Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
8 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een " Centre des Technologies agronomiques " (Centrum voor Landbouwkundige Technologie) van het onderwijs van de Franse Gemeenschap (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-02-2002 en tekstbijwerking tot 06-05-2024)
Titre
8 NOVEMBRE 2001. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant création d'un Centre des Technologies agronomiques de l'enseignement de la Communauté française. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 13-02-2002 et mise à jour au 06-05-2024)
Informations sur le document
Numac: 2002029003
Datum: 2001-11-08
Info du document
Numac: 2002029003
Date: 2001-11-08
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. Overeenkomstig het decreet van 12 juli 2001 waarbij toestemming wordt verleend voor de oprichting van de technische centra van de Franse Gemeenschap van Strée en Gembloux, wordt een technisch centrum opgericht te Strée met als naam " Centre des Technologies agronomiques " (Centrum voor Landbouwkundige Technologie) hierna genoemd " het Centrum ".
Article 1. Conformément au décret du 12 juillet 2001 autorisant la création des centres techniques de la Communauté française de Strée et de Gembloux, il est créé un centre technique à Strée dénommé " Centre des Technologies agronomiques " ci-après dénommé " le Centre ".
Art.2. Overeenkomstig artikel 4 van het voornoemd decreet, wordt een Beheerscomité opgericht, bestaande uit :
1° vier vertegenwoordigers van het Hoger Onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, onder wie de directeur-voorzitter en de directeur van de landbouwkundige afdeling van de " Haute Ecole Charlemagne ";
2° twee vertegenwoordigers van het secundair onderwijs in het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
3° [1 drie vertegenwoordigers van de Université de Liège;]1
4° een vertegenwoordiger van de betrokken professionele sector;
5° een vertegenwoordiger van de plaatselijke collectiviteiten;
6° een vertegenwoordiger van het meesters- vak- en dienstpersoneel;
[2 7° drie vertegenwoordigers van de centrale diensten van de inrichtende macht Wallonie-Bruxelles Enseignement.]2
Daarenboven mag het Waalse Gewest [2 één vertegenwoordiger]2 aanwijzen in het Beheerscomité.
1° vier vertegenwoordigers van het Hoger Onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, onder wie de directeur-voorzitter en de directeur van de landbouwkundige afdeling van de " Haute Ecole Charlemagne ";
2° twee vertegenwoordigers van het secundair onderwijs in het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
3° [1 drie vertegenwoordigers van de Université de Liège;]1
4° een vertegenwoordiger van de betrokken professionele sector;
5° een vertegenwoordiger van de plaatselijke collectiviteiten;
6° een vertegenwoordiger van het meesters- vak- en dienstpersoneel;
[2 7° drie vertegenwoordigers van de centrale diensten van de inrichtende macht Wallonie-Bruxelles Enseignement.]2
Daarenboven mag het Waalse Gewest [2 één vertegenwoordiger]2 aanwijzen in het Beheerscomité.
Art.2. Conformément à l'article 4 du décret précité, il est institué un comité de gestion composé comme suit :
1° quatre représentants de l'enseignement supérieur organisé par la Communauté française dont le directeur-président et le directeur de la catégorie agricole de la Haute Ecole Charlemagne;
2° deux représentants de l'enseignement secondaire de l'enseignement de la Communauté française;
3° [1 trois représentants de l'Université de Liège;]1
4° un représentant du secteur professionnel concerné;
5° un représentant des collectivités locales;
6° un représentant du personnel de maîtrise, des gens de métiers et de services;
[2 7° trois représentants des services centraux du Pouvoir organisateur Wallonie-Bruxelles Enseignement.]2
En outre, la Région wallonne peut désigner [2 un représentant]2 dans le comité de gestion.
1° quatre représentants de l'enseignement supérieur organisé par la Communauté française dont le directeur-président et le directeur de la catégorie agricole de la Haute Ecole Charlemagne;
2° deux représentants de l'enseignement secondaire de l'enseignement de la Communauté française;
3° [1 trois représentants de l'Université de Liège;]1
4° un représentant du secteur professionnel concerné;
5° un représentant des collectivités locales;
6° un représentant du personnel de maîtrise, des gens de métiers et de services;
[2 7° trois représentants des services centraux du Pouvoir organisateur Wallonie-Bruxelles Enseignement.]2
En outre, la Région wallonne peut désigner [2 un représentant]2 dans le comité de gestion.
Art.3. De leden van het Beheerscomité bedoeld in de punten 1° tot 5° [1 en 7°]1 van het eerste lid van artikel 2 worden aangewezen door de Minister bevoegd voor het Hoger Onderwijs. Het lid bedoeld in punt 6° van hetzelfde lid wordt voorgedragen door de algemene vergadering van het bedoelde personeel. Hun mandaat duurt vier jaar en kan vernieuwd worden.
[1 In het geval dat het mandaat van een mandataris, om welke reden dan ook, vóór het einde van de vier jaar afloopt, voltooit de opvolger het mandaat van zijn voorganger.
In afwijking van het eerste lid loopt het mandaat van de drie vertegenwoordigers van de centrale diensten van de inrichtende macht WBE ten einde op 27 april 2023 bij de volgende vernieuwing van het Beheerscomité.]1
[1 In het geval dat het mandaat van een mandataris, om welke reden dan ook, vóór het einde van de vier jaar afloopt, voltooit de opvolger het mandaat van zijn voorganger.
In afwijking van het eerste lid loopt het mandaat van de drie vertegenwoordigers van de centrale diensten van de inrichtende macht WBE ten einde op 27 april 2023 bij de volgende vernieuwing van het Beheerscomité.]1
Modifications
Art.3. Les membres du comité de gestion visés aux points 1° à 5° [1 et 7°]1 de l'alinéa 1er de l'article 2 sont désignés par le Ministre ayant l'enseignement supérieur dans ses compétences. Le membre visé au point 6° du même alinéa est proposé par l'assemblée générale du personnel visé. Leur mandat est d'une durée de quatre ans, renouvelable.
[1 Dans l'hypothèse où le mandat d'un mandataire viendrait à prendre fin, pour quelque raison que ce soit, avant l'échéance des 4 ans, le successeur achève le mandat de son prédécesseur.
Par dérogation à l'alinéa 1er, le mandat des trois représentants des services centraux du Pouvoir Organisateur WBE s'achève le 27 avril 2026, lors du prochain renouvellement du Comité de gestion.]1
[1 Dans l'hypothèse où le mandat d'un mandataire viendrait à prendre fin, pour quelque raison que ce soit, avant l'échéance des 4 ans, le successeur achève le mandat de son prédécesseur.
Par dérogation à l'alinéa 1er, le mandat des trois représentants des services centraux du Pouvoir Organisateur WBE s'achève le 27 avril 2026, lors du prochain renouvellement du Comité de gestion.]1
Modifications
Art.4. Het Beheerscomité stelt aan de Minister bedoeld in artikel 3, onder [1 de leden bedoeld in artikel 2, 1° of 3°,]1 de directeur van het Centrum voor, die belast is met het dagelijks beheer ervan en de voorbereiding alsmede de uitvoering van de beslissingen genomen door het Beheerscomité.
De directeur geniet, voor de uitoefening van zijn ambt, een verlof wegens opdracht overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs. Hij mag les blijven geven in de instelling waar hij werd benoemd.
De directeur geniet, voor de uitoefening van zijn ambt, een verlof wegens opdracht overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs. Hij mag les blijven geven in de instelling waar hij werd benoemd.
Modifications
Art.4. Le Comité de gestion propose au Ministre visé à l'article 3, parmi [1 les membres repris à l'article 2, 1° ou 3°,]1 le directeur du Centre chargé d'en assurer la gestion quotidienne et la préparation et l'exécution des décisions prises par le Comité de gestion.
Le directeur bénéficie, pour exercer sa fonction, d'un congé pour mission conformément aux dispositions du décret du 24 juin 1996 portant réglementation des missions, des congés pour mission et des mises en disponibilité pour mission spéciale dans l'enseignement organisé ou subventionné par la Communauté française. Il peut continuer à exercer une charge de cours dans l'établissement où il a été nommé.
Le directeur bénéficie, pour exercer sa fonction, d'un congé pour mission conformément aux dispositions du décret du 24 juin 1996 portant réglementation des missions, des congés pour mission et des mises en disponibilité pour mission spéciale dans l'enseignement organisé ou subventionné par la Communauté française. Il peut continuer à exercer une charge de cours dans l'établissement où il a été nommé.
Modifications
Art.5. Het Beheerscomité vergadert minstens vier keer per jaar. Bij de eerste vergadering, stelt het zijn huishoudelijk reglement vast dat het ter goedkeuring aan de Minister bedoeld in artikel 3 voorlegt.
Art.5. Le Comité de gestion se réunit au moins quatre fois par an. Lors de sa première réunion, il établit son règlement d'ordre intérieur qu'il soumet pour approbation au Ministre visé à l'article 3.
Art.6. § 1. De personeelsformatie van het Centrum bestaat uit de volgende betrekkingen :
1° Bestuurspersoneel [1 boekhouder]1: 1 voltijds equivalent;
2° het meesters- vak- en dienstpersoneel : 9 voltijdse equivalenten.
[1 Het boekhoudkundige bestuurspersoneel voert ook de andere administratieve taken van het Centrum uit.
Dit artikel treedt in werking vanaf het ogenblik dat het personeelslid dat in vast verband benoemd is in het ambt van opsteller binnen deze inrichting, de uitoefening van zijn ambt definitief stopzet.
In afwachting van de definitieve stopzetting van het ambt van het personeelslid bedoeld in het vorige lid binnen de betrokken inrichting zal de personeelsformatie van het bestuurspersoneel behouden worden naar rata van één voltijds equivalent, dit wil zeggen een opsteller.]1
§ 2. Het Comité mag beslissen bijkomend personeel aan te werven om het hoofd te kunnen bieden aan extra werk, binnen de perken van de begrotingsmiddelen.
Een basisoverlegcomité wordt opgericht binnen het Centrum en heeft als taak advies te geven overeenkomstig artikel 11, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
1° Bestuurspersoneel [1 boekhouder]1: 1 voltijds equivalent;
2° het meesters- vak- en dienstpersoneel : 9 voltijdse equivalenten.
[1 Het boekhoudkundige bestuurspersoneel voert ook de andere administratieve taken van het Centrum uit.
Dit artikel treedt in werking vanaf het ogenblik dat het personeelslid dat in vast verband benoemd is in het ambt van opsteller binnen deze inrichting, de uitoefening van zijn ambt definitief stopzet.
In afwachting van de definitieve stopzetting van het ambt van het personeelslid bedoeld in het vorige lid binnen de betrokken inrichting zal de personeelsformatie van het bestuurspersoneel behouden worden naar rata van één voltijds equivalent, dit wil zeggen een opsteller.]1
§ 2. Het Comité mag beslissen bijkomend personeel aan te werven om het hoofd te kunnen bieden aan extra werk, binnen de perken van de begrotingsmiddelen.
Een basisoverlegcomité wordt opgericht binnen het Centrum en heeft als taak advies te geven overeenkomstig artikel 11, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Modifications
Art.6. § 1er. Le cadre du personnel du Centre se compose des emplois suivants :
1° Personnel administratif [1 comptable]1: 1 équivalent temps plein;
2° Personnel de maîtrise, gens de métiers et de services : 9 équivalents temps plein.
[1 Le personnel administratif comptable assure également les autres tâches administratives du Centre.
Le présent article entre en vigueur à partir du moment où le membre du personnel nommé à titre définitif à la fonction de rédacteur au sein de cet établissement y cesse définitivement l'exercice de ses fonctions.
Dans l'attente de la cessation définitive des fonctions du membre du personnel visé à l'alinéa précédent au sein dudit établissement, le cadre du personnel administratif sera maintenu à un équivalent temps plein, soit un rédacteur.]1
§ 2. Le Comité peut décider d'engager du personnel supplémentaire pour faire face à des surcroîts de travail ponctuels, dans les limites des moyens budgétaires.
Un comité de concertation de base est créé au sein du Centre et est chargé de remettre un avis conformément à l'article 11, § 1er, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités.
1° Personnel administratif [1 comptable]1: 1 équivalent temps plein;
2° Personnel de maîtrise, gens de métiers et de services : 9 équivalents temps plein.
[1 Le personnel administratif comptable assure également les autres tâches administratives du Centre.
Le présent article entre en vigueur à partir du moment où le membre du personnel nommé à titre définitif à la fonction de rédacteur au sein de cet établissement y cesse définitivement l'exercice de ses fonctions.
Dans l'attente de la cessation définitive des fonctions du membre du personnel visé à l'alinéa précédent au sein dudit établissement, le cadre du personnel administratif sera maintenu à un équivalent temps plein, soit un rédacteur.]1
§ 2. Le Comité peut décider d'engager du personnel supplémentaire pour faire face à des surcroîts de travail ponctuels, dans les limites des moyens budgétaires.
Un comité de concertation de base est créé au sein du Centre et est chargé de remettre un avis conformément à l'article 11, § 1er, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités.
Modifications
Art.7. (opgeheven)
Art.7. (abrogé)
Art.8. De algemene dienst voor schoolinfrastructuur van de Franse Gemeenschap neemt het beheer van de gebouwen van het Centrum waar.
Art.8. Le service général des infrastructures scolaires de la Communauté française assure la gestion des bâtiments du Centre.
Art.9. De boekhouding van het Centrum wordt gevoerd door een boekhouder aangewezen onder de administratieve personeelsleden van de " Haute Ecole Charlemagne " [1 zolang het bestuurspersoneel van het Centrum geen boekhouder telt]1.
Modifications
Art.9. La comptabilité du Centre est assurée par un comptable désigné parmi les membres du personnel administratif de la Haute Ecole Charlemagne [1 ant que le personnel administratif du Centre ne comporte pas de comptable]1.
Modifications
Art.10. In artikel 19bis van het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het financieel en materieel beheer van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 7 april 1995 en vervangen door het besluit van de Regering van 30 augustus 1996, worden na de woorden " het technisch-pedagogisch centrum voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap " de woorden " het Centrum voor Landbouwkundige Technologie " bijgevoegd.
Art.10. Dans l'article 19bis de l'arrêté royal du 29 décembre 1984 relatif à la gestion financière et matérielle des services de l'Etat à gestion séparée de l'enseignement de l'Etat, inséré par l'arrêté du gouvernement du 7 avril 1995 et remplacé par l'arrêté du gouvernement du 30 août 1996, les mots " le Centre des technologies agronomiques " sont ajoutés après les mots " le Centre technique et pédagogique de l'enseignement de la Communauté française ".
Art.11. De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.11. La Ministre ayant l'Enseignement supérieur dans ses attributions est chargée de l'exécution du présent arrêté.
Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 12. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2001.