Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
29 MAART 2002. - Decreet tot bescherming van varend erfgoed(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-05-2002 en tekstbijwerking tot 04-09-2014)
Titre
29 MARS 2002. - Décret portant protection du patrimoine nautique (TRADUCTION). (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 18-05-2002 et mise à jour au 04-09-2014)
Informations sur le document
Numac: 2002035603
Datum: 2002-03-29
Info du document
Numac: 2002035603
Date: 2002-03-29
Table des matières
Tekst (41)
Texte (41)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder :
1° varend erfgoed : het nautisch erfgoed [2 dat kan varen of drijven, of dat in de vaart kan worden gebracht of drijvend kan worden gemaakt]2, inzonderheid de schepen, de boten en de drijvende inrichtingen met inbegrip van hun uitrusting en van hun voortstuwingsmiddelen, waarvan het behoud van algemeen belang is wegens hun historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische [2 , esthetische]2 of andere sociaal-culturele waarde;
2° [2 het agentschap: de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering, de beleidsmonitoring en de beleidsevaluatie inzake onroerend erfgoed;]2
3° [2 eigenaar: de zakelijkrechthouder zijnde de eigenaar, blote eigenaar, erfpachthouder of leasinggever;]2
4° gebruiker : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die niet de eigenaar is, maar die een zakelijk of persoonlijk recht kan doen gelden, inzonderheid de hypothecaire schuldeiser en de houder van het pand- of retentierecht;
5° [1 de commissie : de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed.]1
[2 6° beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:
a) een aangetekende brief;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) elke andere door de Vlaamse Regering toegestane betekeningswijze, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.]2
1° varend erfgoed : het nautisch erfgoed [2 dat kan varen of drijven, of dat in de vaart kan worden gebracht of drijvend kan worden gemaakt]2, inzonderheid de schepen, de boten en de drijvende inrichtingen met inbegrip van hun uitrusting en van hun voortstuwingsmiddelen, waarvan het behoud van algemeen belang is wegens hun historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische [2 , esthetische]2 of andere sociaal-culturele waarde;
2° [2 het agentschap: de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering, de beleidsmonitoring en de beleidsevaluatie inzake onroerend erfgoed;]2
3° [2 eigenaar: de zakelijkrechthouder zijnde de eigenaar, blote eigenaar, erfpachthouder of leasinggever;]2
4° gebruiker : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die niet de eigenaar is, maar die een zakelijk of persoonlijk recht kan doen gelden, inzonderheid de hypothecaire schuldeiser en de houder van het pand- of retentierecht;
5° [1 de commissie : de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed.]1
[2 6° beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:
a) een aangetekende brief;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) elke andere door de Vlaamse Regering toegestane betekeningswijze, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.]2
Art.2. Au sens du présent décret on entend par :
1° patrimoine nautique : le patrimoine nautique [2 qui peut naviguer ou flotter, ou qui peut être rendu navigable ou flottable]2, notamment les navires, les bateaux et les établissements flottants, y compris leur équipement et leurs moyens de propulsion, dont la préservation est importante en raison de leur valeur historique, scientifique, d'archéologie industrielle [2 , esthétique]2 ou d'une autre valeur socioculturelle;
2° [2 l'agence : l'entité qui est chargée par le Gouvernement flamand de la préparation de la politique, de l'exécution de la politique, du contrôle de la politique et de l'évaluation de la politique en matière de patrimoine immobilier ;]2
3° [2 propriétaire : le détenteur du droit réel, étant le propriétaire, le nu-propriétaire ou le donneur de leasing ;]2
4° utilisateur : la personne physique ou morale qui n'est pas le propriétaire, mais peut faire valoir un droit réel ou personnel, notamment le créditeur hypothécaire et le détenteur du droit de gage ou de rétention;
5° [1 la commission : la Commission flamande pour le Patrimoine nautique.]1
[2 6° envoi sécurisé : un des modes de notification suivants :
a) une lettre recommandée ;
b) une remise contre récépissé ;
c) toute autre modalité de notification autorisée par le Ministre par laquelle la date de notification peut être établie avec certitude.]2
1° patrimoine nautique : le patrimoine nautique [2 qui peut naviguer ou flotter, ou qui peut être rendu navigable ou flottable]2, notamment les navires, les bateaux et les établissements flottants, y compris leur équipement et leurs moyens de propulsion, dont la préservation est importante en raison de leur valeur historique, scientifique, d'archéologie industrielle [2 , esthétique]2 ou d'une autre valeur socioculturelle;
2° [2 l'agence : l'entité qui est chargée par le Gouvernement flamand de la préparation de la politique, de l'exécution de la politique, du contrôle de la politique et de l'évaluation de la politique en matière de patrimoine immobilier ;]2
3° [2 propriétaire : le détenteur du droit réel, étant le propriétaire, le nu-propriétaire ou le donneur de leasing ;]2
4° utilisateur : la personne physique ou morale qui n'est pas le propriétaire, mais peut faire valoir un droit réel ou personnel, notamment le créditeur hypothécaire et le détenteur du droit de gage ou de rétention;
5° [1 la commission : la Commission flamande pour le Patrimoine nautique.]1
[2 6° envoi sécurisé : un des modes de notification suivants :
a) une lettre recommandée ;
b) une remise contre récépissé ;
c) toute autre modalité de notification autorisée par le Ministre par laquelle la date de notification peut être établie avec certitude.]2
HOOFDSTUK I/1. [1 - Inventaris van het varend erfgoed]1
CHAPITRE I/1. [1 - Inventaire du patrimoine nautique]1
Art. 3/1. [1 De Vlaamse Regering kan de inventaris van het varend erfgoed geheel of gedeeltelijk vaststellen.]1
Art. 3/1. [1 Le Gouvernement flamand peut entièrement ou partiellement établir le patrimoine nautique.]1
Art. 3/2. [1 Varend erfgoed kan worden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed als het een of meer erfgoedwaarden bezit en voldoende goed bewaard is of in aanmerking komt voor restauratie tot drijvend of varend object.
Varend erfgoed kan worden geschrapt uit de vastgestelde inventaris als het niet langer erfgoedwaarde bezit of als het niet langer voldoende goed bewaard is, noch in aanmerking komt voor restauratie tot drijvend of varend object.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere criteria voor het opnemen en schrappen van varend erfgoed in de inventaris van het varend erfgoed.]1
Varend erfgoed kan worden geschrapt uit de vastgestelde inventaris als het niet langer erfgoedwaarde bezit of als het niet langer voldoende goed bewaard is, noch in aanmerking komt voor restauratie tot drijvend of varend object.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere criteria voor het opnemen en schrappen van varend erfgoed in de inventaris van het varend erfgoed.]1
Art. 3/2. [1 Le patrimoine nautique peut être repris dans l'inventaire établi du patrimoine nautique s'il possède une ou plusieurs valeurs patrimoniales et est suffisamment conservé ou est éligible à une restauration en un objet naviguant ou flottant.
Le patrimoine nautique peut être rayé de l'inventaire établi du patrimoine nautique s'il ne possède plus une ou plusieurs valeurs patrimoniales ou s'il n'est plus suffisamment conservé et n'est pas éligible à une restauration en un objet naviguant ou flottant.
Le Gouvernement flamand établit les critères pour reprendre le patrimoine nautique dans l'inventaire ou de le rayer ce ce dernier.]1
Le patrimoine nautique peut être rayé de l'inventaire établi du patrimoine nautique s'il ne possède plus une ou plusieurs valeurs patrimoniales ou s'il n'est plus suffisamment conservé et n'est pas éligible à une restauration en un objet naviguant ou flottant.
Le Gouvernement flamand établit les critères pour reprendre le patrimoine nautique dans l'inventaire ou de le rayer ce ce dernier.]1
Art. 3/3. [1 De Vlaamse Regering kan de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed actualiseren of er varend erfgoed aan toevoegen of uit verwijderen.
De Vlaamse Regering wint hierover voorafgaand het advies in bij de commissie. Dit advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
De Vlaamse Regering wint hierover voorafgaand het advies in bij de commissie. Dit advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
Art. 3/3. [1 Le Gouvernement flamand peut actualiser l'inventaire établi du patrimoine nautique et y ajouter ou supprimer du patrimoine nautique.
Préalablement, le Gouvernement flamand recueille l'avis à ce sujet auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, il peut être passé outre l'exigence d'avis. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Préalablement, le Gouvernement flamand recueille l'avis à ce sujet auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, il peut être passé outre l'exigence d'avis. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Art. 3/4. [1 De leden van de commissie, de ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen hebben, als dat voor het onderzoek ter voorbereiding van de vaststelling van de inventaris van het varend erfgoed noodzakelijk is, toegang tot het varend erfgoed, maar niet tot de gedeelten die gebruikt worden als woongelegenheid of bedrijfslokaal tenzij ze hiervoor de toestemming hebben van de eigenaar en de gebruiker.]1
Art. 3/4. [1 Les membres de la commission, les fonctionnaires de l'agence et les personnes désignées par le Gouvernement flamand ont, si tel est nécessaire pour l'enquête en vue de la préparation de l'établissement de l'inventaire du patrimoine nautique, accès au patrimoine nautique, mais pas aux parties qui sont utilisées comme logement ou local d'entreprise sauf s'ils y sont autorisés par le propriétaire ou utilisateur.]1
Art. 3/5. [1 De vastgestelde inventaris van het varend erfgoed bevat over elk goed dat erin opgenomen is, minstens de volgende gegevens:
1° de benaming;
2° een foto;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling, het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie;
4° een beschrijving op basis van de waarden, vermeld in artikel 2, 1°.
De Vlaamse Regering kan de gegevens die voor elk varend erfgoed in de vastgestelde inventaris moeten worden opgenomen, nader omschrijven of uitbreiden.]1
1° de benaming;
2° een foto;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling, het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie;
4° een beschrijving op basis van de waarden, vermeld in artikel 2, 1°.
De Vlaamse Regering kan de gegevens die voor elk varend erfgoed in de vastgestelde inventaris moeten worden opgenomen, nader omschrijven of uitbreiden.]1
Art. 3/5. [1 L'inventaire établi du patrimoine nautique comprend pour chaque bien qui y est repris au moins les données suivantes :
1° la dénomination ;
2° une photo ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification ;
4° une description sur la base des valeurs,-, visées à l'article 2, 1°.
Le Gouvernement flamand peut décrire ou étendre les données devant être reprises dans l'inventaire pour chaque bien patrimonial nautique.]1
1° la dénomination ;
2° une photo ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification ;
4° une description sur la base des valeurs,-, visées à l'article 2, 1°.
Le Gouvernement flamand peut décrire ou étendre les données devant être reprises dans l'inventaire pour chaque bien patrimonial nautique.]1
Art. 3/6. [1 De Vlaamse Regering wint voorafgaand aan de vaststelling van de inventaris van het varend erfgoed advies in bij de commissie. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
Art. 3/6. [1 Préalablement à l'établissement de l'inventaire du patrimoine nautique, le Gouvernement flamand recueille l'avis à ce sujet auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, il peut être passé outre l'exigence d'avis. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1>
Art. 3/7. [1 Het agentschap stelt de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed digitaal beschikbaar voor het publiek. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.]1
Art. 3/7. [1 L'agence rend l'inventaire établi du patrimoine nautique disponible au public par voie électronique. Le Gouvernement flamand peut en arrêter les modalités.]1>
Art. 3/8. [1 Op het varend erfgoed dat in de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed is opgenomen, kan een herkenningsteken worden aangebracht door de eigenaar of de gebruiker. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het model en het gebruik van dit herkenningsteken.]1
Art. 3/8. [1 Un sigle distinctif peut être apposé par le propriétaire ou l'utilisateur sur le patrimoine nautique qui a été repris dans l'inventaire établi du patrimoine nautique. Le Gouvernement flamand arrête les modalités du modèle et de l'utilisation de ce sigle distinctif.]1>
Art. 3/9. [1 De eigenaars en gebruikers van het varend erfgoed dat in de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed is opgenomen, kunnen volgens de modaliteiten door de Vlaamse Regering nader te bepalen, vrijgesteld worden van:
1° scheepvaartrechten;
2° haven-, kaai-, sluis-, brug-, doorvaart-, verblijfs-, tonnenmaat- en passagiersgelden of -rechten, van welke aard of benaming ook;
3° loodsgelden en loodsvergoedingen;
4° vergoedingen verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen;
5° retributies voor het opmaken, het afgeven of het wijzigen van documenten met betrekking tot het vaartuig die bij de wetten, decreten en verordeningen zijn voorgeschreven;
6° retributies voor de levering van publicaties en het afgeven van platen en andere kentekens met betrekking tot het vaartuig die bij de wetten, decreten en verordeningen zijn voorgeschreven.]1
1° scheepvaartrechten;
2° haven-, kaai-, sluis-, brug-, doorvaart-, verblijfs-, tonnenmaat- en passagiersgelden of -rechten, van welke aard of benaming ook;
3° loodsgelden en loodsvergoedingen;
4° vergoedingen verschuldigd door de gebruikers van het verkeersbegeleidingssysteem voor vaartuigen;
5° retributies voor het opmaken, het afgeven of het wijzigen van documenten met betrekking tot het vaartuig die bij de wetten, decreten en verordeningen zijn voorgeschreven;
6° retributies voor de levering van publicaties en het afgeven van platen en andere kentekens met betrekking tot het vaartuig die bij de wetten, decreten en verordeningen zijn voorgeschreven.]1
Art. 3/9. [1 Les propriétaires et les utilisateurs du patrimoine nautique qui a été repris dans l'inventaire du patrimoine nautique, peuvent être exemptés, suivant les modalités a fixer par le Gouvernement flamand :
1° des droits maritimes ;
2° des taxes ou droit de port, de quai, d'écluse, de pont, de passage, de tonnage et de passagers, quelque soit leur dénomination ;
3° des droits et indemnités de pilotage ;
4° des indemnités dues par les utilisateurs du système d'assistance au trafic pour navires ;
5° des rétributions pour l'établissement, la délivrance ou la modification de documents relatifs à l'embarcation qui sont prescrits par les lois, décrets et règlements ;
6° des rétributions pour la fourniture de publications et la délivrance de plaques d'immatriculation et autres marques distinctives relatives à l'embarcation qui sont prescrites par les lois, décrets et règlements.]1
1° des droits maritimes ;
2° des taxes ou droit de port, de quai, d'écluse, de pont, de passage, de tonnage et de passagers, quelque soit leur dénomination ;
3° des droits et indemnités de pilotage ;
4° des indemnités dues par les utilisateurs du système d'assistance au trafic pour navires ;
5° des rétributions pour l'établissement, la délivrance ou la modification de documents relatifs à l'embarcation qui sont prescrits par les lois, décrets et règlements ;
6° des rétributions pour la fourniture de publications et la délivrance de plaques d'immatriculation et autres marques distinctives relatives à l'embarcation qui sont prescrites par les lois, décrets et règlements.]1
HOOFDSTUK II. - Bescherming.
CHAPITRE II. - Protection.
Art.4. § 1. De Vlaamse regering stelt de voorlopige bescherming van het varend erfgoed vast.
[1 De Vlaamse Regering wint vóór de voorlopige bescherming het advies in bij de commissie. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als de termijn wordt overschreden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. Aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan in geval van dringende noodzakelijkheid. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
De Vlaamse regering vermeldt de redenen die tot de bescherming aanleiding geven.
De Vlaamse regering vermeldt inzonderheid :
1° [1 voor zover bekend]1 het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
2° de doelstellingen van het toekomstige beheer met het oog op het behoud en de ontwikkeling van de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming.
§ 2. De besluiten tot voorlopige bescherming worden :
1° [1 per beveiligde zending ter kennis van de eigenaar gebracht;]1
2° ter kennisgeving bezorgd aan de (commissie) die hierover een beredeneerd advies kan geven;
3° bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
§ 3. [1 De eigenaar meldt in voorkomend geval binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.]1
De eigenaar en de gebruiker kunnen hun opmerkingen en bezwaren indienen bij (het agentschap) binnen zestig dagen vanaf de datum van [1 de kennisgeving]1.
De eigenaar brengt bij de overdracht van het varend erfgoed de nieuwe eigenaar op de hoogte van de voorlopige bescherming en meldt de overdracht aan (het agentschap).
§ 4. [1 Vanaf de dag van de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1°, zijn op het varend erfgoed, vermeld in het besluit tot voorlopige bescherming, gedurende een termijn van maximaal negen maanden de rechtsgevolgen van een bescherming voorlopig van toepassing.
De Vlaamse Regering kan die termijn eenmalig met maximaal drie maanden verlengen. De eigenaar wordt per beveiligde zending op de hoogte gebracht van het besluit tot verlenging van de voorlopige bescherming van varend erfgoed. De eigenaar meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de verlenging van de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.
De rechtsgevolgen van een besluit tot voorlopige bescherming van varend erfgoed zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding door de eigenaars, vermeld in paragraaf 3;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking, vermeld in paragraaf 2, 3°.
Het besluit tot voorlopige bescherming van varend erfgoed vervalt van rechtswege als de Vlaamse Regering binnen de termijnen, vermeld in het voormelde besluit, geen besluit tot definitieve bescherming genomen heeft.
De Vlaamse Regering kan de voorlopige bescherming van het varend erfgoed opheffen. Dat besluit wordt ter kennis gebracht op de wijze, vermeld in paragraaf 2. De eigenaar meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de opheffing van de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.]1
§ 5. De leden van de (commissie, de ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen) hebben, wanneer dit voor het onderzoek ter voorbereiding van de definitieve bescherming van het varend erfgoed noodzakelijk is, toegang tot de vaartuigen, maar niet tot de gedeelten die gebruikt worden als woongelegenheid [1 of bedrijfslokaal tenzij ze hiervoor de toestemming hebben van de eigenaar en de gebruiker]1.
[1 De Vlaamse Regering wint vóór de voorlopige bescherming het advies in bij de commissie. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als de termijn wordt overschreden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. Aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan in geval van dringende noodzakelijkheid. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
De Vlaamse regering vermeldt de redenen die tot de bescherming aanleiding geven.
De Vlaamse regering vermeldt inzonderheid :
1° [1 voor zover bekend]1 het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
2° de doelstellingen van het toekomstige beheer met het oog op het behoud en de ontwikkeling van de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming.
§ 2. De besluiten tot voorlopige bescherming worden :
1° [1 per beveiligde zending ter kennis van de eigenaar gebracht;]1
2° ter kennisgeving bezorgd aan de (commissie) die hierover een beredeneerd advies kan geven;
3° bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
§ 3. [1 De eigenaar meldt in voorkomend geval binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.]1
De eigenaar en de gebruiker kunnen hun opmerkingen en bezwaren indienen bij (het agentschap) binnen zestig dagen vanaf de datum van [1 de kennisgeving]1.
De eigenaar brengt bij de overdracht van het varend erfgoed de nieuwe eigenaar op de hoogte van de voorlopige bescherming en meldt de overdracht aan (het agentschap).
§ 4. [1 Vanaf de dag van de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1°, zijn op het varend erfgoed, vermeld in het besluit tot voorlopige bescherming, gedurende een termijn van maximaal negen maanden de rechtsgevolgen van een bescherming voorlopig van toepassing.
De Vlaamse Regering kan die termijn eenmalig met maximaal drie maanden verlengen. De eigenaar wordt per beveiligde zending op de hoogte gebracht van het besluit tot verlenging van de voorlopige bescherming van varend erfgoed. De eigenaar meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de verlenging van de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.
De rechtsgevolgen van een besluit tot voorlopige bescherming van varend erfgoed zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding door de eigenaars, vermeld in paragraaf 3;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking, vermeld in paragraaf 2, 3°.
Het besluit tot voorlopige bescherming van varend erfgoed vervalt van rechtswege als de Vlaamse Regering binnen de termijnen, vermeld in het voormelde besluit, geen besluit tot definitieve bescherming genomen heeft.
De Vlaamse Regering kan de voorlopige bescherming van het varend erfgoed opheffen. Dat besluit wordt ter kennis gebracht op de wijze, vermeld in paragraaf 2. De eigenaar meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving, de opheffing van de voorlopige bescherming per beveiligde zending aan de gebruiker. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.]1
§ 5. De leden van de (commissie, de ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen) hebben, wanneer dit voor het onderzoek ter voorbereiding van de definitieve bescherming van het varend erfgoed noodzakelijk is, toegang tot de vaartuigen, maar niet tot de gedeelten die gebruikt worden als woongelegenheid [1 of bedrijfslokaal tenzij ze hiervoor de toestemming hebben van de eigenaar en de gebruiker]1.
Art.4. § 1er. Le Gouvernement flamand arrête la protection provisoire du patrimoine nautique.
[1 Préalablement à la protection provisoire, le Gouvernement flamand recueille l'avis auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, l'avis est réputé être favorable. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Il peut être passé outre à l'exigence d'avis en cas de nécessité urgente. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Le Gouvernement flamand mentionne la motivation de la protection.
Le Gouvernement flamand mentionne notamment :
1° [1 pour autant que connu,]1 l'article d'enregistrement ou le numéro d'enregistrement au registre des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique;
2° les objectifs de la gestion future en vue de la conservation et du développement des valeurs qui ont donné lieu à la protection.
§ 2. Les arrêtés de protection provisoire sont :
1° [1 notifiés au propriétaire par envoi sécurisé ;]1
2° transmis pour information à la (commission), qui peut formuler un avis raisonné en la matière;
3° publiés par extrait au Moniteur belge.
§ 3. [1 Le propriétaire communique, le cas échéant, la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé.]1
Le propriétaire et l'utilisateur peuvent communiquer leurs observations et objections à (l'agence) dans les soixante jours de la date [1 de l'avis]1.
En cas de cession, le propriétaire informe le nouveau propriétaire de la protection provisoire et met (l'agence) au courant de la cession.
§ 4. [1 A compter du jour de la réception de la notification, visée à l'article 2.6, le patrimoine nautique, visé à l'arrêté de protection provisoire est couvert provisoirement, pendant un délai de maximum neuf fois, par les conséquences juridiques d'une protection.
Le Gouvernement flamand peut prolonger ce délai une fois d'une période de maximum trois mois. Le propriétaire est informé par envoi sécurisé de l'arrêté de prolongation de protection provisoire du patrimoine nautique. Le propriétaire communique la prolongation de la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé.
Les conséquences juridiques d'un arrêté de protection provisoire s'appliquent :
1° aux propriétaires à compter de la notification visée au paragraphe 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à compter de la communication par les propriétaires, visée au paragraphe 3 ;
3° à chacun à partir de la publication visée au paragraphe 2, 3°.
L'arrêté de protection provisoire du patrimoine nautique échoit de plein droit si le Gouvernement flamand n'a pris aucun arrêté de protection définitive dans les délais visés à l'arrêté précité.
Le Gouvernement flamand peut abroger la protection provisoire du patrimoine nautique. Cet arrêté est notifié de la manière visée au paragraphe 2. Le propriétaire communique l'abrogation de la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé]1
§ 5. Les membres de la (commission, les fonctionnaires de l'agence et les personnes désignées par le Gouvernement flamand) ont accès aux bateaux dans la mesure où cela s'impose en vue de l'examen préliminaire pour la protection définitive du patrimoine nautique. Ils n'ont pas accès aux pièces d'habitation [1 ou au local d'entreprise sauf s'ils ont l'autorisation du propriétaire ou de l'utilisateur à cet effet]1.
[1 Préalablement à la protection provisoire, le Gouvernement flamand recueille l'avis auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, l'avis est réputé être favorable. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Il peut être passé outre à l'exigence d'avis en cas de nécessité urgente. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Le Gouvernement flamand mentionne la motivation de la protection.
Le Gouvernement flamand mentionne notamment :
1° [1 pour autant que connu,]1 l'article d'enregistrement ou le numéro d'enregistrement au registre des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique;
2° les objectifs de la gestion future en vue de la conservation et du développement des valeurs qui ont donné lieu à la protection.
§ 2. Les arrêtés de protection provisoire sont :
1° [1 notifiés au propriétaire par envoi sécurisé ;]1
2° transmis pour information à la (commission), qui peut formuler un avis raisonné en la matière;
3° publiés par extrait au Moniteur belge.
§ 3. [1 Le propriétaire communique, le cas échéant, la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé.]1
Le propriétaire et l'utilisateur peuvent communiquer leurs observations et objections à (l'agence) dans les soixante jours de la date [1 de l'avis]1.
En cas de cession, le propriétaire informe le nouveau propriétaire de la protection provisoire et met (l'agence) au courant de la cession.
§ 4. [1 A compter du jour de la réception de la notification, visée à l'article 2.6, le patrimoine nautique, visé à l'arrêté de protection provisoire est couvert provisoirement, pendant un délai de maximum neuf fois, par les conséquences juridiques d'une protection.
Le Gouvernement flamand peut prolonger ce délai une fois d'une période de maximum trois mois. Le propriétaire est informé par envoi sécurisé de l'arrêté de prolongation de protection provisoire du patrimoine nautique. Le propriétaire communique la prolongation de la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé.
Les conséquences juridiques d'un arrêté de protection provisoire s'appliquent :
1° aux propriétaires à compter de la notification visée au paragraphe 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à compter de la communication par les propriétaires, visée au paragraphe 3 ;
3° à chacun à partir de la publication visée au paragraphe 2, 3°.
L'arrêté de protection provisoire du patrimoine nautique échoit de plein droit si le Gouvernement flamand n'a pris aucun arrêté de protection définitive dans les délais visés à l'arrêté précité.
Le Gouvernement flamand peut abroger la protection provisoire du patrimoine nautique. Cet arrêté est notifié de la manière visée au paragraphe 2. Le propriétaire communique l'abrogation de la protection provisoire à l'utilisateur par envoi sécurisé dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé]1
§ 5. Les membres de la (commission, les fonctionnaires de l'agence et les personnes désignées par le Gouvernement flamand) ont accès aux bateaux dans la mesure où cela s'impose en vue de l'examen préliminaire pour la protection définitive du patrimoine nautique. Ils n'ont pas accès aux pièces d'habitation [1 ou au local d'entreprise sauf s'ils ont l'autorisation du propriétaire ou de l'utilisateur à cet effet]1.
Art.5. § 1. De Vlaamse regering stelt de definitieve bescherming vast van het voorlopig beschermd varend erfgoed.
[1 De Vlaamse Regering kan over de definitieve bescherming advies inwinnen bij de commissie. Als er met toepassing van artikel 4, § 1, tweede lid, vanwege dringende noodzakelijkheid geen voorafgaand advies werd gevraagd, wint de Vlaamse Regering advies in bij de commissie over de definitieve bescherming. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
De Vlaamse regering vermeldt de redenen die tot de bescherming aanleiding geven.
De Vlaamse regering vermeldt inzonderheid :
1° [1 voor zover bekend]1 het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
2° de doelstellingen van het toekomstige beheer met het oog op het behoud en de ontwikkeling van de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming.
§ 2. De besluiten tot definitieve bescherming worden :
1° [1 per beveiligde zending ter kennis van de eigenaar gebracht, die dat aan de gebruiker meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld;]1
2° bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ;
3° op de scheepshypotheekbewaring ingeschreven in het register van teboekstelling der binnenschepen of van het register der zeeschepen indien het te boek gesteld of geregistreerd varend erfgoed betreft, of enkel neergelegd in het register van neerlegging indien het niet te boek gesteld of geregistreerd varend erfgoed betreft.
§ 3. De eigenaar brengt bij de overdracht van het varend erfgoed de nieuwe eigenaar op de hoogte van de definitieve bescherming en meldt de overdracht aan (het agentschap).
§ 4. [1 De rechtsgevolgen van een besluit tot definitieve bescherming van varend erfgoed zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking, vermeld in paragraaf 2, 2°.]1
[1 De Vlaamse Regering kan over de definitieve bescherming advies inwinnen bij de commissie. Als er met toepassing van artikel 4, § 1, tweede lid, vanwege dringende noodzakelijkheid geen voorafgaand advies werd gevraagd, wint de Vlaamse Regering advies in bij de commissie over de definitieve bescherming. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.]1
De Vlaamse regering vermeldt de redenen die tot de bescherming aanleiding geven.
De Vlaamse regering vermeldt inzonderheid :
1° [1 voor zover bekend]1 het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
2° de doelstellingen van het toekomstige beheer met het oog op het behoud en de ontwikkeling van de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming.
§ 2. De besluiten tot definitieve bescherming worden :
1° [1 per beveiligde zending ter kennis van de eigenaar gebracht, die dat aan de gebruiker meldt binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving. Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld;]1
2° bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ;
3° op de scheepshypotheekbewaring ingeschreven in het register van teboekstelling der binnenschepen of van het register der zeeschepen indien het te boek gesteld of geregistreerd varend erfgoed betreft, of enkel neergelegd in het register van neerlegging indien het niet te boek gesteld of geregistreerd varend erfgoed betreft.
§ 3. De eigenaar brengt bij de overdracht van het varend erfgoed de nieuwe eigenaar op de hoogte van de definitieve bescherming en meldt de overdracht aan (het agentschap).
§ 4. [1 De rechtsgevolgen van een besluit tot definitieve bescherming van varend erfgoed zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding, vermeld in paragraaf 2, 1° ;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking, vermeld in paragraaf 2, 2°.]1
Art.5. § 1er. Le Gouvernement flamand arrête la protection définitive du patrimoine nautique protégé provisoirement.
[1 Le Gouvernement flamand peut recueillir un avis concernant la protection définitive auprès de la commission. Si en application de l'article 4, § 1er, alinéa deux, aucun avis préalable n'a été demandé à cause d'une urgence, le Gouvernement flamand recueillit un avis concernant la protection définitive auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, il peut être passé outre l'exigence d'avis. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Le Gouvernement flamand mentionne la motivation de la protection.
Le Gouvernement flamand mentionne notamment :
1° [1 pour autant que connu,]1 l'article d'enregistrement ou le numéro d'enregistrement au registre des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique;
2° les objectifs de la gestion future en vue de la conservation et du développement des valeurs qui ont donné lieu à la protection.
§ 2. L'arrêté de protection définitive est :
1° [1 notifié au propriétaire par envoi sécurisé, qui en informe l'utilisateur dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé ;]1
2° publié par extrait au Moniteur belge ;
3° inscrit auprès du conservateur des hypothèques maritimes, au registre des bateaux de navigation intérieure ou au registre des navires de mer s'il s'agit de patrimoine flottant enregistré, ou simplement déposé au registre de dépôt s'il s'agit de patrimoine flottant non enregistré.
§ 3. En cas de cession, le propriétaire informe le nouveau propriétaire de la protection définitive et met (l'agence) au courant de la cession.
§ 4. [1 Les conséquences juridiques d'un arrêté de protection définitive du patrimoine nautique s'appliquent :
1° aux propriétaires à compter de la notification visée au paragraphe 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à compter de la communication, visée au paragraphe 2, 1° ;
3° à chacun à partir de la publication visée au paragraphe 2, 2°.]1
[1 Le Gouvernement flamand peut recueillir un avis concernant la protection définitive auprès de la commission. Si en application de l'article 4, § 1er, alinéa deux, aucun avis préalable n'a été demandé à cause d'une urgence, le Gouvernement flamand recueillit un avis concernant la protection définitive auprès de la commission. Cet avis est émis dans un délai d'échéance de trente jours prenant cours le jour suivant celui de la réception de la demande d'avis. En cas de dépassement de ce délai, il peut être passé outre l'exigence d'avis. Le délai de trente jours peut être prolongé une fois d'une période de trente jours par le Gouvernement flamand à la demande de la commission. Le Gouvernement flamand peut fixer les modalités relatives à la procédure d'avis.]1
Le Gouvernement flamand mentionne la motivation de la protection.
Le Gouvernement flamand mentionne notamment :
1° [1 pour autant que connu,]1 l'article d'enregistrement ou le numéro d'enregistrement au registre des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique;
2° les objectifs de la gestion future en vue de la conservation et du développement des valeurs qui ont donné lieu à la protection.
§ 2. L'arrêté de protection définitive est :
1° [1 notifié au propriétaire par envoi sécurisé, qui en informe l'utilisateur dans les dix jours de la date de la notification. Cette obligation est mentionnée dans l'envoi sécurisé ;]1
2° publié par extrait au Moniteur belge ;
3° inscrit auprès du conservateur des hypothèques maritimes, au registre des bateaux de navigation intérieure ou au registre des navires de mer s'il s'agit de patrimoine flottant enregistré, ou simplement déposé au registre de dépôt s'il s'agit de patrimoine flottant non enregistré.
§ 3. En cas de cession, le propriétaire informe le nouveau propriétaire de la protection définitive et met (l'agence) au courant de la cession.
§ 4. [1 Les conséquences juridiques d'un arrêté de protection définitive du patrimoine nautique s'appliquent :
1° aux propriétaires à compter de la notification visée au paragraphe 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à compter de la communication, visée au paragraphe 2, 1° ;
3° à chacun à partir de la publication visée au paragraphe 2, 2°.]1
Art. 5/1. [1 § 1. De Vlaamse Regering kan een besluit tot definitieve bescherming van varend erfgoed wijzigen of opheffen.
§ 2. De bepalingen in artikel 4, § 1, eerste en tweede lid, artikel 4, § 2, § 3 en § 4, en artikel 5, § 1, § 2 en § 3, zijn van overeenkomstige toepassing op de voorlopige en definitieve wijziging of opheffing van een besluit tot definitieve bescherming.
Het besluit tot voorlopige wijziging of opheffing bevat minstens de volgende gegevens:
1° het opschrift van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
2° de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
4° de redenen van wijziging of opheffing;
5° in geval van wijziging, een beschrijving van de impact op de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming en een beschrijving van de impact op de beheersdoelstellingen;
6° de aanduiding van de te registreren en te documenteren waarden die verloren gaan.
Het besluit tot definitieve wijziging of opheffing bevat minstens de volgende gegevens:
1° het opschrift van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
2° de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
4° de redenen van wijziging of opheffing;
5° in geval van wijziging, een beschrijving van de impact op de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming en een beschrijving van de impact op de beheersdoelstellingen;
6° de aanduiding van de te registreren en te documenteren waarden die verloren gaan.
§ 3. Tot de datum van vaststelling van het besluit tot definitieve wijziging of opheffing blijven de rechtsgevolgen van het besluit tot definitieve bescherming van kracht.
De rechtsgevolgen van een besluit tot wijziging of opheffing zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in artikel 5, § 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding, vermeld in artikel 5, § 2, 1° ;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking van het besluit tot wijziging of opheffing in het Belgisch Staatsblad, vermeld in artikel 5, § 2, 2°.]1
§ 2. De bepalingen in artikel 4, § 1, eerste en tweede lid, artikel 4, § 2, § 3 en § 4, en artikel 5, § 1, § 2 en § 3, zijn van overeenkomstige toepassing op de voorlopige en definitieve wijziging of opheffing van een besluit tot definitieve bescherming.
Het besluit tot voorlopige wijziging of opheffing bevat minstens de volgende gegevens:
1° het opschrift van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
2° de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
4° de redenen van wijziging of opheffing;
5° in geval van wijziging, een beschrijving van de impact op de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming en een beschrijving van de impact op de beheersdoelstellingen;
6° de aanduiding van de te registreren en te documenteren waarden die verloren gaan.
Het besluit tot definitieve wijziging of opheffing bevat minstens de volgende gegevens:
1° het opschrift van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
2° de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit dat gewijzigd of opgeheven wordt;
3° voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling of het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie van het varend erfgoed;
4° de redenen van wijziging of opheffing;
5° in geval van wijziging, een beschrijving van de impact op de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming en een beschrijving van de impact op de beheersdoelstellingen;
6° de aanduiding van de te registreren en te documenteren waarden die verloren gaan.
§ 3. Tot de datum van vaststelling van het besluit tot definitieve wijziging of opheffing blijven de rechtsgevolgen van het besluit tot definitieve bescherming van kracht.
De rechtsgevolgen van een besluit tot wijziging of opheffing zijn van toepassing:
1° op de eigenaars vanaf de kennisgeving, vermeld in artikel 5, § 2, 1° ;
2° op de gebruikers vanaf de melding, vermeld in artikel 5, § 2, 1° ;
3° op iedereen vanaf de bekendmaking van het besluit tot wijziging of opheffing in het Belgisch Staatsblad, vermeld in artikel 5, § 2, 2°.]1
Art. 5/1. [1 § 1er. Le Gouvernement flamand peut modifier ou abroger un arrêté de protection définitive du patrimoine nautique.
§ 2. Les dispositions de l'article 4, § 1er, alinéas premier et deux, de l'article 4, § 2, § 3 et § 4, et de l'article 5, § 1er, s'appliquent par analogie à la modification provisoire ou définitive ou à l'abrogation d'un arrêté de protection définitive.
L'arrêté de modification ou d'abrogation contient au moins les données suivantes :
1° l'intitulé de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
2° la date de publication au Moniteur belge de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique ;
4° les motifs de la modification ou de l'abrogation ;
5° dans le cas d'une modification, un description de l'impact sur les valeurs qui ont mené à la protection et une description de l'impact sur les objectif de gestion ;
6° l'indication des valeurs à enregistrer et à documenter qui se perdent.
La décision de modification ou d'abrogation définitive contient au moins les données suivantes :
1° l'intitulé de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
2° la date de publication au Moniteur belge de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique ;
4° les motifs de la modification ou de l'abrogation ;
5° dans le cas d'une modification, un description de l'impact sur les valeurs qui ont mené à la protection et une description de l'impact sur les objectif de gestion ;
6° l'indication des valeurs à enregistrer et à documenter qui se perdent.
§ 3. Jusqu'à la date de l'établissement de l'arrêté de modification définitive ou d'abrogation, les conséquences juridiques de l'arrêté de protection définitive restent en vigueur.
Les conséquences juridiques d'une décision de modification ou de suppression s'appliquent :
1° aux propriétaires à partir de la notification visée à l'article 5, § 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à partir de la notification visée à l'article 5, § 2, 1° ;
3° à chacun à partir de la publication au Moniteur belge de l'arrêté de modification ou d'abrogation, visé à l'article 5, § 2, 2°.]1
§ 2. Les dispositions de l'article 4, § 1er, alinéas premier et deux, de l'article 4, § 2, § 3 et § 4, et de l'article 5, § 1er, s'appliquent par analogie à la modification provisoire ou définitive ou à l'abrogation d'un arrêté de protection définitive.
L'arrêté de modification ou d'abrogation contient au moins les données suivantes :
1° l'intitulé de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
2° la date de publication au Moniteur belge de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique ;
4° les motifs de la modification ou de l'abrogation ;
5° dans le cas d'une modification, un description de l'impact sur les valeurs qui ont mené à la protection et une description de l'impact sur les objectif de gestion ;
6° l'indication des valeurs à enregistrer et à documenter qui se perdent.
La décision de modification ou d'abrogation définitive contient au moins les données suivantes :
1° l'intitulé de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
2° la date de publication au Moniteur belge de l'arrêté qui est modifié ou abrogé ;
3° pour autant que cela soit connu, l'article de l'immatriculation, le numéro d'enregistrement auprès de la conservation des hypothèques maritimes ou un autre mode d'identification du patrimoine nautique ;
4° les motifs de la modification ou de l'abrogation ;
5° dans le cas d'une modification, un description de l'impact sur les valeurs qui ont mené à la protection et une description de l'impact sur les objectif de gestion ;
6° l'indication des valeurs à enregistrer et à documenter qui se perdent.
§ 3. Jusqu'à la date de l'établissement de l'arrêté de modification définitive ou d'abrogation, les conséquences juridiques de l'arrêté de protection définitive restent en vigueur.
Les conséquences juridiques d'une décision de modification ou de suppression s'appliquent :
1° aux propriétaires à partir de la notification visée à l'article 5, § 2, 1° ;
2° aux utilisateurs à partir de la notification visée à l'article 5, § 2, 1° ;
3° à chacun à partir de la publication au Moniteur belge de l'arrêté de modification ou d'abrogation, visé à l'article 5, § 2, 2°.]1
Art.6. (L'agence) tient une liste du patrimoine nautique protégé définitivement. Le Gouvernement flamand règle l'organisation et l'utilisation de la liste.
Art.7. Op het definitief beschermde varend erfgoed kan een herkenningsteken worden aangebracht.
De Vlaamse regering stelt het model en het gebruik van dit teken vast.
De Vlaamse regering stelt het model en het gebruik van dit teken vast.
Art.7. Un signe distinctif peut être apposé sur le patrimoine nautique protégé définitivement.
Le Gouvernement flamand fixe le modèle et l'usage de ce signe.
Le Gouvernement flamand fixe le modèle et l'usage de ce signe.
HOOFDSTUK III. [1 - Rechtsgevolgen van een bescherming]1
CHAPITRE III. [1 - Conséquences juridiques d'une protection]1
Art.8. § 1. De eigenaar en de gebruiker van een voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed zijn verplicht het [1 beschermd varend erfgoed]1 door de nodige instandhoudings- en onderhoudswerken in goede staat te behouden [1 ...]1.
[1 De Vlaamse Regering stelt de algemene voorschriften voor instandhouding en onderhoud vast.]1
[1 Handelingen aan of in voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed kunnen niet worden aangevat zonder melding aan het agentschap. De Vlaamse Regering wijst de handelingen aan die onder de toepassing van dit lid vallen en kan nadere regels bepalen voor de meldingsprocedure. Als voor het uitvoeren van de door de Vlaamse Regering aangewezen handelingen het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed buiten de Vlaamse Gemeenschap wordt gebracht, moet voor de hiervoor vereiste periode geen toelating overeenkomstig paragraaf 5 worden aangevraagd.]1
§ 2. Met het oog op het verwezenlijken van de beheersdoelstellingen kan voor een beschermd varend erfgoed door of in opdracht van de eigenaar een beheersprogramma opgesteld worden.
§ 3. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaraan het beheersprogramma moet voldoen en stelt de procedure vast voor de goedkeuring van het in § 2 vermelde beheersprogramma.
§ 4. [1 De eigenaar meldt aan het agentschap elke wijziging van vaste ligplaats van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed. De Vlaamse Regering kan daarvoor de nadere regels bepalen.
In het eerste lid wordt verstaan onder vaste ligplaats: een van de volgende mogelijkheden:
1° de plaats op het water waar het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed permanent aanwezig is of gedurende minstens drie maanden per jaar een feitelijke uitvalsbasis heeft;
2° de berging op het land gedurende minstens drie maanden voor langdurige herstellingswerken of voor het tijdelijk uit de vaart nemen.]1
[1 § 5. Het is verboden voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen zonder toelating van het agentschap. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het aanvragen en afleveren van de toelating, de voorwaarden erin en de geldigheidsduur en periodieke vernieuwing ervan.
Als het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed ook beschermd is op grond van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang is deze paragraaf slechts van toepassing als de Vlaamse Regering dit uitdrukkelijk bepaalt.]1
[1 De Vlaamse Regering stelt de algemene voorschriften voor instandhouding en onderhoud vast.]1
[1 Handelingen aan of in voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed kunnen niet worden aangevat zonder melding aan het agentschap. De Vlaamse Regering wijst de handelingen aan die onder de toepassing van dit lid vallen en kan nadere regels bepalen voor de meldingsprocedure. Als voor het uitvoeren van de door de Vlaamse Regering aangewezen handelingen het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed buiten de Vlaamse Gemeenschap wordt gebracht, moet voor de hiervoor vereiste periode geen toelating overeenkomstig paragraaf 5 worden aangevraagd.]1
§ 2. Met het oog op het verwezenlijken van de beheersdoelstellingen kan voor een beschermd varend erfgoed door of in opdracht van de eigenaar een beheersprogramma opgesteld worden.
§ 3. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaraan het beheersprogramma moet voldoen en stelt de procedure vast voor de goedkeuring van het in § 2 vermelde beheersprogramma.
§ 4. [1 De eigenaar meldt aan het agentschap elke wijziging van vaste ligplaats van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed. De Vlaamse Regering kan daarvoor de nadere regels bepalen.
In het eerste lid wordt verstaan onder vaste ligplaats: een van de volgende mogelijkheden:
1° de plaats op het water waar het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed permanent aanwezig is of gedurende minstens drie maanden per jaar een feitelijke uitvalsbasis heeft;
2° de berging op het land gedurende minstens drie maanden voor langdurige herstellingswerken of voor het tijdelijk uit de vaart nemen.]1
[1 § 5. Het is verboden voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen zonder toelating van het agentschap. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het aanvragen en afleveren van de toelating, de voorwaarden erin en de geldigheidsduur en periodieke vernieuwing ervan.
Als het voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed ook beschermd is op grond van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang is deze paragraaf slechts van toepassing als de Vlaamse Regering dit uitdrukkelijk bepaalt.]1
Art.8. § 1er. Le propriétaire et l'utilisateur d'un patrimoine nautique protégé provisoirement ou définitivement sont tenus de conserver le [1 patrimoine nautique protégé]1 en bon état par les travaux de maintenance et d'entretien requis [1 ...]1.
[1 Le Gouvernement flamand arrête les prescriptions générales d'application à la préservation et à l'entretien.]1
[1 Les opérations au ou dans un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé ne peuvent pas être entamées sans avoir été communiquées à l'agence. Le Gouvernement flamand désigne les opérations qui ressortent de l'application du présent alinéa et peut arrêter les modalités de la procédure de communication. Si en vue de l'exécution des opérations désignées par le Gouvernement flamand, le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est déplacé en dehors de la Communauté flamande, aucune autorisation, conformément au paragraphe 5, pour la période requise à cet effet ne doit être demandée.]1
§ 2. En vue de la réalisation des objectifs de gestion, le propriétaire peut établir ou faire établir un programme de gestion pour le patrimoine nautique.
§ 3. Le Gouvernement flamand fixe les conditions auxquelles doit répondre le programme de gestion et arrête la procédure d'approbation du programme de gestion visé au § 2.
§ 4. [1 Le propriétaire signale à l'agence toute modification du lieu de mouillage fixe d'un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé. Le Gouvernement flamand peut en arrêter les modalités à cet effet.
Dans l'alinéa premier, il faut entendre par lieu de mouillage fixe, une des possibilités suivantes :
1° le lieu sur l'eau où le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est présent en permanence ou à une base de départ réelle pendant au moins trois mois par an ;
2° la remise sur terre pendant au moins trois mois en vue de travaux de restauration de longue durée ou de la désactivation temporaire de la navigation.]1
[1 § 5. Il est interdit de déplacer un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé en dehors de la Communauté flamande sans autorisation de l'agence. Le Gouvernement flamand fixe les modalités d'application à la demande et à la délivrance de l'autorisation, ainsi que ces conditions et la durée de validité et son renouvellement périodique.
Si le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est également protégé sur la base du décret du 24 janvier 2003 relatif à la protection du patrimoine culturel mobilier présentant un intérêt exceptionnel, le présent paragraphe ne s'applique que sur la demande explicite du Gouvernement flamand.]1
[1 Le Gouvernement flamand arrête les prescriptions générales d'application à la préservation et à l'entretien.]1
[1 Les opérations au ou dans un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé ne peuvent pas être entamées sans avoir été communiquées à l'agence. Le Gouvernement flamand désigne les opérations qui ressortent de l'application du présent alinéa et peut arrêter les modalités de la procédure de communication. Si en vue de l'exécution des opérations désignées par le Gouvernement flamand, le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est déplacé en dehors de la Communauté flamande, aucune autorisation, conformément au paragraphe 5, pour la période requise à cet effet ne doit être demandée.]1
§ 2. En vue de la réalisation des objectifs de gestion, le propriétaire peut établir ou faire établir un programme de gestion pour le patrimoine nautique.
§ 3. Le Gouvernement flamand fixe les conditions auxquelles doit répondre le programme de gestion et arrête la procédure d'approbation du programme de gestion visé au § 2.
§ 4. [1 Le propriétaire signale à l'agence toute modification du lieu de mouillage fixe d'un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé. Le Gouvernement flamand peut en arrêter les modalités à cet effet.
Dans l'alinéa premier, il faut entendre par lieu de mouillage fixe, une des possibilités suivantes :
1° le lieu sur l'eau où le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est présent en permanence ou à une base de départ réelle pendant au moins trois mois par an ;
2° la remise sur terre pendant au moins trois mois en vue de travaux de restauration de longue durée ou de la désactivation temporaire de la navigation.]1
[1 § 5. Il est interdit de déplacer un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé en dehors de la Communauté flamande sans autorisation de l'agence. Le Gouvernement flamand fixe les modalités d'application à la demande et à la délivrance de l'autorisation, ainsi que ces conditions et la durée de validité et son renouvellement périodique.
Si le patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé est également protégé sur la base du décret du 24 janvier 2003 relatif à la protection du patrimoine culturel mobilier présentant un intérêt exceptionnel, le présent paragraphe ne s'applique que sur la demande explicite du Gouvernement flamand.]1
Art. 8/1. [1 Het is verboden voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed te ontsieren, te beschadigen of te vernielen.]1
Art. 8/1. [1 Il est interdit d'abîmer, d'endommager ou de détruire un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé.]1
HOOFDSTUK IV. - Steunmaatregelen voor het beheer.
CHAPITRE IV. - Aides à la gestion.
Art.9. § 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten stelt de Vlaamse regering een beheerspremieregeling vast voor het beschermde varend erfgoed met het oog op de verwezenlijking van het [1 goedgekeurde]1 beheersprogramma.
[1 ...]1
§ 2. De beheerspremie wordt toegekend aan de eigenaar of aan de gebruiker die de kosten draagt van de werkzaamheden en de diensten, verbonden aan de uitvoering van het [1 goedgekeurde]1 beheersprogramma.
Voor werken, uitgevoerd in eigen beheer, worden enkel de kosten voor levering van materialen en van diensten in aanmerking genomen.
§ 3. De beheerspremie mag tot het totaal van de aanvaarde kosten gecumuleerd worden met andere financiële overheidsbijdragen. Wanneer de andere financiële overheidsbijdragen gelijk zijn aan of hoger zijn dan het totaal van de door (het agentschap) aanvaarde kosten, wordt geen beheerspremie toegekend.
[1 ...]1
§ 2. De beheerspremie wordt toegekend aan de eigenaar of aan de gebruiker die de kosten draagt van de werkzaamheden en de diensten, verbonden aan de uitvoering van het [1 goedgekeurde]1 beheersprogramma.
Voor werken, uitgevoerd in eigen beheer, worden enkel de kosten voor levering van materialen en van diensten in aanmerking genomen.
§ 3. De beheerspremie mag tot het totaal van de aanvaarde kosten gecumuleerd worden met andere financiële overheidsbijdragen. Wanneer de andere financiële overheidsbijdragen gelijk zijn aan of hoger zijn dan het totaal van de door (het agentschap) aanvaarde kosten, wordt geen beheerspremie toegekend.
Art.9. § 1er. Dans les limites des crédits budgétaires, le Gouvernement flamand fixe un régime de prime de gestion pour le patrimoine nautique, en vue de la réalisation du programme de gestion [1 approuvé]1.
[1 ...]1
§ 2. La prime de gestion est octroyée au propriétaire ou à l'utilisateur qui supporte les frais des travaux et des services liés à l'exécution du programme de gestion [1 approuvé]1.
En ce qui concerne les travaux exécutés en régie, seuls le coût de la livraison de matériaux et de services est pris en compte.
§ 3. La prime de gestion peut se cumuler avec d'autres aides publiques jusqu'au plafond de la totalité des coûts pris en compte. Lorsque les autres aides publiques égalent ou dépassent la totalité des frais pris en compte par (l'agence), aucune prime de gestion n'est octroyée.
[1 ...]1
§ 2. La prime de gestion est octroyée au propriétaire ou à l'utilisateur qui supporte les frais des travaux et des services liés à l'exécution du programme de gestion [1 approuvé]1.
En ce qui concerne les travaux exécutés en régie, seuls le coût de la livraison de matériaux et de services est pris en compte.
§ 3. La prime de gestion peut se cumuler avec d'autres aides publiques jusqu'au plafond de la totalité des coûts pris en compte. Lorsque les autres aides publiques égalent ou dépassent la totalité des frais pris en compte par (l'agence), aucune prime de gestion n'est octroyée.
Art.10. De Vlaamse regering bepaalt de aard van de in artikel 9, § 1, bepaalde werkzaamheden en diensten en van de kosten die binnen een [1 goedgekeurd]1 beheersprogramma geheel of gedeeltelijk in aanmerking komen voor de premie. Ze bepaalt de algemene voorwaarden, de samenstelling van het dossier en ze stelt de procedure vast.
Art.10. Le Gouvernement flamand fixe la nature des travaux et services visés à l'article 9, § 1er, et des coûts qui, dans le cadre d'un programme de gestion [1 approuvé]1, sont pris en compte partiellement ou totalement pour la prime. Il fixe les conditions générales, la composition du dossier et arrête la procédure.
Art.11. De beheerspremie mag niet hoger zijn dan 80 % van de kosten die in aanmerking worden genomen.
Art.11. La prime de gestion ne peut être supérieur à 80 % des frais pris en compte.
Art. 11/1. [1 De Vlaamse Regering kan binnen de kredieten die daarvoor beschikbaar zijn op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, onderhoudspremies toekennen voor werkzaamheden aan of in beschermd varend erfgoed. De Vlaamse Regering stelt een lijst vast van werkzaamheden die daarvoor in aanmerking komen en bepaalt de nadere regels voor het aanvragen en het toekennen van de onderhoudspremie.]1
Art. 11/1. [1 Le Gouvernement flamand peut, dans les limites des crédits disponibles à cet effet au budget de la Communauté flamande, accorder des primes d'entretien pour des travaux à un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé. Le Gouvernement flamand établit une liste des travaux qui y sont éligibles et fixe les modalités de la demande et de l'octroi de la prime d'entretien.]1
Art. 11/2. [1 Er kunnen overeenkomstig artikel 9, § 1, en artikel 11/1 geen premies worden toegekend voor werkzaamheden en voor diensten die ondernomen worden voor varend erfgoed door of in opdracht van de staat, de gemeenschappen en de gewesten, en de openbare instellingen die ervan afhangen of die eigendom zijn van de provincies of de autonome provinciebedrijven.]1
Art. 11/2. [1 Conformément à l'article 9, § 1er, et à l'article 11/1, aucune prime ne peut être accordée pour des travaux et pour des services qui sont entrepris pour un patrimoine nautique par ou sur ordre de l'état, des communautés et régions, et les organismes publics qui en dépendent ou qui sont la propriété des provinces ou des régies provinciales autonomes.]1
Art.12. De Vlaamse regering bepaalt de andere faciliteiten en vrijstellingen ter ondersteuning van het beheer van het definitief beschermd varend erfgoed.
Art.12. Le Gouvernement flamand fixe les autres facilités et exonérations pour la gestion du patrimoine nautique protégé définitivement.
HOOFDSTUK V. - Handhaving.
CHAPITRE V. - Maintien.
Art. 13/1. [1 § 1. De volgende handelingen of nalatigheden worden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijf jaar en met een geldboete van 26 euro tot 400.000 euro of met een van die straffen alleen:
1° het niet naleven door de eigenaar en de gebruiker van het actief behoudsbeginsel, vermeld in artikel 8, § 1;
2° het niet naleven van het passief behoudsbeginsel, vermeld in artikel 8/1;
3° het niet naleven van de toelatingsplicht, vermeld in artikel 8, § 5;
4° het in stand houden van schade aan erfgoedwaarden, veroorzaakt door de misdrijven, vermeld in punt 1° tot en met 3° ;
5° het toestaan of aanvaarden door de eigenaar dat een van de misdrijven, vermeld in punt 1° tot en met 4°, wordt gepleegd of in stand gehouden.
§ 2. De misdrijven, vermeld in paragraaf 1, kunnen bestraft worden met een alternatieve bestuurlijke geldboete volgens de bepalingen van hoofdstuk 11, afdeling 2, onderafdeling 4, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Die alternatieve geldboete kan worden opgelegd aan alle deelnemers aan het misdrijf en bedraagt maximaal 50.000 euro.
Een alternatieve bestuurlijke geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. Het bedrag van de bestuurlijke geldboete wordt afgestemd op de ernst van het misdrijf en eventuele verkregen vermogensvoordelen.]1
1° het niet naleven door de eigenaar en de gebruiker van het actief behoudsbeginsel, vermeld in artikel 8, § 1;
2° het niet naleven van het passief behoudsbeginsel, vermeld in artikel 8/1;
3° het niet naleven van de toelatingsplicht, vermeld in artikel 8, § 5;
4° het in stand houden van schade aan erfgoedwaarden, veroorzaakt door de misdrijven, vermeld in punt 1° tot en met 3° ;
5° het toestaan of aanvaarden door de eigenaar dat een van de misdrijven, vermeld in punt 1° tot en met 4°, wordt gepleegd of in stand gehouden.
§ 2. De misdrijven, vermeld in paragraaf 1, kunnen bestraft worden met een alternatieve bestuurlijke geldboete volgens de bepalingen van hoofdstuk 11, afdeling 2, onderafdeling 4, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Die alternatieve geldboete kan worden opgelegd aan alle deelnemers aan het misdrijf en bedraagt maximaal 50.000 euro.
Een alternatieve bestuurlijke geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. Het bedrag van de bestuurlijke geldboete wordt afgestemd op de ernst van het misdrijf en eventuele verkregen vermogensvoordelen.]1
Art. 13/1. [1 § 1er. Les actes ou négligences suivants sont punis d'une peine d'emprisonnement de huit jours à cinq ans et d'une amende de 26 euros à 400.000 euros ou d'une de ces peines seulement :
1° le non respect par le propriétaire et par l'utilisateur du principe de préservation actif, visé à l'article 8, § 1er ;
2° le non-respect du principe de préservation passif visé à l'article 8/1 ;
3° le non respect de l'obligation d'autorisation, visée à l'article 8, § 5 ;
4° le maintien de dommages à des valeurs patrimoniales provoqués par les délits visés dans les points 1° à 3° inclus ;
5° le fait que le propriétaire autorise ou accepte qu'un des délits, visés aux points 1° à 4° inclus, soit commis ou maintenu.
§ 2. Les délits, visés au paragraphe 1er, peuvent être punis d'une amende administrative alternative suivant les dispositions du chapitre 11, section 2, sous-section 4, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier. Cette amende administrative alternative peut être imposée à tous les participants au délit et s'élève à 50.000 euros au maximum.
Une amende administrative alternative est majorée des décimes additionnels d'application aux amendes administratives. Le montant de l'amende administrative est fonction de la gravité du délit et des éventuels avantages patrimoniaux obtenus.]1
1° le non respect par le propriétaire et par l'utilisateur du principe de préservation actif, visé à l'article 8, § 1er ;
2° le non-respect du principe de préservation passif visé à l'article 8/1 ;
3° le non respect de l'obligation d'autorisation, visée à l'article 8, § 5 ;
4° le maintien de dommages à des valeurs patrimoniales provoqués par les délits visés dans les points 1° à 3° inclus ;
5° le fait que le propriétaire autorise ou accepte qu'un des délits, visés aux points 1° à 4° inclus, soit commis ou maintenu.
§ 2. Les délits, visés au paragraphe 1er, peuvent être punis d'une amende administrative alternative suivant les dispositions du chapitre 11, section 2, sous-section 4, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier. Cette amende administrative alternative peut être imposée à tous les participants au délit et s'élève à 50.000 euros au maximum.
Une amende administrative alternative est majorée des décimes additionnels d'application aux amendes administratives. Le montant de l'amende administrative est fonction de la gravité du délit et des éventuels avantages patrimoniaux obtenus.]1
Art. 13/2. [1 Het niet naleven van de kennisgevings- en meldingsplichten, vermeld in artikel 4, § 3, artikel 5, § 2 en § 3, en artikel 8, § 1 en § 4, van dit decreet, kan worden bestraft met een exclusieve bestuurlijke geldboete volgens de bepalingen van hoofdstuk 11, afdeling 2, onderafdeling 3, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Die exclusieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd aan alle deelnemers aan de inbreuk en bedraagt maximaal 10.000 euro.
Een exclusieve bestuurlijke geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. Het bedrag van de bestuurlijke geldboete wordt afgestemd op de ernst van het misdrijf en eventuele verkregen vermogensvoordelen.]1
Een exclusieve bestuurlijke geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. Het bedrag van de bestuurlijke geldboete wordt afgestemd op de ernst van het misdrijf en eventuele verkregen vermogensvoordelen.]1
Art. 13/2. [1 Le non respect des obligations de notification et d'avis, visées à l'article 4, § 3, à l'article 5, §§ 2 et 3, et à l'article § 1er et § 4, du présent décret, peut être puni d'une amende administrative exclusive suivant les dispositions du chapitre 11, section 2, sous-section 3, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier. Cette amende administrative exclusive peut être imposée à tous les participants au délit et s'élève à 10.000 euros au maximum.
Une amende administrative exclusive est majorée des décimes additionnels d'application aux amendes administratives. Le montant de l'amende administrative est fonction de la gravité du délit et des éventuels avantages patrimoniaux obtenus.]1
Une amende administrative exclusive est majorée des décimes additionnels d'application aux amendes administratives. Le montant de l'amende administrative est fonction de la gravité du délit et des éventuels avantages patrimoniaux obtenus.]1
Art. 13/3. -1 § 1. De bepalingen van hoofdstuk 11, afdeling 3 tot 7, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 zijn van toepassing op de misdrijven en inbreuken, vermeld in artikel 13/1 en 13/2 van dit decreet. De personen, bedoeld in deze afdelingen, nemen op gelijke wijze hun bevoegdheden waar voor de toepassing van dit decreet, met dien verstande dat de inspecteur Onroerend Erfgoed en de door de Vlaamse Regering aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 11.3.3, eerste lid, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, in het kader van dit decreet optreden namens de Vlaamse Gemeenschap.
In afwijking van het eerste lid, zijn artikel 11.4.3, § 3, artikel 11.4.4, § 2 en § 3, tweede lid, artikel 11.5.7, § 8 en § 9, artikel 11.5.9, § 2, artikel 11.5.11, § 2, en artikel 11.6.2, derde lid, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 niet van toepassing, en wordt de territoriale bevoegdheid van de aangewezen rechtbanken bepaald volgens het Gerechtelijk Wetboek.
§ 2. Voor de toepassing van dit decreet:
1° kan het feitelijk herstel in een oorspronkelijke, goede staat, vermeld in artikel 11.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, het terugbrengen van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed binnen de Vlaamse Gemeenschap omvatten;
2° wordt onder erfgoedwaarden verstaan de historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische, esthetische of andere sociaal-culturele waarde, bedoeld in artikel 2, 1°, van dit decreet.]1
In afwijking van het eerste lid, zijn artikel 11.4.3, § 3, artikel 11.4.4, § 2 en § 3, tweede lid, artikel 11.5.7, § 8 en § 9, artikel 11.5.9, § 2, artikel 11.5.11, § 2, en artikel 11.6.2, derde lid, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 niet van toepassing, en wordt de territoriale bevoegdheid van de aangewezen rechtbanken bepaald volgens het Gerechtelijk Wetboek.
§ 2. Voor de toepassing van dit decreet:
1° kan het feitelijk herstel in een oorspronkelijke, goede staat, vermeld in artikel 11.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, het terugbrengen van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed binnen de Vlaamse Gemeenschap omvatten;
2° wordt onder erfgoedwaarden verstaan de historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische, esthetische of andere sociaal-culturele waarde, bedoeld in artikel 2, 1°, van dit decreet.]1
Art. 13/3. [1 § 1er. Les dispositions du chapitre 11, sections 3 à 7, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, s'appliquent aux délits et infractions, visés aux articles 13/1 et 13/2 du présent décret. Les personnes, visées à ces sections, assument de la même manière leurs compétences pour l'application du présent décret, à condition que l'inspecteur " Patrimoine immobilier " et les fonctionnaires désignés par le Gouvernement flamand, visés à l'article 11.3.3, alinéa premier, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, agissent au nom de la Communauté flamande dans le cadre du présent décret.
En dérogation à l'alinéa premier, l'article 11.4.3, § 3, l'article 11.4.4, § 2 et § 3, alinéa deux, l'article 11.5.7, § 8 et § 9, l'article 11.5.9, § 2, l'article 11.5.11, § 2, e l'article 11.6.2, alinéa trois, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, ne s'appliquent pas et la compétence territoriale des tribunaux est définie suivant le Code judiciaire.
§ 2. Pour l'application du présent décret, :
1° la réparation de fait en un bon état original, visé à l'article 11.4.1, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, peut comprendre le retour d'un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé dans la Communauté flamande ;
2° il est entendu par valeurs patrimoniales, les valeurs historiques, scientifiques, d'archéologie industrielle, esthétiques ou d'une autre valeur socioculturelle, visées à l'article 2, 1°, du présent décret.]1
En dérogation à l'alinéa premier, l'article 11.4.3, § 3, l'article 11.4.4, § 2 et § 3, alinéa deux, l'article 11.5.7, § 8 et § 9, l'article 11.5.9, § 2, l'article 11.5.11, § 2, e l'article 11.6.2, alinéa trois, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, ne s'appliquent pas et la compétence territoriale des tribunaux est définie suivant le Code judiciaire.
§ 2. Pour l'application du présent décret, :
1° la réparation de fait en un bon état original, visé à l'article 11.4.1, du décret du 12 juillet 2013 sur le patrimoine immobilier, peut comprendre le retour d'un patrimoine nautique provisoirement ou définitivement protégé dans la Communauté flamande ;
2° il est entendu par valeurs patrimoniales, les valeurs historiques, scientifiques, d'archéologie industrielle, esthétiques ou d'une autre valeur socioculturelle, visées à l'article 2, 1°, du présent décret.]1
HOOFDSTUK VI. - [1 Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed]1
CHAPITRE VI. - [1 Commission flamande pour le Patrimoine nautique]1
Art.14. [1 Er wordt een Vlaamse adviescommissie voor het varend erfgoed opgericht onder de benaming Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed.]1
Art.14. [1 Il est créé une commission flamande pour le patrimoine nautique sous la dénomination de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique.]1
Art.15. [1 De Vlaamse Regering :
1° bepaalt de samenstelling, organisatie en werking van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed;
2° benoemt de leden en plaatsvervangers van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed;
3° stelt de nodige middelen ter beschikking van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed.]1
1° bepaalt de samenstelling, organisatie en werking van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed;
2° benoemt de leden en plaatsvervangers van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed;
3° stelt de nodige middelen ter beschikking van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed.]1
Art.15. [1 Le Gouvernement flamand :
1° arrête la composition, l'organisation et le fonctionnement de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique;
2° nomme les membres et suppléants de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique;
3° met les moyens nécessaires à la disposition de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique.]1
1° arrête la composition, l'organisation et le fonctionnement de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique;
2° nomme les membres et suppléants de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique;
3° met les moyens nécessaires à la disposition de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique.]1
Art.16. [1 Het secretariaat van de Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed wordt uitgevoerd door het secretariaat van de strategische adviesraad opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering kan hierover de nadere regels bepalen.]1
Art.16. [1 Le secrétariat de la Commission flamande pour le Patrimoine nautique est assumé par le secrétariat du conseil d'avis stratégique créé en vertu du décret du 10 mars 2006 portant création d'un " strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed " (Conseil d'avis stratégique de l'Aménagement du Territoire. - Patrimoine immobilier). Le Gouvernement flamand peut en arrêter les modalités.]1
Art.17. [1 De Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed stelt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.]1
Art.17. [1 La Commission flamande pour le Patrimoine nautique établit son règlement d'ordre intérieur et le soumet au Gouvernement flamand pour accord.]1
Art. 18. [1 De Vlaamse Commissie voor Varend Erfgoed verstrekt adviezen in de gevallen en rekening houdend met de termijnen, vermeld in dit decreet.]1
Art. 18. [1 La Commission flamande pour le Patrimoine nautique remet des avis dans les cas et compte tenu des délais mentionnés dans ce décret. ]1