De algemene voorwaarden voor geluidsimmissies binnen afkomstig van de ingedeelde inrichtingen zijn vastgelegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-2002 en tekstbijwerking tot 21-02-2017)
Titre
21 NOVEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la lutte contre le bruit et les vibrations générés par les installations classées(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-12-2002 et mise à jour au 21-02-2017)
Informations sur le document
Numac: 2002031592
Datum: 2002-11-21
Info du document
Numac: 2002031592
Date: 2002-11-21
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. Onverminderd strengere voorwaarden in de milieuvergunning, stelt dit besluit de algemene voorwaarden vast voor de geluidsimmissies buiten afkomstig van de ingedeelde inrichtingen, met uitsluiting van de werven, schietterreinen en schietstanden, statische transformatoren, luchthavens [1 ...]1.
De algemene voorwaarden voor geluidsimmissies binnen afkomstig van de ingedeelde inrichtingen zijn vastgelegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai.
De algemene voorwaarden voor geluidsimmissies binnen afkomstig van de ingedeelde inrichtingen zijn vastgelegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai.
Article 1. Sans préjudice de conditions plus strictes fixées dans le permis d'environnement, le présent arrêté fixe les conditions générales d'émission de bruit à l'extérieur en provenance des installations classées, à l'exclusion des chantiers, des stands et aires de tir, des transformateurs statiques, des aérodromes [1 ...]1.
Les conditions générales d'immission du bruit à l'intérieur en provenance des installations classées sont fixées par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 novembre 2002 relatif à la lutte contre les bruits de voisinage.
Les conditions générales d'immission du bruit à l'intérieur en provenance des installations classées sont fixées par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 novembre 2002 relatif à la lutte contre les bruits de voisinage.
Modifications
Art. 2. § 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° periodes A, B, C : daguurschijven die als volgt zijn afgebakend :
1° periodes A, B, C : daguurschijven die als volgt zijn afgebakend :
Art. 2. § 1. Au sens du présent arrêté, on entend par :
1° périodes A, B, C : tranches horaires journalières délimitées comme suit :
1° périodes A, B, C : tranches horaires journalières délimitées comme suit :
| Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo | Feestdag | |
| 07 : 00-19 : 00 | A | A | A | A | A | B | C | C |
| 19 : 00-22 : 00 | B | B | B | B | B | C | C | C |
| 22 : 00-07 : 00 | C | C | C | C | C | C | C | C |
| Lun | Mar | Mer | Jeu | Ven | Sam | Dim | Jr Ferie | |
| 07 : 00-19 : 00 | A | A | A | A | A | B | C | C |
| 19 : 00-22 : 00 | B | B | B | B | B | C | C | C |
| 22 : 00-07 : 00 | C | C | C | C | C | C | C | C |
2° gebied : de gebieden bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan;
3° gebied 1 : de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden;
4° gebied 2 : andere woongebieden dan die met residentieel karakter;
5° gebied 3 : de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;
6° gebied 4 : de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden [1 en de ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving]1;
7° gebied 5 : de administratiegebieden;
8° gebied 6 : de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg;
9° drempelniveau of Spte : geluidsdrukniveau waarboven het door de geluidsbronnen voortgebrachte geluid als gebeurtenis wordt beschouwd;
10° aantal gebeurtenissen of N : aantal keren dat het equivalent geluidsdrukniveau het Spte heeft overschreden.
Voor andere gebieden dan die vermeld in de bepalingen sub 3° tot 8° gelden de bepalingen van het aangrenzende gebied met de strengste regelgeving.
[1 In de ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving kunnen de milieuvergunningen die toestemming geven voor de uitbating van inrichtingen waarvoor andere geluidsnormen dan die voorzien in 6° opgelegd werden met behoud van de reeds bestaande geluidsnormen verlengd of hernieuwd worden.
Wanneer de milieuvergunning het voorwerp is van een verbouwing, uitbreiding of een heropstart zoals bedoeld in artikel 7bis of van een splitsing zoals bedoeld in artikel 7ter van de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen van 5 juni 1997, beslist de instantie die belast is met de aanvraag, volgens de specifieke eigenschappen van de aanvraag, om ofwel te bestaande geluidsnormen te bevestigen ofwel de geluidsnormen van zone 4 op te leggen.]1
§ 2. Voor de in dit besluit gebruikte technische termen gelden de definities van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
3° gebied 1 : de woongebieden met residentieel karakter, de groengebieden, de gebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de begraafplaatsgebieden en de bosgebieden;
4° gebied 2 : andere woongebieden dan die met residentieel karakter;
5° gebied 3 : de gemengde gebieden, de gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, de landbouwgebieden en de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;
6° gebied 4 : de gebieden van gewestelijk belang en de sterk gemengde gebieden [1 en de ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving]1;
7° gebied 5 : de administratiegebieden;
8° gebied 6 : de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten, de spoorweggebieden en de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg;
9° drempelniveau of Spte : geluidsdrukniveau waarboven het door de geluidsbronnen voortgebrachte geluid als gebeurtenis wordt beschouwd;
10° aantal gebeurtenissen of N : aantal keren dat het equivalent geluidsdrukniveau het Spte heeft overschreden.
Voor andere gebieden dan die vermeld in de bepalingen sub 3° tot 8° gelden de bepalingen van het aangrenzende gebied met de strengste regelgeving.
[1 In de ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving kunnen de milieuvergunningen die toestemming geven voor de uitbating van inrichtingen waarvoor andere geluidsnormen dan die voorzien in 6° opgelegd werden met behoud van de reeds bestaande geluidsnormen verlengd of hernieuwd worden.
Wanneer de milieuvergunning het voorwerp is van een verbouwing, uitbreiding of een heropstart zoals bedoeld in artikel 7bis of van een splitsing zoals bedoeld in artikel 7ter van de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen van 5 juni 1997, beslist de instantie die belast is met de aanvraag, volgens de specifieke eigenschappen van de aanvraag, om ofwel te bestaande geluidsnormen te bevestigen ofwel de geluidsnormen van zone 4 op te leggen.]1
§ 2. Voor de in dit besluit gebruikte technische termen gelden de definities van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
Modifications
2° zone : les zones définies par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 mai 2001 adoptant le plan régional d'affectation du sol;
3° zone 1 : les zones d'habitation à prédominance résidentielle, les zones vertes, les zones de haute valeur biologique, les zones de parc, les zones de cimetière et les zones forestières;
4° zone 2 : les autres zones d'habitation que celles à prédominance résidentielle;
5° zone 3 : les zones mixtes, les zones de sports ou de loisirs en plein air, les zones agricoles et les zones d'équipements d'intérêt collectif ou de service public;
6° zone 4 : les zones d'intérêt régional et les zones de forte mixité [1 et les zones d'entreprises en milieu urbain]1;
7° zone 5 : les zones administratives;
8° zone 6 : les zones d'industries urbaines et les zones de transport et d'activité portuaire, les zones de chemin de fer et les zones d'intérêt régional à aménagement différé.
9° seuil de pointe ou Spte : niveau de pression acoustique au-delà duquel le bruit produit par les sources est comptabilisé comme " événement ";
10° nombre d'événements ou N : nombre de fois où le niveau de pression acoustique équivalent a dépassé le Spte.
Les zones, autres que celles visées aux 3° à 8°, sont soumises aux dispositions régissant la zone voisine dotées du régime le plus strict.
[1 Dans les zones d'entreprises en milieu urbain, les permis d'environnement autorisant l'exploitation d'installations pour lesquelles des normes de bruit autres que celles prévues au 6° ont été imposées, peuvent être prolongés ou renouvelés en maintenant les normes de bruit préexistantes.
Lorsque le permis d'environnement fait l'objet d'une transformation, extension ou remise en exploitation au sens de l'article 7bis ou d'une scission au sens de l'article 7ter de l'ordonnance relative aux permis d'environnement du 5 juin 1997, l'autorité saisie de la demande décide, selon les spécificités de la demande, soit de confirmer les normes de bruit préexistantes, soit d'imposer les normes de bruit de la zone 4.]1
§ 2. Les définitions figurant dans l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant la méthode de contrôle et les conditions de mesure du bruit s'appliquent aux termes techniques utilisés dans le présent arrêté.
3° zone 1 : les zones d'habitation à prédominance résidentielle, les zones vertes, les zones de haute valeur biologique, les zones de parc, les zones de cimetière et les zones forestières;
4° zone 2 : les autres zones d'habitation que celles à prédominance résidentielle;
5° zone 3 : les zones mixtes, les zones de sports ou de loisirs en plein air, les zones agricoles et les zones d'équipements d'intérêt collectif ou de service public;
6° zone 4 : les zones d'intérêt régional et les zones de forte mixité [1 et les zones d'entreprises en milieu urbain]1;
7° zone 5 : les zones administratives;
8° zone 6 : les zones d'industries urbaines et les zones de transport et d'activité portuaire, les zones de chemin de fer et les zones d'intérêt régional à aménagement différé.
9° seuil de pointe ou Spte : niveau de pression acoustique au-delà duquel le bruit produit par les sources est comptabilisé comme " événement ";
10° nombre d'événements ou N : nombre de fois où le niveau de pression acoustique équivalent a dépassé le Spte.
Les zones, autres que celles visées aux 3° à 8°, sont soumises aux dispositions régissant la zone voisine dotées du régime le plus strict.
[1 Dans les zones d'entreprises en milieu urbain, les permis d'environnement autorisant l'exploitation d'installations pour lesquelles des normes de bruit autres que celles prévues au 6° ont été imposées, peuvent être prolongés ou renouvelés en maintenant les normes de bruit préexistantes.
Lorsque le permis d'environnement fait l'objet d'une transformation, extension ou remise en exploitation au sens de l'article 7bis ou d'une scission au sens de l'article 7ter de l'ordonnance relative aux permis d'environnement du 5 juin 1997, l'autorité saisie de la demande décide, selon les spécificités de la demande, soit de confirmer les normes de bruit préexistantes, soit d'imposer les normes de bruit de la zone 4.]1
§ 2. Les définitions figurant dans l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant la méthode de contrôle et les conditions de mesure du bruit s'appliquent aux termes techniques utilisés dans le présent arrêté.
Modifications
Art.3. De metingen van het geluidsniveau worden verricht met de apparatuur, volgens de methode en onder de voorwaarden zoals bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
Art.3. Les mesures des niveaux de bruit sont effectuées avec le matériel, suivant la méthode et dans les conditions définies par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 novembre 2002 fixant la méthode de contrôle et les conditions de mesure du bruit.
Art. 4. § 1. Het specifieke geluidsniveau Lsp, alsook het aantal gebeurtenissen N voortgebracht door de inrichtingen per periode van een uur, bepaald door de overschrijding van het drempelniveau Spte, mogen de in de volgende tabel opgenomen waarden niet overschrijden :
Art. 4. § 1. Le niveau de bruit spécifique Lsp, ainsi que le nombre N d'événements produits par l'installation par période d'une heure, définis par le dépassement du seuil Spte, ne peuvent dépasser les valeurs reprises dans le tableau suivant :
| Periodes | A | B | c | |||||||
| Gebieden | Lsp | N | Spte | Lsp | N | Spte | Lsp | N | Spte | |
| gebied 1 | 42 | 20 | 72 | 36 42.b | 10 | 66 | 30 | 5 | 60 | |
| gebied 2 | 45 | 20 | 72 | 39 45.b | 10 | 66 | 33 39.a,b | 5 | 10.a | 60 66.a |
| gebied 3 | 48 | 30 | 78 | 42 48.b | 20 | 72 | 36 42.a,b | 10 | 20.a | 66 72.a |
| gebied 4 | 51 | 30 | 84 | 45 51.b | 20 | 78 | 39 45.a,b | 10 | 20.a | 72 78.a |
| gebied 5 | 54 | 30 | 90 | 48 54.b | 20 | 84 | 42 48.a,b | 10 | 20.a | 78 84.a |
| gebied 6 | 60 | 30 | 90 | 54 60.b | 20 | 84 | 48 54.a,b | 10 | 20.a | 78 84.a |
| Périodes | A | B | C | |||||||
| Zones | Lsp | N | Spte | Lsp | N | Spte | Lsp | N | Spte | |
| zone 1 | 42 | 20 | 72 | 36 42.b | 10 | 66 | 30 | 5 | 60 | |
| zone 2 | 45 | 20 | 72 | 39 45.b | 10 | 66 | 33 39.a,b | 5 | 10.a | 60 66.a |
| zone 3 | 48 | 30 | 78 | 42 48.b | 20 | 72 | 36 42.a,b | 10 | 20.a | 66 72.a |
| zone 4 | 51 | 30 | 84 | 45 51.b | 20 | 78 | 39 45.a,b | 10 | 20.a | 72 78.a |
| zone 5 | 54 | 30 | 90 | 48 54.b | 20 | 84 | 42 48.a,b | 10 | 20.a | 78 84.a |
| zone 6 | 60 | 30 | 90 | 54 60.b | 20 | 84 | 48 54.a,b | 10 | 20.a | 78 84.a |
a : Grenswaarden die van toepassing zijn voor de inrichtingen die niet mogen worden stilgelegd.
b : Grenswaarden die van toepassing zijn voor kleinhandelszaken.
§ 2. Wanneer de metingen verricht worden in een gebied dat niet dat van de geluidsbron is, gelden de waarden van het gebied met de minst strenge regelgeving.
b : Grenswaarden die van toepassing zijn voor kleinhandelszaken.
§ 2. Wanneer de metingen verricht worden in een gebied dat niet dat van de geluidsbron is, gelden de waarden van het gebied met de minst strenge regelgeving.
a : Limites applicables aux installations dont le fonctionnement ne peut être interrompu.
b : Limites applicables aux magasins pour la vente au détail.
§ 2. Lorsque les mesures sont effectuées dans une zone différente de celle d'où provient la source sonore, les valeurs les moins strictes sont d'application.
b : Limites applicables aux magasins pour la vente au détail.
§ 2. Lorsque les mesures sont effectuées dans une zone différente de celle d'où provient la source sonore, les valeurs les moins strictes sont d'application.
Art.4bis. [1 § 1. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, kan de burgemeester, aan de hand van een gemotiveerde beslissing, een tijdelijke afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in artikel 4 van dit besluit, toestaan voor evenementen die in openlucht of in een tent georganiseerd worden.
Alvorens een beslissing te nemen, vraagt de burgemeester het advies van de naburige gemeenten die door de het lawaai van het openluchtevenement getroffen kunnen worden.
Om ontvankelijk te zijn, wordt de aanvraag voor een afwijking minimum 60 dagen vóór de datum van het evenement ingediend.
De burgemeester stuurt zijn beslissing naar de organisator van het evenement ten laatste 45 dagen na de ontvangst van diens aanvraag.
Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn bedoeld in het voorgaande lid, wordt ze ongunstig geacht te zijn.
§ 2. De afwijking kan vergezeld gaan van tijdelijke en/of geografische voorwaarden.
De toekenning of de weigering van de afwijking wordt door de organisator in de omgeving van de openluchtsite waar het evenement plaatsgrijpt, aangeplakt.
§ 3. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, wordt elk jaar van 21 juli 's middags tot 22 juli 's middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur op automatische wijze een afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in het artikel 4 van dit besluit, aan elke inrichting toegankelijk voor publiek toegestaan.]1
Alvorens een beslissing te nemen, vraagt de burgemeester het advies van de naburige gemeenten die door de het lawaai van het openluchtevenement getroffen kunnen worden.
Om ontvankelijk te zijn, wordt de aanvraag voor een afwijking minimum 60 dagen vóór de datum van het evenement ingediend.
De burgemeester stuurt zijn beslissing naar de organisator van het evenement ten laatste 45 dagen na de ontvangst van diens aanvraag.
Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn bedoeld in het voorgaande lid, wordt ze ongunstig geacht te zijn.
§ 2. De afwijking kan vergezeld gaan van tijdelijke en/of geografische voorwaarden.
De toekenning of de weigering van de afwijking wordt door de organisator in de omgeving van de openluchtsite waar het evenement plaatsgrijpt, aangeplakt.
§ 3. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, wordt elk jaar van 21 juli 's middags tot 22 juli 's middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur op automatische wijze een afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in het artikel 4 van dit besluit, aan elke inrichting toegankelijk voor publiek toegestaan.]1
Art.4bis. [1 § 1er. Sans préjudice de l'application des conditions prévues dans l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 janvier 2017 fixant les conditions de diffusion du son amplifié dans les établissements ouverts au public, le Bourgmestre peut, par décision motivée, octroyer une dérogation temporaire aux normes de bruit reprises à l'article 4 du présent arrêté pour des évènements organisés en plein air ou sous chapiteau.
Avant de prendre sa décision, le Bourgmestre demande l'avis des communes limitrophes susceptibles d'être impactées par le bruit de l'événement en plein air.
Sous peine d'irrecevabilité, la demande de dérogation est introduite au minimum 60 jours avant la date de l'évènement.
Le Bourgmestre adresse sa décision à l'organisateur de l'événement au plus tard 45 jours suivant la réception de la demande par celui-ci.
A défaut de décision dans le délai visé à l'alinéa précédent, celle-ci est réputée défavorable.
§ 2. La dérogation peut être assortie de conditions temporelles et/ou géographiques.
L'octroi ou le refus de la dérogation est affiché par l'organisateur aux abords du site en plein air sur lequel a lieu l'évènement.
§ 3. Sans préjudice de l'application des conditions prévues dans l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 janvier 2017 fixant les conditions de diffusion du son amplifié dans les établissements ouverts au public, une dérogation aux normes de bruit reprises à l'article 4 du présent arrêté est attribuée de manière automatique à tout établissement ouvert au public chaque année du 21 juillet à midi au 22 juillet à midi et du 31 décembre à 18h00 au 1er janvier à 08h00.]1
Avant de prendre sa décision, le Bourgmestre demande l'avis des communes limitrophes susceptibles d'être impactées par le bruit de l'événement en plein air.
Sous peine d'irrecevabilité, la demande de dérogation est introduite au minimum 60 jours avant la date de l'évènement.
Le Bourgmestre adresse sa décision à l'organisateur de l'événement au plus tard 45 jours suivant la réception de la demande par celui-ci.
A défaut de décision dans le délai visé à l'alinéa précédent, celle-ci est réputée défavorable.
§ 2. La dérogation peut être assortie de conditions temporelles et/ou géographiques.
L'octroi ou le refus de la dérogation est affiché par l'organisateur aux abords du site en plein air sur lequel a lieu l'évènement.
§ 3. Sans préjudice de l'application des conditions prévues dans l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 janvier 2017 fixant les conditions de diffusion du son amplifié dans les établissements ouverts au public, une dérogation aux normes de bruit reprises à l'article 4 du présent arrêté est attribuée de manière automatique à tout établissement ouvert au public chaque année du 21 juillet à midi au 22 juillet à midi et du 31 décembre à 18h00 au 1er janvier à 08h00.]1
Art.5. De grenswaarden van de trillingsniveaus die in de gebouwen worden gemeten, moeten lager liggen dan het door de norm ISO 2631-2 aanbevolen niveau.
Art.5. Les niveaux de vibrations limites mesurés dans les habitations seront inférieurs au niveau recommandé par la norme ISO 2631-2.
Art.6. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 1998, 14 oktober 1999 en 28 juni 2001, wordt opgeheven.
Art.6. L'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 2 juillet 1998 relatif à la lutte contre le bruit et les vibrations générés par les installations classées, modifié par les arrêtés du Gouvernement de la Région de Bruxelles-capitale du 15 octobre 1998, 14 octobre 1999 et 28 juin 2001, est abrogé.
Art. 7. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.