Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht en van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
Titre
4 AVRIL 2003. - Arrêté royal portant modification de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, de la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente et de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (30)
Texte (30)
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.
CHAPITRE I. - Modifications à la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation.
Artikel 1. In artikel 14, § 2, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gewijzigd bij de wetten van 10 augustus 2001 en 24 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het 2° worden de woorden " en zijn inschrijvingsnummer in het handelsregister of in het ambachtsregister, evenals zijn erkenningsnummer bij het Ministerie van Economische Zaken " vervangen door de woorden " en zijn ondernemingsnummer evenals de benaming en adres van het bevoegde toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie ";
  2° in het 3° worden de woorden " en zijn inschrijvingsnummer in het handelsregister of in het ambachtsregister, evenals zijn inschrijvingsnummer bij het Ministerie van Economische Zaken " vervangen door de woorden " en zijn ondernemingsnummer evenals de benaming en het adres van het bevoegde toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie ".
Article 1. A l'article 14, § 2, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, modifié par les lois des 10 août 2001 et 24 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :
  1° au 2°, les mots " et son numéro d'immatriculation au registre du commerce ou au registre de l'artisanat ainsi que son numéro d'agrément au Ministère des Affaires économiques " sont remplacés par les mots " et son numéro d'entreprise ainsi que les coordonnées de l'administration de surveillance compétente auprès du Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes & Energie ";
  2° au 3°, les mots " et son numéro d'immatriculation au registre du commerce ou au registre de l'artisanat, ainsi que son numéro d'inscription au Ministère des Affaires économiques " sont remplacés par les mots " et son numéro d'entreprise ainsi que les coordonnées de l'administration de surveillance compétente auprès du Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes & Energie ".
Art.2. In artikel 69, § 4, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het 6°, a), ingevoegd bij de wet van 6 juli 1992, wordt vervangen als volgt :
  " a) opgericht zijn onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk; ";
  2° het 6°, d), ingevoegd bij de wet van 6 juli 1992, wordt opgeheven.
Art.2. A l'article 69, § 4, alinéa 1er, de la même loi, modifié par la loi du 6 juillet 1992, sont apportées les modifications suivantes :
  1° le 6°, a), inséré par la loi du 6 juillet 1992, est remplacé par la disposition suivante :
  " a) être constitué sous forme d'association sans but lucratif; ";
  2° le 6°, d), inséré par la loi du 6 juillet 1992, est abrogé.
Art.3. In artikel 75 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. Om te worden erkend moeten de in artikel 74 bedoelde personen bij hun aanvraag :
  1° opgericht zijn in de vorm van een handelsvennootschap of als rechtspersoon voor de economische samenwerkingsverbanden die geen vennootschappen zijn;
  2° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van handelsonderneming.
  De door de Minister van Economische Zaken aangestelde ambtenaren kunnen aan de natuurlijke personen en de rechtspersonen met betrekking tot hun bestuurders, zaakvoerders, directeurs of gevolmachtigden een bewijs van goed zedelijk gedrag of een gelijkwaardig document bestemd voor een openbaar bestuur vragen in de mate dat zij geen toegang zouden hebben tot het Centraal Strafregister of voornoemde personen niet vatbaar zijn voor registratie in dit register. ";
  2° in § 3 worden de woorden " Bovendien moeten de aanvragers er zich toe verbinden " vervangen door de woorden " Bovendien zijn zij gehouden om ";
  3° in § 4 worden de woorden " de verbintenis " vervangen door de woorden " de verplichting ";
  4° in § 5 worden de woorden " Zij moeten zich ook ertoe verbinden " vervangen door de woorden " Zij zijn er ook toe gehouden ".
Art.3. A l'article 75 de la même loi, modifié par la loi du 24 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :
  1° le § 1er est remplacé par la disposition suivante :
  " § 1er. Pour être agréés, les intéressés visés à l'article 74 doivent, lors de leur demande d'agrément :
  1° être constitués sous forme de société commerciale, ou sous forme de personne morale pour les groupements d'intérêt économique qui ne sont pas des sociétés;
  2° être immatriculés à la Banque-Carrefour des Entreprises en qualité d'entreprise commerciale.
  Les agents commissionnés par le Ministre des Affaires économiques peuvent réclamer aux personnes physiques et aux personnes morales en ce qui concerne leurs administrateurs, gérants, directeurs ou fondés de pouvoir un certificat de bonnes vie et moeurs destiné à une administration publique ou un document équivalent, dans la mesure où ils ne pourraient pas accéder au Casier judiciaire central ou si les personnes mentionnées ci-dessus ne sont pas susceptibles d'être enregistrées dans ce registre. ";
  2° au § 3, les mots " En outre, les demandeurs doivent s'engager à " sont remplacés par les mots " En outre, ils sont tenus de ";
  3° au § 4, les mots " l'engagement " sont remplacés par les mots " l'obligation ";
  4° au § 5, les mots " Elles doivent aussi s'engager à " sont remplacés par les mots " Elles sont aussi tenues de ".
Art.4. In artikel 75bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 februari 1994, wordt de laatste zin van § 1, vierde lid, vervangen als volgt :
  " Van deze registratie wordt melding gemaakt aan de Kruispuntbank van Ondernemingen die ernaar verwijst via het ondernemingsnummer. ".
Art.4. A l'article 75bis de la même loi, inséré par la loi du 11 février 1994, la dernière phrase du § 1er, alinéa 4, est remplacée par la disposition suivante :
  " Cet enregistrement est communiqué à la Banque-Carrefour des Entreprises qui s'y réfère par le biais du numéro d'entreprise. ".
Art.5. In artikel 77, § 2, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 juli 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Bij hun aanvraag om inschrijving moeten de in § 1 bedoelde personen :
  1° opgericht zijn in de vorm van een handelsvennootschap of als rechtspersoon voor de economische samenwerkingsverbanden die geen vennootschappen zijn;
  2° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van handelsonderneming.
  De door de Minister van Economische Zaken aangestelde ambtenaren kunnen aan de natuurlijke personen en de rechtspersonen met betrekking tot hun bestuurders, zaakvoerders, directeurs of gevolmachtigden een bewijs van goed zedelijk gedrag of een gelijkwaardig document bestemd voor een openbaar bestuur vragen in de mate dat zij geen toegang zouden hebben tot het Centraal Strafregister of voornoemde personen niet vatbaar zijn voor registratie in dit register. ";
  2° in het tweede lid worden de woorden " Bovendien moeten zij zich verbinden " vervangen door de woorden " Bovendien zijn zij gehouden om ".
Art.5. A l'article 77, § 2, de la même loi, remplacé par la loi du 6 juillet 1992, sont apportées les modifications suivantes :
  1° l'alinéa 1er est remplacé par la disposition suivante :
  " Lors de leur demande d'inscription, les personnes visées au § 1er doivent :
  1° être constituées sous forme de société commerciale, ou sous forme de personne morale pour les groupements d'intérêt économique qui ne sont pas des sociétés;
  2° être immatriculées à la Banque-Carrefour des Entreprises en qualité d'entreprise commerciale.
  Les agents commissionnés par le Ministre des Affaires économiques peuvent réclamer aux personnes physiques et aux personnes morales en ce qui concerne leurs administrateurs, gérants, directeurs ou fondés de pouvoir un certificat de bonnes vie et moeurs destine à une administration publique ou un document équivalent, dans la mesure où ils ne pourraient pas accéder au Casier judiciaire central ou si les personnes mentionnées ci-dessus ne sont pas susceptibles d'être enregistrées dans ce registre. ";
  2° à l'alinéa 2, les mots " En outre, elles doivent s'engager à " sont remplacés par les mots " En outre, elles sont tenues de ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument.
CHAPITRE II. - Modifications à la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur.
Art.6. In artikel 6, § 2, van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het 1° worden tussen de woorden " de identiteit, " en de woorden " het adres, " de woorden " het ondernemingsnummer, " ingevoegd;
  2° het 2° wordt vervangen als volgt :
  " 2° de naam of de benaming, het adres en, desgevallend, het ondernemingsnummer van de persoon die tot minnelijke invordering overgaat evenals de gegevens van het bevoegd toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie; ".
Art.6. A l'article 6, § 2, de la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur, sont apportées les modifications suivantes :
  1° au 1°, les mots " le cas échéant le numéro d'entreprise, " sont insérés entre les mots " l'identité " et les mots " l'adresse, ";
  2° le 2° est remplacé par la disposition suivante :
  " 2° le nom ou la dénomination, l'adresse et, le cas échéant, le numéro d'entreprise de la personne qui procède au recouvrement amiable de créance ainsi que les coordonnées de l'administration de surveillance auprès du Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes & Energie; ".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.
CHAPITRE III. - Modifications à la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente.
Art.7. Artikel 3 van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 3. § 1. Om de vergunning te verkrijgen, moet de houder van een drankgelegenheid vóór het begin van zijn activiteiten daartoe een aanvraag doen door middel van een aangifte bij de dienst aangewezen door de Minister van Financiën.
  De aangever kan die aangifte op elektronische wijze via de hiertoe door de overheidsdienst ter beschikking gestelde toepassing indienen en verklaart daarbij of er reeds eerder een plan werd ingediend bij de Administratie van het Kadaster en onder welke referentie dit in voorkomend geval werd geregistreerd.
  Op verzoek van de aangever betekent de Administratie van het Kadaster hem het afgesplitste gedeelte van het kadastraal inkomen dat zal dienen als heffingsgrondslag van de belasting voor de vaststelling van het vergunningsrecht.
  Deze aangifte moet de tot de drankgelegenheid behorende plaatsen en lokaliteiten nauwkeurig vermelden.
  De Administratie der douane en accijnzen gaat via consultatie van het Centraal Strafregister na of de houder van de drankgelegenheid zich niet bevindt in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 1. Aan de hand van het rijksregisternummer van de bij hem inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid deelnemen, dat dient te worden vermeld op de aangifte, zal de Administratie der douane en accijnzen tevens nagaan of die personen zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 3.
  § 2. Indien de houder zijn drankgelegenheid exploiteert door bemiddeling van een lasthebber, gaat de Administratie der douane en accijnzen via consultatie van het Centraal Strafregister na of deze laatste zich niet bevindt in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 1, 2° tot 7° en 9°.
  De aangifte moet bovendien het rijksregisternummer bevatten van de bij de lasthebber inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid deelnemen, teneinde de Administratie der douane en accijnzen toe te laten na te gaan of zij zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 3.
  § 3. Indien de houder van een drankgelegenheid of de lasthebber een rechtspersoon is, gaat een daartoe bevoegd persoon van de Administratie der douane en accijnzen via consultatie van het Centraal Strafregister na of elk orgaan dat belast is met het vervullen van de bij deze wet opgelegde verplichtingen of dat op enigerlei wijze betrokken is bij de exploitatie van de drankgelegenheid, zich niet bevindt in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 1, 2° tot 7° en 9°.
  § 4. Indien de houder van een drankgelegenheid een feitelijke vereniging is, gaat een daartoe bevoegd persoon van de Administratie der douane en accijnzen via consultatie van het Centraal Strafregister na of elk van de natuurlijke personen die van de vereniging deel uitmaken en van elk orgaan van de rechtspersonen dat belast is met het vervullen van de bij deze wet opgelegde verplichtingen of dat op enigerlei wijze betrokken is bij de exploitatie van de drankgelegenheid, zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 1, 2° tot 7° en 9°. ".
Art.7. L'article 3 de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente, modifié par la loi du 22 décembre 1998, est remplacé comme suit :
  " Art. 3. § 1er. Pour obtenir la patente, le débitant doit en faire la demande, préalablement au commencement de ses activités, en adressant une déclaration au service designé par le Ministre des Finances.
  Le déclarant peut introduire cette déclaration par voie électronique au moyen d'outils mis à sa disposition à cet effet par les autorités fédérales et y déclarer avoir transmis, préalablement, à l'Administration du cadastre, un plan dont il mentionne, le cas échéant, les références sous lesquelles il y a été enregistré.
  A la demande du déclarant, l'Administration du Cadastre lui notifie la quotité du revenu cadastral qui devra être utilisée comme assiette de l'impôt pour la fixation de la taxe de patente.
  Cette déclaration doit indiquer avec précision les endroits et locaux affectés au débit.
  L'Administration des douanes et accises consulte le Casier judiciaire central, afin de vérifier si le debitant n'est pas frappé par l'un des cas d'exclusion prévus à l'article 11, § 1er. Sur la base du numéro de registre national des personnes habitant avec lui ou habitant dans l'établissement qui participent à l'exploitation du debit, dont mention est faite sur la déclaration, l'Administration des douanes et accises vérifie également si ces personnes ne se trouvent pas dans l'un des cas d'exclusion prévus par l'article 11, § 3.
  § 2. Si le débitant exploite son débit par l'intermédiaire d'un mandataire, l'Administration des douanes et accises consulte le Casier judiciaire central aux fins de vérifier si ce dernier ne se trouve pas dans l'un des cas d'exclusion visés par l'article 11, § 1er, 2° à 7° et 9°.
  La déclaration doit porter mention du numéro de registre national des personnes habitant avec le mandataire ou habitant dans l'établissement et qui participent à l'exploitation du débit, aux fins de permettre à l'Administration des douanes et accises de vérifier si ces personnes ne se trouvent pas dans l'un des cas d'exclusion prévus par l'article 11, § 3.
  § 3. Si le débitant ou le mandataire est une personne morale, une personne compétente à cette fin de l'Administration des douanes et accises consulte le Casier judiciaire central aux fins de vérifier que chacun des organes charges d'accomplir les obligations imposées par la présente loi ou d'intervenir d'une manière quelconque dans l'exploitation du débit ne se trouve pas dans l'un des cas d'exclusion prévus par l'article 11, § 1er, 2° à 7° et 9°.
  § 4. Si le débitant est une association de fait, une personne compétente a cette fin de l'Administration des douanes et accises consulte le Casier judiciaire central aux fins de vérifier si chaque personne physique faisant partie de cette association et chacun des organes des personnes morales chargés d'accomplir les obligations imposées par la présente loi ou d'intervenir d'une manière quelconque dans l'exploitation du débit ne se trouvent pas dans l'un des cas d'exclusion prévus par l'article 11, § 1er, 2° à 7° et 9°. ".
Art.8. Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
  " Art. 4. Indien de Administratie der douane en accijnzen beslist tot de weigering van de aangifte inzake het vergunningsrecht op basis van het feit dat de houder van de drankgelegenheid, de eventuele lasthebber of de bij hen inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid deelnemen, niet voldoen aan de moraliteitsvoorwaarden, kan de houder van de drankgelegenheid beroep instellen binnen dertig dagen na de weigering bij de Minister van Justitie. De Minister of zijn gemachtigde doet uitspraak over het beroep ten gronde. ".
Art.8. L'article 4 de la même loi est remplacé comme suit :
  " Art. 4. Si l'Administration des douanes et accises refuse d'accorder la patente du fait que le débitant, l'éventuel mandataire ou les personnes habitant avec eux ou habitant dans l'établissement qui participent à l'exploitation du débit ne satisfont pas aux conditions de moralité, le débitant peut exercer, dans les trente jours du refus, un droit de recours auprès du Ministre de la Justice. Le Ministre ou son délégué statue au fond sur le recours. ".
Art.9. Artikel 7 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
  " Art. 7. Elke verandering van lasthebber moet vooraf worden medegedeeld door middel van een aangifte.
  In dit geval gaat een daartoe bevoegd persoon van de Administratie der douane en accijnzen via consultatie van het Centraal Strafregister na of de nieuwe lasthebber zich niet bevindt in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 1, 2° tot 7° en 9°. Deze aangifte tot wijziging moet eveneens het rijksregisternummer van de bij de lasthebber inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid deelnemen bevatten, teneinde de Administratie der douane en accijnzen toe te laten bij de bevoegde autoriteiten na te gaan of zij zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting bepaald in artikel 11, § 3. ".
Art.9. L'article 7 de la même loi est remplacé comme suit :
  " Art. 7. Tout changement de mandataire doit faire l'objet d'une déclaration préalable.
  Dans ce cas, une personne compétente à cette fin de l'Administration des douanes et accises consulte le Casier judiciaire central pour vérifier si le nouveau mandataire ne se trouve pas dans l'un des cas d'exclusion visés par l'article 11, § 1er, 2° à 7° et 9°. Cette déclaration de modification porte également mention du numéro de registre national des personnes habitant avec le mandataire ou habitant dans l'établissement et qui participent à l'exploitation du débit, afin de permettre à l'Administration des douanes et accises de vérifier auprès des autorités compétentes si ces personnes ne se trouvent pas dans l'un des cas d'exclusion visés par l'article 11, § 3. ".
Art.10. In dezelfde wet wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 7bis. De door de Minister van Financiën aangestelde ambtenaren kunnen aan de personen vermeld in artikel 3 en 7 een afschrift van het moraliteitsattest vragen in de mate dat zij geen toegang zouden hebben tot het centraal strafregister of voornoemde personen niet vatbaar zijn voor registratie in dit register. ".
Art.10. Dans la même loi, un article 7bis est inseré, rédigé comme suit :
  " Art. 7bis. Les agents commissionnés par le Ministre des Finances peuvent réclamer aux personnes mentionnées dans l'article 3 et 7 une copie du certificat de moralite, dans la mesure où ils ne pourraient pas accéder au Casier judiciaire central ou si les personnes mentionnées ci-dessus ne sont pas susceptibles d'être enregistrées dans ce registre. ".
Art.11. Artikel 14, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998 en het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt :
  " De vergunning voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik ter plaatse wordt pas afgegeven na betaling van een jaarlijks en ondeelbaar recht, vastgesteld per kalenderjaar op 10 % van de geïndexeerde heffingsgrondslag van de belasting. ".
Art.11. L'article 14, alinéa 1er, de la même loi, modifié par la loi du 22 décembre 1998 et l'arrêté royal du 20 juillet 2000, est remplacé comme suit :
  " La patente pour le débit de boissons spiritueuses à consommer sur place n'est délivrée qu'après paiement d'une taxe annuelle et indivisible fixée, par année civile à 10 % du montant de l'assiette de l'impôt indexée. ".
Art.12. Artikel 16 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 16. De aangifte tot het verkrijgen van een vergunning en de aangifte van verandering van de drankgelegenheid worden door de ontvanger der accijnzen van het gebied geverifieerd in functie van het aan hem door de Administratie van het Kadaster meegedeelde afgesplitste gedeelte van het kadastraal inkomen. ".
Art.12. L'article 16 de la même loi, modifié par la loi du 22 décembre 1998, est remplacé comme suit :
  " Art. 16. La déclaration pour l'obtention de la patente et la déclaration de changement au débit sont vérifiées par le receveur des accises du ressort, sur base de la quotité du revenu cadastral communiquée par l'Administration du Cadastre. ".
Art.13. Artikel 17, eerste lid, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt :
  " Het vergunningsrecht moet voor de eerste maal worden betaald bij het indienen van de aangifte op het bevoegde kantoor der accijnzen of binnen de 8 werkdagen volgend op de datum van verzending van de uitnodiging tot betaling door de Administratie der douane en accijnzen bij het indienen van de aangifte op elektronische wijze. De exploitatie van de drankgelegenheid kan pas aanvangen na de betaling van het verschuldigd vergunningsrecht. Voor de volgende jaren moet het vergunningsrecht worden betaald in de tweede helft van de maand januari van het jaar waarvoor het verschuldigd is. ".
Art.13. L'article 17, alinéa 1er, de la même loi, est remplacé comme suit :
  " La taxe de patente est payable pour la première fois au moment du dépôt de la déclaration au bureau des accises compétent ou, en cas d'introduction d'une déclaration par voie électronique, dans les huit jours ouvrables à compter de la date d'envoi de l'invitation à payer transmise par l'Administration des douanes et accises. L'exploitation du débit ne peut débuter qu'après payement de la patente due. Pour les années suivantes, elle est payable dans la deuxième quinzaine du mois de janvier de l'année pour laquelle elle est due. ".
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de wet 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
CHAPITRE IV. - Modifications à la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs.
Art.14. In artikel 4, tweede lid, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wordt het woord " schriftelijke " geschrapt.
Art.14. A l'article 4, alinéa 2, de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, le mot " ecrite " est supprimé.
Art.15. Artikel 31 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
  " 5. ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van handelsonderneming. ".
Art.15. L'article 31 de la même loi est complété comme suit :
  " 5. être inscrit dans la Banque-Carrefour des Entreprises en qualité d'entreprise commerciale. ".
Art.16. Artikel 32, 4., van dezelfde wet wordt opgeheven.
  Het punt 5. wordt punt 4.
Art.16. L'article 32, 4., de la même loi est abrogé.
  Le point 5. en devient le point 4.
Art.17. Artikel 36 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
  " 6. ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van handelsonderneming. ".
Art.17. L'article 36 de la même loi est complété comme suit :
  " 6. être inscrit dans la Banque-Carrefour des Entreprises en qualité d'entreprise commerciale. ".
Art.18. Artikel 37, 4., van dezelfde wet wordt opgeheven.
  Het punt 5. wordt punt 4.
Art.18. L'article 37, 4., de la même loi est abrogé.
  Le point 5. en devient le point 4.
Art.19. Artikel 42 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
  " Art. 42. De aanvrager van een vergunning klasse C moet zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van handelsonderneming. ".
Art.19. L'article 42 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 42. Le demandeur d'une licence de classe C doit être inscrit dans la Banque-Carrefour des Entreprises en qualité d'entreprise commerciale. ".
Art.20. Artikel 55, 4°, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
  " 4° het identificatienummer bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen of, bij ontstentenis van dit nummer, het nummer toegekend krachtens het koninklijk besluit van 8 februari 1991 betreffende de samenstelling en de wijze van toekenning van het identificatienummer van de natuurlijke personen die niet ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen. ".
Art.20. L'article 55, 4°, de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
  " 4° le numéro d'identification visé à l'article 8 de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques ou, en l'absence de ce numéro, le numéro octroyé en vertu de l'arrêté royal du 8 février 1991 relatif à la composition et aux modalités d'attribution du numero d'identification des personnes physiques qui ne sont pas inscrites au Registre national des personnes physiques. ".
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding.
CHAPITRE V. - Entrée en vigueur.
Art.21. De artikelen 2, 3 en 5 treden in werking op 1 juli 2003.
  Artikel 1 treedt in werking op 1 januari 2005. Niettemin kunnen de personen en ondernemingen die reeds over een ondernemingsnummer beschikken dit nummer, onverminderd de toepassing van de artikelen 11 tot 13 en 87 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, vanaf 1 juli 2003 aanwenden ter vervanging van het inschrijvingsnummer in het handelsregister of in het ambachtsregister.
Art.21. Les articles 2, 3 et 5 entrent en vigueur le 1er juillet 2003.
  L'article 1er entre en vigueur le 1er janvier 2005. Toutefois, les personnes et les entreprises qui disposent déjà d'un numéro d'entreprise peuvent, sans préjudice de l'application des articles 11 à 13 et 87 de la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions, utiliser ce numéro à partir du 1er juillet 2003 au lieu du numéro d'immatriculation au registre du commerce ou au registre de l'artisanat.
Art.22. Artikel 4 treedt in werking op l juli 2003. Tot 1 januari 2005 zal niettemin het toegekende registratienummer blijven gelden als erkenningsnummer waarvan sprake in artikel 14, § 2, 2°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.
Art.22. L'article 4 entre en vigueur le 1er juillet 2003. Jusqu'au 1er janvier 2005 le numéro d'enregistrement octroyé restera d'application comme numéro d'agrément comme mentionné dans l'article 14, § 2, 2°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation.
Art.23. Artikel 6 treedt in werking op 1 januari 2005. Niettemin kunnen de schuldeisers en personen die tot minnelijke invordering overgaan en die reeds over een ondernemingsnummer beschikken, onverminderd de toepassing van de artikelen 11 tot 13 en 87 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, dit nummer vanaf 1 juli 2003 aanwenden ter vervanging van het inschrijvingsnummer in het handelsregister en het BTW - identificatienummer.
Art.23. L'article 6 entre en vigueur le 1er janvier 2005. Toutefois, les créanciers et personnes qui procedent au recouvrement amiable de créance et qui disposent déjà d'un numéro d'entreprise peuvent, sans prejudice de l'application des articles 11 à 13 et 87 de la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions, utiliser ce numéro à partir du 1er juillet 2003 au lieu du numéro d'immatriculation au registre du commerce et du numéro de TVA.
Art.24. De artikelen 7 tot 20 treden in werking op 1 juli 2003.
Art.24. Les articles 7 à 20 entrent en vigueur le 1er juillet 2003.
Art. 25. Onze Eerste Minister, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, Onze Minister van Economie, en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 april 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  G. VERHOFSTADT
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand,
  R. DAEMS
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  J. TAVERNIER.
Art. 25. Notre Premier Ministre, Notre Ministre de l'Intérieur, Notre Ministre de la Justice, Notre Ministre des Finances, Notre Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes Moyennes, Notre Ministre de l'Economie et Notre Ministre de la Protection de la consommation, de la Sante publique et de l'Environnement, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 4 avril 2003.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Premier Ministre,
  G. VERHOFSTADT
  Le Ministre de l'Intérieur,
  A. DUQUESNE
  Le Ministre de la Justice,
  M. VERWILGHEN
  Le Ministre des Finances,
  D. REYNDERS
  Le Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes,
  R. DAEMS
  Le Ministre de l'Economie,
  Ch. PICQUE
  Le Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique et de l'Environnement,
  J. TAVERNIER.