Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
21 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 januari 1998 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) (VERTALING).
Titre
21 NOVEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 12 janvier 1998 fixant le statut administratif et pécuniaire du personnel de l'Office de la Naissance et de l'Enfance.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 januari 1998 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) wordt een artikel 25bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " Betreffende de toepassing van artikel 103 op de ambtenaren-generaal, dient dat artikel te luiden als volgt :
  " § 1. De tuchtstraffen worden voorlopig voorgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid het kinderwelzijn behoort, na advies van de raad van bestuur. Vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag om advies, beschikt de raad van bestuur over een termijn van twee maanden, om dat advies uit te brengen. Nadat die termijn verstreken is, wordt het advies als gunstig geacht.
  De Minister tot wiens bevoegdheid het Kinderwelzijn behoort, zendt zijn voorlopig voorstel over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren binnen een termijn van tien werkdagen met ingang van de dag volgend op die waarop dit behoorlijk met redenen omkleed voorstel aan de betrokken ambtenaar werd meegedeeld.
  De betrokken ambtenaar wordt gehoord en kan zich te dezer gelegenheid laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
  § 2. De Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, brengt het definitief voorstel uit binnen een termijn van twee maanden met ingang van de dag volgend op die waarop het voorlopige voorstel hem werd meegedeeld. De betrokken ambtenaar wordt gehoord en kan zich te dezer gelegenheid laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
  De Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, kan voorstellen :
  - het voorlopig voorstel in te willigen;
  - geen straf op te leggen;
  - een mildere straf op te leggen dan deze die in het voorlopig voorstel voorkomt.
  § 3. Van het voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, wordt aan de betrokken ambtenaar kennis gegeven.
  § 4. De ambtenaar tegen wie een tuchtstraf definitief voorgesteld is, kan hiertegen, binnen een termijn van veertien dagen na kennisgeving ervan, beroep instellen bij de voor de ambtenaren-generaal bevoegde Raad van Beroep die vóór iedere beslissing van de overheid een gemotiveerd advies uitbrengt.
  § 5. De in artikel 102 bedoelde overheid neemt binnen de maand die volgt op de ontvangst door deze overheid van het advies van de Raad van Beroep haar met redenen omklede beslissing, die :
  - ofwel met het definitief voorstel overeenstemt;
  - ofwel het door de Raad van Beroep uitgebracht advies opvolgt. "
Article 1. Dans l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 12 janvier 1998 fixant le statut administratif et pécuniaire de l'Office de la Naissance et de l'Enfance est inséré un article 25bis rédigé comme suit :
  " Concernant son application à l'égard des fonctionnaires généraux, l'article 103 doit se lire comme suit :
  " § 1er. Les sanctions disciplinaires sont proposées provisoirement par le Ministre ayant l'Enfance dans ses attributions après avoir requis l'avis du Conseil d'administration. A dater de la réception de la demande d'avis, le Conseil d'administration dispose d'un délai de deux mois pour rendre celui-ci. Passé ce délai, l'avis est réputé favorable.
  Le Ministre ayant l'Enfance dans ses attributions transmet sa proposition provisoire au Ministre ayant la Fonction publique dans ses attributions dans un délai de dix jours ouvrables prenant cours le jour qui suit celui où celle-ci, dûment motivée, a été notifiée à l'agent concerné.
  L'agent concerné est entendu et peut, à cette occasion, se faire assister de la personne de son choix.
  § 2. Le Ministre ayant la Fonction publique dans ses attributions émet la proposition définitive dans un délai de deux mois prenant cours le jour qui suit celui ou la proposition provisoire lui a été communiquée. L'agent concerné est entendu et peut, à cette occasion, se faire assister de la personne de son choix.
  Le Ministre ayant la Fonction publique dans ses attributions peut proposer :
  - de suivre la proposition provisoire;
  - de n'infliger aucune sanction;
  - d'infliger une sanction plus légère que celle qui est contenue dans la proposition provisoire.
  § 3. La proposition du Ministre ayant la Fonction publique dans ses attributions est notifiée à l'agent concerné.
  § 4. L'agent à charge duquel une sanction disciplinaire est définitivement proposée peut introduire, dans les quinze jours de sa notification, un recours contre cette proposition auprès de la Chambre de recours compétente pour les fonctionnaires généraux qui donne un avis motivé avant toute décision de l'autorité.
  § 5. L'autorité visée à l'article 102 prend, dans le mois qui suit la réception par celle-ci de l'avis de la Chambre de recours, sa décision motivée, laquelle :
  - soit est conforme à la proposition définitive;
  - soit suit l'avis émis par la Chambre de recours. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.2. Le présent arrêté entre en vigueur au jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 3. De Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren en de Minister tot wiens bevoegdheid het Kinderwelzijn behoort, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 21 november 2002.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Kinderwelzijn, belast met het basisonderwijs, de opvang en de opdrachten toegewezen aan de " O.N.E. ",
  J.-M. NOLLET.
Art. 3. Le Ministre ayant la Fonction publique dans ses attributions et le Ministre ayant l'Enfance dans ses attributions, sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
  Bruxelles, le 21 novembre 2002.
  Pour le Gouvernement de la Communauté française :
  Le Ministre de la Culture, du Budget, de la Fonction publique, de la Jeunesse et des Sports,
  R. DEMOTTE
  Le Ministre de l'Enfance, chargé de l'Enseignement fondamental, de l'Accueil et des missions confiées à l'O.N.E.,
  J.-M. NOLLET.