Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
11 APRIL 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot tweede wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH.
Titre
11 AVRIL 2003. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant deuxième modification de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 juin 2002 portant le statut administratif et pécuniaire du personnel opérationnel du SIAMU.
Informations sur le document
Numac: 2003031265
Datum: 2003-04-11
Info du document
Numac: 2003031265
Date: 2003-04-11
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. In artikel 1, 5°, 7° en 9° wordt de datum " 19 juli 2001 " vervangen door de datum " 26 september 2002 ".
Article 1. Dans l'article 1, 5°, 7° et 9°, la date du " 19 juillet 2001 " est remplacée par la date du " 26 septembre 2002 ".
Art.2. Een artikel 12bis wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidende :
" Art. 12bis. § 1. Niemand kan tot ambtenaar worden benoemd indien hij niet aan de volgende voorwaarden voldoet :
1. de voor de te verlenen betrekking bepaalde toelaatbaarheidsvereisten vervullen;
2. slagen voor het voorgeschreven vergelijkend wervingsexamen;
3. met goed gevolg de stage volbrengen;
4. bewijzen dat hij de eventuele vereiste medische geschiktheid voor het uit te oefenen ambt bezit.
§ 2. Niemand kan tot ambtenaar worden benoemd indien hij niet voldoet aan de hiernavolgende algemene toelaatbaarheidsvereisten :
1. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking;
2. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
3. aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;
4. houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomt met het niveau van de te verlenen graad, volgens de bijlage III van het algemeen statuut. Hiervan kan, voorafgaand aan het vergelijkend wervingsexamen, door de minister, na advies van de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid (afgekort tot " SELOR "), bij gemotiveerde beslissing worden afgeweken in geval van schaarste op de arbeidsmarkt ".
" Art. 12bis. § 1. Niemand kan tot ambtenaar worden benoemd indien hij niet aan de volgende voorwaarden voldoet :
1. de voor de te verlenen betrekking bepaalde toelaatbaarheidsvereisten vervullen;
2. slagen voor het voorgeschreven vergelijkend wervingsexamen;
3. met goed gevolg de stage volbrengen;
4. bewijzen dat hij de eventuele vereiste medische geschiktheid voor het uit te oefenen ambt bezit.
§ 2. Niemand kan tot ambtenaar worden benoemd indien hij niet voldoet aan de hiernavolgende algemene toelaatbaarheidsvereisten :
1. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking;
2. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
3. aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;
4. houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomt met het niveau van de te verlenen graad, volgens de bijlage III van het algemeen statuut. Hiervan kan, voorafgaand aan het vergelijkend wervingsexamen, door de minister, na advies van de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid (afgekort tot " SELOR "), bij gemotiveerde beslissing worden afgeweken in geval van schaarste op de arbeidsmarkt ".
Art.2. Un article 12bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :
" Art. 12bis. § 1er. Nul ne peut être nommé agent s'il ne satisfait aux conditions suivantes :
1. réunir les conditions d'admissibilité imposées pour l'emploi à conférer;
réussir le concours de recrutement prévu;
2. accomplir avec succès le stage probatoire;
3. justifier de la possession de l'aptitude médicale éventuellement exigée pour la fonction à exercer.
§ 2. Nul ne peut être nommé agent s'il ne remplit les conditions générales d'admissibilité suivantes :
1. être d'une conduite répondant aux exigences de la fonction;
2. jouir des droits civils et politiques;
3. avoir satisfait aux lois sur la milice;
4. être porteur d'un diplôme ou certificat d'études en rapport avec le niveau du grade à conférer selon l'annexe III du statut général. Préalablement au concours de recrutement, il peut être dérogé par décision motivée à cette condition par le ministre, après avis de l'administrateur délégué du Bureau de sélection de l'Administration fédérale (en abrégé " SELOR "), dans le cas d'une pénurie sur le marché du travail. ".
" Art. 12bis. § 1er. Nul ne peut être nommé agent s'il ne satisfait aux conditions suivantes :
1. réunir les conditions d'admissibilité imposées pour l'emploi à conférer;
réussir le concours de recrutement prévu;
2. accomplir avec succès le stage probatoire;
3. justifier de la possession de l'aptitude médicale éventuellement exigée pour la fonction à exercer.
§ 2. Nul ne peut être nommé agent s'il ne remplit les conditions générales d'admissibilité suivantes :
1. être d'une conduite répondant aux exigences de la fonction;
2. jouir des droits civils et politiques;
3. avoir satisfait aux lois sur la milice;
4. être porteur d'un diplôme ou certificat d'études en rapport avec le niveau du grade à conférer selon l'annexe III du statut général. Préalablement au concours de recrutement, il peut être dérogé par décision motivée à cette condition par le ministre, après avis de l'administrateur délégué du Bureau de sélection de l'Administration fédérale (en abrégé " SELOR "), dans le cas d'une pénurie sur le marché du travail. ".
Art.3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 13. De vergelijkende wervingsexamens worden georganiseerd door SELOR. De functioneel bevoegde minister maakt de organisatie van de vergelijkende wervingsexamens bekend met op zijn minst een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Bij het organiseren van een vergelijkend wervingsexamen stelt de functioneel bevoegde minister of zijn afgevaardigde de datum vast waarop de kandidaten moeten voldoen aan de vereisten inzake diploma's of studiegetuigschriften en in voorkomend geval, aan de vereiste inzake minimumleeftijd of aan de bijzondere vereisten inzake beroepsbekwaamheid.
Het bericht vermeldt ten minste de uiterste datum van de kandidaatstelling en of er eventueel een reserve van de geslaagden wordt aangelegd. In voorkomend geval wordt de duur en de omvang ervan meegedeeld.
De kandidaten beschikken over ten minste veertien kalenderdagen om zich kandidaat te stellen. "
" Art. 13. De vergelijkende wervingsexamens worden georganiseerd door SELOR. De functioneel bevoegde minister maakt de organisatie van de vergelijkende wervingsexamens bekend met op zijn minst een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Bij het organiseren van een vergelijkend wervingsexamen stelt de functioneel bevoegde minister of zijn afgevaardigde de datum vast waarop de kandidaten moeten voldoen aan de vereisten inzake diploma's of studiegetuigschriften en in voorkomend geval, aan de vereiste inzake minimumleeftijd of aan de bijzondere vereisten inzake beroepsbekwaamheid.
Het bericht vermeldt ten minste de uiterste datum van de kandidaatstelling en of er eventueel een reserve van de geslaagden wordt aangelegd. In voorkomend geval wordt de duur en de omvang ervan meegedeeld.
De kandidaten beschikken over ten minste veertien kalenderdagen om zich kandidaat te stellen. "
Art.3. L'article 13 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 13. Les concours de recrutement sont organisés par SELOR. Le ministre fonctionnellement compétent annonce l'organisation des concours de recrutement au moins par un avis au Moniteur belge.
Lors de l'organisation d'un concours de recrutement, le ministre fonctionnellement compétent ou son délégué fixe la date à laquelle les candidats doivent satisfaire aux conditions relatives aux diplômes ou certificats d'études et le cas échéant à la condition d'un âge minimum ou à des conditions spéciales d'aptitudes professionnelles.
L'avis du Moniteur mentionne au moins la date limite de candidature et la constitution éventuelle d'une réserve des lauréats. Le cas échéant, il précise la durée et l'importance de cette réserve.
Les candidats disposent d'au moins quatorze jours calendrier pour se porter candidat. "
" Art. 13. Les concours de recrutement sont organisés par SELOR. Le ministre fonctionnellement compétent annonce l'organisation des concours de recrutement au moins par un avis au Moniteur belge.
Lors de l'organisation d'un concours de recrutement, le ministre fonctionnellement compétent ou son délégué fixe la date à laquelle les candidats doivent satisfaire aux conditions relatives aux diplômes ou certificats d'études et le cas échéant à la condition d'un âge minimum ou à des conditions spéciales d'aptitudes professionnelles.
L'avis du Moniteur mentionne au moins la date limite de candidature et la constitution éventuelle d'une réserve des lauréats. Le cas échéant, il précise la durée et l'importance de cette réserve.
Les candidats disposent d'au moins quatorze jours calendrier pour se porter candidat. "
Art.4. Een artikel 13bis wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidende :
" Art. 13bis. De functioneel bevoegde Minister bepaalt of er al dan niet een reserve van geslaagden wordt aangelegd.
Als er een reserve aangelegd wordt, worden de laureaten die niet benoemd konden worden daarin opgenomen.
De reserve heeft een geldigheidsduur van drie jaar. De functioneel bevoegde minister kan na raadpleging van de afgevaardigde bestuurder van SELOR een andere duur bepalen. Hij licht de kandidaten terzake in.
De functioneel bevoegde minister kan ook de duur van een bestaande reserve met telkens een jaar verlengen indien de behoeften van de diensten dit rechtvaardigen. Hij licht de laureaten terzake in.
Voorafgaand aan de vorming van een wervingsreserve, kan de functioneel bevoegde minister, op basis van het aantal voorzienbare vacante betrekkingen in de instelling, het aantal toelaatbare geslaagden in deze reserve bepalen ".
" Art. 13bis. De functioneel bevoegde Minister bepaalt of er al dan niet een reserve van geslaagden wordt aangelegd.
Als er een reserve aangelegd wordt, worden de laureaten die niet benoemd konden worden daarin opgenomen.
De reserve heeft een geldigheidsduur van drie jaar. De functioneel bevoegde minister kan na raadpleging van de afgevaardigde bestuurder van SELOR een andere duur bepalen. Hij licht de kandidaten terzake in.
De functioneel bevoegde minister kan ook de duur van een bestaande reserve met telkens een jaar verlengen indien de behoeften van de diensten dit rechtvaardigen. Hij licht de laureaten terzake in.
Voorafgaand aan de vorming van een wervingsreserve, kan de functioneel bevoegde minister, op basis van het aantal voorzienbare vacante betrekkingen in de instelling, het aantal toelaatbare geslaagden in deze reserve bepalen ".
Art.4. Un article 13bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté :
" Art. 13bis. Le ministre fonctionnellement compétent décide si une réserve de lauréats doit être constituée.
Si une réserve est constituée, les lauréats qui n'ont pas pu être nommés y sont versés.
La réserve a une durée de validité de trois ans. Le ministre fonctionnellement compétent peut, après consultation de l'administrateur délégué de SELOR, fixer une autre durée. Il en informe les candidats.
Le ministre fonctionnellement compétent peut également prolonger la durée de validité d'une réserve existante par période d'un an lorsque les besoins des services le justifient. Il en informe les lauréats.
Le ministre fonctionnellement compétent peut déterminer préalablement à la constitution d'une réserve, sur base du nombre de vacances d'emplois prévisibles dans l'organisme, le nombre de lauréats admis dans cette réserve ".
" Art. 13bis. Le ministre fonctionnellement compétent décide si une réserve de lauréats doit être constituée.
Si une réserve est constituée, les lauréats qui n'ont pas pu être nommés y sont versés.
La réserve a une durée de validité de trois ans. Le ministre fonctionnellement compétent peut, après consultation de l'administrateur délégué de SELOR, fixer une autre durée. Il en informe les candidats.
Le ministre fonctionnellement compétent peut également prolonger la durée de validité d'une réserve existante par période d'un an lorsque les besoins des services le justifient. Il en informe les lauréats.
Le ministre fonctionnellement compétent peut déterminer préalablement à la constitution d'une réserve, sur base du nombre de vacances d'emplois prévisibles dans l'organisme, le nombre de lauréats admis dans cette réserve ".
Art.5. Artikel 14, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" 3° voor een bepaald vergelijkend wervingsexamen een minimumleeftijd voorschrijven;
4° voor een bepaald vergelijkend wervingsexamen bijzondere eisen stellen inzake beroepsbekwaamheid verworven door het bezit van praktische kennis of de uitoefening van een vorige werkzaamheid, wanneer de aard van de te verlenen betrekkingen zodanige eisen wettigt;
5° tot een bepaald examen de studenten toelaten die in het laatste jaar zitten van de studies voor het behalen van het vereiste diploma of getuigschrift. Wanneer de functioneel bevoegde minister in overleg met de afgevaardigd bestuurder van SELOR vermoedt dat het aantal deelnemers niet groot genoeg zal zijn om voldoende kandidaten of geslaagden op te leveren; in dat geval worden zij die geslaagd zijn voor het examen van het voorlaatste jaar en verklaren dat zij het examen van het laatste jaar voor de examencommissie van hun Gemeenschap zullen afleggen ook tot dat wervingsexamen toegelaten. Voor hun benoeming kunnen de geslaagden van deze wervingsexamens zich slechts vanaf de dag waarop zij aan de afgevaardigde bestuurder van SELOR het vereiste diploma of studiegetuigschrift hebben voorgelegd, op hun rangschikking beroepen;
6° behalve de in artikel 12bis, § 2, 4°, vermelde diploma's en getuigschriften de volgende, door hem aan te wijzen diploma's en getuigschriften aanvaarden voor het wervingsexamen in een bepaalde graad en wanneer de vereisten van het uit te oefenen ambt dit toelaten :
diploma's en getuigschriften van het onderwijs voor sociale promotie en van het kunstonderwijs voor socio-culturele promotie;
diploma's en getuigschriften van het technisch, kunst- of beroepssecundair onderwijs met volledig leerplan;
7° voor het vergelijkend wervingsexamen in bepaalde functies van niveau D het bezit van door hem aan te wijzen studie- of opleidingsdiploma's eisen als dit verantwoord is vanwege de technische of de gespecialiseerde aard van de uit te oefenen ambten;
8° voor het vergelijkend wervingsexamen in bepaalde graden van de niveaus A en C de houders van door hem aan te wijzen vormingsdiploma's en vormingsgetuigschriften aanvaarden als dit verantwoord is vanwege de technische of de gespecialiseerde aard van het uit te oefenen ambt en voor zover de houders van die diploma's en getuigschriften eveneens houder zijn van één van de studie bewijzen vermeld in artikel 12bis, § 2, 4°. ".
" 3° voor een bepaald vergelijkend wervingsexamen een minimumleeftijd voorschrijven;
4° voor een bepaald vergelijkend wervingsexamen bijzondere eisen stellen inzake beroepsbekwaamheid verworven door het bezit van praktische kennis of de uitoefening van een vorige werkzaamheid, wanneer de aard van de te verlenen betrekkingen zodanige eisen wettigt;
5° tot een bepaald examen de studenten toelaten die in het laatste jaar zitten van de studies voor het behalen van het vereiste diploma of getuigschrift. Wanneer de functioneel bevoegde minister in overleg met de afgevaardigd bestuurder van SELOR vermoedt dat het aantal deelnemers niet groot genoeg zal zijn om voldoende kandidaten of geslaagden op te leveren; in dat geval worden zij die geslaagd zijn voor het examen van het voorlaatste jaar en verklaren dat zij het examen van het laatste jaar voor de examencommissie van hun Gemeenschap zullen afleggen ook tot dat wervingsexamen toegelaten. Voor hun benoeming kunnen de geslaagden van deze wervingsexamens zich slechts vanaf de dag waarop zij aan de afgevaardigde bestuurder van SELOR het vereiste diploma of studiegetuigschrift hebben voorgelegd, op hun rangschikking beroepen;
6° behalve de in artikel 12bis, § 2, 4°, vermelde diploma's en getuigschriften de volgende, door hem aan te wijzen diploma's en getuigschriften aanvaarden voor het wervingsexamen in een bepaalde graad en wanneer de vereisten van het uit te oefenen ambt dit toelaten :
diploma's en getuigschriften van het onderwijs voor sociale promotie en van het kunstonderwijs voor socio-culturele promotie;
diploma's en getuigschriften van het technisch, kunst- of beroepssecundair onderwijs met volledig leerplan;
7° voor het vergelijkend wervingsexamen in bepaalde functies van niveau D het bezit van door hem aan te wijzen studie- of opleidingsdiploma's eisen als dit verantwoord is vanwege de technische of de gespecialiseerde aard van de uit te oefenen ambten;
8° voor het vergelijkend wervingsexamen in bepaalde graden van de niveaus A en C de houders van door hem aan te wijzen vormingsdiploma's en vormingsgetuigschriften aanvaarden als dit verantwoord is vanwege de technische of de gespecialiseerde aard van het uit te oefenen ambt en voor zover de houders van die diploma's en getuigschriften eveneens houder zijn van één van de studie bewijzen vermeld in artikel 12bis, § 2, 4°. ".
Art.5. L'article 14, alinéa 2, du même arrêté est complété par les dispositions suivantes :
" 3° imposer, pour un concours déterminé, la condition d'un âge minimum;
4° imposer, pour un concours déterminé, des conditions spéciales d'aptitudes professionnelles acquises consistant en des connaissances pratiques ou en l'exercice d'une activité antérieure, lorsque de telles conditions sont justifiées par la nature des emplois à conférer;
5° admettre à un concours déterminé, les étudiants qui accomplissent la dernière année d'études requises pour qu'ils obtiennent le diplôme ou le certificat d'études exigé lorsque le ministre fonctionnellement compétent, en concertation avec l'administrateur délégué de SELOR, présume que les participants ne seront pas assez nombreux pour qu'il y ait suffisamment de candidats ou de lauréats; en ce cas, sont également admis à cette sélection ceux qui ont satisfait à l'épreuve relative à l'avant-dernière année et qui déclarent qu'ils se présenteront devant le jury de leur Communauté pour l'épreuve relative à la dernière année; les lauréats de ces concours ne peuvent toutefois faire valoir, en vue d'une nomination, le bénéfice de leur classement qu'à partir du jour où ils auront produit devant l'administrateur délégué de SELOR, le diplôme ou certificat d'études exigé;
6° admettre, pour le concours de recrutement à un grade déterminé et lorsque les exigences des fonctions à exercer ne s'y opposent pas, outre les diplômes et certificats d'études indiqués à l'article 12bis, § 2, 4°, d'autres diplômes et certificats qu'il désigne parmi les suivants :
diplômes et certificats d'enseignement de promotion sociale et de l'enseignement artistique de promotion socioculturelle;
diplômes et certificats d'enseignement technique, artistique ou professionnel secondaire de plein exercice;
7° exiger, pour le concours de recrutement à des fonctions déterminées du niveau D, la possession de diplômes et certificats d'études ou de formation qu'il désigne lorsque cette condition est justifiée par le caractère technique ou spécialisé des fonctions à exercer;
8° admettre, pour le concours de recrutement à des grades déterminés des niveaux A et C, les porteurs de diplômes ou certificats de formation qu'il désigne lorsque cette condition est justifiée par le caractère technique ou spécialisé des fonctions à exercer, et pour autant que les détenteurs de ces diplômes ou certificats soient également porteurs d'un des titres d'études prévus à l'article 12bis, § 2, 4°. ".
" 3° imposer, pour un concours déterminé, la condition d'un âge minimum;
4° imposer, pour un concours déterminé, des conditions spéciales d'aptitudes professionnelles acquises consistant en des connaissances pratiques ou en l'exercice d'une activité antérieure, lorsque de telles conditions sont justifiées par la nature des emplois à conférer;
5° admettre à un concours déterminé, les étudiants qui accomplissent la dernière année d'études requises pour qu'ils obtiennent le diplôme ou le certificat d'études exigé lorsque le ministre fonctionnellement compétent, en concertation avec l'administrateur délégué de SELOR, présume que les participants ne seront pas assez nombreux pour qu'il y ait suffisamment de candidats ou de lauréats; en ce cas, sont également admis à cette sélection ceux qui ont satisfait à l'épreuve relative à l'avant-dernière année et qui déclarent qu'ils se présenteront devant le jury de leur Communauté pour l'épreuve relative à la dernière année; les lauréats de ces concours ne peuvent toutefois faire valoir, en vue d'une nomination, le bénéfice de leur classement qu'à partir du jour où ils auront produit devant l'administrateur délégué de SELOR, le diplôme ou certificat d'études exigé;
6° admettre, pour le concours de recrutement à un grade déterminé et lorsque les exigences des fonctions à exercer ne s'y opposent pas, outre les diplômes et certificats d'études indiqués à l'article 12bis, § 2, 4°, d'autres diplômes et certificats qu'il désigne parmi les suivants :
diplômes et certificats d'enseignement de promotion sociale et de l'enseignement artistique de promotion socioculturelle;
diplômes et certificats d'enseignement technique, artistique ou professionnel secondaire de plein exercice;
7° exiger, pour le concours de recrutement à des fonctions déterminées du niveau D, la possession de diplômes et certificats d'études ou de formation qu'il désigne lorsque cette condition est justifiée par le caractère technique ou spécialisé des fonctions à exercer;
8° admettre, pour le concours de recrutement à des grades déterminés des niveaux A et C, les porteurs de diplômes ou certificats de formation qu'il désigne lorsque cette condition est justifiée par le caractère technique ou spécialisé des fonctions à exercer, et pour autant que les détenteurs de ces diplômes ou certificats soient également porteurs d'un des titres d'études prévus à l'article 12bis, § 2, 4°. ".
Art.6. Artikel 15, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" De volgende in dit besluit opgenomen bepalingen zijn op de stagiair van toepassing :
1. de rechten, plichten, onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten;
2. de tuchtregeling;
3. de administratieve standen;
4. het geldelijk statuut;
5. het ambtshalve verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en de definitieve ambtsneerlegging;
6. de gemiddelde maximum arbeidsduur ".
" De volgende in dit besluit opgenomen bepalingen zijn op de stagiair van toepassing :
1. de rechten, plichten, onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten;
2. de tuchtregeling;
3. de administratieve standen;
4. het geldelijk statuut;
5. het ambtshalve verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en de definitieve ambtsneerlegging;
6. de gemiddelde maximum arbeidsduur ".
Art.6. L'article 15, deuxième alinéa du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Sont applicables au stagiaire les dispositions reprises dans le présent arrêté et relatives :
1. aux droits, devoirs, incompatibilités et cumuls d'activités;
2. au régime disciplinaire;
3. aux positions administratives;
4. au statut pécuniaire;
5. de la perte d'office de la qualité d'agent et de la cessation définitive des fonctions;
6. à la durée moyenne maximum du temps de travail ".
" Sont applicables au stagiaire les dispositions reprises dans le présent arrêté et relatives :
1. aux droits, devoirs, incompatibilités et cumuls d'activités;
2. au régime disciplinaire;
3. aux positions administratives;
4. au statut pécuniaire;
5. de la perte d'office de la qualité d'agent et de la cessation définitive des fonctions;
6. à la durée moyenne maximum du temps de travail ".
Art.7. Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 36. De beslissing tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid wordt door de benoemende overheid genomen.
De stagiair geniet een opzeggingstermijn van drie maanden. Bij zware fout echter, wordt hij zonder opzeggingstermijn ontslagen. ".
" Art. 36. De beslissing tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid wordt door de benoemende overheid genomen.
De stagiair geniet een opzeggingstermijn van drie maanden. Bij zware fout echter, wordt hij zonder opzeggingstermijn ontslagen. ".
Art.7. L'article 36 du même arrêté est remplacé comme suit :
" Art. 36. La décision de licenciement pour cause d'inaptitude professionnelle est prise par l'autorité investie du pouvoir de nomination.
Le stagiaire licencié bénéficie d'un délai de préavis de trois mois. Toutefois, en cas de faute grave, il est licencié sans préavis. ".
" Art. 36. La décision de licenciement pour cause d'inaptitude professionnelle est prise par l'autorité investie du pouvoir de nomination.
Le stagiaire licencié bénéficie d'un délai de préavis de trois mois. Toutefois, en cas de faute grave, il est licencié sans préavis. ".
Art.8. In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de woorden " die houder zijn van de eerste lagere graad dan die van de vacant verklaarde betrekking en die minstens drie jaar graadanciënniteit tellen " vervangen door " die aan dezelfde voorwaarden voldoen doch minder dan de vereiste graadanciënniteit tellen ".
Art.8. Dans l'article 51 du même arrêté les mots " qui sont titulaires du premier grade inférieur qui relève de l'emploi déclaré vacant et qui ont une ancienneté de grade d'au moins trois ans " sont remplacés par " qui remplissent les mêmes conditions mais n'ayant pas l'ancienneté de grade requise ".
Art.9. Artikel 89 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" Voor de toepassing van deze bepalingen worden de in het algemeen statuut vermelde 21 en 63 werkdagen vervangen door respectievelijk 30 en 90 kalenderdagen ".
" Voor de toepassing van deze bepalingen worden de in het algemeen statuut vermelde 21 en 63 werkdagen vervangen door respectievelijk 30 en 90 kalenderdagen ".
Art.9. L'article 89 du même arrêté est complété comme suit :
" Pour l'application de ces dispositions, les 21 et 63 jours ouvrables, mentionnés dans le statut général, sont remplacés par respectivement 30 et 90 jours calendrier ".
" Pour l'application de ces dispositions, les 21 et 63 jours ouvrables, mentionnés dans le statut général, sont remplacés par respectivement 30 et 90 jours calendrier ".
Art. 10. De minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 april 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
F.-X. de DONNEA
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
J. CHABERT.
Brussel, 11 april 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
F.-X. de DONNEA
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
J. CHABERT.
Art. 10. Le ministre chargé de la Lutte contre l'Incendie et de l'Aide médicale urgente est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 11 avril 2003.
Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Pouvoirs locaux, de l'Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine et de la Recherche scientifique,
F.-X. de DONNEA
Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Travaux publics, du Transport et de la Lutte contre l'Incendie et l'Aide médicale urgente,
J. CHABERT.
Bruxelles, le 11 avril 2003.
Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Pouvoirs locaux, de l'Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine et de la Recherche scientifique,
F.-X. de DONNEA
Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Travaux publics, du Transport et de la Lutte contre l'Incendie et l'Aide médicale urgente,
J. CHABERT.