelname aan het maatschappelijk leven met het oog op het individuele en collectieve welzijn, waardoor men de persoonlijke controle op de eigen leefsituatie en op de externe factoren die deze leefsituatie bepalen, verhoogt;
8° [1 maatschappelijke dialoog : een participatieproces waarbij armen actief deelnemen aan de uitwisseling over en de bespreking van hun positie op verschillende maatschappelijke levensdomeinen, om uiteindelijk te komen tot beleidsvoorstellen;]1
9° actoren : alle bij de armoedebestrijding betrokken overheden, particuliere organisaties en armenverenigingen.
[1 10° actieplan : plan van de Vlaamse Regering dat de planning van beleidsmaatregelen op korte en lange termijn omschrijft, alsook de voorwaarden en procedure van de evaluatie van het gevoerde beleid.]1
[2 11° [3 [4 ...]4]3 ]2
Art.2. Dans le présent décret, on entend par :
1° la pauvreté : un réseau d'exclusions sociales qui s'étend sur différents domaines de l'existence individuelle et collective, qui sépare les pauvres des modes de vie généralement reconnus de la société, et qui leur empêche de combler cet abîme;
2° le pauvre : une personne qui se trouve en état de pauvreté;
3° les groupes cibles : des personnes vivant ou ayant vécu en état de pauvreté;
4° [1 l'association où les pauvres prennent la parole : une association composée essentiellement de pauvres et d'autres personnes, visant à contribuer à la lutte contre la pauvreté à partir de leur propre expérience par le biais de la réalisation d'un processus caractérisé par les six objectifs concrets suivants : continuer à dépister les pauvres, réunir les pauvres en groupe, donner la parole aux pauvres, développer l'émancipation sociale des pauvres, développer des structures sociales et organiser des activités de formation et le dialogue social;]1
5° [1 l'expert du vécu formée en pauvreté et en exclusion sociale : la personne qui a expérimenté pendant longtemps la pauvreté et l'exclusion sociale, qui a assimilé et élargi cette expérience et qui a reçu, par le biais d'une formation, les attitudes, aptitudes et méthodes afin d'utiliser l'expérience élargie de la pauvreté de façon compétente dans un ou plusieurs secteurs s'occupant des pauvres;]1
6° le réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole : la structure de soutien de la participation des pauvres et de leurs associations à la politique;
7° la participation : la participation à la vie sociale en vue du bien-être individuel et collectif, qui permet d'augmenter le contrôle personnel de sa propre condition de vie et des facteurs externes déterminant cette condition de vie;
8° [1 le dialogue social : un processus de participation permettant la participation active des pauvres à l'échange et la discussion de leur position dans divers domaines de la vie sociaux, afin de formuler des propositions politiques;]1
9° les acteurs : toutes les autorités, organisations particulières et associations de pauvres qui sont associées à la lutte contre la pauvreté.
[1 10° plan d'action : un plan du Gouvernement flamand définissant la planification des mesures politiques à court et à long terme ainsi que les conditions et la procédure de l'évaluation de la politique menée;]1
[2 11° [3 [4 ...]4.]3 ]2
1° la pauvreté : un réseau d'exclusions sociales qui s'étend sur différents domaines de l'existence individuelle et collective, qui sépare les pauvres des modes de vie généralement reconnus de la société, et qui leur empêche de combler cet abîme;
2° le pauvre : une personne qui se trouve en état de pauvreté;
3° les groupes cibles : des personnes vivant ou ayant vécu en état de pauvreté;
4° [1 l'association où les pauvres prennent la parole : une association composée essentiellement de pauvres et d'autres personnes, visant à contribuer à la lutte contre la pauvreté à partir de leur propre expérience par le biais de la réalisation d'un processus caractérisé par les six objectifs concrets suivants : continuer à dépister les pauvres, réunir les pauvres en groupe, donner la parole aux pauvres, développer l'émancipation sociale des pauvres, développer des structures sociales et organiser des activités de formation et le dialogue social;]1
5° [1 l'expert du vécu formée en pauvreté et en exclusion sociale : la personne qui a expérimenté pendant longtemps la pauvreté et l'exclusion sociale, qui a assimilé et élargi cette expérience et qui a reçu, par le biais d'une formation, les attitudes, aptitudes et méthodes afin d'utiliser l'expérience élargie de la pauvreté de façon compétente dans un ou plusieurs secteurs s'occupant des pauvres;]1
6° le réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole : la structure de soutien de la participation des pauvres et de leurs associations à la politique;
7° la participation : la participation à la vie sociale en vue du bien-être individuel et collectif, qui permet d'augmenter le contrôle personnel de sa propre condition de vie et des facteurs externes déterminant cette condition de vie;
8° [1 le dialogue social : un processus de participation permettant la participation active des pauvres à l'échange et la discussion de leur position dans divers domaines de la vie sociaux, afin de formuler des propositions politiques;]1
9° les acteurs : toutes les autorités, organisations particulières et associations de pauvres qui sont associées à la lutte contre la pauvreté.
[1 10° plan d'action : un plan du Gouvernement flamand définissant la planification des mesures politiques à court et à long terme ainsi que les conditions et la procédure de l'évaluation de la politique menée;]1
[2 11° [3 [4 ...]4.]3 ]2
HOOFDSTUK II. - Uitgangspunten.
CHAPITRE II. - Points de départ.
Art.3. Het Vlaamse [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 moet de voorwaarden creëren om :
1° de toegang van elke burger tot de economische, sociale en culturele rechten, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, te waarborgen;
2° armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting te voorkomen, te verminderen en op te lossen.
Het Vlaamse [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 moet de deelname mogelijk maken en versterken van alle betrokken overheden en personen, vooral van personen die in armoede leven, aan het uitstippelen, het uitwerken en het evalueren van dit beleid.
1° de toegang van elke burger tot de economische, sociale en culturele rechten, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, te waarborgen;
2° armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting te voorkomen, te verminderen en op te lossen.
Het Vlaamse [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 moet de deelname mogelijk maken en versterken van alle betrokken overheden en personen, vooral van personen die in armoede leven, aan het uitstippelen, het uitwerken en het evalueren van dit beleid.
Modifications
Art.3. [1 La politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 doit créer les conditions permettant :
1° de garantir l'accès de tout citoyen aux droits économiques, sociaux et culturels, définis à l'article 23 de la Constitution;
2° de prévenir, diminuer et résoudre la pauvreté, l'insécurité d'existence et l'exclusion sociale.
La politique flamande en matière de pauvreté doit permettre et renforcer la participation de toutes les autorités et personnes concernées, en particulier des personnes vivant en pauvreté, à la définition, au développement et à l'évaluation de cette politique.
1° de garantir l'accès de tout citoyen aux droits économiques, sociaux et culturels, définis à l'article 23 de la Constitution;
2° de prévenir, diminuer et résoudre la pauvreté, l'insécurité d'existence et l'exclusion sociale.
La politique flamande en matière de pauvreté doit permettre et renforcer la participation de toutes les autorités et personnes concernées, en particulier des personnes vivant en pauvreté, à la définition, au développement et à l'évaluation de cette politique.
Modifications
Art.4. Het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 is een inclusief beleid. Op de verschillende beleidsdomeinen en niveaus moeten doelgerichte acties ondernomen worden vanuit een partnerschap tussen alle betrokken actoren. Partnerschap met de armen is een noodzaak.
Het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 is een gecoördineerd en samenhangend beleid. Voor de uitvoering van dit beleid voorziet de Vlaamse regering in :
1° het uitwerken van maatregelen in de diverse beleidsdomeinen;
2° de coördinatie tussen beleidsdomeinen;
3° het overleg en de coördinatie tussen de betrokken actoren, vermeld in [1 het eerste lid]1;
4° de ondersteuning van de participatie van de doelgroepen;
5° [1 de voortgangscontrole van het samenwerkingsakkoord van 5 mei 1998 tussen de Federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid;]1
6° de afstemming met Europees, federaal en provinciaal/lokaal beleid.
Het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 is een gecoördineerd en samenhangend beleid. Voor de uitvoering van dit beleid voorziet de Vlaamse regering in :
1° het uitwerken van maatregelen in de diverse beleidsdomeinen;
2° de coördinatie tussen beleidsdomeinen;
3° het overleg en de coördinatie tussen de betrokken actoren, vermeld in [1 het eerste lid]1;
4° de ondersteuning van de participatie van de doelgroepen;
5° [1 de voortgangscontrole van het samenwerkingsakkoord van 5 mei 1998 tussen de Federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid;]1
6° de afstemming met Europees, federaal en provinciaal/lokaal beleid.
Modifications
Art.4. [1 La politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 est une politique inclusive. Des actions ciblées doivent être entreprises aux différents niveaux et domaines politiques à partir d'un partenariat entre tous les acteurs concernés. Le partenariat avec les pauvres est une nécessité.
[1 La politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 est une politique coordonnée et cohérente. Pour l'application de cette politique, le Gouvernement flamand prévoit :
1° le développement de mesures dans les différents domaines politiques;
2° la coordination entre les domaines politiques;
3° la concertation et la coordination entre les acteurs concernés, mentionnés à [1 l'alinéa 1er]1;
4° le soutien de la participation des groupes cibles;
5° [1 le suivi de l'accord de coopération du 5 mai 1998 entre l'Etat fédéral, les communautés et régions relatif à la continuité de la politique en matière de pauvreté;]1
6° l'harmonisation avec la politique européenne, fédérale et provinciale/locale.
[1 La politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 est une politique coordonnée et cohérente. Pour l'application de cette politique, le Gouvernement flamand prévoit :
1° le développement de mesures dans les différents domaines politiques;
2° la coordination entre les domaines politiques;
3° la concertation et la coordination entre les acteurs concernés, mentionnés à [1 l'alinéa 1er]1;
4° le soutien de la participation des groupes cibles;
5° [1 le suivi de l'accord de coopération du 5 mai 1998 entre l'Etat fédéral, les communautés et régions relatif à la continuité de la politique en matière de pauvreté;]1
6° l'harmonisation avec la politique européenne, fédérale et provinciale/locale.
Modifications
HOOFDSTUK III. - Coördinatie en organisatie.
CHAPITRE III. - Coordination et organisation.
Art.5. [1 De Vlaamse Regering stelt binnen twaalf maanden na haar aantreden een actieplan armoedebestrijding op dat loopt over een periode van vijf jaar. Dit actieplan komt tot stand met participatie van de doelgroepen in partnerschap met het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, en omschrijft de planning van de beleidsmaatregelen op korte en lange termijn, alsook de modaliteiten van evaluatie van het gevoerde beleid.]1
[1 De Vlaamse Regering deelt het actieplan armoedebestrijding mee aan het Vlaams Parlement.]1
De Vlaamse regering zal voor de ondersteuning van het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1, opdracht geven tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek inzake armoede.
[1 De Vlaamse Regering deelt het actieplan armoedebestrijding mee aan het Vlaams Parlement.]1
De Vlaamse regering zal voor de ondersteuning van het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1, opdracht geven tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek inzake armoede.
Modifications
Art.5. [1 Dans les douze mois de son entrée en fonctions, le Gouvernement flamand établit un plan d'action de lutte contre la pauvreté qui a une durée de cinq ans. Ce plan d'action se réalise avec la participation des groupes cibles en partenariat avec le Réseau flamand d'associations où les pauvres prennent la parole, et décrit la planification des mesures politiques à court et à long terme, ainsi que les modalités d'évaluation de la politique menée.]1
[1 Le Gouvernement flamand communique le plan d'action de lutte contre la pauvreté au Parlement flamand.]1
En vue du soutien de [1 la politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1, le Gouvernement flamand donnera l'ordre d'effectuer des recherches scientifiques en matière de pauvreté.
[1 Le Gouvernement flamand communique le plan d'action de lutte contre la pauvreté au Parlement flamand.]1
En vue du soutien de [1 la politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1, le Gouvernement flamand donnera l'ordre d'effectuer des recherches scientifiques en matière de pauvreté.
Modifications
Art.6. De Vlaamse regering geeft opdracht aan alle [1 entiteiten van de Vlaamse overheid, met bevoegdheden]1 voor een domein waarop het inclusieve [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 betrekking kan hebben, om :
1° [1 het armoedebestrijdingsbeleid binnen hun entiteit voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren;]1
2° de geëigende initiatieven te nemen om de doelgroepen en het werkveld aan dit beleid te laten participeren.
1° [1 het armoedebestrijdingsbeleid binnen hun entiteit voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren;]1
2° de geëigende initiatieven te nemen om de doelgroepen en het werkveld aan dit beleid te laten participeren.
Modifications
Art.6. Le Gouvernement flamand chargera [1 toutes les entités de l'Autorité flamande, compétentes]1 pour un domaine auquel [1 la politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 peut se rapporter :
1° [1 de préparer, exécuter et évaluer la politique de lutte contre la pauvreté dans leur entité]1;
2° de prendre les initiatives appropriées afin de faire participer les groupes cibles et le terrain à cette politique.
1° [1 de préparer, exécuter et évaluer la politique de lutte contre la pauvreté dans leur entité]1;
2° de prendre les initiatives appropriées afin de faire participer les groupes cibles et le terrain à cette politique.
Modifications
Art.7. Om het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 in alle sectoren te bevorderen, op elkaar af te stemmen, te bewaken en te evalueren wordt een permanent armoedeoverleg opgericht. [1 Dit permanent armoedeoverleg wordt systematisch en structureel georganiseerd met het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen als partner.]1 De Vlaamse regering bepaalt de werking en de wijze van rapporteren.
Modifications
Art.7. En vue de promouvoir, harmoniser, surveiller et évaluer [1 la politique flamande en matière de lutte contre la pauvreté]1 dans tous les secteurs, il est créé [1 une concertation permanente en matière de pauvreté qui est organisée de façon systématique et structurelle avec le Réseau flamand d'associations où les pauvres prennent la parole en tant que partenaires]1. Le Gouvernement flamand fixe le fonctionnement et le mode de présentation les rapports.
Modifications
HOOFDSTUK IV. - Ondersteuning.
CHAPITRE IV. - Soutien.
Afdeling 1. - Verenigingen waar armen het woord nemen.
Section 1. - Associations où des pauvres prennent la parole.
Art.8. [1 De Vlaamse Regering kan verenigingen waar armen het woord nemen erkennen als ze voldoen aan de volgende voorwaarden :]1
1° opgericht zijn als een [2 privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is haar leden een vermogensvoordeel te bezorgen]2;
2° in hun werking voldoende participatie garanderen;
3° in hun werking en structuur openstaan voor de verschillende maatschappelijke verbanden en groepen en dit zonder onderscheid van etnische, politieke, filosofische of levensbeschouwelijke aard;
4° [1 een proces opzetten dat gekenmerkt wordt door : armen blijven zoeken; armen samenbrengen in groep; armen het woord geven; werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen; werken aan maatschappelijke structuren; vormingsactiviteiten en de maatschappelijke dialoog organiseren;]1
5° minstens één jaar werkzaam zijn inzake armoedebestrijding;
6° de activiteiten uitvoeren overeenkomstig de regels die door de Vlaamse regering worden bepaald;
7° [1 ...]1
[1 De Vlaamse Regering kan, binnen de beschikbare begrotingskredieten, verenigingen erkennen indien ze volgende opdrachten vervullen :
1° de nodige instrumenten om armen te blijven zoeken inzetten;
2° samenkomsten en ontmoetingen van armen en niet-armen organiseren;
3° de geëigende methodieken om het proces van armen het woord geven te ondersteunen hanteren;
4° informatie en vorming aanbieden;
5° thematisch werken aan maatschappelijke structuren;
6° dialoogwerkgroepen opzetten om participatie in het beleid mogelijk te maken.]1
[1 De Vlaamse Regering regelt de procedure en voorwaarden voor de erkenning en de intrekking van de erkenning.]1
[1 Indien de vereniging niet meer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, kan de Vlaamse Regering de erkenning intrekken.]1
1° opgericht zijn als een [2 privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is haar leden een vermogensvoordeel te bezorgen]2;
2° in hun werking voldoende participatie garanderen;
3° in hun werking en structuur openstaan voor de verschillende maatschappelijke verbanden en groepen en dit zonder onderscheid van etnische, politieke, filosofische of levensbeschouwelijke aard;
4° [1 een proces opzetten dat gekenmerkt wordt door : armen blijven zoeken; armen samenbrengen in groep; armen het woord geven; werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen; werken aan maatschappelijke structuren; vormingsactiviteiten en de maatschappelijke dialoog organiseren;]1
5° minstens één jaar werkzaam zijn inzake armoedebestrijding;
6° de activiteiten uitvoeren overeenkomstig de regels die door de Vlaamse regering worden bepaald;
7° [1 ...]1
[1 De Vlaamse Regering kan, binnen de beschikbare begrotingskredieten, verenigingen erkennen indien ze volgende opdrachten vervullen :
1° de nodige instrumenten om armen te blijven zoeken inzetten;
2° samenkomsten en ontmoetingen van armen en niet-armen organiseren;
3° de geëigende methodieken om het proces van armen het woord geven te ondersteunen hanteren;
4° informatie en vorming aanbieden;
5° thematisch werken aan maatschappelijke structuren;
6° dialoogwerkgroepen opzetten om participatie in het beleid mogelijk te maken.]1
[1 De Vlaamse Regering regelt de procedure en voorwaarden voor de erkenning en de intrekking van de erkenning.]1
[1 Indien de vereniging niet meer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, kan de Vlaamse Regering de erkenning intrekken.]1
Art.8. [1 Le Gouvernement flamand peut agréer des associations où des pauvres prennent la parole si celles-ci répondent aux conditions suivantes :]1
1° être créées en tant qu'une [2 association de droit privé dotée de la personnalité juridique, pour laquelle il est interdit par loi de payer un avantage patrimonial à ses membres]2;
2° garantir, au niveau de leur fonctionnement, un degré suffisant de participation;
3° avoir un fonctionnement et structure ouverts aux différents liens et groupes sociaux, sans aucune distinction de nature ethnique, politique, philosophique ou idéologique;
4° [1 mettre sur pied un processus caractérisé par : continuer à dépister des pauvres; réunir des pauvres en groupe; donner la parole aux pauvres; développer l'émancipation sociale des pauvres; développer des structures sociales; organiser des activités de formation et le dialogue social;]1
5° être actives, depuis au moins un an, dans le domaine de la lutte contre la pauvreté;
6° réaliser les activités conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
7° [1 ...]1
[1 Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le Gouvernement flamand peut agréer des associations si celles-ci accomplissent les missions suivantes :
1° la mise en oeuvre des instruments requis pour continuer à dépister les pauvres;
2° l'organisation de réunions et de rencontres entre pauvres et non-pauvres;
3° l'emploi des méthodiques appropriées afin de soutenir le processus de donner la parole aux pauvres;
4° la proposition d'informations et de formations;
5° le développement thématique de structures sociales;
6° l'organisation de groupes de travail de dialogue afin de permettre la participation au processus décisionnel;]1
[1 Le Gouvernement flamand fixe la procédure et les conditions de l'agrément et du retrait de ce dernier.]1
[1 Si l'association ne répond plus aux conditions d'agrément, le Gouvernement flamand peut retirer l'agrément.]1
1° être créées en tant qu'une [2 association de droit privé dotée de la personnalité juridique, pour laquelle il est interdit par loi de payer un avantage patrimonial à ses membres]2;
2° garantir, au niveau de leur fonctionnement, un degré suffisant de participation;
3° avoir un fonctionnement et structure ouverts aux différents liens et groupes sociaux, sans aucune distinction de nature ethnique, politique, philosophique ou idéologique;
4° [1 mettre sur pied un processus caractérisé par : continuer à dépister des pauvres; réunir des pauvres en groupe; donner la parole aux pauvres; développer l'émancipation sociale des pauvres; développer des structures sociales; organiser des activités de formation et le dialogue social;]1
5° être actives, depuis au moins un an, dans le domaine de la lutte contre la pauvreté;
6° réaliser les activités conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
7° [1 ...]1
[1 Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le Gouvernement flamand peut agréer des associations si celles-ci accomplissent les missions suivantes :
1° la mise en oeuvre des instruments requis pour continuer à dépister les pauvres;
2° l'organisation de réunions et de rencontres entre pauvres et non-pauvres;
3° l'emploi des méthodiques appropriées afin de soutenir le processus de donner la parole aux pauvres;
4° la proposition d'informations et de formations;
5° le développement thématique de structures sociales;
6° l'organisation de groupes de travail de dialogue afin de permettre la participation au processus décisionnel;]1
[1 Le Gouvernement flamand fixe la procédure et les conditions de l'agrément et du retrait de ce dernier.]1
[1 Si l'association ne répond plus aux conditions d'agrément, le Gouvernement flamand peut retirer l'agrément.]1
Art.10. [1 De Vlaamse Regering bepaalt jaarlijks, binnen de beschikbare begrotingskredieten, de grootte van de subsidies aan de verenigingen.
Hiertoe worden de verenigingen ingedeeld in subsidiecategorieën naargelang zij de opdrachten, vermeld in artikel 8 van dit decreet, vervullen. De Vlaamse Regering bepaalt de subsidiecategorieën en de voorwaarden van indeling.
Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]1
Hiertoe worden de verenigingen ingedeeld in subsidiecategorieën naargelang zij de opdrachten, vermeld in artikel 8 van dit decreet, vervullen. De Vlaamse Regering bepaalt de subsidiecategorieën en de voorwaarden van indeling.
Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]1
Modifications
Art.10. [1 Le Gouvernement flamand arrête chaque année l'importance des subventions accordées aux associations, dans les limites des crédits budgétaires.
A cet effet, les associations sont réparties en catégories de subventionnement en fonction de l'accomplissement des missions visées à l'article 8 du présent décret. Le Gouvernement flamand arrête les catégories de subventionnement et les conditions de répartition.
Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]1
A cet effet, les associations sont réparties en catégories de subventionnement en fonction de l'accomplissement des missions visées à l'article 8 du présent décret. Le Gouvernement flamand arrête les catégories de subventionnement et les conditions de répartition.
Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]1
Modifications
Afdeling 2. - Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen.
Section 2. - Réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole.
Art.11. Ter ondersteuning van het participatieproces van armen aan het [1 armoedebestrijdingsbeleid]1 sluit de Vlaamse regering een overeenkomst af met het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen.
[1 De overeenkomst bevat de omschrijving van de opdrachten van het netwerk.]1
[1 De overeenkomst bevat de omschrijving van de opdrachten van het netwerk.]1
Modifications
Art.11. Le Gouvernement flamand conclut une convention avec le réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole, à l'appui du processus de participation des pauvres à [1 la politique en matière de lutte contre la pauvreté]1.
[1 La convention définit les missions du réseau.]1
[1 La convention définit les missions du réseau.]1
Modifications
Art.12. [1 Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen heeft minstens de volgende opdrachten :
1° de beleidsdialoog met de overheid organiseren en voeren;
2° overleg en ervaringsuitwisseling tussen de verenigingen organiseren;
3° activiteiten ondersteunen en coördineren die inzicht bieden in de ervaringswereld van mensen in armoede;
4° gemeenschappelijke initiatieven van en voor de verenigingen bevorderen.
Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, vervult die opdrachten in nauwe samenwerking met andere actoren.]1
1° de beleidsdialoog met de overheid organiseren en voeren;
2° overleg en ervaringsuitwisseling tussen de verenigingen organiseren;
3° activiteiten ondersteunen en coördineren die inzicht bieden in de ervaringswereld van mensen in armoede;
4° gemeenschappelijke initiatieven van en voor de verenigingen bevorderen.
Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, vervult die opdrachten in nauwe samenwerking met andere actoren.]1
Modifications
Art.12. [1 Le Réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole est au moins chargé des missions suivantes :
1° organiser et mener le dialogue avec les autorités sur la politique à mener;
2° organiser la concertation et l'échange d'expérience entre les associations;
3° soutenir et coordonner des activités permettant de comprendre le vécu des pauvres;
4° promouvoir les initiatives communes au profit des associations.
Le Réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole, accomplit ces missions en coopération étroite avec les autres acteurs.]1
1° organiser et mener le dialogue avec les autorités sur la politique à mener;
2° organiser la concertation et l'échange d'expérience entre les associations;
3° soutenir et coordonner des activités permettant de comprendre le vécu des pauvres;
4° promouvoir les initiatives communes au profit des associations.
Le Réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole, accomplit ces missions en coopération étroite avec les autres acteurs.]1
Modifications
Art.13. De wijze waarop het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen haar opdrachten zal uitvoeren, wordt beschreven in een meerjarenplan dat wordt opgemaakt voor een periode van [1 vijf]1 jaar. De Vlaamse regering bepaalt de inhoudelijke vereisten waaraan het meerjarenplan moet voldoen [1 en de wijze waarop de werking zal worden geëvalueerd]1.
Modifications
Art.13. Le mode d'accomplissement des missions du réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole, est décrit dans un plan pluriannuel qui est établi pour une période de [1 cinq]1 ans. Le Gouvernement flamand fixe les conditions au niveau de fond auxquelles le plan pluriannuel doit répondre [1 et le mode d'évaluation du fonctionnement]1.
Modifications
Art.14. [1 De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en procedure inzake subsidiëring van het Vlaams Netwerk.
Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]1
Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]1
Modifications
Art.14. [1 Le Gouvernement flamand arrêté les conditions et la procédure en matière de subventionnement du Réseau flamand.
Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]1
Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]1
Modifications
Art.15. Binnen de beschikbare begrotingskredieten kent de Vlaamse regering aan het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen jaarlijks subsidies toe op basis van het ingediende meerjarenplan.
Art.15. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles et sur la base du plan pluriannuel soumis, le Gouvernement flamand octroie annuellement des subventions au réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole.
Afdeling 3. - [1 Opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting]1
Section 3. - [1 Experts du vécu formés en pauvreté et en exclusion sociale]1
Art.16. In alle gemeenschaps- en gewestmateries waarmee armen geconfronteerd worden, neemt de Vlaamse regering initiatieven voor de tewerkstelling van [1 opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting]1.
De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten voor tewerkstelling van [1 opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting]1 in gemeenschaps- en gewestmateries van de armoedebestrijding.
De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten voor tewerkstelling van [1 opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting]1 in gemeenschaps- en gewestmateries van de armoedebestrijding.
Modifications
Art.16. Dans toutes les matières communautaires et régionales auxquelles sont confrontés les pauvres, le Gouvernement flamand prend des initiatives visant l'emploi [1 d'experts du vécu formés en pauvreté et en exclusion sociale]1.
Le Gouvernement flamand prévoit les modalités de l'emploi [1 d'experts du vécu formés en pauvreté et en exclusion sociale]1 dans des matières communautaires et régionales de la lutte contre la pauvreté.
Le Gouvernement flamand prévoit les modalités de l'emploi [1 d'experts du vécu formés en pauvreté et en exclusion sociale]1 dans des matières communautaires et régionales de la lutte contre la pauvreté.
Modifications
Art.17. De Vlaamse regering kan organisaties voor coördinatie en toeleiding tot de opleiding van [1 opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting]1 erkennen en subsidiëren. Zij bepaalt daartoe de nodige regels.
De coördinatie bestaat in het scheppen van de voorwaarden voor de organisatie van de opleiding, de tewerkstelling van ervaringsdeskundigen, de sensibilisering voor de opleiding en het bewaken van de kwaliteit ervan.
[2 Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]2
De coördinatie bestaat in het scheppen van de voorwaarden voor de organisatie van de opleiding, de tewerkstelling van ervaringsdeskundigen, de sensibilisering voor de opleiding en het bewaken van de kwaliteit ervan.
[2 Binnen de perken van het begrotingskrediet, wordt het subsidiebedrag geïndexeerd. De Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop de indexering toegepast wordt.]2
Art.17. Le Gouvernement flamand peut agréer et subventionner des organisations de coordination et d'orientation vers la formation [1 d'experts du vécu formés en pauvreté et en exclusion sociale]1. Il prévoit les règles nécessaires à cette fin.
La coordination consiste en la création des conditions pour l'organisation de la formation, l'emploi d'experts du vécu, la sensibilisation à la formation et la surveillance de sa qualité.
[2 Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]2
La coordination consiste en la création des conditions pour l'organisation de la formation, l'emploi d'experts du vécu, la sensibilisation à la formation et la surveillance de sa qualité.
[2 Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le montant de la subvention est indexé. Le Gouvernement flamand arrête le mode d'application de cette indexation.]2
Afdeling 4. - Projecten.
Section 4. - Projets.
Art.18. Binnen de beschikbare begrotingskredieten en aanvullend op de reguliere subsidies, zoals bepaald in artikelen [1 10]1, 15 en 17, wendt de Vlaamse regering middelen aan om projecten met een experimenteel, aanvullend en/of vernieuwend karakter te ondersteunen.
Deze projecten kunnen worden uitgevoerd zowel door de verenigingen waar armen het woord nemen, het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen als door andere actoren.
De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van deze projectsubsidies.
Deze projecten kunnen worden uitgevoerd zowel door de verenigingen waar armen het woord nemen, het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen als door andere actoren.
De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van deze projectsubsidies.
Modifications
Art.18. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, et en complément des subventions régulières, telles que visées aux articles [1 10]1, 15 et 17, le Gouvernement flamand utilise des moyens pour soutenir des projets à caractère expérimental, complémentaire et/ou innovateur.
Ces projets peuvent être réalisés tant par les associations où des pauvres prennent la parole que par le réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole ou d'autres acteurs.
Le Gouvernement flamand prévoit les conditions d'octroi de ces subventions de projet.
Ces projets peuvent être réalisés tant par les associations où des pauvres prennent la parole que par le réseau flamand d'associations où des pauvres prennent la parole ou d'autres acteurs.
Le Gouvernement flamand prévoit les conditions d'octroi de ces subventions de projet.
Modifications
Afdeling 5. [1 - Subsidiëring lokale kinderarmoedebestrijding]1
Section 5. [1 - Subventionnement de la lutte locale contre la pauvreté des enfants]1
Art. 18/1. [1 De Vlaamse Regering verleent binnen de perken van de begrotingskredieten jaarlijks subsidies aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de bestrijding van kinderarmoede.
De subsidies worden toegekend aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de uitvoering van acties die gericht zijn op de integrale aanpak van armoede bij kinderen en hun gezin, vertrekkend vanuit de lokale sociale situatie en in samenwerking met alle relevante lokale actoren, in het bijzonder de actoren die door dit decreet erkend en ondersteund worden. De subsidies zullen in afstemming met het Vlaamse beleid aangewend worden voor bijkomende modulaire acties die specifiek gericht zijn op de strijd tegen kinderarmoede. Ze worden toegevoegd aan de reguliere werkingen op het vlak van onderwijs, kinderopvang, preventieve gezinsondersteuning, algemeen welzijnswerk, vrijetijdsbesteding en gezondheidszorg.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de vaststelling en de toekenning van de subsidies.]1
De subsidies worden toegekend aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de uitvoering van acties die gericht zijn op de integrale aanpak van armoede bij kinderen en hun gezin, vertrekkend vanuit de lokale sociale situatie en in samenwerking met alle relevante lokale actoren, in het bijzonder de actoren die door dit decreet erkend en ondersteund worden. De subsidies zullen in afstemming met het Vlaamse beleid aangewend worden voor bijkomende modulaire acties die specifiek gericht zijn op de strijd tegen kinderarmoede. Ze worden toegevoegd aan de reguliere werkingen op het vlak van onderwijs, kinderopvang, preventieve gezinsondersteuning, algemeen welzijnswerk, vrijetijdsbesteding en gezondheidszorg.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de vaststelling en de toekenning van de subsidies.]1
Modifications
Art. 18/1. [1 Dans les limites des crédits budgétaires, le Gouvernement flamand accorde annuellement des subventions à la Commission communautaire flamande pour la lutte contre la pauvreté des enfants.
Les subventions sont accordées à la Commission communautaire flamande pour la mise en oeuvre d'actions orientées sur l'approche intégrale de la pauvreté des enfants et de leur famille, à partir de la situation sociale locale et en collaboration avec tous les acteurs locaux pertinents, en particulier les acteurs agréés et soutenus par le présent décret. Les subventions seront affectées, en accord avec la politique flamande, à des actions modulaires supplémentaires, orientées spécifiquement sur la lutte contre la pauvreté des enfants. Elles seront ajoutées aux activités régulières au niveau de l'enseignement, de l'accueil des enfants, du soutien préventif aux familles, de l'aide sociale générale, des loisirs et des soins de santé.
Le Gouvernement flamand arrêté les modalités pour l'établissement et l'octroi des subventions.]1
Les subventions sont accordées à la Commission communautaire flamande pour la mise en oeuvre d'actions orientées sur l'approche intégrale de la pauvreté des enfants et de leur famille, à partir de la situation sociale locale et en collaboration avec tous les acteurs locaux pertinents, en particulier les acteurs agréés et soutenus par le présent décret. Les subventions seront affectées, en accord avec la politique flamande, à des actions modulaires supplémentaires, orientées spécifiquement sur la lutte contre la pauvreté des enfants. Elles seront ajoutées aux activités régulières au niveau de l'enseignement, de l'accueil des enfants, du soutien préventif aux familles, de l'aide sociale générale, des loisirs et des soins de santé.
Le Gouvernement flamand arrêté les modalités pour l'établissement et l'octroi des subventions.]1
Modifications
Afdeling 6. [1 - Vormingsorganisaties inzake armoede]1
Section 6. [1 - Organisations de formation en matière de pauvreté]1
Art.18/2. [1 e Vlaamse Regering kan een of meerdere organisaties erkennen als vormingsorganisatie inzake armoede. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning.
Een vormingorganisatie inzake armoede organiseert vorming en biedt coaching, advies en ondersteuning aan organisaties en lokale besturen inzake armoedebestrijding.
Ze vertrekt vanuit de ervaringswereld van mensen in armoede en zet ervaringskennis inzake het leven in armoede centraal in de ontwikkeling en uitvoering van de vormings-, coachings- en ondersteuningstrajecten.
Deze vorming beoogt verhoogde kennis en inzicht in armoede en armoedebestrijding, concrete verandering in het gedrag van mensen en in de werking van de betrokken organisaties of lokale besturen.]1
Een vormingorganisatie inzake armoede organiseert vorming en biedt coaching, advies en ondersteuning aan organisaties en lokale besturen inzake armoedebestrijding.
Ze vertrekt vanuit de ervaringswereld van mensen in armoede en zet ervaringskennis inzake het leven in armoede centraal in de ontwikkeling en uitvoering van de vormings-, coachings- en ondersteuningstrajecten.
Deze vorming beoogt verhoogde kennis en inzicht in armoede en armoedebestrijding, concrete verandering in het gedrag van mensen en in de werking van de betrokken organisaties of lokale besturen.]1
Art.18.2. [1 Le Gouvernement flamand peut agréer une ou plusieurs organisations comme organisations de formation en matière de pauvreté. Le Gouvernement flamand fixe les conditions d'agrément.
Une organisation de formation en matière de pauvreté organise des formations et offre des services de coaching, de conseils et de soutien aux organisations et aux autorités locales en matière de lutte contre la pauvreté.
Elle se base sur le vécu des personnes en situation de pauvreté et place la connaissance de l'expérience de la vie en situation de pauvreté au coeur de l'élaboration et de la mise en oeuvre des programmes de formation, de coaching et de soutien.
Cette formation vise à accroître les connaissances sur et la compréhension de la pauvreté et de la lutte contre la pauvreté, à modifier concrètement les comportements et le fonctionnement des organisations ou des autorités locales concernées.]1
Une organisation de formation en matière de pauvreté organise des formations et offre des services de coaching, de conseils et de soutien aux organisations et aux autorités locales en matière de lutte contre la pauvreté.
Elle se base sur le vécu des personnes en situation de pauvreté et place la connaissance de l'expérience de la vie en situation de pauvreté au coeur de l'élaboration et de la mise en oeuvre des programmes de formation, de coaching et de soutien.
Cette formation vise à accroître les connaissances sur et la compréhension de la pauvreté et de la lutte contre la pauvreté, à modifier concrètement les comportements et le fonctionnement des organisations ou des autorités locales concernées.]1
Art.18/3. [1 De Vlaamse Regering kan, binnen de beschikbare begrotingskredieten, erkende vormingsorganisaties inzake armoede subsidiëren. De Vlaamse Regering bepaalt daartoe de nodige regels.]1
Art.18.3. [1 Le Gouvernement flamand peut, dans les limites des crédits budgétaires disponibles, subventionner des organismes de formation en matière de pauvreté agréés. Le Gouvernement flamand détermine les modalités à cet effet.]1
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling.
CHAPITRE V. - Disposition finale.
Art. 19. De Vlaamse regering stelt voor elk van de bepalingen van dit decreet de datum van inwerkingtreding vast.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2004, met uitzondering van artikel 13, dat in werking treedt op 1 november 2003, door BVR 2003-10-10/40, art. 41)
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2004, met uitzondering van artikel 13, dat in werking treedt op 1 november 2003, door BVR 2003-10-10/40, art. 41)
Art. 19. Le Gouvernement fixe la date d'entrée en vigueur pour chacune des dispositions du présent décret.
(NOTE : Entrée en vigueur fixée le 01-01-2004, à l'exception de l'article 13, qui entre en vigueur le 1er novembre 2003, par AGF 2003-10-10/40, art. 41)
(NOTE : Entrée en vigueur fixée le 01-01-2004, à l'exception de l'article 13, qui entre en vigueur le 1er novembre 2003, par AGF 2003-10-10/40, art. 41)