Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1998 betreffende de officiële controle op de stoffen bestemd voor dierlijke voeding en van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding.
Titre
14 NOVEMBRE 2002. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 8 novembre 1998 concernant le contrôle officiel des substances destinées à l'alimentation des animaux et modifiant l'arrêté royal du 8 février 1999 relatif au commerce et à l'utilisation des substances destinées à l'alimentation des animaux.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (14)
Texte (14)
Artikel 1. Artikel 1, § 1, punt 2° van het koninklijk besluit van 8 november 1998 betreffende de officiële controle op de stoffen bestemd voor dierlijke voeding wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 2° " voor diervoeding bestemd product " of " product " : diervoeder of een in de diervoeding gebruikte stof; ".
Article 1er. L'article 1er, § 1er, point 2°, de l'arrêté royal du 8 novembre 1998 concernant le contrôle officiel des substances destinées à l'alimentation des animaux est remplacé par la disposition suivante :
  " 2° " produit destiné à l'alimentation animale " ou " produit " : l'aliment pour animaux ou toute substance utilisée dans l'alimentation des animaux; ".
Art.2. In artikel 1, § 1, punt 3° van hetzelfde besluit worden de woorden " het in het bezit hebben van producten " vervangen door de woorden " het in het bezit hebben van een voor diervoeding bestemd product, ".
Art.2. Dans l'article 1er, § 1er, point 3° du même arrêté les mots " la détention de produits aux fins de leur vente, " sont remplacés par les mots " la détention de tout produit destiné à l'alimentation animale, aux fins de sa vente, ".
Art.3. In artikel 1, § 1, punt 4° van hetzelfde besluit worden de woorden " het product " vervangen door de woorden " het voor diervoeding bestemd product ".
Art.3. Dans l'article 1er, § 1er, point 4° du même arrêté les mots " d'un produit " sont remplacés par les mots " d'un produit destiné à l'alimentation animale, ".
Art.4. Artikel 1, § 1, punt 5° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 5° bevoegde overheid : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; "
Art.4. L'article 1er, § 1er, point 5° du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " 5° autorité compétente : l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire; "
Art.5. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
  " § 9. Deskundigen van de Europese Commissie kunnen, voorzover dit nodig is voor de uniforme toepassing van de bepalingen van onderhavig besluit, in samenwerking met de bevoegde overheid controles ter plaatse uitvoeren. De bevoegde overheid verleent de deskundigen van de Europese Commissie hierbij alle nodige hulp voor de uitvoering van hun taken. De Europese Commissie stelt de bevoegde overheid, de andere lidstaten en het Europees Parlement in kennis van de resultaten van de uitgevoerde controles. "
Art.5. L'article 3 du même arrêté est complété comme suit :
  " § 9. Des experts de la Commission européenne peuvent, dans la mesure où cela est nécessaire à l'application uniforme des dispositions du présent arrêté, effectuer des contrôles sur place en collaboration avec l'autorité compétente. L'autorité compétente apporte toute l'aide nécessaire aux experts pour l'accomplissement de leurs tâches. La Commission européenne informe l'autorité compétente, les autres Etats membres et le Parlement européen du résultat des contrôles effectués. "
Art.6. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 5. § 1. Het binnenbrengen op het grondgebied van het Koninkrijk België van voor de dierlijke voeding bestemde producten afkomstig uit derde landen, is onderworpen aan een voorafgaande melding. Deze melding moet onder de volgende vorm worden ingediend :
  1° De melding moet, voor elke partij, door de verantwoordelijke van het binnenbrengen op het grondgebied van het Koninkrijk België schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde overheid.
  2° De melding moet omvatten :
  a) de aard van het product en de hoeveelheid;
  b) het land van oorsprong van het product;
  c) de vervoermiddelen waarmee het product zal vervoerd worden;
  d) de vermoedelijke datum van binnenbrengen op het grondgebied van het Koninkrijk België;
  e) het douanekantoor waar de zending zal worden aangeboden bij het binnenbrengen op het Grondgebied van het Koninkrijk België;
  f) het adres van de bestemming waar het product zal worden geleverd.
  3° De verantwoordelijke van het binnenbrengen op het grondgebied van het Koninkrijk België is ertoe gehouden de datum en het vermoedelijk uur van introductie ten minste 72 uur vooraf mede te delen aan de bevoegde overheid.
  § 2. Bij het binnenbrengen op het grondgebied van het Koninkrijk België van producten bestemd voor de dierlijke voeding en behoudens afwijkingen toegestaan door de Minister, moet ten minste de controle van de documenten, zoals voorzien in artikel 4 van dit besluit, uitgevoerd worden op een van de volgende plaatsen :
  - voor het zeeverkeer : Antwerpen, Gent, Oostende, Zeebrugge;
  - voor het luchtverkeer : Bierset, Deurne, Gosselies, Oostende, Zaventem;
  - voor het postverkeer : Brussel-X. "
Art.6. L'article 5 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 5. § 1er. L'introduction sur le territoire du Royaume de Belgique, de produits en provenance de pays tiers et destinés à l'alimentation des animaux, est soumise à une déclaration préalable. Cette déclaration doit être introduite de la façon suivante :
  1° La déclaration doit être adressée pour chaque lot, par écrit, à l'autorité compétente, par le responsable de l'introduction sur le territoire du Royaume de Belgique.
  2° La déclaration doit mentionner :
  a) la nature du produit et la quantité;
  b) le pays d'origine du produit;
  c) les moyens de transport dans lesquels le produit sera transporté;
  d) la date présumée de l'introduction sur le territoire du Royaume de Belgique;
  e) le bureau de douane auquel l'envoi sera présenté à l'introduction sur le territoire du Royaume de Belgique;
  f) l'adresse de destination où le produit sera livré.
  3° Le responsable de l'introduction sur le territoire du Royaume de Belgique est tenu de communiquer la date et l'heure présumée d'introduction au moins 72 heures à l'avance, à l'autorité compétente.
  § 2. Lors de l'introduction de produits destinés à l'alimentation des animaux sur le territoire du Royaume de Belgique et sauf dérogations accordées par le Ministre, au moins le contrôle documentaire, visé à l'article 4 du présent arrêté, doit être effectué à un des endroits suivants :
  - pour le trafic maritime : Anvers, Gand, Ostende, Zeebrugge;
  - pour le trafic aérien : Bierset, Deurne, Gosselies, Ostende, Zaventem;
  - pour le trafic postal : Bruxelles-X. "
Art.7. Artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : " Uitsluitend indien dat nodig is voor de uitvoering van die steekproefcontroles, kan de bevoegde overheid met name marktdeelnemers verzoeken om de aankomst van de producten aan haar te melden. De bevoegde overheid stelt de Commissie ervan in kennis wanneer zij van die mogelijkheid gebruikmaakt. "
Art.7. L'article 10, § 1er du même arrêté est complété comme suit : " En particulier, et dans la seule mesure nécessaire à l'accomplissement de ces contrôles par sondage, l'autorité compétente peut demander aux opérateurs de lui signaler l'arrivée des produits. L'autorité compétente informe la Commission lorsqu'elle a recours à cette possibilité. "
Art.8. In artikel 11, § 1, tweede streepje van hetzelfde besluit worden de woorden " te ontsmetten " vervangen door de woorden " worden eventueel onschadelijk gemaakt ".
Art.8. Dans l'article 11, § 1er, 2e tiret du même arrêté, le mot " décontamination " est remplacé par les mots " détoxication éventuelle ".
Art.9. In artikel 12, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord " ontsmet " vervangen door de woorden " onschadelijk gemaakt ".
Art.9. Dans l'article 12, alinéa 1er du même arrêté, les mots " sont décontaminés " sont remplacés par les mots " font l'objet d'une détoxication ".
Art.10. Na artikel 13 van hetzelfde besluit wordt een afdeling ingevoegd luidend als volgt :
  " Afdeling 4bis. - Vrijwaringsclausule.
  Art. 13bis. Indien de Commissie, nadat ze door de bevoegde overheid officieel in kennis werd gesteld van de noodzaak om beschermende maatregelen te nemen ten gevolge van een probleem, toe te schrijven aan een voor gebruik in diervoeding bestemd product, dat een ernstig risico inhoudt voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, noch een schorsingsmaatregel, noch een maatregel tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het in het verkeer brengen heeft genomen zoals bedoeld in artikel 15 bis van de Richtlijn 95/53/EG tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding, kan de bevoegde overheid tijdelijke beschermende maatregelen nemen ten aanzien van het gebruik of het in het verkeer brengen van genoemd product.
  De bevoegde overheid deelt de genomen maatregelen onverwijld mee aan de andere lidstaten en aan de Commissie. "
Art.10. Après l'article 13 du même arrêté, une section rédigée comme suit, est insérée :
  " Section 4bis. - Clause de sauvegarde.
  Art. 13bis. Dans le cas où la Commission, après avoir été informée officiellement par l'autorité compétente de la nécessité de prendre des mesures de protection suite à un problème dû à un produit destiné à l'alimentation, susceptible de constituer un risque grave pour la santé humaine, la santé animale ou l'environnement, n'a pas pris les mesures de suspension ou de fixation des conditions particulières de mise en circulation, visées à l'article 15 bis de la directive 95/53/CE du Conseil fixant les principes relatifs à l'organisation des contrôles officiels dans le domaine de l'alimentation animale, l'autorité compétente peut prendre des mesures de protection temporaires en matière d'utilisation ou de mise en circulation dudit produit.
  L'autorité compétente informe immédiatement les autres Etats membres et la Commission des mesures ainsi prises. "
Art.11. Na artikel 13bis van hetzelfde besluit wordt een afdeling ingevoegd luidend als volgt :
  " Afdeling 5. - Informatiesysteem met betrekking tot aan diervoeders verbonden gevaren.
  Art. 13ter. § 1. De hoofden van bedrijven moeten de bevoegde overheid onverwijld in kennis stellen indien zij over informatie beschikken waaruit kan worden geconcludeerd dat een partij voor gebruik in diervoeding bestemde producten die zij al naargelang het geval hebben binnengebracht uit derde landen, in het verkeer hebben gebracht, in het bezit hebben, of waarvan zij eigenaar zijn :
  - de in bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding vastgestelde maximumgehalten voor ongewenste stoffen en producten, waarboven het product niet meer in oorspronkelijke toestand aan dieren mag worden gevoederd noch met andere voor diervoeding bestemde producten mag worden vermengd, overschrijdt, of
  - niet voldoet aan een van de overige bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, en dientengevolge, rekening houdend met de bestemming, een ernstig risico oplevert voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu.
  § 2. De hoofden van de bedrijven verstrekken de bevoegde overheid de nodige inlichtingen om een nauwkeurige identificatie van het betrokken product of de betrokken partij producten mogelijk te maken, evenals een zo volledig mogelijke beschrijving van het risico dat de betrokken producten opleveren, alsmede alle beschikbare informatie die gebruikt kan worden om het product op te sporen. Zij informeren de bevoegde overheid eveneens over de acties die zijn ondernomen om risico's voor gezondheid van mens of dier of voor het milieu te voorkomen, en beschrijven daarbij die acties.
  § 3. Eenzelfde informatieverplichting als opgenomen in §§ 1 en 2 is van toepassing op beroepsbeoefenaars die sanitaire toezicht houden op de veehouderijen, zoals bedoeld in artikel 10 van richtlijn 96/23/EG van de Raad van 26 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan, alsmede op de hoofden van de laboratoria die analyses uitvoeren.
  Art. 13quater. § 1. Indien de bevoegde overheid over informatie beschikt waaruit blijkt dat een partij voor diervoeding bestemde producten op grond van de risico-evaluatie van de beschikbare gegevens een ernstig risico oplevert voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, dan verifieert zij de ontvangen informatie en neemt zij, in voorkomend geval, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de partij niet in de diervoeding wordt gebruikt, waarbij zij met name de partij blokkeert en, teneinde de risico-evaluatie te verfijnen, onverwijld een onderzoek instelt naar :
  - de aard van het risico, en, in voorkomend geval, de hoeveelheden ongewenste stoffen,
  - de mogelijke oorsprong van de ongewenste stoffen of het risico.
  Deze risico-evaluatie wordt in voorkomend geval uitgebreid tot andere partijen van hetzelfde product of tot andere producten van de voeder- of voedselketen die ongewenste stoffen kunnen bevatten of waartoe het gevaar zich had kunnen uitbreiden, rekening houdend met de eventuele vermenging van de ongewenste stoffen met andere voor diervoeding bestemde producten en de eventuele recyclage van gevaarlijke producten in de voederketen.
  § 2. Indien de in § 1 bedoelde acties bevestigen dat er een ernstig risico bestaat, dan ziet de bevoegde overheid erop toe dat de uiteindelijke bestemming van de partij die ongewenste stoffen bevat, met inbegrip van de eventuele ontsmetting, andere wijzen van onschadelijk maken, nieuwe verwerking of eventuele vernietiging ervan, geen schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu en zij neemt, wanneer de ongewenste stoffen of het gevaar van de aanwezigheid van deze stoffen zich heeft kunnen uitbreiden tot andere partijen of tot de voeder- of voedselketen, onverwijld de volgende maatregelen : de andere als gevaarlijk beschouwde partijen van het product worden geïdentificeerd en geblokkeerd, totdat in voorkomend geval de levende dieren die met het gevaarlijke voeder zijn gevoederd, zijn geïdentificeerd en de maatregelen zijn toegepast die worden beoogd in richtlijn 96/23/EG van de Raad of in andere relevante communautaire bepalingen met betrekking tot de dierlijke gezondheid of de voedselveiligheid van producten van dierlijke oorsprong, waarbij gezorgd dient te worden voor coördinatie tussen de betrokken controlediensten om te voorkomen dat gevaarlijke producten in het verkeer worden gebracht en om te voorzien in de uitvoering van procedures voor het terugroepen van reeds in het verkeer gebrachte producten.
  Art. 13quinquies. § 1. De bevoegde overheid stelt onverwijld de Europese Commissie in kennis indien wordt vastgesteld dat een voor diervoeding bestemd product dat op het grondgebied van het Koninkrijk België en in andere lidstaten in het verkeer is gebracht, of dat een uit een derde land afkomstig product dat in de Gemeenschap is binnengebracht om in een of meerdere lidstaten in het verkeer te worden gebracht :
  - de in bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding vastgestelde maximumgehalten voor ongewenste stoffen en producten, waarboven het product niet meer in oorspronkelijke toestand aan dieren mag worden gevoederd noch met andere voor diervoeding bestemde producten mag worden vermengd, overschrijdt, of
  - niet voldoet aan een van de overige bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, en dientengevolge, rekening houdend met de bestemming, een ernstig risico oplevert voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu.
  De bevoegde overheid verstrekt hierbij de nodige gegevens voor de identificatie, tracering en blokkering van de betrokken producten en, in voorkomend geval, van de levende dieren die met het betreffende product zijn gevoederd, en somt de voorgenomen of reeds genomen vrijwaringsmaatregelen op zodat de Europese Commissie de andere lidstaten behoorlijk kan informeren.
  § 2. De bevoegde overheid stelt de Europese Commissie in kennis van de follow-up maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van door een andere lidstaat of de Europese Commissie meegedeelde gevaren, inclusief alle informatie betreffende de beëindiging van de risicosituatie. "
Art.11. Après l'article 13bis du même arrêté une section, rédigée comme suite, est insérée :
  " Section 5. - Système d'information relatif aux risques découlant des aliments pour animaux.
  Art. 13ter.
  § 1er. Les responsables d'établissements doivent informer sans délai l'autorité compétente quand ils disposent d'informations leur permettant de conclure qu'un lot de produits destinés à l'alimentation animale qu'ils ont, selon le cas, introduit en provenance d'un pays tiers, mis en circulation, qu'ils détiennent ou dont ils sont propriétaires :
  - dépasse les teneurs maximales pour les substances et produits indésirables fixées dans l'annexe 1 de l'arrêté ministériel du 12 février 1999 relatif au commerce et à l'utilisation des substances destinées à l'alimentation des animaux, au-delà desquelles le produit ne peut plus être distribué tel quel aux animaux, ni mélangé à d'autres produits destinés à l'alimentation animale, ou
  - n'est pas conforme à l'une des autres dispositions de la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières premières pour l'agriculture, l'horticulture, la sylviculture et l'élevage, et présente, en raison de cette non-conformité, un risque grave, compte tenu de la destination prévue, pour la santé humaine, la santé animale ou l'environnement.
  § 2. Les responsables des établissements fournissent tous les renseignements permettant une identification précise du produit ou du lot de produits en question, ainsi qu'une description aussi complète que possible du risque que présentent le ou les produit(s) concerné(s), et toutes les informations disponibles, utiles pour tracer ce ou ces produit(s). Ils informent également l'autorité compétente des actions engagées pour prévenir les risques pour la santé humaine, la santé animale ou l'environnement, en fournissant une description de ces actions.
  § 3. Les mêmes obligations d'information telles que reprises dans les §§ 1er et 2 sont d'application pour les professionnels assurant le suivi sanitaire des élevages tels que ceux visés à l'article 10 de la directive 96/23/CE du Conseil du 29 avril 1996 relative aux mesures de contrôle à mettre en oeuvre à l'égard de certaines substances et de leurs résidus dans les animaux vivants et leurs produits, et pour les responsables des laboratoires qui effectuent des analyses.
  Art. 13quater. § 1er. Lorsque l'autorité compétente dispose d'informations indiquant, sur la base des éléments disponibles d'évaluation des risques, qu'un lot de produits destiné à l'alimentation animale présente un risque grave pour la santé humaine, la santé animale ou l'environnement, elle vérifie les informations reçues et, le cas échéant, veille à ce que les mesures nécessaires soient prises pour que le lot ne soit pas utilisé dans l'alimentation animale, soumet ce lot à des restrictions et, afin de préciser l'évaluation des risques, procède immédiatement à une enquête concernant :
  - la nature du danger et, le cas échéant, les quantités de substances indésirables,
  - l'origine possible des substances indésirables ou du danger.
  Le cas échéant, cette évaluation des risques est étendue à d'autres lots du même produit ou à d'autres produits de la chaîne alimentaire humaine ou animale, qui pourraient contenir des substances indésirables ou auxquels ce danger aurait pu s'étendre, en prenant en compte l'éventuelle addition de substances indésirables dans d'autres produits destinés à l'alimentation animale et le recyclage éventuel de produits dangereux dans la chaîne de l'alimentation animale.
  § 2. Si l'existence d'un risque grave est confirmée conformément au § 1er, l'autorité compétente veille à ce que la destination finale du lot qui contient des substances indésirables, ainsi que sa décontamination éventuelle, d'autres opérations de détoxication, son retraitement ou sa destruction éventuelle, ne puisse pas avoir des effets nocifs sur la santé humaine, la santé animale ou l'environnement, et lorsque les substances indésirables ou le danger lié à leur présence ont pu s'étendre à d'autres lots ou à la chaîne alimentaire, animale ou humaine, elle procède immédiatement à l'identification et à la mise sous contrôle des autres lots de produits considérés comme dangereux, jusqu'à, le cas échéant, l'identification des animaux vivants alimentés avec des produits dangereux et l'application des mesures prévues par la directive 96/23/CE du Conseil ou par d'autres dispositions communautaires pertinentes relatives à la santé animale ou à la sécurité alimentaire des produits d'origine animale, en assurant la coordination entre les services de contrôle concernés, pour éviter que des produits dangereux soient mis en circulation et pour veiller à l'exécution des procédures de rappel des produits déjà mis en circulation.
  Art. 13quinquies. § 1er. L'autorité compétente informe sans délai la Commission européenne quand elle constate qu'un produit destiné à l'alimentation animale qui a été mis en circulation sur le territoire du Royaume de Belgique ainsi que sur le territoire d'autres Etats membres, ou qu'un produit provenant d'un pays tiers, qui a été introduit sur le territoire de la Communauté en vue de la mise en circulation dans un ou plusieurs Etats membres :
  - dépasse les teneurs maximales pour les substances et produits indésirables fixées dans l'annexe 1re de l'arrêté ministériel du 12 février 1999 relatif au commerce et à l'utilisation des substances destinées à l'alimentation des animaux, au-delà desquelles le produit ne doit plus être distribué tel quel aux animaux, ni mélangé à d'autres produits destinés à l'alimentation animale, ou
  - n'est pas conforme à l'une des autres dispositions de la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières premières pour l'agriculture, l'horticulture, la sylviculture et l'élevage, et présente, en raison de cette non-conformité, un risque grave, compte tenu de la destination prévue, pour la santé humaine, la santé animale ou l'environnement.
  L'autorité compétente fournit les éléments suffisants en vue de permettre l'identification, le traçage et la mise sous contrôle des produits en question, et le cas échéant des animaux vivants alimentés avec ces produits, et indique les mesures de sauvegarde qui sont envisagées ou qui ont déjà été prises, afin que le Commission européenne puisse informer de manière adéquate les autres Etats membres.
  § 2. Suite aux dangers notifiés par un autre Etat membre ou par la Commission européenne, l'autorité compétente communique à la Commission européenne les mesures de suivi prises, y compris les informations relatives à la fin de la situation de risque. "
Art.12. In artikel 1, punt 21° van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding worden de woorden " het in het bezit hebben van producten " vervangen door de woorden " het in het bezit hebben van een voor diervoeding bestemd product, ".
Art.12. Dans l'article 1er, point 21° de l'arrêté royal du 8 février 1999 relatif au commerce et à l'utilisation des substances destinées à l'alimentation des animaux, les mots " la détention de produits aux fins de leur vente, " sont remplacés par les mots " la détention de tout produit destiné à l'alimentation animale, aux fins de sa vente, ".
Art.13. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.13. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 14. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 november 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  J. TAVERNIER.
Art. 14. Notre Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique et de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 14 novembre 2002.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique et de l'Environnement,
  J. TAVERNIER.