Vergelijken - 2002031287

TITEL I. - Algemene bepalingen.

TITRE I. - Dispositions générales.

Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens de artikelen 138 en 178 van de Grondwet.

Article 1. Le présent arrêté règle une matière visée à l'article 128 de la Constitution en vertu des articles 138 et 178 de la Constitution.

Art.2. In dit besluit moet worden verstaan onder :
  - " non-profit " decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector;
  - decreet " medische huizen " : het decreet van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de geïntegreerde gezondheidsverenigingen zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " planning " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 juli 1994 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor gezinsplanning;
  - decreet " geestelijke gezondheidszorg " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " druggebruik " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten actief op het gebied van druggebruik zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " SPI " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning van bepaalde organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laaggeschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling;
  - decreet " CGSA " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 november 1997 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan de centra voor globale sociale actie zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " coördinatie en palliatieve zorg " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de coördinatiecentra voor de thuisverzorging en thuishulp en van de diensten voor palliatieve zorg en nazorg zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " gehandicapten " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 betreffende de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces;
  - decreet " opvangtehuizen " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen zoals gewijzigd door het " non-profit " decreet;
  - decreet " thuishulp " : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 mei 1999 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor thuishulp;
  - besluit " maatschappelijke dienstverlening " : het koninklijk besluit van 14 maart 1978 tot bepaling van de regels, voor het Brussels Gewest, voor de erkenning van de centra voor maatschappelijke dienstverlening en voor de toekenning van toelagen aan deze centra zoals gewijzigd;
  - besluit " planning " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 maart 1995 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor gezinsplanning zoals gewijzigd;
  - besluit " druggebruik " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 1996 betreffende de toepassing van het decreet van 27 april 1995 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten actief op het gebied van druggebruik zoals gewijzigd;
  - besluit " geestelijke gezondheidszorg " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 juli 1996 betreffende de toepassing van het decreet van 27 april 1995 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg zoals gewijzigd;
  - besluit " SPI " : het toepassingsbesluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van [1 27 juni 1996]1ot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de erkenning en de subsidiëring van de organismen die in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor de socio-professionele inschakeling beroepsopleidingsactiviteiten uitoefenen;
  - besluit " CGSA " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 24 september 1998 betreffende de toepassing van het decreet van 7 november 1997 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan de centra voor globale sociale actie;
  - besluit " coördinatie en palliatieve zorg " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 29 april 1999 betreffende de toepassing van het decreet van 4 maart 1999 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de coördinatiecentra voor de thuisverzorging en thuishulp en van de diensten voor palliatieve zorg en nazorg;
  - besluit " dagcentra en onthaalcentra " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 9 december 1999 tot vaststelling van de wijze van subsidiëring van de dagcentra en de onthaalcentra voor gehandicapten;
  - besluit " diensten voor begeleiding en diensten voor dovenvertolking " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 april 2000 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor begeleiding en de diensten voor dovenvertolking;
  - besluit " thuishulp " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 2000 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor thuishulp;
  - besluit " opvangtehuizen " : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen;

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.2. Dans le présent arrêté, il faut entendre par :
  - décret "non marchand" : le décret de la Commission communautaire française du 12 juillet 2001 modifiant diverses législations relatives aux subventions accordées dans le secteur de la politique de la Santé et de l'Aide aux personnes;
  - décret "maisons médicales" : le décret de la Communauté française du 29 mars 1993 relatif à l'agrément et au subventionnement des associations de santé intégrée tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "planning" : le décret de la Commission communautaire française du 16 juillet 1994 relatif à l'agrément et aux subventions des centres de planning familial;
  - décret "santé mentale" : le décret de la Commission communautaire française du 27 avril 1995 relatif à l'agrément et aux subventions des services de santé mentale tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "toxicomanies" : le décret de la Commission communautaire française du 27 avril 1995 relatif à l'agrément et aux subventions des services actifs en matière de toxicomanies tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "ISP" : le décret de la Commission communautaire française du 27 avril 1995 relatif à l'agrément de certains organismes d'insertion socioprofessionnelle et au subventionnement de leurs activités de formation professionnelle en vue d'accroître les chances des demandeurs d'emploi inoccupés et peu qualifiés de trouver ou de retrouver du travail dans le cadre de dispositifs coordonnés d'insertion socioprofessionnelle;
  - décret "CASG" : le décret de la Commission communautaire française du 7 novembre 1997 fixant les règles d'agrément et d'octroi des subventions aux centres d'action sociale globale tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "coordination et soins palliatifs" : le décret de la Commission communautaire française du 4 mars 1999 organisant l'agrément et le subventionnement des centres de coordination de soins et services à domicile et des services de soins palliatifs et continués tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "personnes handicapées" : le décret de la Commission communautaire française du 4 mars 1999 relatif à l'intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées;
  - décret "maisons d'accueil" : le décret de la Commission communautaire française du 27 mai 1999 relatif à l'octroi de l'agrément et de subventions aux maisons d'accueil tel que modifié par le décret "non marchand";
  - décret "aide à domicile" : le décret de la Commission communautaire française du 27 mai 1999 relatif à l'agrément et à l'octroi de subventions aux services d'aide à domicile;
  - arrêté "service social" : l'arrêté royal du 14 mars 1978 déterminant pour la Région bruxelloise les règles d'agréation des centres de service social et d'octroi de subventions à ces centres tel que modifié;
  - arrêté "planning" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 16 mars 1995 relatif à l'agrément et aux subventions des centres de planning familial tel que modifié;
  - arrêté "toxicomanies" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 18 juillet 1996 concernant l'application du décret du 27 avril 1995 relatif à l'agrément et aux subventions des services actifs en matière de toxicomanies tel que modifié;
  - arrêté "santé mentale" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 18 juillet 1996 concernant l'application du décret du 27 avril 1995 relatif à l'agrément et aux subventions des services de santé mentale tel que modifié;
  - arrêté "ISP" : l'arrêté d'application du Collège de la Commission communautaire française du [1 27 juin 1996]1 relatif à la fixation des conditions et des modalités d'agrément et de subventionnement des organismes exerçant des activités de formation professionnelle dans le cadre de dispositifs coordonnés d'insertion socioprofessionnelle;
  - arrêté "C.A.S.G. " : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 24 septembre 1998 relatif à l'application du décret du 7 novembre 1997 fixant les règles d'agrément et d'octroi des subventions aux centres d'action sociale globale;
  - arrêté "coordination et soins palliatifs" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 29 avril 1999 concernant l'application du décret du 4 mars 1999 organisant l'agrément et le subventionnement des centres de coordination de soins et services à domicile et des services de soins palliatifs et continués;
  - arrêté "centres de jour et d'hébergement" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 9 décembre 1999 déterminant le mode de subventionnement applicable aux centres de jour et aux centres d'hébergement pour personnes handicapées;
  - arrêté "services d'accompagnement et SIS" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 6 avril 2000 relatif à l'agrément et aux subventions accordées aux services d'accompagnement et aux services d'interprétation pour sourds;
  - arrêté "aide à domicile" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 27 avril 2000 relatif à l'agrément et à l'octroi de subventions aux services d'aide à domicile;
  - arrêté "maisons d'accueil" : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 20 juillet 2000 portant application du décret du 27 mai 1999 relatif à l'octroi de l'agrément et de subventions aux maisons d'accueil;

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 2, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.3. In dit besluit moet worden verstaan onder :
  - College : het College van de Franse Gemeenschapscommissie;
  - Bestuur : de diensten van het College;
  - VTE : voltijds equivalent;
  - Medisch huis : geïntegreerde gezondheidsvereniging;
  - Organisme : organisme voor socio-professionele inschakeling;
  - Bijlage I NM, II NM, III NM, IV NM, V NM, VI NM : de alzo genummerde bijlagen van dit besluit;
  - [1 HOBU: hoger onderwijs buiten de universiteit]1;
  - [1 HSO: diploma van hoger secundair onderwijs]1;
  - [1 LSO: houder van een diploma van lager secundair onderwijs]1;
  [1 GTGSO: getuigschrift tweede graad secundair onderwijs;]1
  - 6B : werknemer die met vrucht het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs heeft voleindigd.

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.3. Dans le présent arrêté, il faut entendre par :
  - Collège : le Collège de la Commission communautaire française;
  - Administration : les services du Collège;
  - ETP : équivalent temps plein;
  - Maison médicale : association de santé intégrée;
  - Organisme : Organisme d'insertion socioprofessionnelle;
  - Annexe I NM, II NM, III NM, IV NM, V NM, VI NM : les annexes ainsi numérotées du présent arrêté;
  - [1 ESNU : Enseignement supérieur non universitaire ]1;
  - [1 CESS : Certificat d'Enseignement secondaire supérieur ]1;
  - [1 CESI : Certificat d'Enseignement secondaire inférieur ]1
  [1 CESDD : Certificat d'Enseignement secondaire du deuxième degré ;]1
  - 6P : Travailleur ayant terminé avec fruit une 6e année de l'enseignement secondaire professionnel.

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 3, 011; En vigueur : 01-01-2024>

TITEL II.

TITRE II.

HOOFDSTUK I.

CHAPITRE I.

Art.4. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.4. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.5. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.5. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.6. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.6. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.7. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.7. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.8. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.8. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK II.

CHAPITRE II.

Art.9. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.9. Abrogé art. 10 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.10. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.10. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.11. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.11. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK III.

CHAPITRE III.

Art.12. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.12. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK IV.

CHAPITRE IV.

Art.13. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.13. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.14. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.14. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.15. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.15. Abrogé art. 18 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de medische huizen.

CHAPITRE V. - Dispositions relatives aux maisons médicales.

Afdeling 1. - Erkenningsnormen.

Section 1. - Normes d'agrément.

Art.16. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Overeenkomstig artikel 2, 2°, van het decreet " medische huizen ", moet het onthaal minstens 38 uur per week worden verzekerd door bezoldigd personeel van het medische huis. De functie van gemeenschappelijke gezondheid moet halftijds worden verzekerd, hetzij door bezoldigd personeel van het medische huis, hetzij door hulp- of onafhankelijk personeel. De bekwaamheden die in aanmerking worden genomen voor het personeel van het erkende team zijn deze bedoeld in bijlage III NM

Art.16. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Conformément à l'article 2, 2°, du décret "Maisons médicales", la fonction d'accueil doit être assurée au moins 38 heures par semaine par du personnel salarié de la maison médicale. La fonction de santé communautaire doit être assurée à mi-temps, soit par du personnel salarié de la maison médicale, soit par du personnel vacataire ou indépendant. Les qualifications prises en considération pour le personnel de l'équipe agréée sont celles visées à l'annexe III NM.

Afdeling 2. - Erkenningsprocedure.

Section 2. - Procédure d'agrément.

Art.17. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De erkenningsaanvraag voor een medisch huis moet worden ingediend bij ter post aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs afgegeven bij het bestuur. Om ontvankelijk te zijn, moet zij de documenten en gegevens bevatten bedoeld in bijlage VI NM.

Art.17. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La demande d'agrément d'une maison médicale est introduite à l'administration, par lettre recommandée à la poste ou déposée contre accusé de réception. Pour être recevable, elle doit comporter les renseignements et les documents visés à l'annexe VI NM.

Art.18. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Binnen twee maanden na ontvangst van de erkenningsaanvraag deelt het bestuur het medische huis zijn beslissing mee aangaande de aanvraag of, bij onvolledigheid van deze laatste, verzoekt het de aanvraag aan te vullen.

Art.18. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Dans les deux mois de la réception de la demande d'agrément, l'administration notifie à la maison médicale la décision concernant sa demande, ou si cette dernière est incomplète, l'invite à la compléter.

Art.19. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Als de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het bestuur de erkenningsaanvraag en bezoekt het het medische huis om na te gaan of het beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden. De Minister legt de erkenningsaanvraag voor aan de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid, zoals opgericht bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juni 1997, hierna de Adviesraad genoemd, die een advies verstrekt binnen twee maanden nadat het dossier bij hem aanhangig werd gemaakt. Is deze termijn verstreken, dan wordt de procedure bij gebrek aan advies verder gezet. Bij dringendheid kan de Minister een kortere termijn vaststellen.

Art.19. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Lorsque la demande est recevable, l'administration instruit la demande d'agrément et procède à une visite pour vérifier si la maison médicale répond aux conditions d'agrément. Le Ministre soumet la demande d'agrément au Conseil consultatif bruxellois francophone de l'Aide aux Personnes et de la Santé tel que créé par le décret de l'Assemblée de la Commission communautaire française du 5 juin 1997, ci-après dénommé le "Conseil consultatif", qui donne son avis dans les deux mois de sa saisine. Passé ce délai, il est passé outre à l'absence d'avis. Le Ministre peut fixer un délai plus court en cas d'urgence.

Art.20. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het College oordeelt over de erkenningsaanvraag en deelt zijn beslissing ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad mee aan het medische huis.
Elke beslissing tot weigering wordt ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad per aangetekend schrijven meegedeeld.

Art.20. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Le Collège statue sur la demande d'agrément et communique sa décision à la maison médicale au plus tard deux mois après l'avis du Conseil consultatif.
Toute décision de refus est notifiée par lettre recommandée, au plus tard deux mois après l'avis du Conseil consultatif.

Afdeling 3. - Vernieuwingsprocedure voor de erkenning.

Section 3. - Procédure de renouvellement d'agrément.

Art.21. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De vernieuwingsaanvraag moet ten laatste negen maanden voordat de lopende erkenning verstrijkt, bij ter post aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangstbewijs afgegeven worden bij het bestuur. Zij gaat vergezeld van in bijlage VI NM bedoelde documenten en gegevens die wijzigingen hebben ondergaan. Het medische huis behoudt zijn erkenning tot er wordt geoordeeld over de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning op grond van de procedure bepaald in de hierboven vermelde artikelen.

Art.21. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La demande de renouvellement doit être introduite à l'administration au plus tard neuf mois avant l'expiration de l'agrément en cours, par courrier recommandé à la poste ou contre accusé de réception. Elle est accompagnée des renseignements et documents visés à l'annexe VI NM qui ont subi des modifications. La maison médicale reste agréée jusqu'à ce qu'il soit statué sur la demande de renouvellement d'agrément selon la procédure prévue aux articles ci-dessus.

Afdeling 4. - Procedure tot wijziging, opschorting en intrekking van de erkenning.

Section 4. - Procédure de modification, de suspension et de retrait d'agrément.

Art.22. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Elke verandering aan het maatschappelijk doel, de taken en de maatschappelijke zetels brengt een wijziging van de erkenning mee. Elke aanvraag tot wijziging van de erkenning verduidelijkt en motiveert het voorwerp van de wijziging. Het bestuur stelt het medische huis op de hoogte van de gegevens die nodig zijn om de aanvraag tot wijziging van de erkenning te onderzoeken op grond van de in afdeling 3 van dit hoofdstuk bedoelde regels die gelden voor de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning.

Art.22. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Tout changement apporté à l'objet social, aux missions et aux sièges d'activités entraîne une modification de l'agrément. Toute demande de modification d'agrément précise et motive l'objet de la modification. L'administration informe la maison médicale des éléments nécessaires à l'instruction de la demande de modification d'agrément, instruite selon les règles applicables à la demande de renouvellement d'agrément visées à la Section trois du présent chapitre.

Art.23. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Als een bepaling van het decreet " medische huizen " of van dit besluit niet meer wordt nageleefd, stuurt het bestuur het medische huis een met redenen omkleed aangetekend schrijven toe, waarin het erop aandringt dat het medische huis zich binnen een termijn van twee maanden in regel stelt. Als na het verstrijken van deze termijn de toestand niet geregulariseerd is, dan stelt het bestuur aan de Minister voor de erkenning op te schorten, aan te passen of in te trekken.

Art.23. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Lorsqu'une disposition du décret "Maisons médicales" ou du présent arrêté n'est plus respectée, l'administration adresse une lettre recommandée motivée à la maison médicale et l'invite à se mettre en ordre dans un délai de deux mois. Passé ce délai et faute de mise en ordre, l'administration propose au Ministre une suspension, une modification ou un retrait d'agrément.

Art.24. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De Minister stelt het medische huis er bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs van op de hoogte dat er een procedure loopt tot wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning. Vanaf de dag van deze bekendmaking beschikt het medische huis over een termijn van dertig dagen om bij de Minister een verantwoordingsnota in te dienen. Deze stuurt ze door naar de Adviesraad.
Van zodra de Adviesraad de verantwoordingsnota heeft ontvangen, kan een afgevaardigde van het medische huis, indien hij daarom verzoekt, door de Raad gehoord worden. De Adviesraad stelt de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en brengt het medische huis hiervan bij ter post aangetekend schrijven op de hoogte. De persoon die door het medische huis als vertegenwoordiger is aangesteld, mag zich door een tweede persoon laten vergezellen. De Adviesraad maakt zijn advies aan de Minister bekend binnen drie maanden nadat het dossier aanhangig is gemaakt.

Art.24. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Le Ministre notifie à la maison médicale, sous pli recommandé avec accusé de réception, qu'une procédure de modification, de suspension ou de retrait d'agrément est en cours. A partir du jour de cette notification, la maison médicale dispose d'un délai de trente jours pour introduire un mémoire justificatif auprès du Ministre. Celui-ci le transmet au Conseil consultatif.
Après réception du mémoire justificatif par le Conseil consultatif, le représentant de la maison médicale, s'il en fait la demande, est entendu par celui-ci. Le Conseil consultatif fixe les jour et heure d'audition et en informe la maison médicale concernée, par lettre recommandée à la poste. La personne désignée par la maison médicale pour la représenter peut se faire accompagner par une autre personne. Le Conseil consultatif transmet son avis au Ministre dans les trois mois de sa saisine.

Art.25. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De beslissing van het College tot wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning wordt aan het medische huis bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs bekendgemaakt. De beslissing tot opschorting, wijziging of intrekking van de erkenning brengt met zich dat de subsidies aan het medische huis worden opgeschort, aangepast of ingetrokken ten laatste drie maanden na de dag waarop de beslissing werd bekendgemaakt. Het medische huis is verplicht de beslissing tot opschorting, wijziging of intrekking van de erkenning, door elk nuttig middel, van zodra deze werd bekendgemaakt, mee te delen aan de begunstigden of hun wettelijke vertegenwoordigers, aan het personeel en aan al wie het aanbelangt.

Art.25. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La décision du Collège portant modification, suspension ou retrait d'agrément est notifiée à la maison médicale par lettre recommandée avec accusé de réception. La décision de suspension, de modification ou de retrait d'agrément entraîne une suspension, une modification ou un retrait des subventions de la maison médicale au plus tard trois mois après la date de la notification de la décision. La maison médicale est tenue de communiquer, par tout moyen utile, dès sa notification, la décision de suspension, de modification ou de retrait d'agrément aux bénéficiaires ou à leurs représentants légaux, aux membres du personnel et à toute personne intéressée.

Afdeling 5. - Subsidiëringsnormen.

Section 5. - Normes de subventionnement.

Art.26. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
(Binnen de grenzen van de begrotingskredieten wordt het subsidiëringskader vastgesteld overeenkomstig het voorschrift van artikel 16 van dit besluit.)
Het personeel dat op 1 januari 2002 in functie is en niet beschikt over de in bijlage III NM bedoelde bekwaamheden blijft subsidieerbaar in de functie die het op die datum bekleedde.

Art.26. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
(Dans la limite des crédits budgétaires, le cadre subventionné est établi conformément au prescrit de l'article 16 du présent arrêté.) fonction de santé communautaire.
Le personnel en fonction au 1er janvier 2002 ne disposant pas des qualifications requises à l'annexe III NM reste subsidiable dans la fonction qu'il occupait à cette date.

Art. 27. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De subsidie betreffende de werkingskosten wordt geplafonneerd op 326 753 BEF. (8.100 euro ).
(Deze subsidie wordt geïndexeerd en dus jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule :

Art. 27. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La subvention relative aux frais de fonctionnement est plafonnée à 326 753 F. (8100 euro ).
(Cette subvention est indexée et donc adaptée annuellement à chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, si après dénommé indice santé, suivant la formule :

                        Basisbedrag x
  gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar

Modifications

Gezondheidsindex van december 2000

) <BESL 2003-12-04/72, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

                Montant de base x
  indice santé de décembre de l'année précédente

Modifications

Indice santé de décembre 2000

) <ARR 2003-12-04/72, art. 10, 002; En vigueur : 01-01-2003>

Art.28. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Er worden aan het medische huis voorschotten op subsidies toegekend in functie van de raming van de bezetting van de posten die het voorgaande jaar zijn erkend en van de raming van de index bepaald door het planbureau, van de opleidingskosten en van de werkingskosten. Het " hulp- of onafhankelijk " uur mag niet meer bedragen dan 1.008 BEF (25 euro). (Ze wordt geïndexeerd volgens de regels die van toepassing zijn op de bezoldigingen in het openbaar ambt.)
De voorschotten worden driemaandelijks uitgekeerd. Het eerste vierde van de subsidie wordt uitgekeerd uiterlijk op 15 februari, het tweede vierde uiterlijk op 15 mei, het derde vierde uiterlijk op 15 augustus en één vijfde van de subsidie uiterlijk op 15 november. Het saldo van de subsidie van een jaar wordt uitgekeerd vóór 1 oktober van het volgende jaar voorzover de bewijsstukken, de rekeningen en balansen en het activiteitenverslag uiterlijk op 31 maart zijn afgegeven. Het erkende medische huis is onderworpen aan de controle van het bestuur.

Art.28. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
Des avances sur subventions sont accordées à la maison médicale en fonction de l'estimation de l'occupation des postes agréés l'année précédente et de l'estimation de l'index déterminé par le bureau du plan, des frais de formation et des frais de fonctionnement. L'heure "vacataire ou indépendant" ne peut dépasser 1 008 F (25 euros). (Elle est indexée suivant les règles appliquées aux rémunérations dans la fonction publique.)
Les avances sont liquidées trimestriellement. Le premier quart de la subvention est liquidé au plus tard le 15 février, le deuxième quart pour le 15 mai au plus tard, le troisième quart pour le 15 août au plus tard et un cinquième de la subvention le 15 novembre au plus tard. Le solde de la subvention d'une année est versé pour le 1er octobre de l'année suivante pour autant que les pièces justificatives, les comptes et bilan et le rapport d'activités aient été remis au plus tard le 31 mars. La maison médicale agréée est soumise aux contrôles de l'administration.

Afdeling 6. - Voorwaarden en wijze van erkenning en subsidiëring van de coördinatie-instellingen van de medische huizen.

Section 6. - Conditions et modalités d'agrément et de subvention des organismes de coordination des maisons médicales.

Art.29. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
  Het College erkent de coördinatie-instellingen van de medische huizen en kent hen een subsidie toe die verschilt naargelang het aantal erkende medische huizen die lid zijn van de coördinatie-instelling.
  De geïndexeerde jaarlijkse subsidie bedraagt :
  - 1 551 069 BEF (38.450 euro ) wanneer er minstens 12 medische huizen die erkend zijn door de Franse Gemeenschapscommissie aangesloten zijn;
  - 3 100 121 BEF (76.850 euro ) wanneer er minstens 18 medische huizen die erkend zijn door de Franse Gemeenschapscommissie aangesloten zijn.

Art.29. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
  Le Collège agrée des organismes de coordination des maisons médicales et leur alloue une subvention qui varie en fonction du nombre de maisons médicales agréées, membres de l'organisme de coordination.
  Cette subvention annuelle indexée s'élève à :
  - 1 551 069 F (38.450 euro ) lorsque le nombre de maisons membres, agréées par la Commission communautaire française, est d'au moins 12;
  - 3 100 121 F (76.850 euro ) lorsque le nombre de maisons membres, agréées par la Commission communautaire française, est d'au moins 18.

Art.30. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De subsidie dekt een deel van de algemene werkingskosten, met inbegrip van de kosten voor de taken inzake administratief en boekhoudkundig beheer, en een deel van de loonkosten van het personeel, met inbegrip van de sociale lasten.
Ten minste 60 % van de subsidie moet worden aangewend voor loonkosten.

Art.30. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La subvention couvre une partie des frais généraux de fonctionnement, en ce compris les frais liés aux tâches de gestion comptable et administrative, et une partie des frais de rémunération du personnel, en ce compris les charges sociales.
Au moins soixante pour cent de la subvention doivent être affectés à des frais de rémunération du personnel.

Art.31. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De coördinatie-instelling van de medische huizen ontvangt driemaandelijkse voorschotten zoals beschreven in artikel 28, tweede lid.

Art.31. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
L'organisme de coordination des maisons médicales bénéficie d'avances trimestrielles telles que décrites à l'article 28, alinéa 2.

Art.32. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De coördinatie-instelling van de medische huizen verstrekt bij haar erkenningsaanvraag een lijst met haar leden alsook een uiteenzetting van haar doelstellingen en de wijze waarop ze worden gerealiseerd. Het medische huis kan slechts aangesloten zijn bij één coördinatie-instelling waarvan de erkenning wordt toegekend voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

Art.32. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
L'organisme de coordination des maisons médicales fournit la liste de ses membres ainsi qu'un exposé de ses objectifs et des modalités de leurs réalisations lors de sa demande d'agrément. La maison médicale membre ne peut relever que d'un seul organisme de coordination dont l'agrément est accordé pour un terme de cinq ans renouvelable.

Art.33. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De erkenningsprocedure van de coördinatie-instellingen van de medische huizen is identiek aan de procedure bedoeld in de artikelen 17 tot 25.

Art.33. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La procédure d'agrément des organismes de coordination des maisons médicales est identique à celle prévue aux articles 17 à 25.

HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de teleonthaalcentra.

CHAPITRE VI. - Dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique.

Afdeling 1. - Erkenningsnormen.

Section 1. - Normes d'agrément.

Art.34. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het centrum moet minstens over twintig vrijwillige telefonische hulpverleners beschikken.

Art.34. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le centre doit disposer d'au moins vingt écoutants bénévoles.

Art. 35. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het jaarlijkse activiteitenverslag omvat minstens een statistische analyse van het aantal oproepen dat het centrum gedurende het jaar heeft ontvangen, de aanwerving van de vrijwillige medewerkers en stagiairs, de opleidingen, de vergaderingen van het team, de vergaderingen met de telefonische hulpverleners, de beschrijving van de methode die gebruikt wordt om de activiteit van het centrum te bevorderen en de evaluatie van de toepassing van het handvest.
(Deze subsidies worden geïndexeerd en dus jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule :

Art. 35. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le rapport annuel d'activités comprend au minimum une analyse statistique des appels reçus au centre pendant l'année, du recrutement des collaborateurs bénévoles et stagiaires, des formations, des réunions de l'équipe, des réunions avec les écoutants, de la description de la méthode utilisée pour promouvoir l'activité du centre et l'évaluation de l'application de la charte.
(Ces subventions sont indexées et donc adaptées annuellement à chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, si après dénommé indice santé, suivant la formule :

                        Basisbedrag x
  gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar

Modifications

Gezondheidsindex van december 2000

) <BESL 2003-12-04/72, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

                Montant de base x
  indice santé de décembre de année précédente

Modifications

Indice santé de décembre 2000

) <ARR 2003-12-04/72, art. 8, 002; En vigueur : 01-01-2003>

Afdeling 2. - Erkenningsprocedure.

Section 2. - Procédure d'agrément.

Art.36. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De erkenningsaanvraag van een centrum moet worden ingediend bij ter post aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs afgegeven bij het bestuur. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag de documenten en gegevens bevatten bedoeld in bijlage VI NM.

Art.36. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
La demande d'agrément d'un centre est introduite à l'administration, par lettre recommandée à la poste ou déposée contre accusé de réception. Pour être recevable, elle doit comporter les renseignements et les documents fixés à l'annexe VI NM.

Art.37. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Binnen twee maanden na ontvangst van de erkenningsaanvraag deelt het bestuur het centrum zijn beslissing mee aangaande de aanvraag of, bij onvolledigheid van deze laatste, verzoekt het de aanvraag aan te vullen.

Art.37. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Dans les deux mois de la réception de la demande d'agrément, l'administration notifie au centre la décision concernant sa demande, ou si cette dernière est incomplète, l'invite à la compléter.

Art.38. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Als de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het bestuur de erkenningsaanvraag en bezoekt het het centrum om na te gaan of het beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden. De Minister legt de erkenningsaanvraag voor aan de Adviesraad die een advies verstrekt binnen twee maanden nadat het dossier bij hem aanhangig werd gemaakt. Is deze termijn verstreken, dan wordt de procedure bij gebrek aan advies verder gezet. Bij dringendheid kan de Minister een kortere termijn vaststellen.

Art.38. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Lorsque la demande est recevable, l'administration instruit la demande d'agrément et procède à une visite pour vérifier si le centre répond aux conditions d'agrément. Le Ministre soumet la demande d'agrément au Conseil consultatif qui donne son avis dans les deux mois de sa saisine. Passé ce délai, il est passé outre à l'absence d'avis. Le Ministre peut fixer un délai plus court en cas d'urgence.

Art.39. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het College oordeelt over de erkenningsaanvraag en deelt zijn beslissing ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad mee aan het centrum. Elke beslissing tot weigering wordt ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad per aangetekend schrijven meegedeeld.

Art.39. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le Collège statue sur la demande d'agrément et communique sa décision au centre au plus tard deux mois après l'avis du Conseil consultatif. Toute décision de refus est notifiée par lettre recommandée, au plus tard deux mois après l'avis du Conseil consultatif.

Afdeling 3. - Vernieuwingsprocedure voor de erkenning.

Section 3. - Procédure de renouvellement d'agrément.

Art.40. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De vernieuwingsaanvraag moet ten laatste negen maanden voordat de lopende erkenning verstrijkt, bij ter post aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangstbewijs afgegeven worden bij het bestuur. Zij gaat vergezeld van in bijlage VI NM bedoelde documenten en gegevens die wijzigingen hebben ondergaan. Het centrum behoudt zijn erkenning tot er wordt geoordeeld over de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning op grond van de procedure bepaald in de hierboven vermelde artikelen.

Art.40. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
La demande de renouvellement d'agrément doit être introduite à l'administration au plus tard neuf mois avant l'expiration de l'agrément en cours, par courrier recommandé à la poste ou contre accusé de réception. Elle est accompagnée des renseignements et documents fixés à l'annexe VI NM qui ont subi des modifications. Le centre reste agréé jusqu'à ce qu'il soit statué sur la demande de renouvellement d'agrément selon la procédure prévue aux articles ci-dessus.

Afdeling 4. - Procedure tot opschorting, wijziging en intrekking van de erkenning.

Section 4. - Procédure de suspension, de modification et de retrait d'agrément.

Art.41. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Elke verandering aan het maatschappelijk doel, de taken en de maatschappelijke zetels brengt een wijziging van de erkenning mee. Elke aanvraag tot wijziging van de erkenning verduidelijkt en motiveert het voorwerp van de wijziging. Het bestuur stelt het centrum op de hoogte van de gegevens die nodig zijn om de aanvraag tot wijziging van de erkenning te onderzoeken op grond van de in afdeling 3 van dit hoofdstuk bedoelde regels die gelden voor de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning.

Art.41. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Tout changement apporté à l'objet social, aux missions et aux sièges d'activités entraîne une modification de l'agrément. Toute demande de modification d'agrément précise et motive l'objet de la modification. L'administration informe le centre des éléments nécessaires à l'instruction de la demande de modification d'agrément, instruite selon les règles applicables à la demande de renouvellement d'agrément visées à la Section trois du présent chapitre.

Art.42. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Als een bepaling van hoofdstuk VII van het " non-profit " decreet of van dit besluit niet meer wordt nageleefd, stuurt het bestuur het centrum een met redenen omkleed aangetekend schrijven toe, waarin het erop aandringt dat het centrum zich binnen een termijn van twee maanden in regel stelt. Als na het verstrijken van deze termijn de toestand niet geregulariseerd is, dan stelt het bestuur aan de Minister voor de erkenning op te schorten, te wijzigen of in te trekken.

Art.42. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Lorsqu'une disposition du chapitre VII du décret "non marchand" ou du présent arrêté n'est plus respectée, l'administration adresse une lettre recommandée motivée au centre et l'invite à se mettre en ordre dans un délai de deux mois. Passé ce délai et faute de mise en ordre, l'administration propose au Ministre une suspension, une modification ou un retrait d'agrément.

Art.43. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
e Minister stelt het centrum er bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs van op de hoogte dat er een procedure loopt tot intrekking, opschorting of wijziging van de erkenning. Vanaf de dag van deze bekendmaking beschikt het centrum over een termijn van dertig dagen om bij de Minister een verantwoordingsnota in te dienen. Deze stuurt ze door naar de Adviesraad.
Van zodra de Adviesraad de verantwoordingsnota heeft ontvangen, kan een afgevaardigde van het centrum, indien hij daarom verzoekt, door de Raad gehoord worden. De Adviesraad stelt de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en brengt het centrum hiervan bij ter post aangetekend schrijven op de hoogte. De persoon die door het centrum als vertegenwoordiger is aangesteld, mag zich door een tweede persoon laten vergezellen. De Adviesraad maakt zijn advies aan de Minister bekend binnen drie maanden nadat het dossier aanhangig is gemaakt.

Art.43. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le Ministre notifie au centre, sous pli recommandé avec accusé de réception, qu'une procédure de modification, de suspension ou de retrait d'agrément est en cours. A partir du jour de cette notification, le centre dispose d'un délai de trente jours pour introduire un mémoire justificatif auprès du Ministre. Celui-ci le transmet au Conseil consultatif.
Après réception du mémoire justificatif par le Conseil consultatif, le représentant du centre, s'il en fait la demande, est entendu par celui-ci. Le Conseil consultatif fixe les jours et heure d'audition et en informe le centre concerné par lettre recommandée à la poste. La personne désignée par le centre pour le représenter peut se faire accompagner par une autre personne. Le Conseil consultatif transmet son avis au Ministre dans les trois mois de sa saisine.

Art.44. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De beslissing van het College tot wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning wordt aan het centrum bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs bekendgemaakt.
De beslissing tot wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning brengt met zich dat de subsidies aan het centrum worden gewijzigd, opgeschort of ingetrokken ten laatste drie maanden na de dag waarop de beslissing werd bekendgemaakt. Het centrum is verplicht de beslissing tot wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning, door elk nuttig middel, van zodra deze werd bekendgemaakt, mee te delen aan de begunstigden of hun wettelijke vertegenwoordigers, aan het personeel en aan al wie het aanbelangt.

Art.44. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
La décision du Collège portant modification, suspension ou retrait d'agrément est notifiée au centre par lettre recommandée avec accusé de réception.
La décision de modification, de suspension ou de retrait d'agrément entraîne une modification ou une suspension ou un retrait des subventions du centre au plus tard trois mois après la date de la notification de la décision. Le centre est tenu de communiquer, par tout moyen utile, dès sa notification, la décision de modification, de suspension ou de retrait d'agrément aux bénéficiaires ou à leurs représentants légaux, aux membres du personnel et à toute personne intéressée.

Afdeling 5. - Subsidiëringsnormen.

Section 5. - Normes de subventionnement.

Art. 45. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
  § 1. De subsidie voor personeelskosten dekt de loonkosten van :
  - 3 VTE waaronder een directeur, een verantwoordelijke voor de opleiding, en een secretaris wanneer het centrum meer dan 60 vrijwillige medewerkers telt;
  - 1,5 VTE waaronder een verantwoordelijke voor de opleiding en een secretaris wanneer het centrum 40 tot 60 vrijwillige medewerkers telt;
  - 0,5 VTE verantwoordelijk voor de opleiding wanneer het centrum minder dan 40 vrijwillige medewerkers telt.
  § 2 De vereiste bekwaamheden voor dit personeel zijn deze bedoeld in bijlage III NM.
  § 3 De subsidie voor de werkings- en uitrustingskosten, voor de opleidings- en aanwervingskosten van de vrijwilligers en voor de kosten ter bevordering van de dienst bedragen :
  - 999 986 BEF (24.789 euro) voor het centrum dat meer dan 60 vrijwillige medewerkers telt;
  - 449 992 BEF (11.155 euro) voor het centrum dat 40 tot 60 vrijwillige medewerkers telt;
  - 249 986 BEF (6.197 euro) voor het centrum dat minder dan 40 vrijwillige medewerkers telt.
  (Deze bedragen worden geïndexeerd en dus jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule :

Art. 45. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
  § 1er. La subvention pour frais de personnel couvre les frais de rémunération de :
  - 3 ETP dont un directeur, un responsable de la formation et un secrétaire lorsque le centre occupe plus de 60 collaborateurs bénévoles;
  - 1,5 ETP dont un responsable de la formation et un secrétaire si le centre en occupe de 40 à 60;
  - 0,5 ETP responsable de la formation si le centre en occupe moins de 40.
  § 2. Les qualifications requises pour ce personnel sont celles visées à l'annexe III NM.
  § 3. La subvention pour frais de fonctionnement, d'équipement, de formation et de recrutement des bénévoles et de promotion du service s'élèvent à :
  - 999 986 F (24.789 euros) pour le centre qui occupe plus de 60 collaborateurs bénévoles;
  - 449 992 F (11.155 euros) pour le centre qui en occupe entre 40 et 60;
  - 249 986 F (6.197 euros) pour le centre qui en occupe moins de 40.
  (Ces montants sont indexés et donc adaptée annuellement à chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, si après dénommé indice santé, suivant la formule :

                        Basisbedrag x
  gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar

Modifications

Gezondheidsindex van december 2000

) <BESL 2003-12-04/72, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

                Montant de base x
  indice santé de décembre de année précédente

Modifications

Indice santé de décembre 2000

) <ARR 2003-12-04/72, art. 12, 002; En vigueur : 01-01-2003>

Art. 46. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
  De bedragen bedoeld in artikel 45, § 3 kunnen worden verhoogd op basis van :
  1° het aantal telefonische oproepen :
  - 15. 00 tot 25 000 oproepen : 500 013 BEF (12.395 euro);
  - 25 000 tot 40 000 oproepen : 1 499 999 BEF (37.184 euro);
  - meer dan 40 000 oproepen : 2 999 998 BEF (74.368 euro).
  2° het aantal vrijwillige medewerkers :
  - 60 tot 80 vrijwillige medewerkers : 999 986 BEF (24.789 euro);
  - (meer dan 80 vrijwillige medewerkers : 47.184 euro.)
  Deze bedragen kunnen worden aangewend voor bijkomende werkings- of personeelskosten.
  (Ze worden geïndexeerd en dus jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule :

Art. 46. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
  es montants visés à l'article 45, § 3, peuvent être augmentés sur base :
  1° du nombre d'appels téléphoniques :
  - de 15 000 à 25 000 appels téléphoniques : 500 013 F (12.395 euros);
  - de 25 000 à 40 000 appels téléphoniques : 1 499 999 F (37.184 euros);
  - plus de 40 000 appels téléphoniques : 2 999 998 F (74.368 euros).
  2° du nombre de collaborateurs bénévoles :
  - de 60 à 80 collaborateurs bénévoles : 999 986 F (24.789 euros);
  - (plus de 80 collaborateurs bénévoles : 47.184 euro.)
  Ces montants peuvent être affectés à des frais de fonctionnement ou des frais de personnel complémentaires.
  (Ils sont indexés et donc adaptés annuellement à chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, si après dénommé indice santé, suivant la formule :

                        Basisbedrag x
  gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar

Modifications

Gezondheidsindex van december 2000

) <BESL 2003-12-04/72, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>

                Montant de base x
  indice santé de décembre de année précédente

Modifications

Indice santé de décembre 2000

) <ARR 2003-12-04/72, art. 14, 002; En vigueur : 01-01-2003>

Art.47. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het centrum dat 24 u./24 u. een telefonisch onthaal door zijn vrijwilligers organiseert, ontvangt een geïndexeerde enveloppe van 2 000 000 BEF (49.578,70 euro) die bestemd is om de door dit uurrooster veroorzaakte bijkomende personeels- en werkingskosten die niet bedoeld zijn in de artikelen 45 en 46 te dekken.

Art.47. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le centre qui organise une écoute par ses bénévoles 24 h/24 reçoit une enveloppe indexée de 2 000 000 F (49.578,70 euros) destinée à couvrir les frais supplémentaires de personnel et de fonctionnement, non visés aux articles 45 et 46, que cet horaire implique.

Art.48. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Het centrum ontvangt driemaandelijkse voorschotten. Deze voorschotten op subsidies worden aan het centrum toegekend in functie van de raming van de bezetting van de posten die het voorgaande jaar zijn erkend en van de raming van de index bepaald door het planbureau, van de opleidingskosten en van de werkingskosten.
De voorschotten worden driemaandelijks uitgekeerd. Het eerste vierde van de subsidie wordt uitgekeerd uiterlijk op 15 februari, het tweede vierde uiterlijk op 15 mei, het derde vierde uiterlijk op 15 augustus en een vijfde van de subsidie uiterlijk op 15 november. het saldo van de subsidie van een jaar wordt uitgekeerd vóór 1 oktober van het volgende jaar voorzover de bewijsstukken, de rekeningen en balansen en het activiteitenverslag uiterlijk op 31 maart zijn afgegeven. Het erkende centrum is onderworpen aan de controle van het bestuur.

Art.48. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
Le centre bénéficie d'avances trimestrielles. Ces avances sur subventions sont accordées au centre en fonction de l'estimation de l'occupation des postes agréés l'année précédente et de l'estimation de l'index déterminé par le bureau du plan, des frais de formation et des frais de fonctionnement.
Les avances sont liquidées trimestriellement. Le premier quart de la subvention est liquidé au plus tard le 15 février, le deuxième quart pour le 15 mai au plus tard, le troisième quart pour le 15 août au plus tard et un cinquième de la subvention le 15 novembre au tard. Le solde de la subvention d'une année est versé pour le 1er octobre de l'année suivante pour autant que les pièces justificatives, les comptes et bilan et le rapport d'activités aient été remis au plus tard le 31 mars. Le centre agréé est soumis aux contrôles de l'administration.

HOOFDSTUK VII. - Bepalingen betreffende de organismen voor socio-professionele inschakeling.

CHAPITRE VII. - Dispositions relatives aux organismes d'insertion socioprofessionnelle.

Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden.

Section 1. - Conditions d'agrément.

Art.49. Om te worden erkend en onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen voorzien in artikel 6 van het decreet " SPI ", moet het organisme op basis van een overeenkomst met het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, hierna " Bruxelles Formation " genoemd :
  - operaties hebben georganiseerd inzake kwalificerende beroepsopleiding, kwalificerende beroepsopleiding door middel van alternerend werken en leren, kwalificerende basis vooropleiding en alfabetiseringsopleiding zoals beschreven in § 3 tot 5 van het artikel 5 van het decreet " SPI " voor een minimaal volume van 9.600 uren, sedert minstens één jaar;
  - operaties hebben georganiseerd inzake opleiding door tewerkstelling zoals beschreven in § 6 van artikel 5 van het decreet " SPI " voor een minimumaantal van 12 stagiairs, sedert minstens één jaar. De organisatie van deze operaties geeft recht op de subsidiëring in de hoedanigheid van opleidingsatelier door tewerkstelling.
  Deze acties moeten worden goed bevonden door " Bruxelles Formation ".

Art.49. Pour être agréé et sous réserve de l'application des dispositions prévues à l'article 6 du décret "ISP", l'organisme doit avoir organisé, sur base d'un conventionnement avec l'Institut bruxellois francophone de formation professionnelle, ci-après dénommé "Bruxelles Formation" :
  - des opérations de formation professionnelle qualifiante, de formation professionnelle qualifiante en alternance emploi/formation, de formation de base pré-qualifiante et d'alphabétisation telles que décrites aux §§ 3 à 5 de l'article 5 du décret "ISP", pour un volume minimal de 9.600 heures, depuis un an au moins;
  - des opérations de formation par le travail telles que décrites au § 6 de l'article 5 du décret "ISP", pour un nombre minimal de 12 stagiaires, depuis un an au moins. L'organisation de ces opérations ouvre le subventionnement en tant qu'atelier de formation par le travail.
  L'évaluation de ces actions doit être jugée favorable par Bruxelles Formation.

Art.50. Om te worden erkend en onverminderd de bepalingen voorzien in artikel 6 van het decreet " SPI ", moeten de " Missions locales ", op basis van het bestek van de " Missions locales " en in het raam van de partnerschapovereenkomsten met " Bruxelles Formation ", instaan voor de organisatie van plaatselijke coördinatie- en overlegoperaties (overleg met de plaatselijke verstrekkers van opleidingen, coördinatie tussen de opleidingstrajecten, kennismaking met beroepen en beroepskeuze gericht op de lokale doelgroep) zoals beschreven in § 7 tot 9 van artikel 5 van het decreet " SPI ".

Art.50. Pour être agréées et sous réserve des dispositions prévues à l'article 6 du décret "ISP", les missions locales doivent avoir organisé, sur la base du cahier des charges des Missions locales et dans le cadre de conventions de partenariat avec Bruxelles Formation, des opérations de coordination et de concertation locales (concertation des opérateurs locaux, coordination des filières de formation, initiation et détermination professionnelle du public local) telles que décrites aux §§ 7 à 9 de l'article 5 du décret "ISP".

Afdeling 2. - Erkenningsprocedure.

Section 2. - Procédure d'agrément.

Art.51. De erkenningsaanvraag wordt ingediend bij ter post aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs afgegeven bij het bestuur. De beschrijving van de materiële middelen en de mankracht bedoeld in artikel 7 van het decreet van 27 april 1995 betreffende de erkenning van bepaalde organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laaggeschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling omvat :
  - een activiteitenverslag,
  - een balans en een inkomsten- en uitgavenrekening van het vorige boekjaar,
  - een verwachte begroting voor de betrokken activiteiten van het lopende jaar,
  - een staat van het personeel dat in het organisme tewerkgesteld is met vermelding van de wedden en de beroepsbekwaamheden,
  - een staat van de partnerschapovereenkomsten met " Bruxelles Formation " die de aanvraag rechtvaardigen.
  Binnen twee maanden na ontvangst van de erkenningsaanvraag deelt het bestuur het organisme zijn beslissing mee aangaande de aanvraag of, bij onvolledigheid van deze laatste, verzoekt het de aanvraag aan te vullen.

Art.51. La demande d'agrément est introduite par lettre recommandée à la poste ou déposée à l'administration contre accusé de réception. La description des moyens matériels et humains visés à l'article 7 du décret du 27 avril 1995 relatif à l'agrément de certains organismes d'insertion socioprofessionnelle et au subventionnement de leurs activités de formation en vue d'accroître les chances des demandeurs d'emploi inoccupés et peu qualifiés de trouver ou de retrouver du travail dans le cadre de dispositifs coordonnés d'insertion socioprofessionnelle comprend :
  - un rapport d'activités;
  - un bilan et un compte de recettes et de dépenses relatifs à l'exercice de l'année précédente;
  - un budget prévisionnel pour les activités concernées de l'année en cours;
  - un relevé du personnel occupé par l'organisme, spécifiant les traitements et les qualifications;
  - un relevé des conventions de partenariat avec Bruxelles Formation qui justifient la demande.
  Dans les deux mois de la réception de la demande d'agrément, l'administration notifie à l'organisme la décision concernant sa demande ou, si cette dernière est incomplète, l'invite à la compléter.

Art.52. § 1. Als de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het bestuur de erkenningsaanvraag en doet het de Minister een voorstel over de erkenning dat eventueel geschikt is voor één of meerdere labels zoals bedoeld in artikel 9 van het decreet " SPI ". De Minister wint vervolgens het advies in van de Adviescommissie Tewerkstelling-Opleiding-Onderwijs en van het Beheerscomité van " Bruxelles Formation ". Wanneer er binnen een maand na het verzoek om advies geen met redenen omkleed advies is uitgebracht, wordt dit voorstel geacht een gunstig advies te hebben meegekregen. Geen enkele aanvraag om advies kan worden ingediend tijdens de maanden juli en augustus.
§ 2. Het College doet uitspraak over het erkenningsvoorstel en specificeert eventueel het of de aan het organisme toegekende labels. De beslissing wordt met redenen omkleed. De beslissing wordt betekend per aangetekende zending aan het organisme, ten laatste twee maanden nadat het advies van de Adviescommissie Tewerkstelling-Opleiding-Onderwijs en van het Beheerscomité van " Bruxelles Formation " verkregen werd.

Art.52. § 1er. Lorsque la demande est recevable, l'administration instruit la demande et formule au Ministre une proposition d'agrément, éventuellement qualifiée pour un ou plusieurs des labels définis à l'article 9 du décret ISP. Le Ministre sollicite successivement l'avis de la Commission consultative Formation Emploi Enseignement et du Comité de gestion de Bruxelles Formation. A défaut d'avis motivé rendu dans un délai d'un mois à dater de la demande d'avis, la proposition est réputée avoir reçu un avis favorable. Aucune demande d'avis ne pourra être introduite pendant les mois de juillet et août.
§ 2. Le Collège statue sur la proposition d'agrément et spécifie éventuellement le ou les labels attribués à l'organisme. La décision est motivée. Elle est notifiée par envoi recommandé à l'organisme, au plus tard deux mois après que les avis de la Commission consultative Formation Emploi Enseignement et du comité de gestion de Bruxelles Formation aient été reçus.

Afdeling 3. - Vernieuwingsprocedure voor de erkenning.

Section 3. - Procédure de renouvellement d'agrément.

Art.53. De vernieuwingsaanvraag van de erkenning moet bij het bestuur worden ingediend ten vroegste 12 maanden en ten laatste 6 maanden voordat de lopende erkenning verstrijkt, bij ter post aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs, volgens dezelfde modaliteiten als deze van de erkenning. het organisme behoudt zijn erkenning tot er wordt geoordeeld over de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning op grond van de procedure bepaald in de artikelen 51 en 52.

Art.53. La demande de renouvellement d'agrément doit être introduite à l'administration au plus tôt douze mois et au plus tard six mois avant le terme de l'agrément en cours, par courrier recommandé à la poste ou contre accusé de réception, selon les mêmes modalités que celles de l'agrément. L'organisme reste agréé jusqu'à ce qu'il soit statué sur la demande de renouvellement d'agrément selon la procédure prévue aux articles 51 et 52.

Afdeling 4. - Subsidiëringsnormen.

Section 4. - Normes de subventionnement.

Art. 54. § 1. Het College financiert het pedagogisch personeel en het personeel voor de pedagogische coördinatie waarvan de beroepsbekwaamheden bedoeld zijn in bijlage III NM. Het door het College gesubsidieerde basisteam voor de erkende organismen wordt bepaald in functie van het activiteitenvolume van het organisme berekend op het gemiddelde van de laatste drie jaar en omvat de volgende posten :

Art. 54. § 1er. Le Collège finance le personnel pédagogique et de coordination pédagogique dont les qualifications sont visées à l'annexe 3NM. L'équipe de base subventionnée par le Collège pour les organismes agréés est définie en fonction du volume d'activité de l'organisme calculé sur la moyenne des trois dernières années et comprend les postes suivants :

  Organisme categorie 1    Tot 15.000 uren/jaar   1 VTE opleider kl. 2
                                                  of 0.75 VTE opleider kl. 1
  Organisme categorie 2    Van 15.000 tot         1.5 VTE opleider kl. 2
                            25.000 uren/jaar      of 1.25 VTE opleider kl. 1
  Organisme categorie 3    Van 25.000 tot         1.75 VTE opleider kl. 2
                            35.000 uren/jaar      of 1.50 VTE opleider kl. 1
  Organisme categorie 4    Van 35.000 tot         2 VTE opleiders kl. 2
                            45.000 uren/jaar      of 1.75 VTE opleiders kl. 1
  Organisme categorie 5    Van 45.000 tot         2.5 VTE opleiders kl. 2
                            55.000 uren/jaar      of 2.25 VTE opleiders kl. 1
                                                  + 0.5 VTE pedagogisch
                                                   coordinator
  Organisme categorie 6    Meer dan 55.000        3 VTE opleiders kl. 2
                            uren/jaar             of 2.75 VTE opleiders kl. 1
                                                  + 0.5 VTE pedagogisch
                                                   coordinator
  Opleidingsatelier door   + 0.5 VTE opleider kl. 2 naast het team waarop zij
   Tewerkstelling           recht hebben op basis van hun
                            subsidieringscategorie
  '' Missions locales ''     1 VTE pedagogisch coordinator

  Organisme de catégorie 1    jusque 15 000     1 ETP formateur cl 2
                               heures/an        ou 0.75 ETP formateur cl. 1
  Organisme de catégorie 2    de 15 a 25 000    1.5 ETP formateur cl. 2
                               heures/an        ou 1.25 ETP formateur cl. 1
  Organisme de catégorie 3    de 25 a 35 000    1.75 ETP formateurs cl. 2
                               heures/an        ou 1.50 ETP formateur cl. 1
  Organisme de catégorie 4    de 35 a 45 000    2 ETP formateurs cl. 2
                               heures/an        ou 1.75 ETP formateurs cl. 1
  Organisme de catégorie 5    de 45 a 55 000    2.5 ETP formateurs cl. 2
                               heures/an        ou 2.25 ETP formateurs cl. 1
                                                + 0.5 ETP coordinateur
                                                 pédagogique
  Organisme de catégorie 6    Plus de 55 000    3 ETP formateurs cl. 2
                               heures/an        ou 2.75 ETP formateurs cl. 1
                                                + 0.5 ETP coordinateur
                                                 pédagogique
  Atelier de Formation par    + 0.5 ETP formateur cl. 2 en plus de l'équipe a
   le Travail                  laquelle leur donne droit leur catégorie de
                               subventionnement
  Missions locales            1 ETP coordinateur pédagogique

  [1 Behoudens wijziging van de beslissing tot erkenning van de betrokken instelling in functie van de bepalingen van artikel 11 van het decreet "SPI", blijft de instelling in dezelfde subsidiëringscategorie voor de volledige duur van de aan de instelling toegekende erkenning.
   Aan het einde van ieder jaar bevestigt het Beheerscomité van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding het activiteitenvolume van de instelling aan het Bestuur op basis van opgestelde jaarlijkse overeenkomsten. Het College legt jaarlijks bij besluit de subsidiëringscategorie van de erkende instellingen voor socio-professionele inschakeling vast. Er wordt geen enkele categoriewijziging voorgesteld zolang het activiteitenvolume van de instelling geen wijziging kent van meer dan 10 % (in stijgende of dalende lijn). In dat geval wordt de categorie herzien op basis van het gemiddelde van de laatste 3 jaar.
   In geval van overgang naar een lagere categorie treedt de wijziging van de financiering van de instelling (personeelskosten en werkingskosten) slechts in werking 6 maanden na 1 januari van het jaar waarin de categoriewijziging plaatsvindt.
   Elke wijziging van het basisteam die gevolgen heeft voor de financiering van de arbeidsplaatsen, dient onmiddellijk betekend te worden aan het bestuur. Zo niet, zal de tenlasteneming van de financiering aanvangen op de 1e dag die volgt op de ontvangst door het Bestuur van de brief betreffende de wijziging.]1
  § 2. Er worden forfaitaire werkingskosten toegekend aan de erkende organismen. Zij worden aangepast in functie van de categorie waarin ze erkend zijn.
  Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd en worden als volgt vastgelegd :

  [1 Sauf modification de la décision d'agrément le concernant en fonction des dispositions de l'article 11 du décret "ISP", l'organisme reste dans la même catégorie de subventionnement durant toute la durée de l'agrément qui lui est octroyé.
   En fin de chaque année, le Comité de gestion de l'Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle confirme à l'administration le volume d'activité de l'organisme sur la base des conventions annuelles établies. Le Collège fixe annuellement dans un arrêté la catégorie de subventionnement des organismes d'insertion socioprofessionnelle agréés. Aucun changement de catégorie n'est proposé tant que le volume d'activité de l'organisme ne connaît pas une modification supérieure à 10 % (à la hausse ou à la baisse), dans ce cas, la catégorie est revue sur la base de la moyenne des 3 dernières années.
   En cas de passage dans une catégorie inférieure, la modification du financement de l'organisme (frais de personnel et frais de fonctionnement) ne prend effet que six mois après le 1er janvier de l'année concernée par la modification de la catégorie.
   Toute modification de l'équipe de base ayant des répercussions sur le financement des postes des travailleurs doit être immédiatement notifiée à l'administration. A défaut, la prise en charge du financement débutera le 1er jour du mois suivant la réception par l'administration du courrier relatif à la modification. ]1
  § 2. Des frais de fonctionnement forfaitaires sont octroyés aux organismes agréés. Ils sont modulés en fonction de la catégorie dans laquelle ils sont agréés.
  Ces montants sont indexés chaque année et sont fixés comme suit :

Organisme	categorie	1	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	-	3.718,40 euro
Organisme	categorie	2	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	-	4.710 euro
Organisme	categorie	3	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	-	5.949,44 euro
Organisme	categorie	4	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	[¹ ...]¹	-	7.188,91 euro
Organisme	categorie	5	340	000	BEF	-	8.428,38 euro
Organisme	categorie	6	390	000	BEF	-	9.667.85 euro
(1)<BESL 2024-03-28/55, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Organismecategorie1[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-3.718,40 euroOrganismecategorie2[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-4.710 euroOrganismecategorie3[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-5.949,44 euroOrganismecategorie4[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-7.188,91 euroOrganismecategorie5340000BEF-8.428,38 euroOrganismecategorie6390000BEF-9.667.85 euro(1)

organisme	de	catégorie	1	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	3.718,40 euro
organisme	de	catégorie	2	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	4.710 euro
organisme	de	catégorie	3	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	5.949,44 euro
organisme	de	catégorie	4	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	7.188,91 euro
organisme	de	catégorie	5	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	8.428,38 euro
organisme	de	catégorie	6	[¹...]¹	[¹...]¹	[¹...]¹	-	9.667.85 euro
(1)<ARR 2024-03-28/55, art. 4, 011; En vigueur : 01-01-2024>

organismedecatégorie1[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-3.718,40 euroorganismedecatégorie2[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-4.710 euroorganismedecatégorie3[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-5.949,44 euroorganismedecatégorie4[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-7.188,91 euroorganismedecatégorie5[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-8.428,38 euroorganismedecatégorie6[1 ...]1[1 ...]1[1 ...]1-9.667.85 euro(1)

§ 3. De in de vorige paragrafen bepaalde subsidies worden uitbetaald door middel van driemaandelijkse voorschotten. Het eerste vierde van de subsidie wordt uitgekeerd uiterlijk op 15 februari, het tweede vierde uiterlijk op 15 mei, het derde vierde uiterlijk op 15 augustus en een vijfde van de subsidie uiterlijk op 15 november. Het saldo van de subsidie van een jaar wordt uitgekeerd vóór 31 oktober van het volgende jaar voorzover de bewijsstukken, de rekeningen en de balansen en het activiteitenverslag uiterlijk op 31 maart zijn afgegeven.

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

§ 3. Les subventions définies aux paragraphes précédents sont liquidées par avances trimestrielles. Le premier quart de la subvention est liquidé au plus tard le 15 février, le deuxième quart pour le 15 mai au plus tard, le troisième quart pour le 15 août au plus tard et un cinquième de la subvention le 15 novembre au plus tard. Le solde de la subvention d'une année est versé pour le 31 octobre de l'année suivante pour autant que les pièces justificatives, les comptes et bilan et le rapport d'activités aient été remis au plus tard le 31 mars.

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 2, 009; En vigueur : 01-01-2018>

  [1 Behoudens wijziging van de beslissing tot erkenning van de betrokken instelling in functie van de bepalingen van artikel 11 van het decreet "SPI", blijft de instelling in dezelfde subsidiëringscategorie voor de volledige duur van de aan de instelling toegekende erkenning.

  [1 Sauf modification de la décision d'agrément le concernant en fonction des dispositions de l'article 11 du décret "ISP", l'organisme reste dans la même catégorie de subventionnement durant toute la durée de l'agrément qui lui est octroyé.

Art. 55. De in artikel 6, 5° van het decreet " SPI " bedoelde administratieve, budgettaire en pedagogische controle wordt in overleg verzekerd, en door elkeen voor wat hem aanbelangt, door het bestuur en de diensten van " Bruxelles Formation ".

Art. 55. Le contrôle administratif, budgétaire et pédagogique visé à l'article 6, 5° du décret "ISP" est assuré en concertation, et par chacun pour ce qui les concerne, par l'administration et par les services de Bruxelles Formation.

Art.55. De in artikel 6, 5° van het decreet " SPI " bedoelde administratieve, budgettaire en pedagogische controle wordt in overleg verzekerd, en door elkeen voor wat hem aanbelangt, door het bestuur en de diensten van " Bruxelles Formation ".

Art.55. Le contrôle administratif, budgétaire et pédagogique visé à l'article 6, 5° du décret "ISP" est assuré en concertation, et par chacun pour ce qui les concerne, par l'administration et par les services de Bruxelles Formation.

TITEL III. - Harmonisering van de barema's, van de berekeningswijze van de werkgeverslasten en andere voordelen alsook van de berekening van de anciënniteit.

TITRE III. - Harmonisation des barèmes, du mode de calcul des charges patronales et autres avantages ainsi que du calcul de l'ancienneté.

Art. 56. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art. 56. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.56.

Art. 57. In artikel 39, 1°, van het besluit "opvangtehuizen" worden na de woorden "opvoeders" en "opvoeder" de woorden "A1 of A2" vervangen door de woorden "van klasse 1".
In punt 3° van hetzelfde artikel worden na de woorden " opvoeder" de woorden "A1 of A2" geschrapt.
Een punt 4°, als volgt opgesteld, wordt in fine toegevoegd aan hetzelfde artikel : "het tehuis mag niet over meer dan een derde opvoeders klasse 4 beschikken".

Art. 57. A l'article 39, 1°, de l'arrêté "maisons d'accueil", après les mots "éducateurs" et "éducateur" les mots "A1 ou A2" sont remplacés par les mots "de classe 1".
Au point 3° du même article, après les mots "éducateur", les mots "A1 ou A2" sont supprimés.
Un point 4°, rédige comme suit, est ajouté in fine au même article : "la maison ne peut avoir plus d'un tiers d'éducateurs de classe 4 parmi ses éducateurs. "

Art. 58. Artikel 47 van het besluit "opvangtehuizen" wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De subsidie van de personeelskosten van het gesubsidieerde team wordt berekend op basis van de in bijlage I NM bepaalde barema's. Zij omvat de werkgeverslasten en andere voordelen bepaald in bijlage V NM op basis van de in bijlage IV NM bepaalde anciënniteit. De weddeschalen per functie worden bepaald in bijlage II NM. De gesubsidieerde functies en de specifieke toegangsvoorwaarden tot deze functies worden bepaald in bijlage III NM ".

Art. 58. L'article 47 de l'arrêté "maisons d'accueil" est remplacé par la disposition suivante :
" La subvention pour frais de personnel de l'équipe subventionnée est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM. Elle comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée à l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM. Les fonctions subventionnées et les conditions d'accès spécifiques à ces fonctions sont déterminées a l'annexe III NM".

Art.58. Artikel 47 van het besluit "opvangtehuizen" wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De subsidie van de personeelskosten van het gesubsidieerde team wordt berekend op basis van de in bijlage I NM bepaalde barema's. Zij omvat de werkgeverslasten en andere voordelen bepaald in bijlage V NM op basis van de in bijlage IV NM bepaalde anciënniteit. De weddeschalen per functie worden bepaald in bijlage II NM. De gesubsidieerde functies en de specifieke toegangsvoorwaarden tot deze functies worden bepaald in bijlage III NM ".

Art.58. L'article 47 de l'arrêté "maisons d'accueil" est remplacé par la disposition suivante :
" La subvention pour frais de personnel de l'équipe subventionnée est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM. Elle comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée à l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM. Les fonctions subventionnées et les conditions d'accès spécifiques à ces fonctions sont déterminées a l'annexe III NM".

HOOFDSTUK III.

Art.59. L'annexe 6 de l'arrêté "maisons d'accueil" est remplacée par l'annexe III NM.

HOOFDSTUK III.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE III.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK IV.

CHAPITRE IV.

HOOFDSTUK IV.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE IV.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.61. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.61. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.62. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.62. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK V.

CHAPITRE V.

HOOFDSTUK V.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE V.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK VI.

CHAPITRE VI.

HOOFDSTUK VI.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE VI.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.65. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.65. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.66. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.66. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.67. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.67. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.68. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.68. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK VII.

CHAPITRE VII.

HOOFDSTUK VII.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE VII.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK VIII.

CHAPITRE VIII.

HOOFDSTUK VIII.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE VIII.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.71.

Art. 72. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De subsidie voor de personeelskosten van het erkende team bedoeld in artikel 26 wordt berekend op basis van de barema's bepaald in bijlage I NM en houdt de werkgeverslasten en andere voordelen in bepaald in bijlage V NM op basis van de anciënniteit bepaald in bijlage IV NM. De weddeschalen per functie worden bepaald in bijlage II NM.

Art. 72. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
La subvention pour frais de personnel de l'équipe agréée visée à l'article 26 est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM et comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée à l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM.

Art.72.(NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij )

Art.72.(NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )

Art. 73. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
De subsidie voor de personeelskosten van het erkende team bedoeld in artikel 45, § 1 wordt berekend op basis van de barema's bepaald in bijlage I NM en houdt de werkgeverslasten en andere voordelen bepaald in bijlage V NM op basis van de anciënniteit bepaald in bijlage IV NM. De weddeschalen per functie zijn bepaald in bijlage II NM.

Art. 73. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
La subvention pour frais de personnel de l'équipe agréée visée à l'article 45, § 1er, est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM et comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée à l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées a l'annexe II NM.

Art.73.(NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij )

Art.73.(NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )

Art. 74. De subsidie voor de personeelskosten van het erkende team bedoeld in artikel 54, § 1 wordt berekend op basis van de barema's bepaald in bijlage I NM en houdt de werkgeverslasten en andere voordelen in bepaald in bijlage V NM op basis van de anciënniteit bepaald in bijlage IV NM. De weddeschalen per functie zijn bepaald in bijlage II NM. De gesubsidieerde functies en de specifieke toegangsvoorwaarden tot deze functies zijn bepaald in bijlage III NM.

Art. 74. La subvention pour frais de personnel de l'équipe agréée visée à l'article 54, § 1er, est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM et comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée a l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM. Les fonctions subventionnées et les conditions d'accès spécifiques à ces fonctions sont déterminées à l'annexe III NM.

Art.74. De subsidie voor de personeelskosten van het erkende team bedoeld in artikel 54, § 1 wordt berekend op basis van de barema's bepaald in bijlage I NM en houdt de werkgeverslasten en andere voordelen in bepaald in bijlage V NM op basis van de anciënniteit bepaald in bijlage IV NM. De weddeschalen per functie zijn bepaald in bijlage II NM. De gesubsidieerde functies en de specifieke toegangsvoorwaarden tot deze functies zijn bepaald in bijlage III NM.

Art.74. La subvention pour frais de personnel de l'équipe agréée visée à l'article 54, § 1er, est calculée sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM et comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM sur base de l'ancienneté fixée a l'annexe IV NM. Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM. Les fonctions subventionnées et les conditions d'accès spécifiques à ces fonctions sont déterminées à l'annexe III NM.

HOOFDSTUK XII.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE XII.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.75. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.75. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.76. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.76. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

HOOFDSTUK XIII.

CHAPITRE XIII.

HOOFDSTUK XIII.
Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

CHAPITRE XIII.
Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.78. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.78. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.79. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.79. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.80. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.80. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.81. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.81. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.82. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.82. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

TITEL IV. - (Maatregelen betreffende het einde van de loopbaan.)

TITRE IV. - (Mesures relatives aux fins de carrières.)

TITEL IV. - (Maatregelen betreffende het einde van de loopbaan.)

TITRE IV. - (Mesures relatives aux fins de carrières.)

Art. 84. § 1 De arbeidsduur die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de subsidies voor de bezoldiging en compenserende aanwerving wordt bepaald op 38 uur per week voor 1 VTE, behalve de specifieke sectorale bepalingen.
  § 2 Vanaf 1 januari 2001 wordt de arbeidsduur bedoeld in § 1 voor werknemers van 55 jaar en ouder verminderd tot 32 uur per week voor 1 voltijdse baan.
  Vanaf 1 januari 2002 wordt de arbeidsduur bedoeld in § 1 voor werknemers tussen 50 en 54 jaar verminderd tot 34 uur per week voor 1 voltijdse baan.
  Vanaf 1 januari 2003 wordt de arbeidsduur bedoeld in § 1 voor werknemers tussen 45 en 49 jaar verminderd tot 36 uur per week voor een voltijdse baan.
  § 3 De werknemers bedoeld in § 2 die deeltijds werken, genieten van de maatregelen bedoeld in § 2 naar evenredigheid van hun prestaties.

Art. 84. § 1er. La durée du temps de travail prise en considération pour le calcul des subventions pour rémunération et de l'embauche compensatoire est fixée à 38 heures par semaine pour 1 ETP, sauf dispositions sectorielles spécifiques.
  § 2. A partir du 1er janvier 2001, le temps de travail visé au § 1er pour les travailleurs âgés de 55 ans et plus est réduit à 32 heures par semaine pour 1 temps plein.
  A partir du 1er janvier 2002, le temps de travail visé au § 1er pour les travailleurs âgés de 50 à 54 ans est réduit à 34 heures par semaine pour 1 temps plein.
  A partir du 1er janvier 2003, le temps de travail visé au § 1er pour les travailleurs âgés de 45 à 49 ans est réduit à 36 heures par semaine pour 1 temps plein.
  § 3. Les travailleurs visés au § 2 qui travaillent à temps partiel bénéficient des mesures visées au § 2 au prorata de leurs prestations.

Art. 85. § 1 Het bestuur bepaalt vóór 31 januari van elk jaar het aantal uren inzake arbeidsduurvermindering die jaarlijks worden toegekend voor alle sectoren, uitgezonderd de sector voor thuishulp in functie van de leeftijd die de werknemers bereikt hebben op 31 december van het voorgaande jaar.
  § 2 [4 Een subsidie, berekend door het aantal uren bedoeld in § 1 te vermenigvuldigen met een geïndexeerd forfaitair uurbedrag van 29,57 euro, wordt toegekend om een compenserende aanwerving toe te staan ingevolge de verkorting van de arbeidsduur. Buiten de wettelijke pensioenleeftijd, genereert de arbeidsduurvermindering deze subsidie niet langer.]4
  § 3 [1 Deze subsidie wordt uitbetaald aan de VZW's en de sociale fondsen die daartoe werden aangesteld door de sociale partners van elke betrokken sector. Deze laatsten beheren de verdeling van de banen en van de financiële middelen bedoeld in § 2 tussen de centra, de diensten, de organismen en de tehuizen erkend volgens de voorwaarden vastgelegd in de overeenkomst met het College.
   Deze subsidie wordt ten laatste op 15 februari van het eerste kwartaal, 15 mei van het tweede kwartaal en 15 augustus van het derde kwartaal uitbetaald op basis van driemaandelijkse voorschotten gelijk aan 25 % van de subsidie en ten laatste op 15 november van het laatste kwartaal van het kalenderjaar wordt een driemaandelijks voorschot gelijk aan 20 % van de subsidie uitbetaald.
   Na het verstrijken van deze termijnen, is op de uitstaande voorschotten van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling verwijlinterest verschuldigd tegen de gemiddelde bankrente, zoals deze door de Nationale Bank van België wordt vastgesteld. De rentevoet " Euribor 1 week " is van toepassing.
   Het saldo van deze subsidie wordt, na de controle van de bewijsstukken, uitbetaald op 31 oktober van het volgende jaar.]1
  § 4 De werknemers die genieten van een arbeidsduurvermindering krachtens het vorig artikel komen enkel in aanmerking voor de uren toegekend als compenserende aanwerving tot het aantal uren die nodig zijn om tot een voltijds equivalent te komen van hun leeftijdscategorie.
  § 5 [2 De bewijsstukken voor het beheer van de compenserende aanwerving en het activiteitenverslag, dat wordt opgesteld conform de overeenkomst die werd gesloten met het College, dienen ten laatste op 30 april van het volgende jaar te worden ingediend. De rekeningen en de balans van de VZW's, die overeenkomstig [5 het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen]5 worden ingediend, en deze van de sociale fondsen dienen ten laatste op 30 juni van het volgende jaar te worden ingeleverd.]2
  [3 § 6.[5 De werkingskosten van de fondsen die instaan voor het beheer van de compenserende aanwervingen worden gesubsidieerd ten belope van 45.000 euro per fonds. Dit bedrag wordt vanaf 2025 geïndexeerd op basis van de volgende formule:
   Basisbedrag voor werkingskosten x gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar
   Gezondheidsindex van december 2023
   De financieringsmodaliteiten van de vzw's of de fondsen die instaan voor het beheer van de compenserende aanwervingen worden bepaald overeenkomstig paragraaf 3, tweede tot vierde lid. De termijn voor de indiening van de bewijsstukken is de termijn van artikel 85, paragraaf 5.]5]3

Modifications

[1] <BESL 2011-01-13/03, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2011>

[2] <BESL 2011-01-13/03, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2011>

[3] <BESL 2017-11-30/15, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[4] <BESL 2019-05-23/17, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

[5] <BESL 2024-03-28/55, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 85. § 1er. L'administration établit avant le 31 janvier de chaque année le nombre d'heures annuelles de réduction du temps de travail accordées dans l'ensemble des secteurs, à l'exception du secteur de l'aide à domicile, en fonction de l'âge atteint par les travailleurs au 31 décembre de l'année précédente.
  § 2. [4 Une subvention, calculée en multipliant le nombre d'heures visées au § 1er par un forfait horaire de 29,57 euros indexé est octroyée pour permettre une embauche compensatoire consécutive à la réduction du temps de travail. Au-delà de l'âge légal de la pension, la réduction du temps de travail ne génère plus cette subvention.]4
  § 3. [1 Cette subvention est liquidée aux ASBL et fonds sociaux désignés à cet effet par les partenaires sociaux de chaque secteur concerné. Ceux-ci gèrent la répartition des emplois et des moyens financiers visés au § 2 entre les centres, services, organismes et maisons agréés selon les conditions fixées dans la convention conclue avec le Collège.
   Cette subvention est liquidée par avances trimestrielles égales à 25 % de ladite subvention au plus tard le 15 février pour le premier trimestre, le 15 mai pour le deuxième trimestre, le 15 août pour le troisième trimestre et une avance trimestrielle égale à 20 % de ladite subvention est liquidée le 15 novembre pour le dernier trimestre de l'année civile.
   Passé ces échéances, les avances restant dues portent intérêts de retard au taux de l'intérêt bancaire moyen, tel que fixé par la Banque nationale, de plein droit et sans mise en demeure préalable. Le taux " Euribor 1 semaine " est d'application.
   Le solde de cette subvention est liquidée pour le 31 octobre de l'année suivante, après le contrôle des pièces justificatives.]1
  § 4. Les travailleurs bénéficiant d'une réduction du temps de travail en vertu de l'article précédent ne sont éligibles aux heures attribuées en tant qu'embauche compensatoire qu'à concurrence du nombre d'heures nécessaires pour arriver au temps plein de leur catégorie d'âge.
  § 5. [2 Les pièces justificatives relatives à la gestion de l'embauche compensatoire et le rapport d'activités, établi dans le respect de la convention conclue avec le Collège, sont à fournir au plus tard le 30 avril de l'année suivante. Les comptes et bilan des ASBL déposés conformément [5 au Code des sociétés et des associations ]5, et ceux des fonds sociaux sont à fournir au plus tard le 30 juin de l'année suivante.]2
  [3 § 6 .[5 Les frais de fonctionnement des fonds chargés de la gestion de l'embauche compensatoire sont subventionnés à hauteur de 45.000 euros par fonds. Ce montant est indexé à partir de 2025 suivant la formule :
   Montant de base pour frais de fonctionnement x indice santé de décembre de l'année précédente
   Indice santé de décembre 2023
   Les modalités de financement des asbl ou fonds chargés de la gestion de l'embauche compensatoire sont déterminées conformément au paragraphe 3, deuxième à quatrième alinéas. Le délai de remise des pièces justificatives est celui de l'art. 85 paragraphe 5]5.]3

Modifications

[1] <ARR 2011-01-13/03, art. 2, 008; En vigueur : 01-01-2011>

[2] <ARR 2011-01-13/03, art. 3, 008; En vigueur : 01-01-2011>

[3] <ARR 2017-11-30/15, art. 3, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[4] <ARR 2019-05-23/17, art. 2, 010; En vigueur : 01-01-2019>

[5] <ARR 2024-03-28/55, art. 5, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art. 85bis. [1 Een toelage wordt toegekend om de bedrijfstoeslagen (voordien vergoedingen voor vervroegd pensioen) te dekken die aan werknemers die het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerde) hebben, worden uitbetaald, onder de volgende voorwaarden:
   1° het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (voordien brugpensioen) wordt toegekend aan werknemers die voldoen aan de voorwaarden van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij ontslagen worden, zoals achtereenvolgens en voor de laatste keer gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17/42 van 30 mei 2023 of door de collectieve arbeidsovereenkomsten die het recht op bedrijfstoeslag openen en gesloten zijn binnen de paritaire commissies of subcommissies voor de betreffende sectoren (318, 319.02, 329.2, 332, 330) en die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
   2° Tijdens de periode van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (voordien brugpensioen), wordt de vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerden) verzekerd door een werknemer die jonger is dan 40 jaar bij de indienstneming, behoudens individuele, door het College toegekende individuele afwijking voor directie-, coördinatie- en geneeskundige posten. Deze voorwaarde komt bovenop de voorwaarden inzake vervanging die door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aan werknemers opgelegd worden.
   3° Het bedrag van de toegekende subsidie voor de bedrijfstoeslag (voordien de bijkomende vergoeding) uitbetaald aan de werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerde) wordt berekend in verhouding tot de betoelaagde werktijd voor de werknemer in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Het bedrag van de bedrijfstoeslag (voordien bijkomende vergoeding) dat in overweging wordt genomen voor de berekening van de toelage is geplafonneerd op een bedrag dat overeenstemt met 6 uren compenserende aanwerving voor 1 VTE voor het referentiejaar.
   4° Verantwoordingsstukken van de toelage die jaarlijks voorgelegd moeten worden zijn de betalingsbewijzen van de bedrijfstoeslagen (voordien bijkomende vergoedingen), samen met een berekeningsblad betreffende elke toeslag.
   5° In afwijking van punt 2 van dit artikel, geven in de sectoren van de dag- en de verblijfcentra voor gehandicapten de vervangingen die lopend zijn op de datum van inwerkingtreding van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 september 2008 tot wijziging van besluit 2001/549 van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling, die verzekerd worden door een werknemer die ouder is dan 40 jaar bij de indienstneming en die voldoen aan de voorwaarden inzake vervanging die door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aan werknemers opgelegd worden aanleiding tot een toelage ]1.

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 85bis. [1 Une subvention est octroyée pour couvrir les compléments d'entreprise (anciennement indemnités de prépension) payés aux travailleurs ayant le statut de chômeur avec complément d'entreprise (anciennement prépensionné), aux conditions suivantes :
   1° le régime de chômage avec complément d'entreprise (anciennement prépension), est accordé aux travailleurs qui remplissent les conditions prévues par la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, telle qu'elle a été modifiée successivement et pour la dernière fois par la Convention Collective de Travail n° 17/ 42 du 30 mai 2023 ou par les conventions collectives de travail ouvrant le droit à un complément d'entreprise conclues au sein des commissions paritaires ou sous-commissions paritaires pour les secteurs visés (318, 319.02, 329.2, 332,330) et qui satisfont aux conditions prévues par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
   2° Durant la période du régime de chômage avec complément d'entreprise (anciennement prépension), le remplacement du chômeur avec complément d'entreprise (anciennement prépensionné) est assuré par un travailleur de moins de 40 ans à l'embauche, sauf dérogation individuelle accordée par le Collège pour les postes de direction, de coordination et de médecin. Cette condition s'ajoute aux conditions imposées à l'employeur en matière de remplacement par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
   3° Le montant de la subvention octroyée pour couvrir le complément d'entreprise (anciennement l'indemnité complémentaire) versé au chômeur avec complément d'entreprise (anciennement travailleur prépensionné) est calculé au prorata du temps de travail subventionné pour le travailleur en régime de chômage avec complément d'entreprise. Le montant du complément (anciennement indemnité complémentaire) pris en considération pour le calcul de la subvention est plafonné à un montant équivalent à 6 heures hebdomadaires d'embauche compensatoire pour 1 ETP pour l'année de référence.
   4° Les justificatifs de la subvention à fournir annuellement sont les preuves de paiement des compléments d'entreprise (anciennement indemnités complémentaires), accompagnées d'une fiche relative au calcul de chaque complément.
   5° Dans les secteurs des centres de jour et des centres d'hébergement pour personnes handicapées, par dérogation point 2° du présent article, les remplacements en cours à la date d'entrée en vigueur de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 11 septembre 2008 modifiant l'arrêté 2001/549 du 18 octobre 2001 de la Commission communautaire française relatif à l'application du décret de la Commission communautaire française du 12 juillet 2001 modifiant diverses législations relatives aux subventions accordées dans le secteur de la politique de la santé et de l'aide aux personnes et relatif à la modification de divers arrêtés d'application concernant les secteurs de l'aide aux personnes, de la santé, des personnes handicapées et de l'insertion socioprofessionnelle, assurés par un travailleurs de plus de 40 ans à l'embauche répondant aux conditions imposées à l'employeur en matière de remplacement par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise, donnent lieu à une subvention ]1.

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 6, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art. 85bis. [1 Een toelage wordt toegekend om de bedrijfstoeslagen (voordien vergoedingen voor vervroegd pensioen) te dekken die aan werknemers die het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerde) hebben, worden uitbetaald, onder de volgende voorwaarden:
   1° het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (voordien brugpensioen) wordt toegekend aan werknemers die voldoen aan de voorwaarden van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij ontslagen worden, zoals achtereenvolgens en voor de laatste keer gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17/42 van 30 mei 2023 of door de collectieve arbeidsovereenkomsten die het recht op bedrijfstoeslag openen en gesloten zijn binnen de paritaire commissies of subcommissies voor de betreffende sectoren (318, 319.02, 329.2, 332, 330) en die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
   2° Tijdens de periode van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (voordien brugpensioen), wordt de vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerden) verzekerd door een werknemer die jonger is dan 40 jaar bij de indienstneming, behoudens individuele, door het College toegekende individuele afwijking voor directie-, coördinatie- en geneeskundige posten. Deze voorwaarde komt bovenop de voorwaarden inzake vervanging die door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aan werknemers opgelegd worden.
   3° Het bedrag van de toegekende subsidie voor de bedrijfstoeslag (voordien de bijkomende vergoeding) uitbetaald aan de werkloze met bedrijfstoeslag (voordien bruggepensioneerde) wordt berekend in verhouding tot de betoelaagde werktijd voor de werknemer in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Het bedrag van de bedrijfstoeslag (voordien bijkomende vergoeding) dat in overweging wordt genomen voor de berekening van de toelage is geplafonneerd op een bedrag dat overeenstemt met 6 uren compenserende aanwerving voor 1 VTE voor het referentiejaar.
   4° Verantwoordingsstukken van de toelage die jaarlijks voorgelegd moeten worden zijn de betalingsbewijzen van de bedrijfstoeslagen (voordien bijkomende vergoedingen), samen met een berekeningsblad betreffende elke toeslag.
   5° In afwijking van punt 2 van dit artikel, geven in de sectoren van de dag- en de verblijfcentra voor gehandicapten de vervangingen die lopend zijn op de datum van inwerkingtreding van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 september 2008 tot wijziging van besluit 2001/549 van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling, die verzekerd worden door een werknemer die ouder is dan 40 jaar bij de indienstneming en die voldoen aan de voorwaarden inzake vervanging die door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen of door het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aan werknemers opgelegd worden aanleiding tot een toelage ]1.

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 85bis. [1 Une subvention est octroyée pour couvrir les compléments d'entreprise (anciennement indemnités de prépension) payés aux travailleurs ayant le statut de chômeur avec complément d'entreprise (anciennement prépensionné), aux conditions suivantes :
   1° le régime de chômage avec complément d'entreprise (anciennement prépension), est accordé aux travailleurs qui remplissent les conditions prévues par la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, telle qu'elle a été modifiée successivement et pour la dernière fois par la Convention Collective de Travail n° 17/ 42 du 30 mai 2023 ou par les conventions collectives de travail ouvrant le droit à un complément d'entreprise conclues au sein des commissions paritaires ou sous-commissions paritaires pour les secteurs visés (318, 319.02, 329.2, 332,330) et qui satisfont aux conditions prévues par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
   2° Durant la période du régime de chômage avec complément d'entreprise (anciennement prépension), le remplacement du chômeur avec complément d'entreprise (anciennement prépensionné) est assuré par un travailleur de moins de 40 ans à l'embauche, sauf dérogation individuelle accordée par le Collège pour les postes de direction, de coordination et de médecin. Cette condition s'ajoute aux conditions imposées à l'employeur en matière de remplacement par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
   3° Le montant de la subvention octroyée pour couvrir le complément d'entreprise (anciennement l'indemnité complémentaire) versé au chômeur avec complément d'entreprise (anciennement travailleur prépensionné) est calculé au prorata du temps de travail subventionné pour le travailleur en régime de chômage avec complément d'entreprise. Le montant du complément (anciennement indemnité complémentaire) pris en considération pour le calcul de la subvention est plafonné à un montant équivalent à 6 heures hebdomadaires d'embauche compensatoire pour 1 ETP pour l'année de référence.
   4° Les justificatifs de la subvention à fournir annuellement sont les preuves de paiement des compléments d'entreprise (anciennement indemnités complémentaires), accompagnées d'une fiche relative au calcul de chaque complément.
   5° Dans les secteurs des centres de jour et des centres d'hébergement pour personnes handicapées, par dérogation point 2° du présent article, les remplacements en cours à la date d'entrée en vigueur de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 11 septembre 2008 modifiant l'arrêté 2001/549 du 18 octobre 2001 de la Commission communautaire française relatif à l'application du décret de la Commission communautaire française du 12 juillet 2001 modifiant diverses législations relatives aux subventions accordées dans le secteur de la politique de la santé et de l'aide aux personnes et relatif à la modification de divers arrêtés d'application concernant les secteurs de l'aide aux personnes, de la santé, des personnes handicapées et de l'insertion socioprofessionnelle, assurés par un travailleurs de plus de 40 ans à l'embauche répondant aux conditions imposées à l'employeur en matière de remplacement par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle ou par l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise, donnent lieu à une subvention ]1.

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 6, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art. 86. Artikel 40 van het besluit "opvangtehuizen" wordt vervangen door de volgende bepaling : "De arbeidsduur die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de subsidies voor de bezoldiging en de compenserende aanwerving wordt vastgelegd op 37 uur per week voor een VTE".

Art. 86. L'article 40 de l'arrêté "maisons d'accueil" est remplacé par la disposition suivante : "La durée du temps de travail prise en considération pour le calcul des subventions pour rémunération et de l'embauche compensatoire est fixée à 37 heures par semaine pour 1 ETP".

Art.86. Artikel 40 van het besluit "opvangtehuizen" wordt vervangen door de volgende bepaling : "De arbeidsduur die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de subsidies voor de bezoldiging en de compenserende aanwerving wordt vastgelegd op 37 uur per week voor een VTE".

Art.86. L'article 40 de l'arrêté "maisons d'accueil" est remplacé par la disposition suivante : "La durée du temps de travail prise en considération pour le calcul des subventions pour rémunération et de l'embauche compensatoire est fixée à 37 heures par semaine pour 1 ETP".

Art.87. Voor de diensten voor begeleiding en de diensten voor dovenvertolking wordt de arbeidsduur die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de subsidies voor de bezoldiging en de compenserende aanwerving vastgelegd op 37 uur per week voor een VTE.

Art.87. Pour les services d'accompagnement et les services d'interprétariat pour sourds, la durée du temps de travail prise en considération pour le calcul des subventions pour rémunération et de l'embauche compensatoire est fixée à 37 heures par semaine pour 1 ETP.

Art. 88bis. <INGEVOEGD bij BESL 2006-06-29/58, art. 2; Inwerkingtreding : 01-01-2006> In afwijking van artikel 85, § 1, wordt in de sector van de socio-professionele inschakeling het aantal jaarlijkse uren arbeidsduurvermindering berekend op basis van het voltallige personeel van de erkende organismen bestemd voor socio-professionele inschakelingsopdrachten, met uitzondering van het personeel van de " Missions locales ".
[1 Dit aantal uren wordt jaarlijks bepaald door het bestuur, na overleg binnen het tripartiet Sturingscomité, luik FGC, op basis van het kadaster dat [2 de Administratie]2 moet opstellen[2 ...]2.]1

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 7, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 88bis. Par dérogation à l'article 85, § 1er, dans le secteur de l'insertion socioprofessionnelle, le nombre d'heures annuelles de réduction du temps de travail est calculé sur base de l'ensemble du personnel des organismes agréés affecté à des missions d'insertion socioprofessionnelle, à l'exception du personnel des missions locales.
[1 Ce nombre d'heures est défini annuellement par l'administration, après concertation en Comité de pilotage tripartite, volet CCF, sur la base du cadastre que [2 l'Administration ]2 est chargée d'établir [2 ...]2.]1

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 5, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 7, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art. 88bis. <INGEVOEGD bij BESL 2006-06-29/58, art. 2; Inwerkingtreding : 01-01-2006> In afwijking van artikel 85, § 1, wordt in de sector van de socio-professionele inschakeling het aantal jaarlijkse uren arbeidsduurvermindering berekend op basis van het voltallige personeel van de erkende organismen bestemd voor socio-professionele inschakelingsopdrachten, met uitzondering van het personeel van de " Missions locales ".
[1 Dit aantal uren wordt jaarlijks bepaald door het bestuur, na overleg binnen het tripartiet Sturingscomité, luik FGC, op basis van het kadaster dat [2 de Administratie]2 moet opstellen[2 ...]2.]1

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 7, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 88bis. Par dérogation à l'article 85, § 1er, dans le secteur de l'insertion socioprofessionnelle, le nombre d'heures annuelles de réduction du temps de travail est calculé sur base de l'ensemble du personnel des organismes agréés affecté à des missions d'insertion socioprofessionnelle, à l'exception du personnel des missions locales.
[1 Ce nombre d'heures est défini annuellement par l'administration, après concertation en Comité de pilotage tripartite, volet CCF, sur la base du cadastre que [2 l'Administration ]2 est chargée d'établir [2 ...]2.]1

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 5, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 7, 011; En vigueur : 01-01-2024>

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

CHAPITRE I. Dispositions générales.

Art. 89. [1 Behoudens andersluidende sectorale bepalingen, bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten van het team, met inbegrip van zijn begeleiding, 1% van de gesubsidieerde loonmassa [2 van het jaar]2.
   Vanaf 1 januari 2002 wordt deze subsidie onderworpen aan het opstellen van een jaarlijks opleidingsplan dat rekening houdt met alle gesubsidieerde werknemers en dat een gunstig advies heeft gekregen van de vertegenwoordigers van de werknemers. Dit plan wordt uiterlijk op 31 januari voor advies overgemaakt aan het bestuur.
   Met gesubsidieerde loonmassa wordt verwezen naar alle brutolonen, met inbegrip van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en andere voordelen hernomen in bijlage V NM, met uitzondering van de verschuldigde bedragen voor de werknemers met een statuut van zelfstandige, voor de wettelijke verzekering en voor de arbeidsgeneeskunde. ]1

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 6, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 89. [1 Sauf disposition sectorielles contraires, la subvention pour frais de formation continuée de l'équipe, en ce compris sa supervision, s'élève à 1% de la masse salariale subventionnée [2 de l'année]2.
   A partir du 1er janvier 2002, cette subvention est conditionnée par l'établissement d'un plan annuel de formation tenant compte de tous les travailleurs subventionnés qui a reçu un avis favorable des représentants des travailleurs. Ce plan annuel est transmis à l'administration pour avis au plus tard le 31 janvier.
   On entend par masse salariale subventionnée, l'ensemble des salaires bruts en ce compris les cotisations patronales de sécurité sociale et autres avantages repris à l'annexe V NM à l'exception des montants dus aux travailleurs ayant le statut d'indépendant, à l'assurance loi et à la médecine du travail.]1

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 6, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 8, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.89.[1 Behoudens andersluidende sectorale bepalingen, bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten van het team, met inbegrip van zijn begeleiding, 1% van de gesubsidieerde loonmassa [2 van het jaar]2.

Art.89.[1 Sauf disposition sectorielles contraires, la subvention pour frais de formation continuée de l'équipe, en ce compris sa supervision, s'élève à 1% de la masse salariale subventionnée [2 de l'année]2.

Art. 90. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art. 90. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.90. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.90. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.91. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.91. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.92. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.92. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.93. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.93. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.94. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.94. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.95. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.95. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art. 97. [1 In afwijking van artikel 89 bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten 1 % van de loonmassa van het personeel van de erkende instellingen bestemd voor socio-professionele inschakelingsopdrachten, met uitzondering van het personeel van de "Lokale Opdrachten".
   Deze loonmassa wordt jaarlijks bepaald door het bestuur, na overleg binnen het tripartiet Sturingscomité, luik FGC, op basis van het kadaster dat [2 de Administratie moet opstellen]2, [2 ...]2.
   In de sector van de socio-professionele inschakeling worden de uitbetalingsmodaliteiten van de subsidies voor de voortgezette opleiding jaarlijks bepaald in het subsidiebesluit ten gunste van de aangewezen vzw.]1

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 97. [1 Par dérogation à l'article 89, la subvention pour les frais de formation continuée s'élève à 1% de la masse salariale du personnel des organismes agréés à des missions d'insertion socioprofessionnelle, à l'exception du personnel des missions locales.
   Cette masse salariale est déterminée annuellement par l'administration, après concertation en Comité de pilotage tripartite, volet CCF, sur la base du cadastre que [2 l'Administration est chargée d'établir. ]2, [2 ...]2
   Dans le secteur de l'insertion socioprofessionnelle, les modalités de liquidation des subventions de la formation continuée sont définies annuellement dans l'arrêté de subvention en faveur de l'asbl désignée. ]1

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 7, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 9, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.97.[1 In afwijking van artikel 89 bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten 1 % van de loonmassa van het personeel van de erkende instellingen bestemd voor socio-professionele inschakelingsopdrachten, met uitzondering van het personeel van de "Lokale Opdrachten".

Art.97.[1 Par dérogation à l'article 89, la subvention pour les frais de formation continuée s'élève à 1% de la masse salariale du personnel des organismes agréés à des missions d'insertion socioprofessionnelle, à l'exception du personnel des missions locales.

Art. 98. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art. 98. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.98. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.98. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.99. Opgeheven art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art.99. Abrogé art. 12 van 28 MAART 2024. - Besluit 2023/1329 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 inzake de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socioprofessionele inschakeling. - 3e LEZING

Art. 101. Het toepassingsbesluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 2 augustus 1996 betreffende de vaststelling van de voorwaarden en de wijze van erkenning en subsidiëring van de organismen die activiteiten uitoefenen inzake beroepsopleiding in het raam van de gecoördineerde voorziening voor socio-professionele inschakeling, wordt opgeheven.

Art. 101. L'arrêté d'application du Collège de la Commission communautaire française du 2 août 1996 relatif à la fixation des conditions et des modalités d'agrément et de subventionnement des organismes exerçant des activités de formation professionnelle dans le cadre du dispositif coordonné d'insertion socioprofessionnelle est abrogé.

Art.101. Het toepassingsbesluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 2 augustus 1996 betreffende de vaststelling van de voorwaarden en de wijze van erkenning en subsidiëring van de organismen die activiteiten uitoefenen inzake beroepsopleiding in het raam van de gecoördineerde voorziening voor socio-professionele inschakeling, wordt opgeheven.

Art.101. L'arrêté d'application du Collège de la Commission communautaire française du 2 août 1996 relatif à la fixation des conditions et des modalités d'agrément et de subventionnement des organismes exerçant des activités de formation professionnelle dans le cadre du dispositif coordonné d'insertion socioprofessionnelle est abrogé.

Art. 102. Bij wijze van overgangsmaatregel kan de aanwending van de in artikel 85 voorziene bedragen voor het jaar 2001 uitgesteld worden tot het begrotingsjaar 2002.

Art. 102. A titre transitoire, l'utilisation des montants prévus à l'article 85 pour l'année 2001 peut être reportée à l'exercice 2002.

Art. 103. In de sectoren opvangtehuizen, diensten voor dovenvertolking en diensten voor begeleiding, dagcentra en onthaalcentra, worden de tussen 1 januari 2001 en 31 december 2004 aangeworven werknemers gesubsidieerd op basis van de weddeschalen bepaald in bijlage I NM, afdeling b :
  - voor de functies die een universitair diploma vereisen op schaal "21 tot 1" met uitzondering van de geneesheren in de sector Gehandicapten;
  - voor de functies die een HOBU-diploma vereisen :
  - op schaal "19 tot 2" voor de HOBU-directeurs en -onderdirecteurs
  - op schaal "16 tot 4" voor de andere functies;
  - voor de functie opvoeder-groepschef :
  - op schaal "18 tot 2";
  - voor de functie hoofdopvoeder :
  - op schaal "17 tot 3";
  - voor de functies die een HSO-diploma vereisen :
  - op schaal "13 tot 5" voor de pedagogische, paramedische, sociale en technische functies
  - op schaal "9 tot 6" voor het administratief personeel;
  - voor de functies die een niveau klasse 3 vereisen, zoals bepaald in bijlage II NM :
  - op schaal "11 tot 7";
  - voor de functies die een niveau klasse 4 vereisen zoals bepaald in bijlage II NM :
  - op schaal " 4 tot 9 " voor de functie hulpbediende;
  - op schaal " 8 tot 9 " voor de overige functies;
  - voor de functie arbeider-werkmeester :
  - op schaal " 11 tot 8 ";
  - voor de functie geschoold arbeider :
  - op schaal "8 tot 9";
  - voor de functie arbeider :
  - op schaal " 3 tot 10 ".

Art. 103. Dans les secteurs maisons d'accueil, services d'interprétation pour sourds et services d'accompagnement, centres de jour et centres d'hébergement, les travailleurs engagés entre le 1er janvier 2001 et le 31 décembre 2004 sont subventionnés sur bases des échelles fixées à l'annexe I NM, Section b :
  - pour les fonctions nécessitant un diplôme universitaire à l'échelle "21 à 1" à l'exclusion des médecins dans le secteur "personnes handicapées";
  - pour les fonctions nécessitant un ESNU :
  - à l'échelle "19 à 2" pour les directeurs et sous-directeurs ESNU
  - à l'échelle "16 à 4" pour les autres fonctions;
  - pour la fonction d'éducateur-chef de groupe :
  - à l'échelle "18 à 2";
  - pour la fonction de chef-éducateur :
  - à l'échelle "17 à 3";
  - pour les fonctions nécessitant un CESS :
  - à l'échelle "13 à 5" pour les fonctions pédagogiques, paramédicales, sociales et techniques
  - à l'échelle "9 à 6" pour le personnel administratif;
  - pour les fonctions nécessitant le niveau classe 3, tel que défini à l'annexe II NM :
  - à l'échelle "11 à 7";
  - pour la fonction d'ouvrier chef d'équipe :
  - à l'échelle "11 à 8";
  - pour les fonctions nécessitant le niveau classe 4, tel que défini à l'annexe II NM :
  - à l'échelle "4 à 9" pour la fonction d'auxiliaire administratif;
  - à l'échelle "8 à 9" pour les autres fonctions;
  - pour la fonction d'ouvrier qualifié :
  - à l'échelle "8 à 9";
  - pour la fonction d'ouvrier :
  - à l'échelle "3 à 10".

Art.103. In de sectoren opvangtehuizen, diensten voor dovenvertolking en diensten voor begeleiding, dagcentra en onthaalcentra, worden de tussen 1 januari 2001 en 31 december 2004 aangeworven werknemers gesubsidieerd op basis van de weddeschalen bepaald in bijlage I NM, afdeling b :
  - voor de functies die een universitair diploma vereisen op schaal "21 tot 1" met uitzondering van de geneesheren in de sector Gehandicapten;
  - voor de functies die een HOBU-diploma vereisen :
  - op schaal "19 tot 2" voor de HOBU-directeurs en -onderdirecteurs
  - op schaal "16 tot 4" voor de andere functies;
  - voor de functie opvoeder-groepschef :
  - op schaal "18 tot 2";
  - voor de functie hoofdopvoeder :
  - op schaal "17 tot 3";
  - voor de functies die een HSO-diploma vereisen :
  - op schaal "13 tot 5" voor de pedagogische, paramedische, sociale en technische functies
  - op schaal "9 tot 6" voor het administratief personeel;
  - voor de functies die een niveau klasse 3 vereisen, zoals bepaald in bijlage II NM :
  - op schaal "11 tot 7";
  - voor de functies die een niveau klasse 4 vereisen zoals bepaald in bijlage II NM :
  - op schaal " 4 tot 9 " voor de functie hulpbediende;
  - op schaal " 8 tot 9 " voor de overige functies;
  - voor de functie arbeider-werkmeester :
  - op schaal " 11 tot 8 ";
  - voor de functie geschoold arbeider :
  - op schaal "8 tot 9";
  - voor de functie arbeider :
  - op schaal " 3 tot 10 ".

Art.103. Dans les secteurs maisons d'accueil, services d'interprétation pour sourds et services d'accompagnement, centres de jour et centres d'hébergement, les travailleurs engagés entre le 1er janvier 2001 et le 31 décembre 2004 sont subventionnés sur bases des échelles fixées à l'annexe I NM, Section b :
  - pour les fonctions nécessitant un diplôme universitaire à l'échelle "21 à 1" à l'exclusion des médecins dans le secteur "personnes handicapées";
  - pour les fonctions nécessitant un ESNU :
  - à l'échelle "19 à 2" pour les directeurs et sous-directeurs ESNU
  - à l'échelle "16 à 4" pour les autres fonctions;
  - pour la fonction d'éducateur-chef de groupe :
  - à l'échelle "18 à 2";
  - pour la fonction de chef-éducateur :
  - à l'échelle "17 à 3";
  - pour les fonctions nécessitant un CESS :
  - à l'échelle "13 à 5" pour les fonctions pédagogiques, paramédicales, sociales et techniques
  - à l'échelle "9 à 6" pour le personnel administratif;
  - pour les fonctions nécessitant le niveau classe 3, tel que défini à l'annexe II NM :
  - à l'échelle "11 à 7";
  - pour la fonction d'ouvrier chef d'équipe :
  - à l'échelle "11 à 8";
  - pour les fonctions nécessitant le niveau classe 4, tel que défini à l'annexe II NM :
  - à l'échelle "4 à 9" pour la fonction d'auxiliaire administratif;
  - à l'échelle "8 à 9" pour les autres fonctions;
  - pour la fonction d'ouvrier qualifié :
  - à l'échelle "8 à 9";
  - pour la fonction d'ouvrier :
  - à l'échelle "3 à 10".

Art. 105. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Bij wijze van overgangsmaatregel worden de op 31 december 2000 door de Franse Gemeenschapscommissie gesubsidieerde medische huizen tot 31 december 2002 gesubsidieerd op basis van de bepalingen van dit besluit. Tijdens deze periode mag de berekeningswijze van de subsidies geenszins een vermindering teweegbrengen van de subsidies verleend voor het jaar 2001.

Art. 105. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
A titre transitoire, les maisons médicales subventionnées par la Commission communautaire française au 31 décembre 2000 sont subventionnées jusqu'au 31 décembre 2002 sur base des dispositions du présent arrête. Pendant cette période, le mode de calcul des subventions ne peut en aucun cas entraîner une diminution des subventions octroyées pour l'année 2001.

Art.105. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Bij wijze van overgangsmaatregel worden de op 31 december 2000 door de Franse Gemeenschapscommissie gesubsidieerde medische huizen tot 31 december 2002 gesubsidieerd op basis van de bepalingen van dit besluit. Tijdens deze periode mag de berekeningswijze van de subsidies geenszins een vermindering teweegbrengen van de subsidies verleend voor het jaar 2001.

Art.105. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
A titre transitoire, les maisons médicales subventionnées par la Commission communautaire française au 31 décembre 2000 sont subventionnées jusqu'au 31 décembre 2002 sur base des dispositions du présent arrête. Pendant cette période, le mode de calcul des subventions ne peut en aucun cas entraîner une diminution des subventions octroyées pour l'année 2001.

Art. 107. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de medische huizen bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,12°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
In 2001 wordt de subsidie van 1 856 000 BEF die aan elk medisch huis wordt toegekend krachtens de door het College goedgekeurde individuele besluiten vermeerderd met 8 000 BEF per medisch huis.

Art. 107. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux maisons médicales par )
En 2001, la subvention de 1 856 000 F octroyée à chaque maison médicale en vertu des arrêtés individuels adoptés par le Collège est augmentée de 8 000 F par maison médicale.

Art. 108. (NOTA : Opgeheven wat betreft de bepalingen aangaande de centra voor teleonthaal bij <BESL 2009-06-04/20, art. 96,13°, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2009>)
Bij wijze van overgangsmaatregel worden de op 31 december 2000 door de Franse Gemeenschapscommissie gesubsidieerde teleonthaalcentra tot 31 december 2002 gesubsidieerd op basis van de bepalingen van dit besluit.

Art. 108. (NOTE : Abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives aux centres d'accueil téléphonique par )
A titre transitoire, les centres d'accueil téléphonique subventionnés par la Commission communautaire française au 31 décembre 2000 sont subventionnées jusqu'au 31 décembre 2002 sur base des dispositions du présent arrêté.

Art. 109. § 1. De erkende organismen verbinden zich ertoe de samenstelling van het basisteam dat vanaf 1 januari 2004 door de Franse Gemeenschapscommissie zal worden gesubsidieerd aan het bestuur te bevestigen ten laatste op 30 juni 2003 en het bestuur de meest recente loonfiches van deze werknemers te bezorgen. Tegen deze datum zullen ze de nodige wijzigingen in de financieringsstructuur hebben aangebracht teneinde ze conform te maken met de bepalingen van dit besluit.
  § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel en tot 31 december 2003 blijven de erkende en gesubsidieerde organismen onder het stelsel van de forfaitaire subsidie.
  § 3. De erkende organismen zullen aan het bestuur een raming bezorgen van de financiële behoeften betreffende de toepassing van het akkoord met de non-profit sector ten laatste op 15 november voor het jaar 2001, en ten laatste op 31 maart voor de jaren 2002 en 2003.
  Het bestuur stelt van elk organisme de forfaitaire financiering op naar evenredigheid van de meegedeelde behoeften en naar evenredigheid van de beschikbare financiering rekening houdend met de uitvoeringsmodaliteiten van het akkoord met de non-profit sector hetzij :
  + [1 ...]1 (396.629,63 euro ) in 2001;
  + [1 ...]1 (793.259,26 euro ) in 2002;
  + [1 ...]1(1.189.888,89 euro ) in 2003.
  Voor deze jaren wordt de subsidie uitbetaald in twee schijven : een eerste schijf van 80 % op basis van een schuldvordering en een tweede schijf van 20 % op basis van de voorlegging van de bewijsstukken van de totale subsidie en een schuldvordering.

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 109. § 1er. Les organismes agréés s'engagent à confirmer à l'administration, au plus tard pour le 30 juin 2003, la composition de l'équipe de base qui sera subventionnée par la Commission communautaire française à partir du 1er janvier 2004, et à lui communiquer les fiches salariales les plus récentes de ces travailleurs. Pour cette date, ils auront prévu les modifications nécessaires de leur structure de financement pour la rendre conforme aux dispositions du présent arrêté.
  § 2. A titre transitoire, et jusqu'au 31 décembre 2003, les organismes agréés et subventionnés restent sous le régime de la subvention forfaitaire.
  § 3. Les organismes agréés communiqueront, à l'administration, une estimation des besoins de financement liés à l'application de l'accord avec le non-marchand, au plus tard le 15 novembre, pour l'année 2001, et au plus tard le 31 mars pour les années 2002 et 2003.
  L'administration établit le financement forfaitaire de chaque organisme proportionnellement aux besoins communiqués et au financement disponible compte tenu des modalités de mise en oeuvre de l'accord avec le non-marchand soit :
  + [1 ...]1(396.629,63 euro ) en 2001;
  + [1 ...]1 (793.259,26 euro ) en 2002;
  + [1 ...]1 (1.189.888,89 euro ) en 2003.
  Pour ces années la subvention est liquidée en deux tranches : une première tranche de 80 % sur base d'une déclaration de créance et une deuxième tranche de 20 % sur base de la présentation des pièces justificatives de l'ensemble de la subvention et d'une déclaration de créance.

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 4, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.109. § 1. De erkende organismen verbinden zich ertoe de samenstelling van het basisteam dat vanaf 1 januari 2004 door de Franse Gemeenschapscommissie zal worden gesubsidieerd aan het bestuur te bevestigen ten laatste op 30 juni 2003 en het bestuur de meest recente loonfiches van deze werknemers te bezorgen. Tegen deze datum zullen ze de nodige wijzigingen in de financieringsstructuur hebben aangebracht teneinde ze conform te maken met de bepalingen van dit besluit.
  § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel en tot 31 december 2003 blijven de erkende en gesubsidieerde organismen onder het stelsel van de forfaitaire subsidie.
  § 3. De erkende organismen zullen aan het bestuur een raming bezorgen van de financiële behoeften betreffende de toepassing van het akkoord met de non-profit sector ten laatste op 15 november voor het jaar 2001, en ten laatste op 31 maart voor de jaren 2002 en 2003.
  Het bestuur stelt van elk organisme de forfaitaire financiering op naar evenredigheid van de meegedeelde behoeften en naar evenredigheid van de beschikbare financiering rekening houdend met de uitvoeringsmodaliteiten van het akkoord met de non-profit sector hetzij :
  + [1 ...]1 (396.629,63 euro ) in 2001;
  + [1 ...]1 (793.259,26 euro ) in 2002;
  + [1 ...]1(1.189.888,89 euro ) in 2003.
  Voor deze jaren wordt de subsidie uitbetaald in twee schijven : een eerste schijf van 80 % op basis van een schuldvordering en een tweede schijf van 20 % op basis van de voorlegging van de bewijsstukken van de totale subsidie en een schuldvordering.

Modifications

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.109. § 1er. Les organismes agréés s'engagent à confirmer à l'administration, au plus tard pour le 30 juin 2003, la composition de l'équipe de base qui sera subventionnée par la Commission communautaire française à partir du 1er janvier 2004, et à lui communiquer les fiches salariales les plus récentes de ces travailleurs. Pour cette date, ils auront prévu les modifications nécessaires de leur structure de financement pour la rendre conforme aux dispositions du présent arrêté.
  § 2. A titre transitoire, et jusqu'au 31 décembre 2003, les organismes agréés et subventionnés restent sous le régime de la subvention forfaitaire.
  § 3. Les organismes agréés communiqueront, à l'administration, une estimation des besoins de financement liés à l'application de l'accord avec le non-marchand, au plus tard le 15 novembre, pour l'année 2001, et au plus tard le 31 mars pour les années 2002 et 2003.
  L'administration établit le financement forfaitaire de chaque organisme proportionnellement aux besoins communiqués et au financement disponible compte tenu des modalités de mise en oeuvre de l'accord avec le non-marchand soit :
  + [1 ...]1(396.629,63 euro ) en 2001;
  + [1 ...]1 (793.259,26 euro ) en 2002;
  + [1 ...]1 (1.189.888,89 euro ) en 2003.
  Pour ces années la subvention est liquidée en deux tranches : une première tranche de 80 % sur base d'une déclaration de créance et une deuxième tranche de 20 % sur base de la présentation des pièces justificatives de l'ensemble de la subvention et d'une déclaration de créance.

Modifications

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 4, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.110. In de SPI-sector wordt een opvolgingscomité opgericht, belast met de uitvoering van het akkoord met de non-profit sector. Dit comité is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemers en vertegenwoordigers van de werkgevers van de sector. Een vertegenwoordiger van de bevoegde minister woont de vergadering met raadgevende stem bij. Het comité vergadert minstens eenmaal per jaar of op vraag van een van de sociale partners. Het bestuur wordt belast met het secretariaat van het opvolgingscomité. Het opvolgingscomité stelt het huishoudelijk reglement op.

Art. 111. Si la subvention pour rémunération d'un travailleur en fonction au 31 décembre 2001, calculée sur la base des nouvelles échelles barémiques est inférieure à celle octroyée sur la base de l'échelle barémique antérieure, la subvention la plus élevée reste octroyée pour ce travailleur.
Si la subvention de l'heure prestée les samedis, dimanches et jours fériés pour un travailleur en fonction au 31 décembre 2001 est inférieure à la subvention pour une même heure octroyée sur la base des normes antérieures, la subvention la plus élevée reste octroyée pour ce travailleur.

Art.111. Indien de subsidie voor de bezoldiging van een werknemer in dienst op 31 december 2001 en berekend op basis van de nieuwe weddeschalen lager ligt dan deze toegekend op basis van de oude weddeschaal, blijft voor deze werknemer de hoogste subsidie behouden.
Indien de subsidie van het uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen en op wettelijke feestdagen voor een werknemer in dienst op 31 december 2001 lager ligt dan de subsidie van eenzelfde uur toegekend op basis van de vroegere normen, blijft voor deze werknemer de hoogste subsidie behouden.

Art.111. Si la subvention pour rémunération d'un travailleur en fonction au 31 décembre 2001, calculée sur la base des nouvelles échelles barémiques est inférieure à celle octroyée sur la base de l'échelle barémique antérieure, la subvention la plus élevée reste octroyée pour ce travailleur.
Si la subvention de l'heure prestée les samedis, dimanches et jours fériés pour un travailleur en fonction au 31 décembre 2001 est inférieure à la subvention pour une même heure octroyée sur la base des normes antérieures, la subvention la plus élevée reste octroyée pour ce travailleur.

Art. 113. [1 De andere subsidies waarvan de indexatie bepaald wordt door dit besluit, worden jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule : basisbedrag x gezondheidsindex van december van het vorig jaar/ gezondheidsindex van december 2000 (106,4 basis 1996).
De forfaitaire uurloonsubsidie waarvan de indexatie wordt voorzien in het artikel 85, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de volgende formule : basisbedrag ([2 29,57 euro]2) x verhogingscoëfficiënt van de spilindex met betrekking tot het openbaar Ambt van december van het vorig jaar/ verhogingscoëfficiënt van de spilindex met betrekking tot het openbaar Ambt van [2 december 2018]2 (124,34 basis 1990) ]1

Modifications

[1] <BESL 2017-11-30/15, art. 9, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

[2] <BESL 2019-05-23/17, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 113. [1 Les autres subventions dont l'indexation est prévue par le présent arrêté sont adaptées annuellement à chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993, si après dénommé indice santé, suivant la formule : montant de base x indice santé de décembre de l'année précédente/indice santé de décembre 2000 (106,4 en base 1996).
La subvention horaire forfaitaire dont l'indexation est prévue à l'article 85 est adaptée annuellement à chaque 1er janvier suivant la formule : montant de base ([2 29,57 euros]2) x coefficient de majoration de l'indice pivot relatif à la fonction publique de décembre de l'année précédente/coefficient de majoration de l'indice pivot relatif à la fonction publique de [2 décembre 2018]2 (124,34 en base 1990) ]1

Modifications

[1] <ARR 2017-11-30/15, art. 9, 009; En vigueur : 01-01-2018>

[2] <ARR 2019-05-23/17, art. 3, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Art.113bis. [1 Behoudens andersluidende sectorale bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt een geïndexeerde bruto forfaitaire premie van 340 euro toegekend aan de werknemers die waren toegewezen aan de opdrachten van de decreten van de Franse Gemeenschapscommissie, buiten het toepassingsveld van de kaders van de sectoren bedoeld door dit besluit en waarvoor uitdrukkelijk een tussenkomstverzoek werd ingediend bij de administratie :
   a) Het premiebedrag wordt toegekend voor feitelijke of soortgelijke prestaties;
   b) Voor deeltijdse werknemers of werknemers die geen volledig kalenderjaar hebben gewerkt, wordt het bedrag van de premie berekend pro rata hun bovengenoemde prestaties voor een referentieperiode die loopt van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar. Elke volledige maand van feitelijk of gelijkwaardig werk gedurende de referentieperiode geeft recht op een negende van het bedrag van de toegekende premies. Een onvolledige maandelijkse prestatie wordt berekend naar rato van het aantal gewerkte dagen in de maand.]1
  [2 In sectoren die een nieuwe functieclassificatie en een nieuw baremamodel invoeren, die vallen onder de beslissingen genomen in het kader van non-profitakkoorden omgezet door het sectoraal paritair comité, is de premie niet langer verschuldigd.]2
  [2 Behoudens andersluidende sectorale bepaling en indien ze niet rechtstreeks geïntegreerd zijn in de gesubsidieerde weddeschalen vastgelegd in bijlage I van besluit 2001/549, worden de bedragen vastgelegd in het eerste lid ter aanvulling van de middelen voorzien in de begroting in het kader van de non-profitakkoorden en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten bestemd voor de financiering van het nieuwe baremaloon via de door de Administratie ingevoerde ad-hocregeling.]2

Modifications

[1] <Ingevoegd bij BESL 2019-05-23/17, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 10, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 113bis. [1 Sauf disposition sectorielle contraire et dans la limite des crédits disponibles, une prime forfaitaire brute indexée de 340 euros est octroyée pour les travailleurs affectés aux missions des décrets de la Commission communautaire française, hors du champ des cadres des secteurs visés par le présent arrêté et pour lesquels une demande d'intervention est explicitement formulée à l'administration. Cette prime à laquelle est appliqué le taux effectif des cotisations patronales, est calculée et liquidée selon les principes suivants :
   a) Le montant de la prime est octroyé pour des prestations effectives ou assimilées;
   b) Pour les travailleurs à temps partiel ou qui n'ont pas travaillé une année civile complète, le montant de la prime est calculé au prorata de leurs prestations précitées sur une période de référence qui s'étend du 1er janvier au 30 septembre de l'année considérée. Chaque mois complet de travail effectif ou assimilé pendant la période de référence, donne droit à un neuvième du montant des primes octroyées. Une prestation mensuelle incomplète est calculée au prorata du nombre de jours prestés du mois.]1
  [2 Pour les secteurs implémentant une nouvelle classification de fonction et un nouveau modèle barémique, relevant des décisions prises dans le cadre d'accords non-marchand transposés par la commission partitaire sectorielle, la prime n'est plus due.
  Sauf disposition sectorielle contraire et s'ils ne sont pas directement intégrés dans les barèmes subventionnés fixés à l'Annexe I de l'arrêté 2001/549, les montants prévus au 1er alinéa sont alors affectés, en complément des moyens provisionnés au budget dans le cadre des accords non-marchand et dans la limite des crédits disponibles, au financement du nouveau salaire barémique via le dispositif ad-hoc mis en place par l'Administration.]2

Modifications

[1] <Inséré par ARR 2019-05-23/17, art. 4, 010; En vigueur : 01-01-2019>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 10, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.113bis. [1 Behoudens andersluidende sectorale bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt een geïndexeerde bruto forfaitaire premie van 340 euro toegekend aan de werknemers die waren toegewezen aan de opdrachten van de decreten van de Franse Gemeenschapscommissie, buiten het toepassingsveld van de kaders van de sectoren bedoeld door dit besluit en waarvoor uitdrukkelijk een tussenkomstverzoek werd ingediend bij de administratie :
   a) Het premiebedrag wordt toegekend voor feitelijke of soortgelijke prestaties;
   b) Voor deeltijdse werknemers of werknemers die geen volledig kalenderjaar hebben gewerkt, wordt het bedrag van de premie berekend pro rata hun bovengenoemde prestaties voor een referentieperiode die loopt van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar. Elke volledige maand van feitelijk of gelijkwaardig werk gedurende de referentieperiode geeft recht op een negende van het bedrag van de toegekende premies. Een onvolledige maandelijkse prestatie wordt berekend naar rato van het aantal gewerkte dagen in de maand.]1
  [2 In sectoren die een nieuwe functieclassificatie en een nieuw baremamodel invoeren, die vallen onder de beslissingen genomen in het kader van non-profitakkoorden omgezet door het sectoraal paritair comité, is de premie niet langer verschuldigd.]2
  [2 Behoudens andersluidende sectorale bepaling en indien ze niet rechtstreeks geïntegreerd zijn in de gesubsidieerde weddeschalen vastgelegd in bijlage I van besluit 2001/549, worden de bedragen vastgelegd in het eerste lid ter aanvulling van de middelen voorzien in de begroting in het kader van de non-profitakkoorden en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten bestemd voor de financiering van het nieuwe baremaloon via de door de Administratie ingevoerde ad-hocregeling.]2

Modifications

[1] <Ingevoegd bij BESL 2019-05-23/17, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

[2] <BESL 2024-03-28/55, art. 10, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 113bis. [1 Sauf disposition sectorielle contraire et dans la limite des crédits disponibles, une prime forfaitaire brute indexée de 340 euros est octroyée pour les travailleurs affectés aux missions des décrets de la Commission communautaire française, hors du champ des cadres des secteurs visés par le présent arrêté et pour lesquels une demande d'intervention est explicitement formulée à l'administration. Cette prime à laquelle est appliqué le taux effectif des cotisations patronales, est calculée et liquidée selon les principes suivants :
   a) Le montant de la prime est octroyé pour des prestations effectives ou assimilées;
   b) Pour les travailleurs à temps partiel ou qui n'ont pas travaillé une année civile complète, le montant de la prime est calculé au prorata de leurs prestations précitées sur une période de référence qui s'étend du 1er janvier au 30 septembre de l'année considérée. Chaque mois complet de travail effectif ou assimilé pendant la période de référence, donne droit à un neuvième du montant des primes octroyées. Une prestation mensuelle incomplète est calculée au prorata du nombre de jours prestés du mois.]1
  [2 Pour les secteurs implémentant une nouvelle classification de fonction et un nouveau modèle barémique, relevant des décisions prises dans le cadre d'accords non-marchand transposés par la commission partitaire sectorielle, la prime n'est plus due.
  Sauf disposition sectorielle contraire et s'ils ne sont pas directement intégrés dans les barèmes subventionnés fixés à l'Annexe I de l'arrêté 2001/549, les montants prévus au 1er alinéa sont alors affectés, en complément des moyens provisionnés au budget dans le cadre des accords non-marchand et dans la limite des crédits disponibles, au financement du nouveau salaire barémique via le dispositif ad-hoc mis en place par l'Administration.]2

Modifications

[1] <Inséré par ARR 2019-05-23/17, art. 4, 010; En vigueur : 01-01-2019>

[2] <ARR 2024-03-28/55, art. 10, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.113ter. [1 Behoudens andersluidende sectorale bepalingen stellen de vzw's die zijn erkend in de sectoren waarnaar in dit besluit wordt verwezen, de administratie binnen de vijftien dagen in kennis van elke personeelswijziging. Deze informatie, evenals de ondersteunende documenten, worden elektronisch verzonden volgens de modaliteiten die door het college zijn vastgesteld.]1

Modifications

[1] <Ingevoegd bij BESL 2019-05-23/17, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 113ter. [1 Sauf disposition sectorielle contraire, les asbl agréées dans les secteurs visés par le présent arrêté, informent dans les quinze jours l'administration, de toute modification relative au personnel. Cette information, ainsi que les documents justificatifs, sont transmis par voie électronique selon les modalités fixées par le Collège.]1

Modifications

[1] <Inséré par ARR 2019-05-23/17, art. 5, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Art.113quater. [1 Voor werknemers toegewezen aan de ondersteuning van de opdrachten van de decreten van de Franse Gemeenschapscommissie zijn de mobiliteitsmaatregelen vastgelegd in bijlage V, leden 3 en volgende van toepassing. ]1

Modifications

[1] <Ingevoegd bij BESL 2024-03-28/55, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 113quater. [1 Pour les travailleurs étant affectés au support des missions décrétales de la Commission communautaire française, les mesures de mobilité établies à l'Annexe V, 3°, alinéas 3 et suivants s'appliquent. ]1

Modifications

[1] <Inséré par ARR 2024-03-28/55, art. 11, 011; En vigueur : 01-01-2024>

Art.114.Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2001 met uitzondering van de artikelen 86, 98, 99 en 100 die van kracht worden op 1 januari 2002 en met uitzondering van artikelen 54 en 101 die van kracht worden op 1 januari 2004.

Art.114.Le présent arrêté sort ses effets le 1er janvier 2001 à l'exception des articles 86, 98, 99 et 100 qui entrent en vigueur le 1er janvier 2002 et à l'exception des articles 54 et 101 qui entrent en vigueur le 1er janvier 2004.

Art. N1. [1 Bijlage I NM. REFERENTIEWEDDENSCHALEN.]1

Art. N1. [1 Annexe I NM. - BAREMES DE REFERENCE.]1

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 20-06-2019, p. 63757)

Modifications

[1] <ARR 2019-05-23/17, art. 6, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Art. N2. [1 Bijlage II NM. - Tabel van de referentieweddeschalen voor de gesubsidieerde functies.]1

Art. N2. [1 Annexe II NM. - Tableau des échelles barémiques de référence pour les fonctions subventionnées.]1

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Gewijzigd bij:

(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 20-06-2019, p. 63758)

Modifications

[1] <ARR 2019-05-23/17, art. 7, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Modiffié par :

Art. N2. [1 Bijlage II NM. - Tabel van de referentieweddeschalen voor de gesubsidieerde functies.]1

Art. N2. [1 Annexe II NM. - Tableau des échelles barémiques de référence pour les fonctions subventionnées.]1

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Gewijzigd bij:

[1] <BESL 2024-03-28/55, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024> Art. N3.[1 Bijlage III NM. - Gesubsidieerde functies per sector - vereiste diploma's en toelatingsvoorwaarden.

(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 20-06-2019, p. 63758)

Modifications

[1] <ARR 2019-05-23/17, art. 7, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Modiffié par :

[1] <ARR 2024-03-28/55, art. 13, 011; En vigueur : 01-01-2024> Art. N3.[1 Annexe III NM. - Fonctions subventionnées par secteur - diplômes requis et conditions d'accès.

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Gewijzigd bij:

<BESL 2024-03-28/55, art. 15, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024> Art. N4. Bijlage IV NM. - Erkenningen berekening van de anciënniteit.

1. Komen in aanmerking : de periodes die de werknemer in een voltijdse of deeltijdse betrekking in België of het buitenland gepresteerd heeft bij erkende of gesubsidieerde instellingen uit de gezondheidssector, de welzijnssector, de sector van het gehandicaptenbeleid, de sector van het beleid inzake kind, jeugd en hulpverlening aan de jeugd, de sector van de volwasseneneducatie, de cultuursector, de onderwijssector en de sector van de socio-professionele inschakeling.

2. Er wordt zonder onderscheid rekening gehouden met alle beklede functies.

[1] 3. Voor het administratief en boekhoudkundig personeel en voor [1 ...([1 ...de technici) wordt er, ongeacht de beklede functie en met inachtneming van een maximum van 10 jaar, ook rekening gehouden met de arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen die de werknemer, in België of in het buitenland, verworven heeft bij werkgevers uit een andere dan de voornoemde sectoren. <W 2007-04-26/70, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>

4. Onder arbeidsperiode wordt verstaan

- de effectief gepresteerde arbeidsperiodes die gedekt worden door een arbeidsovereenkomst of door het statuut dat geregeld wordt door het publiek recht

- de gelijkgestelde dagen bepaald in artikel 24 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, de zaterdagen, zondagen en recuperatiedagen, de periodes van verwijderings-, bevallings- en ouderschapsverlof, de dagen van langdurige ziekte, de dagen van loopbaanonderbreking of tijdskrediet.

5. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen deeltijdse prestaties en voltijdse prestaties.

6. Om de anciënniteit te bepalen, worden de arbeidsperiodes en gelijkgestelde dagen opgeteld en berekend in volledige jaren en maanden.

----------

[1] <BESL 2009-12-10/49, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

[1]bijlage N°4 niet gepubliceerd in B.St 16-01-2018Art. N5.reference-highlight#highlight mouseleave->reference-highlight#unhighlight"><span class="ref-marker inline-block whitespace-nowrap">[1 Bijlage V NM. - Berekening van de subsidie voor loonkosten, werkgeverslasten en andere voordelen.<span class="ref-marker inline-block whitespace-nowrap"></span></span>

(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 20-06-2019, p. 63759)

Modifications

[1] <ARR 2019-05-23/17, art. 8, 040; En vigueur : 01-01-2019>

Modifié par :

<ARR 2024-03-28/55, art. 14, 011; En vigueur : 01-01-2024> 4Art. N4. Annexe IV NM. - Reconnaissance et calcul de l'ancienneté.

1. Sont admissibles les périodes prestées par le travailleur, en Belgique ou à l'étranger, dans un emploi à temps plein ou à temps partiel au sein des institutions, agréées ou subventionnées qui relèvent des secteurs de la santé, de l'aide aux personnes, de la politique des personnes handicapées, des politiques de l'enfance, de la jeunesse et de l'aide à la jeunesse, de l'éducation permanente, de la culture, de l'enseignement et de l'insertion socioprofessionnelle.

2. Toutes les fonctions occupées sont prises en considération, sans distinction.

[1] 3. Pour le personnel administratif et comptable et pour [1 ...([1 ...les techniciens), les jours de travail et assimilés acquis par le travailleur auprès d'employeurs, en Belgique ou à l'étranger, ressortissant à un autre secteur que ceux cités ci-dessus sont aussi pris en compte, peu importe la fonction occupée, avec un maximum de dix ans. <L 2007-04-26/70, art. 4, 003; En vigueur : 01-01-2001>

4. On entend par période de travail :

- les périodes de travail effectivement prestées couvertes par un contrat de travail ou par le statut régi par le droit public;

- les jours assimilés définis à l'article 24 de l'arrêté royal du 28 novembre 1969, les samedis, dimanche et jours de récupération, les périodes d'écartement, de congé d'accouchement et parental, les jours de maladie de longue durée, les jours de pause-carrière ou crédit-temps.

5. Aucune distinction n'est faite entre les prestations à temps partiel et les prestations à temps plein.

6. Pour fixer l'ancienneté, les périodes de travail et jours assimilés sont additionnés et comptabilisés en années et en mois complets.

----------

[1] <ARR 2009-12-10/49, art. 3, 007; En vigueur : 01-01-2010>

(annexe n° 4 non publiée au moniteur du 16-01-2018)

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 9, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Gewijzigd bij :

<BESL 2024-03-28/55, art. 14, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2024>Art. N6.

-

Art. N4. Bijlage IV NM. - Erkenningen berekening van de anciënniteit.
  1. Komen in aanmerking : de periodes die de werknemer in een voltijdse of deeltijdse betrekking in België of het buitenland gepresteerd heeft bij erkende of gesubsidieerde instellingen uit de gezondheidssector, de welzijnssector, de sector van het gehandicaptenbeleid, de sector van het beleid inzake kind, jeugd en hulpverlening aan de jeugd, de sector van de volwasseneneducatie, de cultuursector, de onderwijssector en de sector van de socio-professionele inschakeling.
  2. Er wordt zonder onderscheid rekening gehouden met alle beklede functies.
  3. Voor het administratief en boekhoudkundig personeel en voor [1 ...]1 ([1 ...]1 de technici) wordt er, ongeacht de beklede functie en met inachtneming van een maximum van 10 jaar, ook rekening gehouden met de arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen die de werknemer, in België of in het buitenland, verworven heeft bij werkgevers uit een andere dan de voornoemde sectoren. <W 2007-04-26/70, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
  4. Onder arbeidsperiode wordt verstaan
  - de effectief gepresteerde arbeidsperiodes die gedekt worden door een arbeidsovereenkomst of door het statuut dat geregeld wordt door het publiek recht
  - de gelijkgestelde dagen bepaald in artikel 24 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, de zaterdagen, zondagen en recuperatiedagen, de periodes van verwijderings-, bevallings- en ouderschapsverlof, de dagen van langdurige ziekte, de dagen van loopbaanonderbreking of tijdskrediet.
  5. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen deeltijdse prestaties en voltijdse prestaties.
  6. Om de anciënniteit te bepalen, worden de arbeidsperiodes en gelijkgestelde dagen opgeteld en berekend in volledige jaren en maanden.

Modifications

[1] <BESL 2009-12-10/49, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

bijlage N°4 niet gepubliceerd in B.St 16-01-2018

Art. N4. Annexe IV NM. - Reconnaissance et calcul de l'ancienneté.
  1. Sont admissibles les périodes prestées par le travailleur, en Belgique ou à l'étranger, dans un emploi à temps plein ou à temps partiel au sein des institutions, agréées ou subventionnées qui relèvent des secteurs de la santé, de l'aide aux personnes, de la politique des personnes handicapées, des politiques de l'enfance, de la jeunesse et de l'aide à la jeunesse, de l'éducation permanente, de la culture, de l'enseignement et de l'insertion socioprofessionnelle.
  2. Toutes les fonctions occupées sont prises en considération, sans distinction.
  3. Pour le personnel administratif et comptable et pour [1 ...]1 ([1 ...]1 les techniciens), les jours de travail et assimilés acquis par le travailleur auprès d'employeurs, en Belgique ou à l'étranger, ressortissant à un autre secteur que ceux cités ci-dessus sont aussi pris en compte, peu importe la fonction occupée, avec un maximum de dix ans. <L 2007-04-26/70, art. 4, 003; En vigueur : 01-01-2001>
  4. On entend par période de travail :
  - les périodes de travail effectivement prestées couvertes par un contrat de travail ou par le statut régi par le droit public;
  - les jours assimilés définis à l'article 24 de l'arrêté royal du 28 novembre 1969, les samedis, dimanche et jours de récupération, les périodes d'écartement, de congé d'accouchement et parental, les jours de maladie de longue durée, les jours de pause-carrière ou crédit-temps.
  5. Aucune distinction n'est faite entre les prestations à temps partiel et les prestations à temps plein.
  6. Pour fixer l'ancienneté, les périodes de travail et jours assimilés sont additionnés et comptabilisés en années et en mois complets.

Modifications

[1] <ARR 2009-12-10/49, art. 3, 007; En vigueur : 01-01-2010>

(annexe n° 4 non publiée au moniteur du 16-01-2018)

Art. N5. [1 Bijlage V NM. - Berekening van de subsidie voor loonkosten, werkgeverslasten en andere voordelen.]1

Art. N5. [1 Annexe V NM. - Calcul de la subvention pour frais de rémunération, charges patronales et autres avantages.]1

(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-06-2019, p. 63774)

Modifications

[1] <BESL 2019-05-23/17, art. 9, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Gewijzigd bij :

(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 20-06-2019, p. 63760)

Modifications

[1] <ARR 2019-05-23/17, art. 9, 010; En vigueur : 01-01-2019>

Modifié par:

Art. N6. Opgeheven art. 15 van 30 NOVEMBER 2017. - Besluit 2016/51 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling

Art. N6. Abrogé art. 15 van 30 NOVEMBER 2017. - Besluit 2016/51 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling

Comparaison NL / FR

Nederlands (NL)

Français (FR)

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications