- de RTBF en de maatschappijen voor vermogensbeheer;
- het [1 WBE]1, het IFC en het Fonds Ecureuil;
- de O.N.E., de CSA en de 6 maatschappijen voor het beheer van schoolgebouwen.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
3 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het statuut van de vastbenoemde Regeringscommissarissen bij de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-08-2003 en tekstbijwerking tot 26-07-2019)
Titre
3 JUILLET 2003. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française relatif au statut des commissaires du Gouvernement à titre définitif auprès des organismes publics, des sociétés de bâtiments scolaires et des sociétés de gestion patrimoniale qui dépendent de la Communauté française. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 28-08-2003 et mise à jour au 26-07-2019)
Informations sur le document
Numac: 2003029434
Datum: 2003-07-03
Info du document
Numac: 2003029434
Date: 2003-07-03
Table des matières
Table des matières
TITRE I. - Des commissaires du Gouvernement nom...
CHAPITRE I. - Du ressort des commissaires du Go...
CHAPITRE II. - De la situation administrative e...
CHAPITRE III. - De l'évaluation.
CHAPITRE IV. - Du régime disciplinaire.
TITRE II: Des moyens d'actions et du personnel ...
TITRE IV. - Disposition finale.
Tekst (27)
Texte (27)
TITEL I. - De vastbenoemde Regeringscommissarissen.
TITRE I. - Des commissaires du Gouvernement nommés à titre définitif.
HOOFDSTUK I. - Bevoegdheden van de vastbenoemde Regeringscommissarissen.
CHAPITRE I. - Du ressort des commissaires du Gouvernement a titre définitif.
Artikel 1. De bevoegdheden van de vastbenoemde Regeringscommissarissen worden als volgt vastgelegd :
- de RTBF en de maatschappijen voor vermogensbeheer;
- het [1 WBE]1, het IFC en het Fonds Ecureuil;
- de O.N.E., de CSA en de 6 maatschappijen voor het beheer van schoolgebouwen.
- de RTBF en de maatschappijen voor vermogensbeheer;
- het [1 WBE]1, het IFC en het Fonds Ecureuil;
- de O.N.E., de CSA en de 6 maatschappijen voor het beheer van schoolgebouwen.
Article 1. Les ressorts des commissaires du Gouvernement à titre définitif sont fixés de la façon suivante :
- la RTBF et les sociétés de gestion patrimoniale;
- [1 WBE]1, l'IFC et le Fonds EcureuiI;
- l'O.N.E., le CSA et les 6 sociétés de gestion des bâtiments scolaires.
- la RTBF et les sociétés de gestion patrimoniale;
- [1 WBE]1, l'IFC et le Fonds EcureuiI;
- l'O.N.E., le CSA et les 6 sociétés de gestion des bâtiments scolaires.
Modifications
Art.2. De bevoegdheden worden om de vijf jaar en vanaf 1 september 2004 van rechtswege herzien.
Art.2. Les ressorts sont revus de plein droit tous les cinq ans a partir du 1er septembre 2004.
HOOFDSTUK II. - Administratieve en geldelijke toestand van de vastbenoemde Regeringscommissaris.
CHAPITRE II. - De la situation administrative et pécuniaire du commissaire du Gouvernement à titre définitif.
Art.3. § 1. De vastbenoemde Regeringscommissaris geniet het geldelijk statuut van de 1ste auditor-directeur op het Rekenhof, met een jaarlijkse vergoeding van 6.466 euro. Hij geniet hetzelfde pensioenstelsel.
[De basisschaal van het geldelijk statuut bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met een forfaitaire herwaardering van de loonsschalen van [1 608,85 euro]1.]
§ 2. Voor de vaststelling van de bezoldiging wordt de geldelijke anciënniteit bepaald volgens de regels van toepassing op de ambtenaren van de Regeringsdiensten.
§ 3. Het geheel van de bedragen bedoeld in de vorige paragrafen zijn te koppelen aan index 138.01.
[De basisschaal van het geldelijk statuut bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met een forfaitaire herwaardering van de loonsschalen van [1 608,85 euro]1.]
§ 2. Voor de vaststelling van de bezoldiging wordt de geldelijke anciënniteit bepaald volgens de regels van toepassing op de ambtenaren van de Regeringsdiensten.
§ 3. Het geheel van de bedragen bedoeld in de vorige paragrafen zijn te koppelen aan index 138.01.
Modifications
Art.3. § 1er. Le commissaire du Gouvernement à titre définitif bénéficie du statut pécuniaire de 1er auditeur-directeur auprès de la Cour des Comptes, avec une indemnité annuelle d'un montant de 6.466 euro. II bénéficie du même régime de pension.
[L'échelle de base du statut pécuniaire visé à l'alinéa 1er est augmentée d'un forfait de revalorisation barémique de [1 608,85 euros]1.]
§ 2. Pour la fixation du traitement, l'ancienneté pécuniaire est fixée selon les règles applicables aux agents des services du Gouvernement.
§ 3. L'ensemble des montants visés aux paragraphes précédents sont à rattacher à l'indice 138.01.
[L'échelle de base du statut pécuniaire visé à l'alinéa 1er est augmentée d'un forfait de revalorisation barémique de [1 608,85 euros]1.]
§ 2. Pour la fixation du traitement, l'ancienneté pécuniaire est fixée selon les règles applicables aux agents des services du Gouvernement.
§ 3. L'ensemble des montants visés aux paragraphes précédents sont à rattacher à l'indice 138.01.
Modifications
Art.4. De vastbenoemde Regeringscommissaris geniet kinderbijslag, een geboortetoelage, vakantiegeld, vakantie-kinderbijslag en een eindejaarstoelage, alsmede vergoedingen voor verblijfs- en reiskosten, aan het tarief en onder de voorwaarden bedoeld voor het personeel van het ministerie van rang 16.
Art.4. Le commissaire du Gouvernement a titre définitif bénéficie des allocations familiales, de l'allocation de naissance, du pécule de vacances, de l'allocation familiale de vacances et de l'allocation de fin d'année, ainsi que des indemnités pour frais de séjour et pour frais de parcours, au taux et aux conditions prévus pour le personnel du ministère de rang 16.
Art.5. De vastbenoemde Regeringscommissaris wordt onderworpen aan de reglementering inzake verloven van toepassing op de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.5. Le commissaire du Gouvernement à titre définitif est soumis à la réglementation relative aux congés applicables aux agents des services du Gouvernement de la Communauté française.
Art.6. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan een verlof bekomen om een activiteit uit te oefenen binnen de diensten van de Regering van de Federale staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Colleges van de Franse Gemeenschapscommissie of de overheidsinstellingen die ervan afhangen. Dat verlof wordt niet bezoldigd. Het wordt evenwel gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art.6. Le commissaire du Gouvernement a titre définitif peut obtenir un congé pour exercer une activité au sein des services du Gouvernement de l'Etat fédéral, des Communautés, des Régions, des Collèges de la Commission communautaire française ou des organismes publics qui en dépendent. Ce congé n'est pas rémunéré. II est toutefois assimilé a une période d'activité de service.
HOOFDSTUK III. - Evaluatie.
CHAPITRE III. - De l'évaluation.
Art.7. § 1. De beschrijving van het ambt voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen is de volgende :
1. Hij moet ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer het algemeen belang behartigen en de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten naleven;
2. Hij moet op dezelfde wijze ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen, de maatschappijen voor vermogensbeheer de opdrachten van openbare dienst die hen zijn toegewezen, het beheerscontract en het ontwikkelingsplan naleven;
3. Hij moet ervoor zorgen dat de beslissingen van de beheersorganen het evenwicht van de financiën van de openbare instelling, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer niet in het gedrang brengt of invloed zouden hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.
§ 2. De functionele criteria voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn de volgende :
1. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de goede verloop van de opdrachten van openbare dienst;
2. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de behartiging van het algemeen belang en de naleving van de wetten, decreten, ordonnanties, besluiten, beheerscontracten en het ontwikkelingsplan;
3. een verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over alle beslissingen van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap of die het evenwicht van de financiën van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen;
4. aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer de commissarissen van de rekeningen hen informeren over het feit dat ze ernstige en met elkaar overeenstemmende feiten hebben vastgesteld die de continuïteit van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen;
5. aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer één van de overheidsbestuurders hen informeren over het bestaan van een belangenconflict tussen een bestuurder en de overheidsinstelling;
6. een algemeen verslag minstens in de zes maanden uitbrengen voor de toezichthoudende minister en de minister van Begroting. De verslagen worden medeondertekend als er twee Regeringscommissarissen zijn. Deze verslagen bevatten in voorkomend geval de uiteenlopende opmerkingen van de commissarissen.
7. Elke commissaris, met uitzondering van de commissaris bij de RTBF en de commissaris bij de CSA, moet binnen een termijn van vier dagen een gemotiveerd beroep bij de Regering indienen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, de opdrachten van openbare dienst of het beheerscontract.
De commissaris bij de RTBF moet bij de Regering een gemotiveerd beroep indienen binnen een termijn van vier dagen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, met uitzondering van de wettelijke bepalingen inzake radio-omroep en het besluit tot goedkeuring van het beheerscontract.
De Regeringscommissaris bij de CSA dient slechts een gemotiveerd beroep bij de Regering in binnen een termijn van vier volle dagen tegen beslissingen betreffende het administratief en financieel beheer en de werking van de CSA, die hij als strijdig acht met de wetten decreten, ordonnanties en besluiten of die hij als gevaarlijk beschouwt voor het financieel evenwicht van de CSA.
8. Alle regeringscommissarissen, op het initiatief en onder het voorzitterschap van de Voorzitter van het Interministerieel korps, komen minstens viermaal per jaar bijeen in College om te discussiëren over elke transversale vraag betreffende de controle die ze uitvoeren.
9. De Regeringscomissarissen verenigd in College nodigen, op initiatief van hun Voorzitter, minstens twee keer per jaar alle commissarissen van de rekeningen en de leden van de cel voor interne audit van alle overheidsinstellingen uit, teneinde de verschillende controlevormen te coördineren.
10. De Regeringscommissarissen zijn ertoe gehouden de wetsbepalingen na te leven betreffende de overheidsinstellingen die ze controleren en die hen bijzondere verplichtingen opleggen.
§ 3. De prestatiedomeinen voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn :
- de regelmatige en actieve aanwezigheid op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van het Bureau of vast comité;
- de overbrenging van de wettelijke verslagen binnen de wettelijke termijnen;
- het indienen van een beroep telkens als het nodig is op basis van artikel 36 van het decreet, binnen de wettelijke termijnen;
- de regelmatige en actieve deelname aan de vergaderingen van het College van Commissarissen bedoeld in artikel 44 van het decreet en aan de vergaderingen voor de coördinatie van de controles bedoeld in artikel 54 van het decreet;
- een doeltreffend beheer van de human resources die hem worden toegekend.
§ 4. De evaluatie wordt aan de betrokkene meegedeeld tegen ontvangstbewijs of bij een ter post aangetekende brief.
1. Hij moet ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer het algemeen belang behartigen en de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten naleven;
2. Hij moet op dezelfde wijze ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen, de maatschappijen voor vermogensbeheer de opdrachten van openbare dienst die hen zijn toegewezen, het beheerscontract en het ontwikkelingsplan naleven;
3. Hij moet ervoor zorgen dat de beslissingen van de beheersorganen het evenwicht van de financiën van de openbare instelling, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer niet in het gedrang brengt of invloed zouden hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.
§ 2. De functionele criteria voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn de volgende :
1. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de goede verloop van de opdrachten van openbare dienst;
2. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de behartiging van het algemeen belang en de naleving van de wetten, decreten, ordonnanties, besluiten, beheerscontracten en het ontwikkelingsplan;
3. een verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over alle beslissingen van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap of die het evenwicht van de financiën van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen;
4. aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer de commissarissen van de rekeningen hen informeren over het feit dat ze ernstige en met elkaar overeenstemmende feiten hebben vastgesteld die de continuïteit van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen;
5. aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer één van de overheidsbestuurders hen informeren over het bestaan van een belangenconflict tussen een bestuurder en de overheidsinstelling;
6. een algemeen verslag minstens in de zes maanden uitbrengen voor de toezichthoudende minister en de minister van Begroting. De verslagen worden medeondertekend als er twee Regeringscommissarissen zijn. Deze verslagen bevatten in voorkomend geval de uiteenlopende opmerkingen van de commissarissen.
7. Elke commissaris, met uitzondering van de commissaris bij de RTBF en de commissaris bij de CSA, moet binnen een termijn van vier dagen een gemotiveerd beroep bij de Regering indienen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, de opdrachten van openbare dienst of het beheerscontract.
De commissaris bij de RTBF moet bij de Regering een gemotiveerd beroep indienen binnen een termijn van vier dagen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, met uitzondering van de wettelijke bepalingen inzake radio-omroep en het besluit tot goedkeuring van het beheerscontract.
De Regeringscommissaris bij de CSA dient slechts een gemotiveerd beroep bij de Regering in binnen een termijn van vier volle dagen tegen beslissingen betreffende het administratief en financieel beheer en de werking van de CSA, die hij als strijdig acht met de wetten decreten, ordonnanties en besluiten of die hij als gevaarlijk beschouwt voor het financieel evenwicht van de CSA.
8. Alle regeringscommissarissen, op het initiatief en onder het voorzitterschap van de Voorzitter van het Interministerieel korps, komen minstens viermaal per jaar bijeen in College om te discussiëren over elke transversale vraag betreffende de controle die ze uitvoeren.
9. De Regeringscomissarissen verenigd in College nodigen, op initiatief van hun Voorzitter, minstens twee keer per jaar alle commissarissen van de rekeningen en de leden van de cel voor interne audit van alle overheidsinstellingen uit, teneinde de verschillende controlevormen te coördineren.
10. De Regeringscommissarissen zijn ertoe gehouden de wetsbepalingen na te leven betreffende de overheidsinstellingen die ze controleren en die hen bijzondere verplichtingen opleggen.
§ 3. De prestatiedomeinen voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn :
- de regelmatige en actieve aanwezigheid op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van het Bureau of vast comité;
- de overbrenging van de wettelijke verslagen binnen de wettelijke termijnen;
- het indienen van een beroep telkens als het nodig is op basis van artikel 36 van het decreet, binnen de wettelijke termijnen;
- de regelmatige en actieve deelname aan de vergaderingen van het College van Commissarissen bedoeld in artikel 44 van het decreet en aan de vergaderingen voor de coördinatie van de controles bedoeld in artikel 54 van het decreet;
- een doeltreffend beheer van de human resources die hem worden toegekend.
§ 4. De evaluatie wordt aan de betrokkene meegedeeld tegen ontvangstbewijs of bij een ter post aangetekende brief.
Art.7. § 1er. La description de la fonction pour l'évaluation des commissaires du Gouvernement est la suivante :
1. il doit veiller à ce que les organismes publics, les sociétés de bâtiments scolaires et les sociétés de gestion patrimoniale respectent l'intérêt général, les lois, les décrets, ordonnances et arrêtés;
2. il doit veiller de la même façon à ce que les organismes publics, les sociétés de bâtiments scolaires, les sociétés de gestion patrimoniale respectent les missions de service public qui leur sont assignées, le contrat de gestion et le plan de développement;
3. il doit veiller à ce que les décisions des organes de gestion ne compromettent pas l'équilibre des finances de l'organisme public, de la société de bâtiment scolaire et de la société de gestion patrimoniale contrôlé ou aient une incidence sur le budget général des dépenses de la Communauté française.
§ 2. Les critères fonctionnels pour l'évaluation des commissaires du Gouvernement sont les suivants :
1. faire rapport spécial au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toute décision ou tout acte des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le bon déroulement des missions de service public;
2. faire un rapport spécial au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toute décision ou tout acte des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le respect de l'intérêt général, des lois, des décrets, ordonnances, arrêtés, contrat de gestion et plan de développement;
3. faire rapport au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toutes les décisions des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le budget général des dépenses de la Communauté française ou qui risquent de compromettre l'équilibre des finances de l'organisme public;
4. remettre au ministre de tutelle et au ministre du Budget un avis écrit circonstancié lorsque les commissaires aux comptes les informent du fait qu'ils ont constaté des faits graves et concordants susceptibles de compromettre la continuité de l'organisme public,
5. remettre au ministre de tutelle et au ministre du Budget un avis écrit et circonstancié lorsque l'un des administrateurs publics les informent de l'existence d'un conflit d'intérêt entre un administrateur et l'organisme public;
6. faire un rapport général au moins tous les 6 mois au ministre de tutelle et au ministre du Budget. Les rapports sont cosignes s'il y a deux commissaires du Gouvernement. Ces rapports comportent s'il échet les remarques divergentes des commissaires.
7. Chaque commissaire, a l'exception du commissaire auprès de Ici RTBF et du commissaire auprès du CSA, doit introduire un recours motivé dans un délai de quatre jours francs auprès du Gouvernement contre toute décision qu'il estime être contraire à l'intérêt général, aux lois, décrets, ordonnances et arrêtés, aux missions de service public ou au contrat de gestion.
Le commissaire auprès de la RTBF doit introduire un recours motivé dans un délai de quatre jours après du Gouvernement contre toute décision qu'il estime contraire à l'intérêt général, aux lois, décrets, ordonnances, arrêtés a l'exception des dispositions légales en matière de radiodiffusion et de l'arrêté approuvant le contrat de gestion.
Le commissaire du Gouvernement auprès du CSA n'exerce un recours motivé dans un délai de quatre jours francs auprès du Gouvernement qu'à l'encontre des décisions relatives à la gestion administrative et financière, et au fonctionnement du CSA qu'il estime être contraire aux lois, décrets, ordonnances et arrêtés ou qu'il considère comme mettant en péril l'équilibre financier du CSA.
8. Tous les commissaires du Gouvernement, a l'initiative et sous la présidence du Président du Corps interministériel, se réunissent en Collège, quatre fois par on au moins, pour débattre de toute question transversale relative au contrôle qu'ils exercent.
9. Les commissaires du Gouvernement réunis en Collège invitent, à l'initiative leur Président, au moins deux fois par an, tous les commissaires aux comptes et les membres de la cellule d'audit interne de tous les organismes publics, afin de coordonner les différentes formes de contrôle.
10. Les commissaires du Gouvernement sont tenus de respecter les dispositions légales relatives aux organismes publics qu'ils contrôlent qui leur fixent des obligations particulières.
§ 3 Les domaines de performance pour l'évaluation des commissaires du Gouvernement sont :
- la présence régulière et active aux réunions du Conseil d'administration et aux réunions du Bureau ou Comité permanent;
- la transmission des rapports légaux dans les délais légaux;
- la prise de recours chaque fois qu'il s'avère nécessaire sur base de l'article 36 du décret, dans les délais légaux;
- la participation régulière et active aux réunions du Collège des Commissaires prévues à l'article 44 du décret et aux réunions de la coordination des contrôles prévus à l'article 54 du décret;
- une gestion efficace des ressources humaines qui lui sont affectées.
§ 4. L'évaluation est notifiée à l'intéressé contre récépissé ou par lettre recommandée à la poste.
1. il doit veiller à ce que les organismes publics, les sociétés de bâtiments scolaires et les sociétés de gestion patrimoniale respectent l'intérêt général, les lois, les décrets, ordonnances et arrêtés;
2. il doit veiller de la même façon à ce que les organismes publics, les sociétés de bâtiments scolaires, les sociétés de gestion patrimoniale respectent les missions de service public qui leur sont assignées, le contrat de gestion et le plan de développement;
3. il doit veiller à ce que les décisions des organes de gestion ne compromettent pas l'équilibre des finances de l'organisme public, de la société de bâtiment scolaire et de la société de gestion patrimoniale contrôlé ou aient une incidence sur le budget général des dépenses de la Communauté française.
§ 2. Les critères fonctionnels pour l'évaluation des commissaires du Gouvernement sont les suivants :
1. faire rapport spécial au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toute décision ou tout acte des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le bon déroulement des missions de service public;
2. faire un rapport spécial au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toute décision ou tout acte des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le respect de l'intérêt général, des lois, des décrets, ordonnances, arrêtés, contrat de gestion et plan de développement;
3. faire rapport au ministre de tutelle et au ministre du Budget sur toutes les décisions des organes de gestion qui risquent d'avoir une incidence sur le budget général des dépenses de la Communauté française ou qui risquent de compromettre l'équilibre des finances de l'organisme public;
4. remettre au ministre de tutelle et au ministre du Budget un avis écrit circonstancié lorsque les commissaires aux comptes les informent du fait qu'ils ont constaté des faits graves et concordants susceptibles de compromettre la continuité de l'organisme public,
5. remettre au ministre de tutelle et au ministre du Budget un avis écrit et circonstancié lorsque l'un des administrateurs publics les informent de l'existence d'un conflit d'intérêt entre un administrateur et l'organisme public;
6. faire un rapport général au moins tous les 6 mois au ministre de tutelle et au ministre du Budget. Les rapports sont cosignes s'il y a deux commissaires du Gouvernement. Ces rapports comportent s'il échet les remarques divergentes des commissaires.
7. Chaque commissaire, a l'exception du commissaire auprès de Ici RTBF et du commissaire auprès du CSA, doit introduire un recours motivé dans un délai de quatre jours francs auprès du Gouvernement contre toute décision qu'il estime être contraire à l'intérêt général, aux lois, décrets, ordonnances et arrêtés, aux missions de service public ou au contrat de gestion.
Le commissaire auprès de la RTBF doit introduire un recours motivé dans un délai de quatre jours après du Gouvernement contre toute décision qu'il estime contraire à l'intérêt général, aux lois, décrets, ordonnances, arrêtés a l'exception des dispositions légales en matière de radiodiffusion et de l'arrêté approuvant le contrat de gestion.
Le commissaire du Gouvernement auprès du CSA n'exerce un recours motivé dans un délai de quatre jours francs auprès du Gouvernement qu'à l'encontre des décisions relatives à la gestion administrative et financière, et au fonctionnement du CSA qu'il estime être contraire aux lois, décrets, ordonnances et arrêtés ou qu'il considère comme mettant en péril l'équilibre financier du CSA.
8. Tous les commissaires du Gouvernement, a l'initiative et sous la présidence du Président du Corps interministériel, se réunissent en Collège, quatre fois par on au moins, pour débattre de toute question transversale relative au contrôle qu'ils exercent.
9. Les commissaires du Gouvernement réunis en Collège invitent, à l'initiative leur Président, au moins deux fois par an, tous les commissaires aux comptes et les membres de la cellule d'audit interne de tous les organismes publics, afin de coordonner les différentes formes de contrôle.
10. Les commissaires du Gouvernement sont tenus de respecter les dispositions légales relatives aux organismes publics qu'ils contrôlent qui leur fixent des obligations particulières.
§ 3 Les domaines de performance pour l'évaluation des commissaires du Gouvernement sont :
- la présence régulière et active aux réunions du Conseil d'administration et aux réunions du Bureau ou Comité permanent;
- la transmission des rapports légaux dans les délais légaux;
- la prise de recours chaque fois qu'il s'avère nécessaire sur base de l'article 36 du décret, dans les délais légaux;
- la participation régulière et active aux réunions du Collège des Commissaires prévues à l'article 44 du décret et aux réunions de la coordination des contrôles prévus à l'article 54 du décret;
- une gestion efficace des ressources humaines qui lui sont affectées.
§ 4. L'évaluation est notifiée à l'intéressé contre récépissé ou par lettre recommandée à la poste.
Art.8. De betrokken Minister van Begroting en toezichthoudende Minister(s) doen een evaluatievoorstel aan de Regering op basis van de beschrijving van het ambt, van de functionele criteria en de prestatiedomeinen bedoeld in artikel 7 voor elke Regeringscommissaris, na eerst kennis genomen te hebben van de verslagen opgesteld door de Regeringscommissaris en door elke persoon die ze nuttig achten, met uitzondering van de andere leden van de Regering en de leden van de Ministeriële kabinetten en achteraf de commissaris van de Regering en elke persoon die ze nuttig achten gehoord te hebben, met uitzondering van de andere leden van de Regering en de leden van de Ministeriële kabinetten.
Art.8. Le Ministre du Budget et le(s) Ministre(s) de tutelle concerne(s) font une proposition d'évaluation au Gouvernement sur base de la description de fonction, des critères fonctionnels et des domaines de performance visés à l'article 7 pour chaque commissaire du Gouvernement après avoir, dans un premier temps, pris connaissance des rapports rédigés par le commissaire du Gouvernement et par toute personne qu'ils jugent nécessaire, à l'exception des autres membres du Gouvernement et des membres des cabinets ministériels et, dans un deuxième temps, entendu le commissaire du Gouvernement et toute personne qu'ils jugent nécessaire, à l'exception des autres membres du Gouvernement et des membres des cabinets ministériels.
Art.9. De Regeringscommissaris krijgt het voorstel van evaluatie van de betrokken Ministers. Hij kan schriftelijk opmerkingen maken en/of gehoord worden door de betrokken Ministers binnen de maand van ontvangst van het evaluatievoorstel.
Art.9. Le commissaire du Gouvernement reçoit la proposition d'évaluation des Ministres concernés. II peut apporter des observations par écrit et/ou être entendu par les Ministres concernés, dans le mois de la réception de la proposition d'évaluation.
Art.10. De Regering kent de evaluatie toe, rekening houdende met het voorstel bedoeld in artikel 8 en na de procedure bedoeld in de artikelen 8 en 9.
Art.10. Le Gouvernement attribue l'évaluation compte tenu de la proposition visée à l'article 8 et après la procédure visée aux articles 8 et 9.
Art.11. § 1. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan binnen de 10 dagen na de bekendmaking van de evaluatie een beroep indienen tegen de beslissing van de Regering bij de Raad van beroep, eerste afdeling, bedoeld in artikel 107 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
§ 2. De Raad van beroep, eerste afdeling, geeft een gemotiveerd advies aan de Regering binnen de twee maanden van zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord.
§ 3. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve evaluatie toe die :
- hetzij conform is met de eerste evaluatie;
- hetzij het advies volgt gegeven door de Raad van beroep.
§ 4. De Regering deelt binnen de 10 dagen de definitieve evaluatie mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris.
§ 2. De Raad van beroep, eerste afdeling, geeft een gemotiveerd advies aan de Regering binnen de twee maanden van zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord.
§ 3. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve evaluatie toe die :
- hetzij conform is met de eerste evaluatie;
- hetzij het advies volgt gegeven door de Raad van beroep.
§ 4. De Regering deelt binnen de 10 dagen de definitieve evaluatie mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris.
Art.11. § 1er. Le commissaire du Gouvernement a titre définitif peut introduire, dans les 10 jours de la notification de l'évaluation, un recours contre la décision du Gouvernement, auprès de la Chambre des recours, première section, visée a l'article 107 de l'arrêté du 22 juillet 1996 portant statut des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française.
§ 2. La Chambre des recours, première section, rend un avis motivé au Gouvernement dans les deux mois de sa saisine, après avoir entendu l'intéressé.
§ 3. Le Gouvernement, dans le mois qui suit la réception de l'avis de la Chambre des recours, attribue une évaluation définitive, laquelle :
- soit est conforme a la première évaluation;
- soit suit l'avis émis par la Chambre des recours.
§ 4. Le Gouvernement notifie dans les 10 jours, au commissaire du Gouvernement à titre définitif, l'évaluation définitive.
§ 2. La Chambre des recours, première section, rend un avis motivé au Gouvernement dans les deux mois de sa saisine, après avoir entendu l'intéressé.
§ 3. Le Gouvernement, dans le mois qui suit la réception de l'avis de la Chambre des recours, attribue une évaluation définitive, laquelle :
- soit est conforme a la première évaluation;
- soit suit l'avis émis par la Chambre des recours.
§ 4. Le Gouvernement notifie dans les 10 jours, au commissaire du Gouvernement à titre définitif, l'évaluation définitive.
Art.12. De evaluatie bevat één van de volgende vermeldingen :
1° " zeer gunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zich buitengewoon zal hebben ingezet in de uitoefening van zijn opdrachten;
2° " gunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn opdrachten met het verwacht resultaat zal hebben uitgevoerd en binnen de bedoelde termijnen door zich persoonlijk in te zetten;
3° " voldoende " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten zal volbracht hebben met het gevraagde resultaat en binnen de bedoelde termijnen, maar hij zich niet genoeg persoonlijk inzet in de uitoefening ervan;
4° " met voorbehoud " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten hetzij gedeeltelijk hetzij buiten termijn zal hebben vervuld;
5° " ongunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn meeste wettelijke opdrachten niet zal hebben vervuld.
1° " zeer gunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zich buitengewoon zal hebben ingezet in de uitoefening van zijn opdrachten;
2° " gunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn opdrachten met het verwacht resultaat zal hebben uitgevoerd en binnen de bedoelde termijnen door zich persoonlijk in te zetten;
3° " voldoende " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten zal volbracht hebben met het gevraagde resultaat en binnen de bedoelde termijnen, maar hij zich niet genoeg persoonlijk inzet in de uitoefening ervan;
4° " met voorbehoud " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten hetzij gedeeltelijk hetzij buiten termijn zal hebben vervuld;
5° " ongunstig " : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn meeste wettelijke opdrachten niet zal hebben vervuld.
Art.12. L'évaluation fait l'objet d'une des mentions suivantes
1° " très favorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement à titre définitif se sera particulièrement distingué dans l'exercice de ses missions;
2° " favorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement a titre définitif aura rempli ses missions avec le résultat demandé et dans les délais prévus en faisant preuve de son investissement personnel;
3° " satisfaisant " : lorsque le commissaire du Gouvernement à titre définitif aura rempli ses missions légales avec le résultat demandé et dans les délais prévus, mais qu'il témoigne d'un manque d'investissement personnel dans l'exercice de celles-ci;
4° " réservée " : lorsque le commissaire du Gouvernement n titre définitif aura rempli ses missions légales soit de manière partielle, soit hors délai;
5° " défavorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement n titre définitif n'aura pas rempli la plupart de ses missions légales.
1° " très favorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement à titre définitif se sera particulièrement distingué dans l'exercice de ses missions;
2° " favorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement a titre définitif aura rempli ses missions avec le résultat demandé et dans les délais prévus en faisant preuve de son investissement personnel;
3° " satisfaisant " : lorsque le commissaire du Gouvernement à titre définitif aura rempli ses missions légales avec le résultat demandé et dans les délais prévus, mais qu'il témoigne d'un manque d'investissement personnel dans l'exercice de celles-ci;
4° " réservée " : lorsque le commissaire du Gouvernement n titre définitif aura rempli ses missions légales soit de manière partielle, soit hors délai;
5° " défavorable " : lorsque le commissaire du Gouvernement n titre définitif n'aura pas rempli la plupart de ses missions légales.
Art.13. Een " ongunstige " evaluatie heeft tot gevolg, voor de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris, dat hij vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de evaluatie definitief geworden is, voor de berekening van zijn anciënniteit de periodes verliest gedurende welke hij ongunstig geëvalueerd is.
Art.13. L'attribution d'une évaluation " défavorable " entraîne, dans le chef du commissaire du Gouvernement à titre définitif concerné, à partir du premier jour du mois qui suit la date à laquelle l'évaluation est devenue définitive, la perte dans le décompte de son ancienneté, des périodes pendant lesquelles il a été évalué défavorablement.
Art.14. Er wordt een einde gemaakt aan het ambt van de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke de tweede " ongunstige " evaluatie definitief geworden is.
Art.14. II est mis fin aux fonctions du commissaire du Gouvernement a titre définitif en cause le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel la deuxième évaluation " défavorable ", est devenue définitive.
HOOFDSTUK IV. - Tuchtregeling.
CHAPITRE IV. - Du régime disciplinaire.
Art.15. De bepalingen van titel XI van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap zijn van toepassing op de vastbenoemde Regeringscommissaris behoudens tegenstrijdige bepaling in dit hoofdstuk.
Art.15. Les dispositions du titre XI de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 portant statut des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française sont applicables au commissaire du Gouvernement à titre définitif sauf disposition contraire dans le présent chapitre.
Art.16. Artikel 103 van hetzelfde besluit moet als volgt gelezen worden :
" § 1. De Tuchtstraffen worden door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s) voorgesteld, na de vastbenoemde Regeringscommissaris te hebben gehoord.
Deze brengen hun voorstel over aan de Regering binnen een termijn van tien dagen na de mededeling van het behoorlijk gemotiveerd voorstel aan de vastbenoemde Regeringscommissaris.
§ 2. De Regering beslist over het voorstel van tuchtstraf.
De betrokken vastbenoemde Regeringscommissaris kan vragen om gehoord te worden en kan daartoe bijgestaan worden door de persoon van zijn keuze.
§ 3. De beslissing van de Regering wordt binnen de 10 dagen meegedeeld aan de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s).
§ 4. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan binnen de 10 dagen na kennisgeving van de tuchtstraf een beroep indienen tegen de beslissing van de Regering bij de Raad van Beroep, eerste afdeling, bedoeld in artikel 107 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
§ 5. De Raad van Beroep, eerste afdeling, brengt een gemotiveerd advies uit aan de Regering binnen de twee maanden na zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord.
§ 6. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve tuchtstraf toe, die :
- hetzij conform is met de eerste tuchtstraf;
- hetzij het advies volgt van de Raad van Beroep.
§ 7. De Regering deelt binnen de tien dagen zijn definitieve beslissing mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris. "
" § 1. De Tuchtstraffen worden door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s) voorgesteld, na de vastbenoemde Regeringscommissaris te hebben gehoord.
Deze brengen hun voorstel over aan de Regering binnen een termijn van tien dagen na de mededeling van het behoorlijk gemotiveerd voorstel aan de vastbenoemde Regeringscommissaris.
§ 2. De Regering beslist over het voorstel van tuchtstraf.
De betrokken vastbenoemde Regeringscommissaris kan vragen om gehoord te worden en kan daartoe bijgestaan worden door de persoon van zijn keuze.
§ 3. De beslissing van de Regering wordt binnen de 10 dagen meegedeeld aan de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s).
§ 4. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan binnen de 10 dagen na kennisgeving van de tuchtstraf een beroep indienen tegen de beslissing van de Regering bij de Raad van Beroep, eerste afdeling, bedoeld in artikel 107 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
§ 5. De Raad van Beroep, eerste afdeling, brengt een gemotiveerd advies uit aan de Regering binnen de twee maanden na zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord.
§ 6. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve tuchtstraf toe, die :
- hetzij conform is met de eerste tuchtstraf;
- hetzij het advies volgt van de Raad van Beroep.
§ 7. De Regering deelt binnen de tien dagen zijn definitieve beslissing mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris. "
Art.16. L'article 103 de même arrêté doit se lire comme suit :
" § 1er. Les sanctions disciplinaires sont proposées conjointement par le Ministre du Budget et le(s) Ministre(s) de tutelle, après avoir entendu le commissaire du Gouvernement à titre définitif.
Ceux-ci transmettent leur proposition au Gouvernement dans un délai de dix jours après que la proposition, dûment motivée, a été notifiée au commissaire du Gouvernement concerné.
§ 2. Le Gouvernement se prononce sur la proposition de sanction disciplinaire.
Le commissaire du Gouvernement à titre définitif concerné peut demander a être entendu et peut, à cette occasion, se faire assister de la personne de son choix.
§ 3. La décision du Gouvernement est notifiée dans les 10 jours au commissaire du Gouvernement à titre définitif concerné conjointement par le Ministre du Budget et le(s) Ministres de tutelle.
§ 4. Le commissaire du Gouvernement a titre définitif peut introduire, dans les 10 jours de la notification de la sanction disciplinaire, un recours contre la décision du Gouvernement, auprès de la Chambre des recours, première section, visée à l'article 107 de l'arrêté du 22 juillet 1996 portant statut des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française.
§ 5. La Chambre des recours, première section, rend un avis motivé au Gouvernement dans les deux mois de sa saisine, après avoir entendu l'intéressé.
§ 6. Le Gouvernement, dans le mois qui suit la réception de l'avis de la Chambre des recours, attribue une sanction disciplinaire définitive, laquelle :
- soit est conforme a la première sanction disciplinaire;
- soit suit l'Avis émis par Ici Chambre des recours.
§ 7. Le Gouvernement notifie dans les dix jours, au commissaire du Gouvernement à titre définitif, sa décision définitive. "
" § 1er. Les sanctions disciplinaires sont proposées conjointement par le Ministre du Budget et le(s) Ministre(s) de tutelle, après avoir entendu le commissaire du Gouvernement à titre définitif.
Ceux-ci transmettent leur proposition au Gouvernement dans un délai de dix jours après que la proposition, dûment motivée, a été notifiée au commissaire du Gouvernement concerné.
§ 2. Le Gouvernement se prononce sur la proposition de sanction disciplinaire.
Le commissaire du Gouvernement à titre définitif concerné peut demander a être entendu et peut, à cette occasion, se faire assister de la personne de son choix.
§ 3. La décision du Gouvernement est notifiée dans les 10 jours au commissaire du Gouvernement à titre définitif concerné conjointement par le Ministre du Budget et le(s) Ministres de tutelle.
§ 4. Le commissaire du Gouvernement a titre définitif peut introduire, dans les 10 jours de la notification de la sanction disciplinaire, un recours contre la décision du Gouvernement, auprès de la Chambre des recours, première section, visée à l'article 107 de l'arrêté du 22 juillet 1996 portant statut des agents des Services du Gouvernement de la Communauté française.
§ 5. La Chambre des recours, première section, rend un avis motivé au Gouvernement dans les deux mois de sa saisine, après avoir entendu l'intéressé.
§ 6. Le Gouvernement, dans le mois qui suit la réception de l'avis de la Chambre des recours, attribue une sanction disciplinaire définitive, laquelle :
- soit est conforme a la première sanction disciplinaire;
- soit suit l'Avis émis par Ici Chambre des recours.
§ 7. Le Gouvernement notifie dans les dix jours, au commissaire du Gouvernement à titre définitif, sa décision définitive. "
TITEL II. - Actiemiddelen en personeel ter beschikking gesteld van het Interministerieel college van de Regeringscommissarissen.
TITRE II: Des moyens d'actions et du personnel mis à disposition de Corps interministériel des commissaires du Gouvernement.
Art. 17. Het interministerieel college van de Regeringscommissarissen bedoeld in artikel 37 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, beschikt, als steun bij de vervulling van zijn taak, over personeel aangeworven op basis van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen.
De personeelsformatie wordt als volgt vastgesteld :
De personeelsformatie wordt als volgt vastgesteld :
Art. 17. Le Corps interministériel des commissaires du Gouvernement, visé a l'article 37 du décret du 9 janvier 2003 relatif a la transparence, à l'autonomie et au contrôle des organismes publics, des sociétés de bâtiments scolaires et des sociétés de gestion patrimoniale qui dépendent de la Communauté française, dispose, pour l'assister dans sa tâche, de personnel recruté sur base de l'arrêté royal du 22 décembre 2000 fixant les principes généraux du statut administratif et pécuniaire des agents de l'Etat applicables au personnel des services des Gouvernements de Communauté et Région et des Collèges de la Commission communautaire commune et de la Commission communautaire française ainsi qu'aux personnes morales de droit public qui en dépendent.
Le cadre du personnel est fixé comme suit :
Le cadre du personnel est fixé comme suit :
Niveau 1 3
Niveau 2+ 3
Niveau 2 2
Niveau 3 1
Niveau 2+ 3
Niveau 2 2
Niveau 3 1
Niveau 1 3
Niveau 2+ 3
Niveau 2 2
Niveau 3 1
Niveau 2+ 3
Niveau 2 2
Niveau 3 1
Art.18. In artikel 2, lid 1, eerste vak, eerste kolom van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 juni 1999 betreffende de aankoop, het huren en het gebruiken van voertuigen bestemd voor de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, voor sommige instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap en voor de Kabinetten van de Ministers die lid zijn van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden de volgende categorieën bijgevoegd na de categorie " leidende ambtenaar van een instelling van openbaar nut " : " vastbenoemde Regeringscommissaris bij een instelling van openbaar nut ", " Regeringscommissaris of -afgevaardigde bij een universitaire instelling ", leidende ambtenaar van de school voor overheidsbestuur ".
Art.18. A l'article 2, alinéa 1er, premier cadre, première colonne de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 21 juin 1999 relatif à l'acquisition, la location et l'utilisation de véhicules destinés aux Services du Gouvernement de la Communauté française, à certains organismes d'intérêt public relevant de la Communauté française et aux Cabinets des Ministres Membres du Gouvernement de la Communauté française, sont ajoutés à côté de la catégorie " fonctionnaire dirigeant d'un organisme d'intérêt public ", les catégories suivantes : " commissaire du Gouvernement à titre définitif auprès d'un organisme d'intérêt public ", " commissaire ou délégué du Gouvernement auprès d'une Institution universitaire "; " fonctionnaire dirigeant de l'Ecole d'Administration publique ".
TITEL IV. - Slotbepaling.
TITRE IV. - Disposition finale.
Art. 19. De Minister van Ambtenarenzaken en van Begroting en de toezichthoudende Ministers, ieder wat hem betreft, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 19. Le Ministre de la Fonction publique et du Budget et les Ministres de tutelle, chacun pour ce qui le concerne, sont chargés de l'exécution du présent arrêté.