Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 APRIL 1999. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de financiering en organisatie van vakopleidingen (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer 50931/CO/132).
Titre
15 AVRIL 1999. - Convention collective de travail du 15 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles, relative au financement et à l'organisation de la formation professionnelle (Convention enregistrée le 11 juin 1999 sous le numéro 50931/CO/132).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (12)
Texte (12)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken ressorteren en op hun werkgevers.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux ouvriers et ouvrières, ci-dessous dénommés ouvriers, des entreprises qui ressortissent à la Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles et à leurs employeurs.
HOOFDSTUK II. - Organisatie van de vakopleiding.
CHAPITRE II. - Organisation de la formation professionnelle.
Art.2. In toepassing van artikel 6, b), van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1976, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 oktober 1976, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 1976, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 september 1998, Belgisch Staatsblad van 28 november 1998, kunnen de sociale partners vertegenwoordigd in het " Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken " cursussen sociaal-economische vorming en veiligheid ten bate van de in artikel 1 bedoelde werknemers organiseren.
Art.2. En application de l'article 6, b), de la convention collective de travail du 25 mai 1976, instituant un fonds de sécurité d'existence et fixant ses statuts, rendue obligatoire par arrêté royal du 4 octobre 1976, publié au Moniteur belge du 30 octobre 1976, modifié par la convention collective de travail du 12 mai 1997, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 22 septembre 1998, Moniteur belge du 28 novembre 1998, les partenaires sociaux représentés au sein du " Fonds social et de garantie pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles " peuvent organiser des cours de formation socio-économique et de sécurité au profit des travailleurs visés à l'article 1.
HOOFDSTUK III. - Deelname aan de cursussen.
CHAPITRE III. - Participation aux cours.
Art.3. De werklieden hebben recht de in artikel 2 bedoelde cursussen bij te wonen met betaling, ten laste van hun werkgever, van hun normaal loon en de opgelopen verplaatsingskosten. Het loon wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.
Art.3. Les ouvriers ont le droit d'assister aux cours visés à l'article 2 avec paiement de leur salaire normal et des frais de déplacement encourus, à charge de leur employeur. Le salaire est calculé conformément aux dispositions du chapitre II de l'arrêté royal du 18 avril 1974 déterminant les modalités générales d'exécution de la loi du 4 janvier 1974 relative aux jours fériés.
HOOFDSTUK IV. - Terugbetaling van de door de werkgever opgelopen kosten.
CHAPITRE IV Remboursement des frais encourus par l'employeur.
Art.4. De inrichter van de in artikel 2 bedoelde cursussen kan de terugbetaling bekomen van de organisatiekosten volgens de door de raad van bestuur van het sociaal fonds te bepalen modaliteiten.
Art.4. L'organisateur des cours visés à l'article 2 peut obtenir le remboursement des frais d'organisation suivant des modalités à définir par le conseil de gestion du fonds social.
Art.5. In toepassing van artikel 6, d) van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1976 betaalt het " Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken " aan de werkgever de krachtens artikel 3 gemaakte kosten terug op voorlegging van de nodige bewijsstukken. De raad van bestuur van het fonds stelt de praktische modaliteiten vast met betrekking tot de uitvoering van dit artikel.
Art.5. En application de l'article 6, d) de la convention collective de travail du 25 mai 1976 susmentionnée, le " Fonds social et de garantie pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles " rembourse à l'employeur les frais exposés en vertu de l'article 3 sur présentation des pièces justificatives nécessaires. Le conseil de gestion du fonds fixe les modalités pratiques relatives à l'exécution de cet article.
HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions générales.
Art.6. Al de betwistingen betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden voorgelegd aan het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Art.6. Toutes les contestations relatives à l'application de la présente convention collective de travail peuvent être soumises à la Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 betreffende de financiering en organisatie van vakopleidingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 januari 1999, Belgisch Staatsblad van 20 mei 1999.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2002.
(Voor het KB, zie %%2002-01-17/48%%)
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 betreffende de financiering en organisatie van vakopleidingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 januari 1999, Belgisch Staatsblad van 20 mei 1999.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2002.
(Voor het KB, zie %%2002-01-17/48%%)
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.
Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et est conclue pour une durée indéterminée.
Elle remplace la convention collective de travail du 12 mai 1997 relative au financement et l'organisation de la formation professionnelle, rendue obligatoire par arrêté royal du 11 janvier 1999, Moniteur belge du 20 mai 1999.
Elle peut être dénoncée par chacune des parties signataires moyennant un préavis d'au moins trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 17 janvier 2002.
(Pour l'AR, voir %%2002-01-17/48%%)
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX.
Elle remplace la convention collective de travail du 12 mai 1997 relative au financement et l'organisation de la formation professionnelle, rendue obligatoire par arrêté royal du 11 janvier 1999, Moniteur belge du 20 mai 1999.
Elle peut être dénoncée par chacune des parties signataires moyennant un préavis d'au moins trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 17 janvier 2002.
(Pour l'AR, voir %%2002-01-17/48%%)
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX.