§ 2. De overeenkomst, genoemd in § 1, kan slechts worden aangegaan onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring door [1 de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen]1, en voorzover ze in overeenstemming is met de volgende beginselen :
1° de vereniging van quotumhouders verbindt zich tot de integrale uitvoering op haar kosten van de afwerking, bedoeld in artikel 2, 14°, van voormeld decreet in de grindwinningsgebieden conform de nabestemmingsplannen;
2° de vereniging van quotumhouders stelt tot zekerheid van de effectieve uitvoering van de afwerking van de grindwinningsgebieden een onherroepelijke bankwaarborg die, ingeval de vereniging van quotumhouders haar verbintenissen tot afwerking niet of slechts gedeeltelijk nakomt, op eerste verzoek kan worden aangesproken;
3° het bedrag van de bankwaarborg wordt vastgesteld op grond van door het herstructureringscomité geactualiseerde kostenramingen voor het afwerken van de grindwinningsgebieden die door het Grindfonds worden goedgekeurd. Daarbij wordt uitgegaan van de afwerkingskosten in geval van aanbesteding door het herstructureringscomité, met inbegrip van de toepasselijke BTW en vermeerderd met 17 % risico- en coördinatiekosten. Over elk grindwinningsgebied wordt bovendien een basisraster uitgezet, met een kostprijs voor het afwerken per rastervak;
4° het bedrag van de bankwaarborg wordt berekend op basis van halfjaarlijkse aangiften, als de som van de " kostprijzen afwerking per vak " voor alle vakken waar de ontgrinding is aangevat op 31 maart, respectievelijk op 30 september, verminderd met de som van de " kostprijzen afwerking per vak " van alle vakken waarin het terrein volledig is afgewerkt, met inbegrip van de eventuele oeverafwerking, én opgeleverd op 31 maart, respectievelijk op 30 september.