Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
21 FEBRUARI 2003. - Wet tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-03-2003 en tekstbijwerking tot 28-01-2022)
Titre
21 FEVRIER 2003. - Loi créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 28-03-2003 et mise à jour au 28-01-2022)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (58)
Texte (58)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
CHAPITRE I. - Disposition générale.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
HOOFDSTUK II. - Definities.
CHAPITRE II. - Définitions.
Art.2. Voor de toepassing van deze wet, wordt verstaan onder :
  1° [1 Dienst voor alimentatievorderingen : de dienst die binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën bevoegd voor de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, belast is met de taken bedoeld in artikel 3, § 1 en § 2, eerste lid;]1
  2° [1 onderhoudsgeld :
   a) het onderhoudsgeld dat verschuldigd is aan de kinderen en dat werd vastgesteld in een uitvoerbare titel;
   b) het onderhoudsgeld dat verschuldigd is tussen echtgenoten of ex-echtgenoten en het onderhoudsgeld dat verschuldigd is tussen samenwonenden of ex-samenwonenden en dat werd vastgesteld in een uitvoerbare titel;]1

  [1 [2 ...]2
   4° ontvanger : de rekenplichtige van de administratie van de FOD Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen;
   5° identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid : het identificatienummer van het register toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
   6° rekenplichtige : de rekenplichtige van de administratie van de FOD Financiën die belast is met de ontvangst van het onderhoudsgeld en de betaling van het saldo en de achterstallen.]1

  
Art.2. Pour l'application de la présente loi, on entend par :
  1° [1 Service des créances alimentaires : le service qui, au sein de l'administration du Service public fédéral Finances compétente pour la perception et le recouvrement des créances non fiscales, est chargé des tâches visées à l'article 3, § 1er et § 2, alinéa 1er;]1
  2° [1 pension alimentaire :
   a) la pension alimentaire due aux enfants et fixée dans un titre exécutoire;
   b) la pension alimentaire due entre époux ou ex-époux et la pension alimentaire due entre cohabitants ou ex-cohabitants et fixée dans un titre exécutoire;]1

  [1 [2 ...]2
   4° receveur : le comptable de l'administration du SPF Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales;
   5° numéro d'identification de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale : le numéro d'identification du registre attribué en exécution de l'article 4, § 2, de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-Carrefour de la Sécurité sociale;
   6° comptable : le comptable de l'administration du SPF Finances qui est chargé de la recette de la pension alimentaire et du paiement du solde et des arriérés.]1

  
HOOFDSTUK III. - De tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen.
CHAPITRE III. - L'intervention du Service des créances alimentaires.
Art.3. § 1. <W 2003-12-22/42, art. 3, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. De Dienst voor alimentatievorderingen is belast met de inning of invordering van het onderhoudsgeld [1 en van de achterstallen]1 ten laste van de onderhoudsplichtige.
  § 2. De Dienst betaalt voorschotten op één of verscheidene en welbepaalde termijnen van de onderhoudsgelden bedoeld in artikel [1 2, 2°, a)]1.
  De betaling van de voorschotten op onderhoudsgeld door de Dienst voor alimentatievorderingen doet geen afbreuk aan de toepassing van de strafbepalingen voorgeschreven in geval van niet-betaling van die vorderingen door de onderhoudsplichtige en, met name, van de artikelen 391bis en 391ter van het Strafwetboek.
  De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de toekenning van voorschotten uitbreiden tot de onderhoudsgelden bedoeld in artikel [1 2, 2°, b)]1.
  
Art.3. <L 2003-12-22/42, art. 328, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> § 1er. Le Service des créances alimentaires a pour mission de percevoir ou de recouvrer les créances alimentaires [1 et les arriérés]1 à charge du débiteur d'aliments.
  § 2. Le Service octroie des avances afférentes à un ou plusieurs termes déterminés de pensions alimentaires visées à l'article [1 2, 2°, a)]1.
  Le paiement des avances des créances alimentaires par le Service des créances alimentaires ne porte pas atteinte à l'application des dispositions pénales prévues en cas de non-paiement de ces créances par le débiteur d'aliments et, notamment, les articles 391bis et 391ter du Code pénal.
  Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, étendre l'attribution des avances aux pensions alimentaires visées à l'article [1 2, 2°, b)]1.
  
Art.4. <W 2003-12-22/42, art. 329, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. [4 ...]4
  [2 § 1/1. Voor elk meerderjarig kind wordt het recht op voorschotten op het onderhoudsgeld bedoeld in artikel 2, 2°, a), enkel toegekend voor zover dit kind nog recht geeft op kinderbijslag.]2
  § 2. Het bedrag van elk van de voorschotten is gelijk aan het onderhoudsgeld, in voorkomend geval geïndexeerd, met een maximum van 175 euro per maand en per onderhoudsgerechtigde.
  In geval van gedeeltelijke betaling van een termijn van het onderhoudsgeld door de onderhoudsplichtige ten belope van een bedrag dat lager is dan het bedrag vastgesteld in het eerste lid, wordt het voorschot beperkt tot het verschil tussen het bedrag vastgesteld in eerste lid en het werkelijk ontvangen bedrag.
  § 3. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het maximumbedrag en de toekenningsmodaliteiten van het voorschot wijzigen.
  
Art.4. <L 2003-12-22/42, art. 329, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> § 1er. [4 ...]4
  [2 § 1er/1. Pour chaque enfant majeur, le droit aux avances sur pension alimentaire mentionné à l'article 2, 2°, a), est attribué pour autant que cet enfant bénéficie encore des allocations familiales.]2
  § 2. Le montant de chacune des avances est égal à celui de la pension alimentaire, le cas échéant, indexé, avec un maximum de 175 euros par mois et par créancier d'aliments.
  En cas de paiement partiel d'un terme de la pension alimentaire par le débiteur d'aliments d'un montant inférieur à celui fixé à l'alinéa 1er, l'avance est limitée à la différence entre le montant fixé à l'alinéa 1er et le montant effectivement perçu.
  § 3. Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, modifier le montant maximal et les modalités de l'octroi de l'avance.
  
Art.5. <W 2003-12-22/42, art. 330, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> De tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen geeft aanleiding tot de betaling van een bijdrage in de werkingskosten van deze [2 Dienst]2.
  [1 [2 Deze bijdrage is ten laste van de onderhoudsplichtige en bedraagt 13 % van het bedrag van de te innen of in te vorderen hoofdsommen.]2]1
  Voor de toepassing van artikel 1992 van het Burgerlijk Wetboek wordt de bijdrage in de werkingskosten van de Dienst niet beschouwd als loon.
  
Art.5. <L 2003-12-22/42, art. 330, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> L'intervention du Service des créances alimentaires entraîne le paiement d'une contribution aux frais de fonctionnement de ce [2 Service]2.
  [1 [2 Cette contribution est à charge du débiteur d'aliments et s'élève à 13 % du montant des sommes à percevoir ou à recouvrer en principal.]2]1
  Pour l'application de l'article 1992 du Code civil, la contribution aux frais de fonctionnement du Service n'est pas considérée comme salaire.
  
Art.6. <W 2003-12-22/42, art. 331, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> De onderhoudsgerechtigde kan de tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen aanvragen indien de onderhoudsplichtige zich gedurende twee, al dan niet opeenvolgende termijnen in de loop van de twaalf maanden die aan de aanvraag voorafgaan, geheel of ten dele onttrokken heeft aan de verplichting tot betaling van het onderhoudsgeld.
  De Dienst voor alimentatievorderingen verleent haar tegemoetkoming indien de onderhoudsgerechtigde zijn woonplaats in België heeft (...). <W 2005-07-11/30, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 22-07-2005>
Art.6. <L 2003-12-22/42, art. 331, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> Le créancier d'aliments peut demander l'intervention du Service des créances alimentaires lorsque le débiteur d'aliments s'est soustrait à l'obligation de paiement des aliments en tout ou en partie, pour deux termes consécutifs ou non, au cours des douze mois qui précèdent la demande.
  Le Service des créances alimentaires octroie son intervention si le créancier d'aliments est domicilié en Belgique (...). <L 2005-07-11/30, art. 46, 004; En vigueur : 22-07-2005>
Art.7. <W 2003-12-22/42, art. 332, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. De aanvraag wordt [2 ...]2 ingediend bij de Dienst voor alimentatievorderingen.
  De aanvraag is ondertekend door de onderhoudsgerechtigde, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn advocaat en bevat :
  1° de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en de woonplaats van de onderhoudsgerechtigde;
  2° de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en de laatst gekende woonplaats van de onderhoudsplichtige;
  3° het bedrag van [2 het onderhoudsgeld, het bedrag van de achterstallen]2 en de opgave van de datum en het bedrag van de termijnen [2 van de eventuele uitgevoerde betalingen door de onderhoudsplichtige]2 gedurende ten minste vijf jaren die de aanvraag voorafgaan;
  4° de opdracht aan de Dienst voor alimentatievorderingen om de integrale termijnen van [2 "het onderhoudsgeld]2 en [2 ...]2 de achterstallen te innen of in te vorderen;
  5° in voorkomend geval, de stukken [2 van tenuitvoerlegging]2 die de onderhoudsgerechtigde heeft ondernomen om de verschuldigde bedragen in te vorderen.
  Bij de aanvraag wordt gevoegd de uitgifte of de [2 grosse]2, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging, van [2 de uitvoerbare titel]2, waarin [2 het onderhoudsgeld werd]2 vastgesteld of [2 gewijzigd.]2 [2 Eveneens worden bij de aanvraag de stukken van betekening van de gerechtelijke beslissing waarin het onderhoudsgeld werd vastgesteld gevoegd en in voorkomend geval de stukken van tenuitvoerlegging.]2
  § 2. [1 Indien de onderhoudsgerechtigde om de toekenning van voorschotten verzoekt [2 ...]2 :
   1° [3 ...]3
   2° [3 ...]3
   3° voegt hij bij zijn aanvraag, voor elk meerderjarig kind, [2 de materiële bewijsstukken die aantonen dat het kind recht geeft op kinderbijslag,]2 een schoolattest of elk materieel bewijsstuk dat het kind zich bevindt in de beroepsinschakelingstijd.]1

  [3 ...]3
  
Art.7. <L 2003-12-22/42, art. 332, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> § 1er La demande est introduite [2 ...]2 auprès du Service des créances alimentaires.
  La demande est signée par le créancier d'aliments, son représentant légal ou son avocat et comprend :
  1° les nom, prénoms, date de naissance, lieu de naissance et domicile du créancier d'aliments;
  2° les nom, prénoms, date de naissance, lieu de naissance et dernier domicile connu du débiteur d'aliments;
  3° le montant de la [2 pension alimentaire, le montant des arriérés]2 et l'indication de la date et du montant des termes [2 des paiements éventuels effectués par le débiteur d'aliments]2 durant au moins les cinq ans précédant la demande;
  4° l'ordre donné au Service des créances alimentaires de percevoir ou de recouvrer l'intégralité des termes de la pension alimentaire ainsi que les arriérés;
  5° le cas échéant, les pièces [2 relatives à l'exécution]2 que le créancier d'aliments a [2 entreprise]2 pour assurer le recouvrement des montants dus.
  Est jointe à la demande, l'expédition ou la [2 grosse]2, revêtue de la formule exécutoire, [2 du titre exécutoire]2, fixant ou modifiant la pension [2 alimentaire.]2 [2 Sont également jointes à la demande, les pièces relatives à la signification de la décision judiciaire fixant la pension alimentaire et, le cas échéant, les pièces relatives à l'exécution.]2
  § 2. [1 Si le créancier d'aliments demande l'octroi d'avances :
   1° [3 ...]3
   2° [3 ...]3
   3° il joint à sa demande, pour chaque enfant majeur, [2 les éléments de preuve matériels attestant que l'enfant bénéficie des allocations familiales, ]2 une attestation de scolarité ou toute preuve matérielle attestant que l'enfant est en stage d'insertion professionnelle.]1

  [3 ...]3
  
Art.8. Onmiddellijk na ontvangst van de aanvraag, geeft de Dienst voor alimentatievorderingen de onderhoudsplichtige, [1 bij aangetekende brief]1, kennis van de aanvraag tot tegemoetkoming. Deze kennisgeving vermeldt uitdrukkelijk dat, indien de tegemoetkoming wordt toegestaan, de Dienst voor alimentatievorderingen in de plaats van de onderhoudsgerechtigde zal overgaan tot inning en [1 invordering van het onderhoudsgeld en van de achterstallen]1.
  De onderhoudsplichtige beschikt over een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van het aangetekend versturen van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid, om aan te tonen dat hij [1 de uitvoerbare titel waarin het onderhoudsgeld werd vastgesteld]1 regelmatig heeft uitgevoerd of dat de door de onderhoudsgerechtigde ingeroepen titel [1 waarin het onderhoudsgeld werd vastgesteld]1 niet meer actueel is.
  
Art.8. Dès réception de la demande, le Service des créances alimentaires notifie, [1 par lettre recommandée]1, la demande d'intervention au débiteur d'aliments. Cette notification mentionne expressément que si l'intervention est accordée, le Service des créances alimentaires procèdera à la perception et au [1 recouvrements de la pension alimentaire et des arriérés]1 en lieu et place du créancier d'aliments.
  Le débiteur d'aliments dispose d'un délai de quinze jours prenant cours à la date d'envoi par recommandé de la notification visée à l'alinéa 1er pour démontrer qu'il a exécuté régulièrement [1 le titre exécutoire fixant la pension alimentaire]1 ou que le titre [1 fixant la pension alimentaire]1 invoqué par le créancier d'aliments n'est plus actuel.
  
Art.9. § 1. Zodra de aanvraag volledig is, beschikt de Dienst voor alimentatievorderingen over een termijn van dertig dagen om te beslissen of de onderhoudsgerechtigde al dan niet recht heeft op de tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen.
  § 2. De Dienst voor alimentatievorderingen [2 geeft bij gewone zending kennis van zijn beslissing aan de onderhoudsgerechtigde. De kennisgeving heeft uitwerking vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van haar verzending. Indien de onderhoudsgerechtigde een persoonlijk e-mailadres heeft meegedeeld, verzendt de Dienst voor alimentatievorderingen eveneens een kopie van de beslissing naar dit adres; deze verzending vervangt echter geenszins de kennisgeving van de beslissing bij gewone zending]2.
  § 3. (De onderhoudsgerechtigde kan beroep aantekenen bij de beslagrechter door middel van een verzoekschrift dat [1 ...]1, moet zijn ingediend binnen een termijn van één maand, te rekenen [2 vanaf de uitwerkingsdatum van de kennisgeving]2 bedoeld in § 2, wanneer de beslissing niet gunstig beschikt op zijn aanvraag [1 . De onderhoudsgerechtigde kan eveneens beroep aantekenen bij de beslagrechter door middel van een verzoekschrift dat moet zijn ingediend binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de eerste dag die volgt op de bij § 1 bedoelde termijn wanneer geen beslissing is genomen binnen de bij § 1 bedoelde termijn]1.) <W 2003-12-22/42, art. 333, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
  
Art.9. § 1er. Dès que la demande est complète, le Service des créances alimentaires dispose d'un délai de trente jours pour décider si le créancier d'aliments a droit ou non à l'intervention du Service des créances alimentaires.
  § 2. Le Service des créances alimentaires [2 notifie sa décision au créancier d'aliments par envoi ordinaire. La notification a effet à compter du troisième jour ouvrable qui suit la date de son envoi. Lorsque le créancier d'aliments a communiqué une adresse e-mail personnelle, le Service des créances alimentaires lui transmet également à cette adresse une copie de la décision; cet envoi ne remplace toutefois pas la notification de la décision par envoi ordinaire]2.
  § 3. (Le créancier d'aliments peut former un recours devant le juge des saisies par requête à introduire [1 ...]1 dans le mois à compter [2 de la date d'effet de la notification]2 visée au § 2, quand la décision n'est pas favorable à sa demande [1 . Le créancier d'aliments peut également former un recours devant le juge des saisies par requête à introduire dans le mois à compter du premier jour qui suit le délai visé au § 1er, lorsqu'aucune décision n'a été prise dans le délai visé au § 1er.]1) <L 2003-12-22/42, art. 333, 003 ; En vigueur : 10-01-2004>
  
Art.10. § 1. Indien de tegemoetkoming wordt toegestaan, [4 geeft de Dienst voor alimentatievorderingen de onderhoudsplichtige bij gewone zending ervan kennis]4 dat hij in de plaats van de onderhoudsgerechtigde overgaat tot inning en invordering van [2 het onderhoudsgeld]2 en van de achterstallen.
  Deze kennisgeving bevat de identiteit van de onderhoudsgerechtigde, de titel [2 waarin het onderhoudsgeld werd vastgesteld]2, een overzicht van de te betalen sommen en van de data waarop het onderhoudsgeld moet worden betaald alsook het nummer van de rekening van de Dienst voor alimentatievorderingen waarop de bedragen moeten worden betaald.
  [4 De kennisgeving heeft uitwerking vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van haar verzending.]4
  [1 Heeft de onderhoudsplichtige noch in België noch in het buitenland een gekende woonplaats, dan wordt de kennisgeving gedaan aan de procureur des Konings te Brussel.]1
  § 2. [4 ...]4
  § 3. [4 Vanaf de uitwerkingsdatum van de kennisgeving]4 en onverminderd de toepassing van artikel 11, § 3, zijn enkel de betalingen aan de Dienst voor alimentatievorderingen bevrijdend.) <W 2003-12-22/42, art. 334, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
  § 4. [2 De onderhoudsplichtige kan binnen een termijn van één maand, te rekenen [4 vanaf de uitwerkingsdatum van de kennisgeving]4 bedoeld in § 1, beroep aantekenen bij de beslagrechter.]2
  
Art.10. § 1er. Lorsque l'intervention est accordée, [4 le Service des créances alimentaires notifie au débiteur d'aliments par envoi ordinaire]4 qu'il procède à la perception et au recouvrement de la [2 pension alimentaire]2 et des arriérés en lieu et place du créancier d'aliments.
  Cette notification contient l'identité du créancier d'aliments, le titre [2 fixant la pension alimentaire]2, un relevé des sommes à payer et des dates d'échéance de paiement des pensions alimentaires ainsi que le numéro de compte du Service des créances alimentaires sur lequel les sommes doivent être payées.
  [4 La notification a effet à compter du troisième jour ouvrable qui suit la date de son envoi.]4
  [1 Si le débiteur d'aliments n'a pas de domicile connu en Belgique ni à l'étranger, la notification est adressée au procureur du Roi de Bruxelles.]1
  § 2. [4 ...]4
  § 3. [4 A partir de la date d'effet de la notification]4 et sous réserve de l'application de l'article 11, § 3, seuls les paiements effectués auprès du Service des créances alimentaires sont libératoires.) <L 2003-12-22/42, art. 334, 003 ; En vigueur : 10-01-2004>
  § 4. [2 Le débiteur d'aliments peut former un recours devant le juge des saisies dans le mois [4 à compter de la date d'effet de la notification]4 visée au § 1er.]2
  
Art. 10/1. [1 Ieder nieuw gegeven dat van invloed kan zijn op het bedrag van de voorschotten, van het onderhoudsgeld of op de inning en de invordering van deze sommen, moet door de meest gerede partij of door een derde worden gemeld aan de Dienst voor alimentatievorderingen.]1
  
Art. 10/1. [1 Toute nouvelle donnée pouvant avoir une influence sur le montant des avances, de la pension alimentaire ou sur la perception et le recouvrement de ces sommes doit être communiquée au Service des créances alimentaires par la partie la plus diligente ou par un tiers.]1
  
Art. 10/2. [1 § 1. Het recht op voorschotten op het onderhoudsgeld wordt toegekend voor een periode van zes maanden.
   § 2. De periode van zes maanden bedoeld in paragraaf 1, kan worden verlengd met een nieuwe periode van zes maanden voor zover de onderhoudsgerechtigde nog voldoet aan de voorwaarden voorzien in [2 artikel 4, § 1/1]2.
   § 3. Voor het verstrijken van deze periode van zes maanden vraagt de Dienst voor alimentatievorderingen aan de onderhoudsgerechtigde om de nodige materiële bewijsstukken bedoeld in artikel 7 § 2 in te dienen. De onderhoudsgerechtigde moet deze materiële bewijsstukken binnen een termijn van dertig dagen vanaf dit verzoek bij de Dienst indienen.
   § 4. De Dienst voor alimentatievorderingen geeft kennis van zijn beslissing over de al dan niet verlenging van de voorschotten aan de onderhoudsgerechtigde.
   § 5. Indien de onderhoudsgerechtigde niet binnen de termijn voorzien in paragraaf 3, de nodige bewijsstukken bezorgt aan de Dienst, kan het recht op voorschotten op het onderhoudsgeld geschorst worden.
   De Dienst voor alimentatievorderingen geeft kennis van zijn beslissing over de schorsing van het recht op voorschotten op het onderhoudsgeld aan de onderhoudsgerechtigde.
   De schorsing neemt een einde wanneer de onderhoudsgerechtigde de nodige materiële bewijsstukken bij de Dienst voor alimentatievorderingen indient.
   § 6. De onderhoudsgerechtigde kan beroep aantekenen bij de beslagrechter door middel van een verzoekschrift dat moet zijn ingediend binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de datum van de kennisgevingen bedoeld in dit artikel.]1

  
Art. 10/2. [1 § 1er. Le droit aux avances sur pension alimentaire est attribué pour une période de six mois.
   § 2. La période de six mois visée au paragraphe 1er peut être prolongée d'une période supplémentaire de six mois pour autant que le créancier d'aliments réponde encore aux conditions prévues à [2 l'article 4, § 1er/1]2.
   § 3. Avant l'expiration de cette période de six mois, le Service des créances alimentaires demande au créancier d'aliments de présenter les éléments de preuve matériels nécessaires visés à l'article 7, § 2. Le créancier d'aliments doit présenter ces éléments de preuve matériels dans un délai de trente jours à compter de cette demande auprès du Service.
   § 4. Le Service des créances alimentaires informe le créancier d'aliments de sa décision de prolonger ou non les avances.
   § 5. Si le créancier d'aliments ne fournit pas les éléments de preuve nécessaires au Service dans le délai prévu au paragraphe 3, le droit aux avances sur pension alimentaire peut être suspendu.
   Le Service des créances alimentaires informe le créancier d'aliments de sa décision de suspendre le droit aux avances sur pension alimentaire.
   La suspension prend fin lorsque le créancier d'aliments apporte les éléments de preuve matériels nécessaires au Service des créances alimentaires.
   § 6. Le créancier d'aliments peut former un recours devant le juge des saisies par requête à introduire dans le mois à compter de la date des notifications visées au présent article.]1

  
Art.11. <W 2003-12-22/42, art. 335, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. De onderhoudsgerechtigde kan op elk ogenblik afzien van de tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen.
  [1 Indien de onderhoudsgerechtigde nadien een volgende aanvraag indient, verleent de Dienst voor alimentatievorderingen enkel nog tegemoetkoming voor de inning of invordering van de niet betaalde vervallen termijnen, ontstaan na de datum van beëindiging van de tegemoetkoming bij toepassing van het eerste lid.]1
  § 2. Wanneer de onderhoudsplichtige alle vervallen termijnen van het onderhoudsgeld gedurende ten minste zes opeenvolgende maanden, verhoogd met zijn bijdrage in de werkingskosten bedoeld in artikel 5, en, in voorkomend geval, vermeerderd met de door de Dienst voor alimentatievorderingen betaalde invorderingskosten, heeft betaald, beëindigt de Dienst voor alimentatievorderingen de betaling van voorschotten op het onderhoudsgeld en de inning of de invordering van de termijnen van het onderhoudsgeld die na de datum van beëindiging van deze [1 ...]1 tegemoetkoming vervallen.
  [1 De Dienst voor alimentatievorderingen vordert niettemin de op die datum bestaande achterstallen en de tussen de datum van de aanvraag en de datum van de beëindiging van deze tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, niet betaalde vervallen termijnen verder in.]1
  § 3. De Dienst voor alimentatievorderingen geeft van de beëindiging van haar tegemoetkoming bij gewone brief kennis aan de onderhoudsgerechtigde en [1 bij aangetekende brief]1 aan de onderhoudsplichtige en, in voorkomend geval, aan de derden-schuldenaars. De kennisgeving aan de onderhoudsplichtige vermeldt bovendien vanaf welke datum welke bedragen enkel aan de Dienst voor alimentatievorderingen of aan de onderhoudsgerechtigde, bevrijdend kunnen worden betaald.
  § 4. [1 ...]1
  
Art.11. <L 2003-12-22/42, art. 335, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> § 1er. Le créancier d'aliments peut à tout moment renoncer à l'intervention du Service des créances alimentaires.
  [1 Si, ultérieurement, le créancier d'aliments introduit une nouvelle demande, le Service des créances alimentaires n'accordera encore son intervention que pour la perception ou le recouvrement des termes impayés échus après la date de fin de son intervention en application de l'alinéa 1er.]1
  § 2. Lorsque le débiteur d'aliments aura payé tous les termes échus de la pension alimentaire au moins pendant six mois consécutifs, augmentés de ses frais de fonctionnement visés à l'article 5 et, le cas échéant, augmentés des frais de poursuites payés par le Service des créances alimentaires, le Service des créances alimentaires cesse le paiement des avances sur pension alimentaire et la perception ou le recouvrement des termes de la pension alimentaire qui expirent après la date de la fin de cette intervention.
  [1 Le Service des créances alimentaires recouvre néanmoins les termes échus et impayés à cette date et ceux échus entre la date de la demande et la date de la fin de cette intervention, visée dans le premier alinéa.]1
  § 3. Le Service des créances alimentaires notifie la fin de son intervention par lettre ordinaire au créancier d'aliments et par lettre recommandée au débiteur d'aliments, et, le cas échéant, au tiers-saisi. La notification au débiteur mentionne, en outre, à partir de quelle date quels montants devront être payés uniquement au Service des créances alimentaires ou au créancier d'aliments pour être libératoires.
  § 4. [1 ...]1
  
HOOFDSTUK IV. [1 - De inning en de invordering.]1
CHAPITRE IV. [1 - La perception et le recouvrement.]1
Afdeling I. - Inning en invordering ten laste van de onderhoudsplichtige.
Section I. - Perception et recouvrement à charge du débiteur d'aliments.
Art.12. <W 2003-12-22/42, art. 336, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. Voor de inning en de invordering van [1 het onderhoudsgeld en de achterstallen]1 treedt de Dienst voor alimentatievorderingen op voor rekening en in naam van de onderhoudsgerechtigde.
  § 2. Indien de Dienst voor alimentatievorderingen voorschotten op onderhoudsgeld heeft toegekend aan de onderhoudsgerechtigde, treedt de Dienst, ten belope van de toegekende voorschotten, van rechtswege in de plaats van de onderhoudsgerechtigde, met name in de burgerlijke rechten en vorderingen en in de waarborgen waarover die met het oog op de inning en de invordering van [1 het onderhoudsgeld en de achterstallen]1 beschikt.
  
Art.12. <L 2003-12-22/42, art. 336, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> § 1er. Pour la perception et le recouvrement [1 de la pension alimentaire et des arriérés]1, le Service des créances alimentaires agit pour le compte et au nom du créancier d'aliments.
  § 2. A concurrence du montant des avances qu'il a octroyées au créancier d'aliments, le Service des créances alimentaires est subrogé de plein droit au créancier d'aliments, et notamment aux actions et droits civils, ainsi qu'aux garanties dont le créancier dispose en vue de la perception et du recouvrement [1 de la pension alimentaire et des arriérés]1.
  
Art.13. [1 § 1. [2 Bij niet-betaling van de verschuldigde bedragen, worden deze]2, alsook deze die periodiek zouden vervallen, met het oog op hun invordering, opgenomen in een innings- en invorderingsregister, dat de uitvoerbare titel vormt die de invordering van de verschuldigde bedragen mogelijk maakt. Een innings- en invorderingsregister vermeldt voor elke erin opgenomen onderhoudsplichtige:
   - zijn identificatiegegevens;
   - de door hem verschuldigde bedragen, zoals opgenomen in het innings- en invorderingsregister;
   - de gerechtelijke beslissing of de notariële akte waarin het bedrag van het onderhoudsgeld is bepaald.
   De verschuldigde bedragen kunnen het voorwerp uitmaken van verbeterende innings- en invorderingsregisters in het geval van een latere wijziging, om welke reden dan ook, van de bedragen opgenomen in het innings- en invorderingsregister overeenkomstig het eerste lid.
   De gegevens opgenomen in de innings- en invorderingsregisters bedoeld in het eerste en tweede lid zijn dezelfde ongeacht of deze registers op elektronische wijze zijn opgemaakt of niet.
   Ingeval de innings- en invorderingsregisters bedoeld in het eerste en tweede lid worden opgemaakt op elektronische wijze, wordt de oorsprong en de integriteit van de inhoud van deze innings- en invorderingsregisters verzekerd door middel van aangepaste beveiligingstechnieken.
   § 2. De innings- en invorderingsregisters worden opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door de bevoegde adviseur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen of door een door hem gedelegeerde ambtenaar.
   Wanneer een innings- en invorderingsregister uitvoerbaar wordt verklaard op elektronische wijze, wordt deze ondertekend door de bevoegde adviseur-generaal van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen of door een door hem gedelegeerde ambtenaar door middel van:
   - een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.11. van de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, of
   - een gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12. van deze Verordening.
   De Federale Overheidsdienst Financiën, vertegenwoordigd door de Voorzitter van het Directiecomité, is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
   Onverminderd de noodzakelijke bewaring voor de latere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, worden de innings- en invorderingsregisters niet langer bewaard dan nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn opgemaakt, met een maximale bewaartermijn die niet langer mag zijn dan een jaar na de verjaring van alle handelingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in het derde lid behoren en, in voorkomend geval, de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen, evenals de definitieve beëindiging van de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen.
   § 3. Van zodra de innings- en invorderingsregisters uitvoerbaar worden verklaard, worden deze aan de betrokken onderhoudsplichtigen ter kennis gebracht door de verzending, onder gesloten omslag, van een innings- en invorderingsbericht, dat een uittreksel is van het innings- en invorderingsregister met betrekking tot de betrokken onderhoudsplichtige en hem informeert dat de bedragen die hij verschuldigd is in een innings- en invorderingsregister werden opgenomen met het oog op hun invordering. Het innings- en invorderingsbericht vermeldt:
   - de identificatiegegevens van de onderhoudsplichtige;
   - de door hem verschuldigde bedragen, zoals opgenomen in het innings- en invorderingsregister;
   - de gerechtelijke beslissing of de notariële akte waarin het bedrag van het onderhoudsgeld is bepaald;
   - de datum van uitvoerbaarverklaring van het innings- en invorderingsregister waaraan het innings- en invorderingsbericht verbonden is;
   - de bevoegde adviseur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar die het innings- en invorderingsregister uitvoerbaar heeft verklaard waaraan het innings- en invorderingsbericht verbonden is.
   In afwijking van het eerste lid kan de onderhoudsplichtige, middels een uitdrukkelijke verklaring in die zin, er evenwel voor opteren om de innings- en invorderingsberichten uitsluitend te ontvangen door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt. In dit geval geldt de terbeschikkingstelling via dergelijke procedure als geldige verzending van het innings- en invorderingsbericht.
   De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van de in het tweede lid bedoelde procedure.
   § 4. [2 De tenuitvoerlegging van het innings- en invorderingsregister kan slechts worden gestuit door een rechtsvordering bij de beslagrechter.]2
   § 5. [2 ...]2]1

  
Art.13. [1 § 1er. [2 En cas de non-paiement des montants dus, ceux-ci]2, ainsi que ceux qui viendraient à échoir périodiquement, sont repris, en vue de leur recouvrement, à un registre de perception et recouvrement, lequel constitue le titre exécutoire permettant le recouvrement des montants dus. Un registre de perception et recouvrement fait mention, pour chaque débiteur d'aliments y repris:
   - de ses données d'identification;
   - des montants dus par celui-ci, tels que repris au registre de perception et recouvrement;
   - de la décision judiciaire ou de l'acte notarié fixant le montant de la pension alimentaire.
   Les montants dus peuvent faire l'objet de registres de perception et recouvrement rectificatifs en cas de modification ultérieure, pour quelque cause que ce soit, des montants repris au registre de perception et recouvrement conformément à l'alinéa 1er.
   Les données reprises dans les registres de perception et recouvrement visés aux alinéas 1er et 2 sont les mêmes que ces registres soient établis de manière électronique ou non.
   En cas d'établissement des registres de perception et recouvrement visés aux alinéas 1er et 2 de manière électronique, l'origine et l'intégrité du contenu de ces registres de perception et recouvrement sont assurées au moyen de techniques de protection adaptées.
   § 2. Les registres de perception et recouvrement sont formés et rendus exécutoires par le conseiller général compétent de l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales ou par un fonctionnaire délégué par lui.
   Lorsqu'un registre de perception et recouvrement est rendu exécutoire de manière électronique, il est signé par le conseiller général compétent de l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales ou par un fonctionnaire délégué par lui au moyen:
   - d'une signature électronique avancée au sens de l'article 3.11. du Règlement (UE) n° 910/2014 du Parlement européen et du Conseil du 23 juillet 2014 sur l'identification électronique et les services de confiance pour les transactions électroniques au sein du marché intérieur et abrogeant la Directive 1999/93/CE, ou
   - d'une signature électronique qualifiée au sens de l'article 3.12. de ce règlement.
   Le Service public fédéral Finances représenté par le Président du Comité de direction est le responsable du traitement au sens du Règlement (UE) 2016/679 du Parlement et du Conseil européens du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données personnelles et à la libre circulation de ces données et abrogeant la Directive 95/46/CE, et de la loi du 30 juillet 2018 relative à la protection des personnes physiques à l'égard des traitements de données à caractère personnel.
   Sans préjudice de la conservation nécessaire pour le traitement ultérieur à des fins archivistiques dans l'intérêt public, à des fins de recherche scientifique ou historique ou à des fins statistiques visé à l'article 89 du Règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la Directive 95/46/CE, les registres de perception et recouvrement ne sont pas conservés plus longtemps que nécessaire au regard de la finalité pour laquelle ils sont établis, avec une durée maximale de conservation ne pouvant excéder un an après la prescription de toutes les actions qui relèvent de la compétence du responsable du traitement visé à l'alinéa 3 et, le cas échéant, le paiement intégral de tous les montants y liés, ainsi que la cessation définitive des procédures et recours administratifs et judiciaires y liés.
   § 3. Aussitôt que les registres de perception et recouvrement sont rendus exécutoires, ceux-ci sont portés à la connaissance des débiteurs d'aliments concernés par l'envoi, sous pli fermé, d'un avis de perception et recouvrement, lequel constitue un extrait du registre de perception et recouvrement afférent au débiteur d'aliments concerné et l'informe que les montants dont il est redevable ont été repris dans un registre de perception et recouvrement en vue de permettre leur recouvrement. L'avis de perception et recouvrement fait mention:
   - des données d'identification du débiteur d'aliments;
   - des montants dus par celui-ci, tels que repris au registre de perception et recouvrement;
   - de la décision judiciaire ou de l'acte notarié fixant le montant de la pension alimentaire;
   - de la date d'exécutoire du registre de perception et recouvrement auquel l'avis de perception et recouvrement est attaché;
   - du conseiller général compétent de l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales ou du fonctionnaire délégué par lui qui a rendu exécutoire le registre de perception et recouvrement auquel l'avis de perception et recouvrement est attaché.
   Par dérogation à l'alinéa 1er, le débiteur d'aliments peut toutefois, moyennant une déclaration explicite dans ce sens, opter pour une réception des avis de perception et recouvrement exclusivement au moyen d'une procédure utilisant des techniques informatiques. Dans ce cas, la mise à disposition via une telle procédure vaut valablement envoi de l'avis de perception et recouvrement.
   Le Roi détermine les modalités d'application de la procédure visée à l'alinéa 2.
   § 4. [2 L'exécution du registre de perception et recouvrement ne peut être interrompue que par une action en justice auprès du juge des saisies.]2
   § 5. [2 ...]2]1

  
Art.14. [1 Onder voorbehoud van de bepalingen van deze wet, zijn de artikelen 1 tot 7, 13 tot 22, 23, § 5, 24, 25, 27 tot 50, 53 tot 60, 71 tot 89, en 92 tot 96 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van toepassing op de invordering van de verschuldigde bedragen.]1
  
Art.14. [1 Sous réserve des dispositions de la présente loi, les articles 1 à 7, 13 à 22, 23, § 5, 24, 25, 27 à 50, 53 à 60, 71 à 89, et 92 à 96 du Code du recouvrement amiable et forcé des créances fiscales et non fiscales sont applicables au recouvrement des montants dus.]1
  
Art.15. [1 Indien de onderhoudsgerechtigde zich door de rechter heeft doen machtigen om, met uitsluiting van de onderhoudsplichtige, onder de voorwaarden en binnen de grenzen door het vonnis gesteld, de inkomsten van deze laatste of iedere andere hem door een derde verschuldigde geldsom te ontvangen, kan de Dienst voor alimentatievorderingen, onverminderd de gebruikelijke uitvoeringsmaatregelen, de uitvoerbare titel tot vaststelling van het onderhoudsgeld inroepen tegen alle tegenwoordige en toekomstige derden-schuldenaars door de kennisgeving bij aangetekende brief die hen wordt overgemaakt door een afschrift van de beslissing, betreffende de sommendelegatie toegekend aan de alimentatieschuldeiser. De afgifte van het stuk aan de aanbieder van de universele postdienst geldt als kennisgeving vanaf de derde volgende werkdag.
   De derde-schuldenaar kan na de uitwerkingsdatum van de kennisgeving slechts bevrijdend betalen aan de Dienst voor alimenta-tievorderingen.]1

  
Art.15. [1 Lorsque le créancier d'aliments s'est fait autoriser en justice à percevoir, à l'exclusion du débiteur d'aliments, aux conditions et dans les limites déterminées par le jugement, les revenus de ce dernier ou toute autre somme qui lui est due par un tiers, le Service des créances alimentaires peut, sans préjudice des mesures d'exécution ordinaires, opposer le titre exécutoire fixant la pension alimentaire à tous les tiers débiteurs actuels et futurs par la notification par lettre recommandée qui leur est faite d'un extrait du jugement, afférent à la délégation de sommes accordée au créancier d'aliments. La remise de la pièce au prestataire de service postal universel vaut notification à compter du troisième jour ouvrable suivant.
   Le tiers débiteur ne peut, après la date d'effet de la notification, effectuer des paiements libératoires qu'auprès du Service des créances alimentaires.]1

  
Art.16. § 1. De in de artikelen 1409, 1409bis en 1410, § 1, § 2, 1° tot 6°, § 3 en § 4, van het Gerechtelijk Wetboek vastgelegde beperkingen en uitsluitingen inzake de overdracht en het beslag zijn niet van toepassing.
  § 2. [1 De Dienst voor alimentatievorderingen beschikt met het oog op de inning en invordering van onderhoudsgelden over dezelfde rechten, vorderingen en waarborgen als de onderhoudsgerechtigde.]1
  § 3. Indien de[2 de onderhoudsplichtige of de medeschuldenaar]2 overeenkomstig artikel 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek een collectieve schuldenregeling heeft verkregen, wordt de Dienst voor alimentatievorderingen, (...) voor de toepassing van de artikelen 1675/7 en 1675/13 van het Gerechtelijk Wetboek, geacht een schuldeiser van onderhoudsgelden te zijn. <W 2003-12-22/42, art. 337, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004>
  
Art.16. § 1er. Les limitations et exclusions de cession et de saisie prévues aux articles 1409, 1409bis et 1410, § 1er, § 2, 1° à 6°, § 3 et § 4, du Code judiciaire ne sont pas applicables.
  § 2. [1 En vue de la perception et du recouvrement des pensions alimentaires, le Service des créances alimentaires dispose des mêmes droits, actions et garanties que le créancier d'aliments.]1
  § 3. Si [2 le débiteur d'aliments ou le codébiteur]2 a obtenu un règlement collectif de dettes conformément aux articles 1675/2 et suivants du Code judiciaire, le Service des créances alimentaires, (...) est réputé avoir la qualité de créancier de pensions alimentaires, pour l'application des articles 1675/7 et 1675/13 du Code judiciaire. <L 2003-12-22/42, art. 337, 003 ; En vigueur : 10-01-2004>
  
Afdeling II. - Terugvordering ten laste van de onderhoudsgerechtigde.
Section II. - Récupération à charge du créancier d'aliments.
Art.17. [1 De ontvanger kan de volledige of de gedeeltelijke terugbetaling van elke ten onrechte uitbetaalde som vorderen van de onderhoudsgerechtigde.
   Het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, is van toepassing wanneer de onderhoudsgerechtigde de Dienst niet in kennis heeft gesteld van ieder nieuw gegeven dat van invloed kan zijn op het bedrag van de voorschotten of het bedrag van het onderhoudsgeld en van de achterstallen en waarvan hij kennis had, wanneer hij wetens en willens een onjuiste of onvolledige verklaring heeft afgelegd of wanneer komt vast te staan dat het onderhoudsgeld op basis van bedrieglijke handelingen of verklaringen werd bepaald.]1

  
Art.17. [1 Le receveur peut réclamer le remboursement total ou partiel de toute somme payée indûment au créancier d'aliments.
   L'arrêté royal du 31 mai 1933 concernant les déclarations à faire en matière de subventions, indemnités et allocations est applicable lorsque le créancier d'aliments n'a pas communiqué au Service toute donnée nouvelle susceptible d'avoir un impact sur le montant des avances ou le montant de la pension alimentaire et des arriérés et dont il avait connaissance, lorsqu'il a fait délibérément une déclaration inexacte ou incomplète, ou lorsqu'il est établi que le montant de la pension alimentaire a été déterminé sur la base d'actes ou de déclarations frauduleux.]1

  
Art.18. De ten onrechte uitbetaalde sommen worden door de [3 ontvanger]3 teruggevorderd [3 [4 overeenkomstig artikel 3]4 van de domaniale wet van 22 december 1949]3]2.
  [1 Bovendien kan de [3 ontvanger]3 de aan de onderhoudsgerechtigde ten onrechte uitgekeerde sommen ambtshalve terugvorderen :
   - ten belope van 10 % van iedere latere betaling die aan de onderhoudsgerechtigde wordt uitbetaald;
   - ten belope van 100 % van iedere latere betaling die aan de onderhoudsgerechtigde wordt uitbetaald indien de ten onrechte uitgekeerde sommen werden verkregen ingevolge een bedrieglijke handeling of verklaring van de onderhoudsgerechtigde.]1

  
Art.18. Les sommes payées indûment sont récupérées par le [3 receveur]3 [3 [4 conformément à l'article 3]4 de la loi domaniale du 22 décembre 1949]3.
  [1 En outre, le [3 receveur]3 peut récupérer d'office les sommes payées indûment au créancier d'aliments :
   - à concurrence de 10 % de tout paiement ultérieur qui sera effectué en faveur du créancier d'aliments;
   - à concurrence de 100 % de tout paiement ultérieur qui sera effectué en faveur du créancier d'aliments si les sommes payées indûment ont été obtenues à la suite d'une déclaration ou d'un acte frauduleux du créancier d'aliments.]1

  
Art.19. [1 De Dienst voor alimentatievorderingen betaalt aan de onderhoudsplichtige of aan de medeschuldenaar de sommen terug die hij onverschuldigd heeft betaald evenals de kosten die daarmee gepaard zijn gegaan.
   Deze terugbetaling geschiedt naargelang de sommen die werkelijk van de onderhoudsgerechtigde worden teruggevorderd.]1

  
Art.19. [1 Le Service des créances alimentaires restitue au débiteur d'aliments ou au codébiteur les sommes qu'il a payées indûment ainsi que les frais y afférents.
   Cette restitution s'effectue en fonction des sommes réellement récupérées auprès du créancier d'aliments.]1

  
Afdeling II/1.
Section II/1.
Afdeling III.
Section III.
Art. 22/2. [1 § 1. Elk bericht dat onder gesloten omslag wordt verzonden aan de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van de toepassing van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten wordt [2 door de administratie]2 van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de Dienst voor alimentatievorderingen, gereproduceerd, geregistreerd en bewaard [2 ...]2 volgens een informatica- of telegeleidingstechniek.
   Het aldus gedigitaliseerd beeld van het bericht verzonden aan de Federale Overheidsdienst Financiën, verkregen door middel van een informatica- of telegeleidingstechniek, heeft, voor de toepassing van de bepalingen van deze wet, of de ter uitvoering ervan genomen besluiten, bewijskracht voor zover het de getrouwe en duurzame kopie is van het geschrift waarvan het afkomstig is en het voorzien is van een geavanceerd elektronisch zegel dat voldoet aan de eisen vermeld in artikel 36 van de verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees parlement en de raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG.
   In dat geval is de vernietiging van het papieren origineel toegestaan.
   De Koning bepaalt welke papieren documenten moeten worden bewaard, zelfs na digitalisering.
   § 2. Elk bericht verzonden in het kader van de toepassing van de bepalingen van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten, door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de Dienst voor Alimentatievorderingen aan een onderhoudsplichtige, een onderhoudsgerechtigde of een derde, wordt gegenereerd langs elektronische weg en ter beschikking gesteld op het in artikel 20, tweede lid, bedoelde beveiligd elektronisch platform.
   Wanneer de Federale Overheidsdienst Financiën, in toepassing van artikel 21/1, § 2, met de onderhoudsplichtige, de onderhoudsgerechtigde of de derde moet communiceren langs de papieren weg, heeft elke materialisatie onder gesloten omslag van een bericht in het kader van de toepassing van de bepalingen van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten dezelfde bewijskracht als het elektronische origineel voor zover deze materialisatie onder gesloten omslag de unieke referentie bevat van een geavanceerd elektronisch zegel dat voldoet aan de eisen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid. Elke materialisatie onder gesloten omslag stemt overeen met de inhoud van het elektronisch origineel van het bericht bewaard op het beveiligd platform.]1

  
Art. 22/2. [1 § 1er. Chaque message transmis sous pli fermé au Service Public Fédéral Finances dans le cadre de l'application de la présente loi ou des arrêtés pris pour son exécution, est reproduit, enregistré et conservé [2 ...]2 [2 par l'administration]2 du Service Public Fédéral Finances en charge du service des créances alimentaires, selon une technique de l'informatique ou de la télématique.
   L'image ainsi numérisée du message transmis au Service Public Fédéral Finances, obtenue au moyen d'une technique de l'informatique ou de la télématique, a, pour l'application de la présente loi ou des arrêtés pris pour son exécution, force probante pour autant qu'elle soit la copie fidèle et durable de l'écrit dont elle est issue et qu'elle soit munie d'un cachet électronique avancé qui répond aux exigences mentionnées à l'article 36 du règlement (UE) n° 910/2014 du Parlement européen et du Conseil du 23 juillet 2014 sur l'identification électronique et les services de confiance pour les transactions électroniques au sein du marché intérieur et abrogeant la directive 1999/93/CE.
   Dans ce cas, la destruction de l'original papier est autorisée.
   Le Roi détermine quels documents papier doivent être conservés, même après avoir été numérisés.
   § 2. Chaque message transmis, par l'administration du Service Public Fédéral Finances en charge du Service des Créances Alimentaires, à un créancier d'aliments, un débiteur d'aliments ou un tiers, dans le cadre de l'application de la présente loi ou des arrêtés pris pour son exécution, est généré par voie électronique et mis à disposition sur la plateforme électronique sécurisée visée à l'article 20, alinéa 2.
   Lorsqu'en application de l'article 21/1, § 2, le Service Public Fédéral Finances doit communiquer avec le créancier d'aliments, débiteur d'aliments ou le tiers par voie papier, chaque matérialisation sous pli fermé de message transmis dans le cadre de l'application de la présente loi ou des arrêtés d'exécution, a la même force probante que l'original électronique pour autant que cette matérialisation contienne la référence unique à un cachet électronique avancé qui répond aux exigences visées au paragraphe 1er, alinéa 2. Chaque matérialisation sous pli fermé correspond au contenu de l'original électronique du message conservé sur la plateforme sécurisée.]1

  
Afdeling IV.
Section IV.
Afdeling V.
Section V.
HOOFDSTUK V. - Ontvangsten en uitgaven met betrekking tot onderhoudsgelden.
CHAPITRE V. - Recettes et dépenses relatives aux pensions alimentaires.
Afdeling I. - Toerekening van de ontvangsten.
Section I. - Imputation des recettes.
Art.23. Een betaling door de onderhoudsplichtige wordt achtereenvolgens in mindering gebracht van :
  1° de invorderingskosten die door de Dienst werden voorgeschoten;
  2° de werkingskosten bedoeld in artikel 5;
  3° de interesten;
  4° de toegekende voorschotten;
  5° het verschil tussen het bedrag van [1 het onderhoudsgeld]1 en het bedrag van het toegekende voorschot;
  6° het bedrag van de achterstallen die bestonden op datum van de aanvraag tot tegemoetkoming.
  
Art.23. Un paiement effectué par le débiteur d'aliments est imputé successivement sur :
  1° les frais de recouvrement avancés par le Service;
  2° les frais de fonctionnement visés à l'article 5;
  3° les intérêts;
  4° les avances accordées;
  5° la différence entre le montant de la [1 pension alimentaire]1 et le montant de l'avance accordée;
  6° le montant des arriérés existant à la date de la demande d'intervention.
  
Art. 23/1. [1 De Koning kan de modaliteiten van betaling van de verschuldigde sommen in het kader van de toepassing van deze wet bepalen.]1
  
Art. 23/1. [1 Le Roi peut déterminer les modalités de paiement des sommes dues dans le cadre de l'application de la présente loi.]1
  
Afdeling II. [1 - Opschorting en annulering van de invorderingsopdracht.]1
Section II. [1 - Suspension et annulation de l'ordre de recouvremen.]1
Art.26. [1 [2 Indien de bevoegde adviseur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen]2 van oordeel is dat toegekende voorschotten [3 of andere in het kader van de werking van de Dienst voor alimentatievorderingen aan de Staat verschuldigde bedragen]3 definitief oninvorderbaar zijn, kan hij van de invordering afzien en de schuldvordering annuleren. De ontvanger wordt op de hoogte gebracht van de beslissing dat de schuldvordering is geannuleerd.]1
  
Art.26. [1 [2 Si le conseiller général compétent de l'administration du Service public fédéral Finances en charge de la perception et du recouvrement des créances non fiscales]2 juge que des avances accordées [3 ou d'autres sommes dues à l'Etat dans le cadre du fonctionnement du Service des créances alimentaires]3 sont définitivement irrécouvrables, il peut renoncer au recouvrement de cette créance et l'annuler. Le receveur est informé de la décision d'annulation de la créance.]1
  
Art.27. § 1. Indien de [1 ontvanger]1 vaststelt dat de invordering van het saldo van het onderhoudsgeld of van de achterstallen of de interesten onmogelijk is, [1 wordt de invorderingsopdracht opgeschort. De ontvanger geeft daarvan [3 bij gewone zending]3 kennis aan de onderhoudsgerechtigde.]1 [3 De kennisgeving heeft uitwerking vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van haar verzending.]3
  [1 ...]1
  Wanneer de onderhoudsgerechtigde nieuwe elementen met betrekking tot het inkomen of het vermogen van de onderhoudsplichtige kan mededelen, kan hij de [1 Dienst voor alimentatievorderingen]1 verzoeken om opnieuw tot invordering over te gaan.
  § 2. [1 Indien de adviseur-generaal [2 bedoeld in artikel 26 ]2 van oordeel is dat het saldo van het onderhoudsgeld, de achterstallen of de interesten definitief oninvorderbaar zijn, kan hij van de invordering afzien en de schuldvordering annuleren. De ontvanger wordt op de hoogte gebracht van de beslissing dat de schuldvordering is geannuleerd.
   De Dienst voor alimentatievorderingen geeft [3 bij gewone zending]3 kennis aan de onderhoudsgerechtigde van de beslissing van de adviseur-generaal [2 bedoeld in artikel 26]2.]1
[3 De kennisgeving heeft uitwerking vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van haar verzending.]3
  
Art.27. § 1er. Si le [1 receveur]1 constate l'impossibilité de recouvrer le solde de la pension alimentaire ou des arriérés ou des intérêts, [1 l'ordre de recouvrement est suspendu. Le receveur en informe le créancier d'aliments [3 par envoi ordinaire]3.]1 [3 La notification a effet à compter du troisième jour ouvrable qui suit la date de son envoi.]3
  [1 ...]1
  Lorsque le créancier d'aliments peut communiquer de nouveaux éléments concernant les revenus ou le patrimoine du débiteur d'aliments, il peut demander au [1 Service des créances alimentaires]1 de procéder à nouveau au recouvrement.
  § 2. [1 Si le conseiller général[2 visé à l'article 26]2 juge que le solde de la pension alimentaire, les arriérés ou les intérêts sont définitivement irrécouvrables, il peut renoncer au recouvrement de cette créance et l'annuler. Le receveur est informé de la décision d'annulation de la créance.
   Le Service des créances alimentaires informe [3 par envoi ordinaire]3 le créancier d'aliments de la décision du conseiller général [2 visé à l'article 26]2.]1
[3 La notification a effet à compter du troisième jour ouvrable qui suit la date de son envoi.]3
  
HOOFDSTUK VI. - Fiscale bepalingen.
CHAPITRE VI. - Dispositions fiscales.
Art.28. § 1. Artikel 162 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wordt aangevuld als volgt :
  "47° de akten, vonnissen en arresten betreffende de tegemoetkomingen bedoeld in de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën;".
  § 2. Artikel 59-1 van het Wetboek der zegelrechten wordt aangevuld als volgt :
  (63°) de akten, vonnissen en arresten betreffende de tegemoetkomingen bedoeld in de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën;".
Art.28. § 1er. L'article 162 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe est complété comme suit :
  "47° les actes, jugements et arrêts relatifs aux interventions prévues dans la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances;".
  § 2. L'article 59-1 du Code des droits de timbre est complété comme suit :
  "63° les actes, jugements et arrêts relatifs aux interventions prévues dans la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances;".
HOOFDSTUK VII. - Oprichting van een evaluatiecommissie.
CHAPITRE VII. - Création d'une commission d'évaluation.
Art.29. Bij de FOD Financiën wordt een commissie tot evaluatie van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, opgericht. De commissie bestaat uit een gelijk aantal leden van elk geslacht. Zij is belast met het jaarlijks opmaken van een evaluatieverslag voor de Minister bevoegd voor de Financiën en voor de Minister bevoegd voor de Begroting, en met het voorleggen van adviezen.
  De Minister van Financiën legt het verslag voor aan de federale Wetgevende Kamers, aangevuld met de bemerkingen van de ministers vermeld in het eerste lid.
  De Koning bepaalt de samenstelling en de werking van de Commissie.
Art.29. Il est institué au sein du SPF Finances une commission d'évaluation de la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances. La commission compte un nombre égal de membres de chaque sexe. Elle est chargée d'établir un rapport annuel d'évaluation à l'intention du Ministre compétent pour les Finances et du Ministre compétent pour le Budget, et de leur soumettre des avis.
  Le ministre des Finances est chargé du dépôt de ce rapport aux Chambres législatives fédérales, accompagné des commentaires des ministres mentionnés à l'alinéa 1er.
  Le Roi fixe la composition et le fonctionnement de la Commission.
HOOFDSTUK VIIbis. - Overgangsbepalingen.
CHAPITRE VIIbis. - Dispositions transitoires.
Art. 29bis. <INGEVOEGD bij W 2003-12-22/42, art. 339 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> § 1. Vanaf 1 juni 2004 zijn de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ontlast van de invorderingsopdracht met betrekking tot de integrale termijnen van het onderhoudsgeld waarvoor zij voorschotten hebben toegekend krachtens de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De invordering van die integrale termijnen wordt geregeld als volgt :
  a) invordering van het gedeelte dat overeenstemt met de door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekende voorschotten : deze sommen worden door de Dienst voor alimentatievorderingen rechtstreeks ingevorderd bij de onderhoudsplichtige onder de voorwaarden van deze wet en alsof de Dienst voor alimentatievorderingen zelf de voorschotten heeft toegekend. In dit geval is geen enkele bijdrage bedoeld in artikel 5 ten laste van de onderhoudsgerechtigde, verschuldigd.
  De Koning bepaalt de voorwaarden en de nadere regels met betrekking tot de overdracht van deze dossiers;
  b) invordering van het saldo van het onderhoudsgeld : de openbare centra voor maatschappelijk welzijn stellen de onderhoudsgerechtigde in kennis van de stopzetting van de invordering door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en van de mogelijkheid om voor de invordering van deze achterstallen een beroep te doen op de tegemoetkoming van de Dienst voor alimentatievorderingen. De invordering van deze bedragen geschiedt onder de voorwaarden bedoeld in deze wet.
  § 2. Het gedeelte dat overeenstemt met de door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekende voorschotten wordt in hoofde van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beschouwd als niet-terugvorderbare voorschotten zoals bedoeld in artikel 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  De ingevorderde bedragen inzake de dossiers bedoeld in § 1, a), worden aan de Schatkist gestort.
  § 3. Indien er bij een onderhoudsplichtige tegelijkertijd sommen worden ingevorderd op grond van de dossiers inzake de door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekende voorschotten, bedoeld in § 1, a), en op grond van artikel 12, dan gelden de volgende regels :
  a) de invordering van de door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekende voorschotten bedoeld in § 1, a), zowel wat betreft de hoofdsom als de kosten en interesten, heeft voorrang.
  Indien toepassing wordt gemaakt van artikel 23 worden deze bedragen vóór het 1° van artikel 23 in mindering gebracht van de betalingen door de onderhoudsplichtige;
  b) de toepassing van de regels bedoeld onder a) heeft, in voorkomend geval, geen invloed op hetgeen in artikel 11, § 2, wordt bepaald.
Art. 29bis. § 1er. A partir du 1er juin 2004 les centres publics d'aide sociale sont déchargés de leur mission de recouvrement de l'intégralité des pensions alimentaires pour lesquelles ils ont effectués des avances en application de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale. Le recouvrement de l'intégralité des termes est réglé comme suit :
  a) recouvrement de la partie correspondant au montant des avances octroyées par les centres publics d'aide sociale : ces sommes sont directement recouvrées par le Service des créances alimentaires auprès du débiteur d'aliments et ce aux conditions de la présente loi et comme si le Service des créances alimentaires avait lui-même octroyé les avances. Dans ce cas, aucune contribution visée à l'article 5 n'est due par le créancier d'aliments.
  Le Roi fixe les conditions et les modalités du transfert de ces dossiers;
  b) recouvrement du solde de la créance alimentaire : les centres publics d'aide sociale notifient au créancier d'aliments la fin du recouvrement par le centre public d'aide sociale et de la possibilité de faire appel à l'intervention du Service des créances alimentaires pour le recouvrement des excédents. Le recouvrement de ces montants se fait aux conditions prévues par la présente loi.
  § 2. La partie correspondant au montant des avances octroyées par les centres publics d'aide sociale sont considérées dans le chef des centres publics d'aide sociale comme avances non recouvrables comme visé à l'article 68quater de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale.
  Les montants recouvrés concernant les dossiers visés au § 1er, a), seront versés au Trésor.
  § 3. En cas de recouvrement simultané auprès du débiteur d'aliments tant de sommes afférentes à des dossiers d'avances octroyées par les centres publics d'aide sociale visés au § 1er, a), que sur la base de l'article 12, les règles suivantes sont d'application :
  a) le recouvrement des avances octroyées par les centres publics d'aide sociale et visées au § 1er, a), tant en ce qui concerne le montant principal que les frais et les intérêts, a priorité.
  En cas d'application de l'article 23, ces montants seront imputés sur les paiements effectués par le débiteur d'aliments avant le 1° de l'article 23;
  b) l'application des règles visées sub a), n'a, le cas échéant, pas d'influence sur ce qui est prévu à l'article 11, § 2.
HOOFDSTUK VIII. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding.
CHAPITRE VIII. - Disposition abrogatoire et entrée en vigueur.
Art.30. De volgende artikelen van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn worden opgeheven :
  1° artikel 68bis, ingevoegd bij de wet van 8 mei 1989 en gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, het koninklijk besluit van 11 december 2001 en de wet van 26 mei 2002;
  2° artikel 68ter, ingevoegd bij de wet van 8 mei 1989 en gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;
  3° artikel 68quater, ingevoegd bij de wet van 8 mei 1989 en gewijzigd bij de wet van 29 december 1990.
Art.30. Les articles suivants de la loi organique du 8 juillet 1976 relative aux centres publics d'aide sociale sont abrogés :
  1° l'article 68bis, inséré par la loi du 8 mai 1989 et modifié par la loi du 29 décembre 1990, l'arrêté royal du 11 décembre 2001 et la loi du 26 mai 2002;
  2° l'article 68ter, inséré par la loi du 8 mai 1989 et modifié par la loi du 29 décembre 1990;
  3° l'article 68quater, inséré par la loi du 8 mai 1989 et modifié par la loi du 29 décembre 1990.
Art. 31. <W 2003-12-22/42, art. 340, 003 ; Inwerkingtreding : 10-01-2004> Deze wet treedt in werking op 1 juni 2004, met uitzondering van de artikelen 3, § 2, 4, 7, § 2, en 30, die in werking treden op een door de Koning te bepalen datum, bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
  (NOTA : Inwerkingtreding van artikel 7, § 2, vastgesteld op 01-06-2005 door KB 2001-06-20
  (NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 3, § 2, 4, 30 vastgesteld op 01-06-2005 door KB 2005-08-10/50, art. 1)
/33, art. 1)
Art. 31. <L 2003-12-22/42, art. 340, 003 ; En vigueur : 10-01-2004> La loi entre en vigueur le 1er juin 2004, à l'exception des articles 3, § 2, 4, 7, § 2, et 30, qui entreront en vigueur à une date déterminée par le Roi, par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres.
  (NOTE : Entrée en vigueur de l'article 7, § 2, fixée le 01-06-2005 par AR 2005-06-20/33, art. 1)
  (NOTE : Entrée en vigueur des articles 3, § 2, 4 et 30 fixée le 01-10-2005 par AR 2005-08-10/50, art. 1)