Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Het bestaande eerste lid zal § 1 vormen;
2° Het bestaande tweede lid en derde lid worden ondergebracht in een § 2, luidende :
" § 2. De externe dienst voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° de externe dienst oefent zijn opdrachten uit volgens de principes van integrale kwaliteitszorg;
2° bij de aanvang van zijn activiteiten dient hij te beschikken over een beleidsverklaring inzake integrale kwaliteitszorg. "
3° Er wordt een § 3 ingevoegd, luidende :
" § 3. De externe dienst past een kwaliteitssysteem toe dat gecertificeerd is volgens de norm NBN EN ISO 9001 (Deze norm kan bekomen worden bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie.) en levert hiervan het bewijs.
De externe dienst die op 31 december 2002 erkend was en waarvan de erkenning nadien hernieuwd wordt, moet het in vorig lid bedoelde bewijs uiterlijk op 31 december 2006 kunnen voorleggen en moet, in afwachting, na een termijn van vier jaar van activiteiten een document kunnen voorleggen waaruit blijkt dat hij de principes van integrale kwaliteitszorg toepast.
De externe dienst waarvan de eerste erkenning na 1 januari 2003 ingaat, moet het in het eerste lid bedoelde bewijs uiterlijk binnen een termijn van twee jaar van activiteiten kunnen voorleggen.
Het in het eerste lid bedoelde bewijs wordt geleverd door een certificaat voor het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in de afdeling 2 van het koninklijk besluit betreffende de interne dienst, uitgereikt door een certificatie-instelling die specifiek voor het uitvoeren van de certificatie van deze kwaliteitssystemen geaccrediteerd is door het Belgisch Accreditatiesysteem, overeenkomstig de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria, of door een gelijkwaardige accreditatie-instelling opgericht binnen de Europese Economische Ruimte.
De externe dienst mag geen gebruik maken van de eventuele mogelijkheid voorzien door de norm NBN EN ISO 9001 om bepaalde van zijn eisen niet toe te passen. "
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
31 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.
Titre
31 MARS 2003. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux services externes pour la prévention et la protection au travail.
Informations sur le document
Numac: 2003012138
Datum: 2003-03-31
Info du document
Numac: 2003012138
Date: 2003-03-31
Tekst (9)
Texte (9)
Article 1. A l'article 7 de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux services externes pour la prévention et la protection au travail sont apportées les modifications suivantes :
1° L'alinéa 1 formera le § 1;
2° Les alinéas 2 et 3 sont repris sous un § 2, rédigé comme suit :
" § 2. Le service externe répond aux conditions suivantes :
1° le service externe exerce ses missions selon les principes de gestion intégrale de la qualité;
2° dès le début de ses activités, il doit disposer d'une déclaration de politique en matière de gestion intégrale de la qualité. "
3° Il est inséré un § 3, rédigé comme suit :
" § 3. Le service externe applique un système de qualité certifié selon la norme NBN EN ISO 9001 (Cette norme peut être obtenue à l'Institut belge de Normalisation).) et en fournit la preuve.
Le service externe qui était agréé au 31 décembre 2002 et dont l'agrément est renouvelé par après, doit être en mesure de fournir la preuve visée au précédent alinéa au plus tard le 31 décembre 2006 et doit, en attendant, après un délai de quatre ans d'activités, être en mesure de fournir un document dont il ressort qu'il applique les principes de gestion intégrale de la qualité.
Le service externe dont le premier agrément entre en vigueur après le 1er janvier 2003, doit être en mesure de fournir la preuve visée à l'alinéa 1 au plus tard dans un délai de deux ans d'activités.
La preuve visée à l'alinéa 1 est fournie par un certificat pour l'exécution des missions visées à la section 2 de l'arrêté royal relatif au service interne, émis par un organisme de certification spécifiquement accrédité pour procéder à la certification de ces systèmes de qualité par le système belge d'accréditation, conformément à la loi du 20 juillet 1990 concernant l'accréditation des organismes de certification et de contrôle ainsi que les laboratoires d'essais, ou par un organisme d'accréditation équivalent établi dans l'Espace économique européen.
Le service externe ne peut pas faire appel à l'éventuelle possibilité prévue par la norme NBN EN ISO 9001 de ne pas appliquer certaines de ses exigences. "
1° L'alinéa 1 formera le § 1;
2° Les alinéas 2 et 3 sont repris sous un § 2, rédigé comme suit :
" § 2. Le service externe répond aux conditions suivantes :
1° le service externe exerce ses missions selon les principes de gestion intégrale de la qualité;
2° dès le début de ses activités, il doit disposer d'une déclaration de politique en matière de gestion intégrale de la qualité. "
3° Il est inséré un § 3, rédigé comme suit :
" § 3. Le service externe applique un système de qualité certifié selon la norme NBN EN ISO 9001 (Cette norme peut être obtenue à l'Institut belge de Normalisation).) et en fournit la preuve.
Le service externe qui était agréé au 31 décembre 2002 et dont l'agrément est renouvelé par après, doit être en mesure de fournir la preuve visée au précédent alinéa au plus tard le 31 décembre 2006 et doit, en attendant, après un délai de quatre ans d'activités, être en mesure de fournir un document dont il ressort qu'il applique les principes de gestion intégrale de la qualité.
Le service externe dont le premier agrément entre en vigueur après le 1er janvier 2003, doit être en mesure de fournir la preuve visée à l'alinéa 1 au plus tard dans un délai de deux ans d'activités.
La preuve visée à l'alinéa 1 est fournie par un certificat pour l'exécution des missions visées à la section 2 de l'arrêté royal relatif au service interne, émis par un organisme de certification spécifiquement accrédité pour procéder à la certification de ces systèmes de qualité par le système belge d'accréditation, conformément à la loi du 20 juillet 1990 concernant l'accréditation des organismes de certification et de contrôle ainsi que les laboratoires d'essais, ou par un organisme d'accréditation équivalent établi dans l'Espace économique européen.
Le service externe ne peut pas faire appel à l'éventuelle possibilité prévue par la norme NBN EN ISO 9001 de ne pas appliquer certaines de ses exigences. "
Art.2. In artikel 8, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " of het kwaliteitssysteem " ingevoegd tussen de woorden " de principes van integrale kwaliteitszorg " en de woorden " bedoeld in artikel 7 ".
Art.2. Dans l'article 8, alinéa 2, du même arrêté, les mots " ou le système de qualité " sont insérés entre les mots " des principes de gestion intégrale de la qualité " et " visés à l'article 7 ".
Art.3. Artikel 15, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : " en het kwaliteitssysteem bedoeld in artikel 7, § 3, eerste lid ".
Art.3. L'article 15, alinéa 1, 2°, du même arrêté, est complété comme suit : " et le système de qualité visés à l'article 7, § 3, alinéa 1 ".
Art.4. In artikel 18, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden " of van het kwaliteitssysteem " ingevoegd tussen de woorden " de principes van integrale kwaliteitszorg " en de woorden " van toepassing in de externe dienst ".
Art.4. Dans l'article 18, alinéa 1, 3°, du même arrêté, les mots " ou du système de qualité " sont insérés entre les mots " des principes de gestion intégrale de la qualité " et " en vigueur dans le service externe ".
Art.5. Artikel 36, tweede lid, 8°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : " of een voor eensluidend verklaard afschrift van het certificaat bedoeld in artikel 7, § 3, vierde lid ".
Art.5. L'article 36, alinéa 2, 8°, du même arrêté, est complété comme suit : " ou une copie, certifiée conforme, du certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4 ".
Art.6. Artikel 39, § 1, derde lid, 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 februari 2002, wordt aangevuld als volgt : " of een voor eensluidend verklaard afschrift van het certificaat bedoeld in artikel 7, § 3, vierde lid ".
Art.6. L'article 39, § 1, alinéa 3, 4°, du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 20 février 2002, est complété comme suit : " ou une copie, certifiée conforme, du certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4 ".
Art.7. Artikel 42, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 februari 2002, wordt aangevuld als volgt :
" 7° elke intrekking of verval van het in artikel 7, § 3, vierde lid, bedoelde certificaat. "
" 7° elke intrekking of verval van het in artikel 7, § 3, vierde lid, bedoelde certificaat. "
Art.7. L'article 42, alinéa 1, du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 20 février 2002, est complété comme suit :
" 7° tout retrait ou caducité du certificat, visé à l'article 7, § 3, alinéa 4. "
" 7° tout retrait ou caducité du certificat, visé à l'article 7, § 3, alinéa 4. "
Art.8. Artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 februari 2002, wordt aangevuld met de volgende leden :
" Indien de met het toezicht belaste ambtenaren vaststellen dat de externe dienst niet meer voldoet aan de bepalingen van dit besluit, kunnen zij een termijn vast stellen binnen welke de externe dienst zich in regel moet stellen. Wanneer de externe dienst houder is van het certificaat bedoeld in artikel 7, § 3, vierde lid, stelt de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde de certificatie-instelling, die het kwaliteitssysteem van de externe dienst gecertificeerd heeft, in kennis van al de vaststellingen die relevant zijn voor de certificatie.
Wanneer de externe dienst zich niet in regel heeft gesteld na verloop van de in vorig lid bedoelde termijn of wanneer de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde vaststelt dat het in artikel 7, § 3, vierde lid, bedoelde certificaat door de certificatie-instelling ingetrokken, niet hernieuwd of niet uitgereikt is, kan de Minister, op voorstel van deze administratie, de erkenning schorsen of intrekken.
De beslissingen genomen in uitvoering van het tweede en derde lid worden, met opgave van de redenen, aan de betrokken externe dienst betekend bij een ter post aangetekende brief. De Opvolgingscommissie wordt eveneens van deze beslissingen op de hoogte gesteld.
De certificatie-instelling van de betrokken externe dienst wordt op de hoogte gesteld van de beslissingen genomen in uitvoering van het derde lid. "
" Indien de met het toezicht belaste ambtenaren vaststellen dat de externe dienst niet meer voldoet aan de bepalingen van dit besluit, kunnen zij een termijn vast stellen binnen welke de externe dienst zich in regel moet stellen. Wanneer de externe dienst houder is van het certificaat bedoeld in artikel 7, § 3, vierde lid, stelt de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde de certificatie-instelling, die het kwaliteitssysteem van de externe dienst gecertificeerd heeft, in kennis van al de vaststellingen die relevant zijn voor de certificatie.
Wanneer de externe dienst zich niet in regel heeft gesteld na verloop van de in vorig lid bedoelde termijn of wanneer de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde vaststelt dat het in artikel 7, § 3, vierde lid, bedoelde certificaat door de certificatie-instelling ingetrokken, niet hernieuwd of niet uitgereikt is, kan de Minister, op voorstel van deze administratie, de erkenning schorsen of intrekken.
De beslissingen genomen in uitvoering van het tweede en derde lid worden, met opgave van de redenen, aan de betrokken externe dienst betekend bij een ter post aangetekende brief. De Opvolgingscommissie wordt eveneens van deze beslissingen op de hoogte gesteld.
De certificatie-instelling van de betrokken externe dienst wordt op de hoogte gesteld van de beslissingen genomen in uitvoering van het derde lid. "
Art.8. L'article 43 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 20 février 2002, est complété par les alinéas suivants :
" Si les fonctionnaires chargés de la surveillance constatent que le service externe ne répond plus aux dispositions du présent arrêté, ils peuvent fixer un délai dans lequel le service externe doit se mettre en règle. Lorsque le service externe est porteur du certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4, l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail informe l'organisme de certification, qui a certifié le système de qualité du service externe, de toutes les constatations pertinentes pour la certification.
Lorsque le service externe ne s'est pas mis en règle à l'expiration du délai visé à l'alinéa précédent ou lorsque l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail constate que le certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4, a été retiré par l'organisme de certification ou n'a pas été renouvelé ou délivré, le Ministre peut, sur la proposition de cette administration, suspendre ou retirer l'agrément.
Les décisions prises en exécution des alinéas 2 et 3, sont notifiées par lettre recommandée à la poste au service externe concerné, avec mention des motifs. La Commission de suivi est également informée de ces décisions.
L'organisme de certification du service externe concerné est informé des décisions prises en exécution du troisième alinéa. "
" Si les fonctionnaires chargés de la surveillance constatent que le service externe ne répond plus aux dispositions du présent arrêté, ils peuvent fixer un délai dans lequel le service externe doit se mettre en règle. Lorsque le service externe est porteur du certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4, l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail informe l'organisme de certification, qui a certifié le système de qualité du service externe, de toutes les constatations pertinentes pour la certification.
Lorsque le service externe ne s'est pas mis en règle à l'expiration du délai visé à l'alinéa précédent ou lorsque l'Administration de l'hygiène et de la médecine du travail constate que le certificat visé à l'article 7, § 3, alinéa 4, a été retiré par l'organisme de certification ou n'a pas été renouvelé ou délivré, le Ministre peut, sur la proposition de cette administration, suspendre ou retirer l'agrément.
Les décisions prises en exécution des alinéas 2 et 3, sont notifiées par lettre recommandée à la poste au service externe concerné, avec mention des motifs. La Commission de suivi est également informée de ces décisions.
L'organisme de certification du service externe concerné est informé des décisions prises en exécution du troisième alinéa. "
Art. 9. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Gegeven te Brussel, 31 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Art. 9. Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 31 mars 2003.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
Donné à Bruxelles, le 31 mars 2003.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX