Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
31 AUGUSTUS 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-10-2001 en tekstbijwerking tot 02-10-2025)
Titre
31 AOUT 2001. - Arrêté du Gouvernement flamand organisant l'année scolaire dans l'enseignement secondaire (TRADUCTION) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 24-10-2001 et mise à jour au 02-10-2025)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (25)
Texte (25)
HOOFDSTUK I. - Organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs.
CHAPITRE I. - Organisation de l'année scolaire dans l'enseignement secondaire.
Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs en op het deeltijds beroepssecundair onderwijs, erkend, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
  [1 De bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op het deeltijds beroepssecundair onderwijs zijn, met uitzondering van artikel 9, eveneens van toepassing op de deeltijdse vorming als vermeld in het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap. In afwijking hiervan gelden evenwel voor wat het artikel 3 betreft de bepalingen van het voltijds secundair onderwijs voor zover de deeltijdse vorming de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten betreft.]1
  § 2. In dit besluit wordt onder " betrokken personen " verstaan, de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerplichtige onder hun bewaring hebben of de meerderjarige leerling zelf.
  
Article 1. § 1er. Le présent arrêté est applicable à l'enseignement secondaire ordinaire et spécial et à l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel, agréés, financés ou subventionnés par la Communauté flamande.
  [1 Les dispositions du présent arrêté s'appliquant à l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel sont, à l'exception de l'article 9, également d'application à la formation à temps partiel telle que visée dans le décret du 10 juillet 2008 relatif au système d'apprentissage et de travail en Communauté flamande. Par dérogation à cette disposition, l'article 3 est cependant régi par les dispositions de l'enseignement secondaire à temps plein, pour autant que la formation à temps partiel porte sur l'organisation de parcours de développement personnels.]1
  § 2. Dans le présent arrêté, il faut entendre par " personnes responsables ", les personnes exerçant l'autorité parentale ou ayant la garde de l'élève mineur en droit ou de fait ou l'élève majeur lui-même.
  
Art.2. Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar.
Art.2. L'année scolaire commence le 1er septembre et se termine le 31 août de l'année calendrier suivante.
Art.3. § 1. In het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs worden de lessen gespreid over 9 halve lesdagen van maandag tot en met vrijdag. De lessen vangen op zijn vroegst om 8 uur aan en eindigen op zijn vroegst om 15 uur en uiterlijk om 17 uur. Er is een middagpauze van ten minste 50 minuten. Deze bepaling geldt niet voor stages. [3 Met toepassing van artikel 357/3, 357/39 en 357/58 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 is dit artikel niet van toepassing op duale structuuronderdelen en aanloopstructuuronderdelen.]3
  § 2. [1 In het deeltijds beroepssecundair onderwijs worden de lessen gespreid over maximum 4 halve lesdagen van maandag tot en met vrijdag.]1 De lessen vangen op zijn vroegst om 8 uur aan en eindigen op zijn vroegst om 15 uur en uiterlijk om 17 uur. Er is een middagpauze van ten minste 50 minuten.
  
Art.3. § 1er. [1 Les cours dans l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel sont répartis sur 4 demi-journées de classe au maximum du lundi au vendredi inclus.]1 La pause de midi dure au moins 50 minutes. Cette disposition n'est pas applicable aux stages. [3 En application des articles 357/3, 357/3, 357/39 et 357/58 du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, le présent article ne s'applique pas aux subdivisions structurelles duales et aux subdivisions structurelles de démarrage.]3
  § 2. Sans préjudice des dispositions de l'article 14 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel, les cours dans l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel sont répartis sur 4 demi-journées de classe au maximum du lundi au vendredi inclus. Les cours commencent à 8 heures au plus tôt et se terminent à 15 heures au plus tôt et à 17 heures au plus tard. La pause de midi dure au moins 50 minutes.
  
Art.4. Stages in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs kunnen op elk tijdstip van het schooljaar onder de volgende voorwaarden worden georganiseerd :
  1° de stage is in overeenstemming met de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 en haar uitvoeringsbesluiten;
  2° de stage verloopt volgens de in de stageverlenende onderneming of instelling geldende arbeids- of dienstregeling;
  3° [2 ...]2
  4° [2 ...]2
  5° het maximum aantal effectieve lesuren inclusief stage-uren, uitgedrukt in klokuren, per leerling bedraagt :
  a) per etmaal : 8;
  b) per week : 38;
  c) per schooljaar : 1 200;
  6° aan elke leerling worden [1 in de periode juni tot en met augustus]1 ten minste 4 aaneensluitende weken vakantie toegekend;
  [1 7° het tijdstip waarop stage wordt georganiseerd mag nooit afbreuk doen aan voldoende stagebegeleiding, ook op de stageplaats, door de school;]1
  [1 8° ter vrijwaring van de stagedoelstellingen, zijnde leerdoelstellingen, kunnen stages nooit een middel zijn ter compensatie van de afwezigheid of ontstentenis van reguliere werknemers en dient er door de stageplaats voorzien te zijn in voldoende stagebegeleiding.]1
  
Art.4. Les stages dans l'enseignement secondaire ordinaire et spécial peuvent être organisés à tout moment de l'année scolaire aux conditions suivantes :
  1° le stage est organisé conformément aux dispositions de la loi du travail du 16 mars 1971 et ses arrêtés d'exécution;
  2° le stage se déroule suivant le règlement de travail ou de service en vigueur dans l'entreprise ou l'établissement organisant le stage;
  3° [2 ...]2
  4° [2 ...]2
  5° le nombre maximum d'heures de cours effectives y compris les heures de stage, exprimées en heures d'horloge, par élève s'élève à :
  a) 8 par vingt-quatre heures;
  b) 38 par semaine;
  c) 1 200 par année scolaire;
  6° chaque élève jouit d'au moins 4 semaines consécutives de vacances [1 dans la période de juin à août inclus]1.
  [1 7° le moment auquel le stage est organisé ne peut jamais porter préjudice à un encadrement suffisant du stage, également au lieu de stage, par l'école;]1
  [1 8° pour veiller à la sauvegarde des objectifs du stage, à savoir des objectifs d'apprentissage, les stages ne peuvent jamais être un moyen de compensation de l'absence ou de l'indisponibilité des travailleurs réguliers et un encadrement de stage suffisant doit être prévu pour le poste de stage.]1
  
Art.5. [1 § 1. In het voltijds gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, mogen per schooljaar maximaal 30 lesdagen aan evaluatie worden besteed. Die dagen kunnen verschillen per leerlingengroep.
   Onder evaluatie als vermeld in het eerste lid wordt verstaan :
   1° de organisatie van vooraf aangekondigde examens of proeven over grotere leerstofgehelen, met uitzondering van [3 ...]3 de bekwaamheidsproeven, opgelegd in het kader van externe certificering ";
   2° [4 elk besluitvormingsproces van de klassenraad tijdens het schooljaar, met inbegrip van de deliberatie. Zolang stages bezig zijn, kan de deliberatie voor de leerlingen in kwestie niet beыindigd worden. De deliberatie kan:
   a) op zijn vroegst van start gaan op de vijfde laatste lesdag van de maand juni;
   b) op zijn vroegst van start gaan op de vijfde laatste lesdag van de maand januari voor de zevende leerjaren gericht op instroom arbeidsmarkt, die eindigen op 31 januari van het lopende schooljaar;
   c) georganiseerd worden op elk tijdstip van het schooljaar voor de opleiding Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.]4

   3° de evaluatiegesprekken met de leerlingen en, eventueel, de betrokken personen.
   Voor scholen die uitsluitend een systeem van permanente evaluatie hanteren en de examens of proeven, vermeld in het tweede lid, 1°, niet organiseren, en voor het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvormen 1, 2 en 3, wordt het maximum op 9 lesdagen vastgesteld. Die dagen kunnen verschillen per leerlingengroep.
  [2 4° de lesdagen tussen het laatste examen en het begin van de daaropvolgende vakantie, tenzij op die dagen onderwijsactiviteiten, die ook stages kunnen zijn, worden georganiseerd.]2
   § 2. Het schoolbestuur kan beslissen dat op de dagen waarop de evaluatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° of 3°, wordt georganiseerd, de leerling, na akkoord van de betrokken personen, alleen tijdens zijn examens of proeven of tijdens zijn evaluatiegesprekken op school aanwezig hoeft te zijn. Als de betrokken personen daar niet mee akkoord gaan, voorziet de school in opvang. Het schoolbestuur bepaalt, na overleg met de schoolraad, de inhoudelijke invulling van de opvang.
   Het schoolbestuur kan beslissen dat op de dagen waarop de evaluatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt georganiseerd, de leerling, na akkoord van de betrokken personen, niet op school aanwezig hoeft te zijn. Als de betrokken personen daar niet mee akkoord gaan, voorziet de school in opvang. Het schoolbestuur bepaalt, na overleg met de schoolraad, de inhoudelijke invulling van de opvang.]1

  
Art.5. [1 § 1er. Dans l'enseignement secondaire ordinaire et l'enseignement secondaire spécial de forme d'enseignement 4, à temps plein, au maximum 30 jours de classe par année scolaire peuvent être destinés à l'évaluation. Ces jours peuvent varier suivant le groupe d'élèves.
   Par " évaluation " visée au premier alinéa, on entend :
   1° l'organisation d'examens ou d'épreuves annoncés auparavant sur de plus grandes unités de la matière à l'exception [3 ...]3des épreuves de capacité, imposées dans le cadre de la certification extérieure ";
   2° [4 tout processus décisionnel du conseil de classe au cours de l'année scolaire, la délibération incluse. Tant que les stages sont en cours, la délibération des élèves concernés ne peut pas être complétée. La délibération peut :
   a) au plus tôt débuter le cinquième dernier jour de classe du mois de juin ;
   b) au plus tôt débuter le cinquième dernier jour de classe du mois de janvier pour les septième années d'études préparatoires à l'entrée sur le marché du travail, qui prennent fin au 31 janvier de l'année scolaire en cours ;
   c) être organisée à tout moment de l'année scolaire pour la formation Soins infirmiers de base de l'enseignement supérieur professionnel. ]4

   3° les entretiens d'évaluation avec les élèves et éventuellement les personnes responsables des élèves.
   Pour les écoles qui appliquent uniquement un système d'évaluation permanente et qui n'organisent pas les examens ou les épreuves visés à l'alinéa deux, 1° et pour les formes d'enseignement 1, 2 et 3 de l'enseignement secondaire spécial, le maximum est fixé à 9 jours de classe. Ces jours peuvent varier suivant le groupe d'élèves.
  [2 4° les jours de classe entre le dernier examen et le début des vacances suivantes, à moins qu'à ces jours soient organisées des activités d'enseignement y compris stages.]2
   § 2. L'autorité scolaire peut décider qu'aux jours auxquels l'évaluation, visée au paragraphe 1er, alinéa deux, 1° ou 3° est organisée, la présence de l'élève à l'école est seulement requise au cours de ses examens ou épreuves ou au cours de ses entretiens d'évaluation, à condition de l'accord des personnes responsables de l'élève en question. Si les personnes responsables de l'élève en question n'en sont pas d'accord, l'école organise de l'accueil. L'autorité scolaire définit le continu de l'accueil, après consultation du conseil scolaire.
   L'autorité scolaire peut décider qu'aux jours auxquels l'évaluation, visée au paragraphe 1er, alinéa deux, 2°, est organisée et moyennant l'accord des personnes responsables de l'élève, l'élève ne doit pas être présent à l'école. Si les personnes responsables de l'élève en question n'en sont pas d'accord, l'école organise de l'accueil. L'autorité scolaire définit le continu de l'accueil, après consultation du conseil scolaire.]1

  
Art.6. De volgende dagen waarop de lessen kunnen worden geschorst, worden vastgelegd :
  1° 1 halve dag per schooljaar om, bij het begin ervan, administratieve en onthaalformaliteiten voor te bereiden. Deze halve dag kan verschillen per leerlingengroep;
  2° 1 dag per schooljaar voor het houden van een pedagogische studiedag voor leraars. Deze dag kan verschillen per leerlingengroep;
  3° 1 halve dag onmiddellijk na parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen in die scholen waar stem- en/of stemopnemingsbureaus waren gevestigd.
Art.6. Les jours suivants auxquels peuvent être suspendus les cours sont fixés comme suit :
  1° une demi-journée par année scolaire afin de préparer, à la rentrée, des formalités administratives et d'accueil. Cette demi-journée peut varier suivant le groupe d'élèves;
  2° 1 jour par année scolaire pour organiser une journée d'étude pédagogique pour enseignants. Ce jour peut varier suivant le groupe d'élèves;
  3° une demi-journée suivant immédiatement les élections parlementaires, provinciales ou communales dans les écoles qui ont hébergé des bureaux de vote et/ou de dépouillement.
Art.7. De volgende vakantieperiodes worden vastgelegd :
  1° de herfstvakantie, die begint op de maandag van de week waarin 1 november valt en 1 week duurt. Indien 1 november op een zondag valt, dan begint de herfstvakantie op 2 november;
  2° de kerstvakantie, die begint op de maandag van de week waarin 25 december valt en 2 weken duurt. Indien 25 december op een zaterdag of zondag valt, dan begint de kerstvakantie de maandag na 25 december;
  3° de krokusvakantie, die begint op de 7de maandag vóór Pasen en 1 week duurt;
  4° de paasvakantie, die begint op de eerste maandag van april en 2 weken duurt. Indien Pasen in de maand maart valt, dan begint de paasvakantie op de maandag na Pasen. Indien Pasen na 15 april valt, dan begint de paasvakantie op de tweede maandag vóór Pasen;
  5° de zomervakantie, die begint op 1 juli en eindigt op 31 augustus;
  6° 11 november, paasmaandag, hemelvaartsdag en de dag nadien, 1 mei, pinkstermaandag;
  7° voor het voltijds gewoon secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs : 1 volledige of 2 halve facultatieve vakantiedag(en), eventueel verschillend per vestigingsplaats. Voor het buitengewoon secundair onderwijs : 2 volledige of 4 halve facultatieve vakantiedagen, eventueel verschillend per vestigingsplaats.
Art.7. Les périodes de vacances suivantes sont fixées :
  1° les vacances d'automne durent une semaine et commencent le lundi de la semaine pendant laquelle tombe le 1er novembre. Si le 1er novembre tombe un dimanche, les vacances d'automne commencent le 2 novembre;
  2° les vacances de Noël durent 2 semaines et commencent le lundi de la semaine pendant laquelle tombe le 25 décembre. Si le 25 décembre tombe un samedi ou un dimanche, les vacances de Noël débutent le lundi suivant le 25 décembre;
  3° les vacances de Carnaval durent une semaine et commencent le septième lundi avant Pâques;
  4° les vacances de Pâques durent 2 semaines et commencent le premier lundi d'avril. Si Pâques tombe pendant le mois de mars, les vacances de Pâques commencent le lundi après Pâques. Si Pâques tombe après le 15 avril, les vacances de Pâques commencent le deuxième lundi avant Pâques;
  5° les vacances d'été commencent le 1er juillet et se terminent le 31 août;
  6° le 11 novembre, le lundi de Pâques, le jour de l'Ascension et le lendemain, le 1er mai, le lundi de Pentecôte;
  7° pour l'enseignement secondaire ordinaire à temps plein et l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel : une journée entière ou 2 demi-journées de vacances facultative(s) qui varie(nt) éventuellement suivant le lieu d'implantation. Pour l'enseignement secondaire spécial : deux journées entières ou 4 demi-journées facultatives, variant éventuellement par lieu d'implantation.
Art.8. De inrichtende macht kan op grond van exceptionele organisatorische, onderwijskundige of levensbeschouwelijke argumenten beslissen om voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep af te wijken van de bepalingen van artikel 3 en van artikel 7 voor de vakantieperiodes, vermeld onder 1° tot en met 5°.
  Een afwijking moet steeds impliceren dat :
  1° het normaal aantal lessen op schooljaarbasis en de afwerking van de goedgekeurde leerplannen is gewaarborgd;
  2° aan elke leerling tijdens de maanden juli en augustus ten minste 4 aaneensluitende weken vakantie worden toegekend;
  [1 3° in afwijking van 2° en voor zover betrekking hebbend op stage : aan elke leerling in de periode juni tot en met augustus ten minste 4 aaneensluitende weken vakantie worden toegekend.]1
  [2 Overeenkomstig artikel 19 van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen gelden de bovenstaande bepalingen niet.]2
  
Art.8. Le pouvoir organisateur peut invoquer des arguments organisationnels, pédagogiques ou philosophiques exceptionnels pour appuyer sa décision de déroger, pour tous les élèves ou pour un groupe d'élèves, aux dispositions de l'article 3 et de l'article 7 pour les périodes de vacances mentionnées aux points 1° à 5° inclus.
  Une dérogation doit toujours impliquer que :
  1° le nombre normal de cours sur la base d'une année scolaire et l'exécution du programme d'études approuvé sont garantis;
  2° chaque élève jouit d'au moins 4 semaines consécutives pendant les mois de juillet et d'août;
  [1 3° par dérogation au point 2° et dans la mesure où le stage est concerné : aux moins 4 semaines de vacances consécutives doivent être accordées à chaque élève dans la période de juin à août inclus.]1
  [2 Conformément à l'article 19 du décret du 10 juin 2016 réglant certains aspects des formations en alternance, les dispositions ci-dessus ne sont pas applicables.]2
  
Art.9. § 1. De vastlegging door de inrichtende macht van de organisatie van het schooljaar per school op basis van de bepalingen van artikel 3 tot en met 8, vindt uiterlijk op 30 juni van het voorafgaande schooljaar plaats :
  1° na onderhandeling in het bevoegde orgaan;
  2° na advies van de schoolraad voor wat betreft het gemeenschapsonderwijs en van de participatieraad voor wat betreft het gesubsidieerd onderwijs.
  [1 In afwijking van de datum, vermeld in het eerste lid, vindt de vastlegging van de organisatie van het schooljaar 2013-2014 uiterlijk op 20 september 2013 plaats. ]1
  § 2. De toepassing van § 1 op de stages, heeft slechts betrekking op de grote krachtlijnen ervan en niet op de individuele stageovereenkomsten.
  
Art.9. § 1er. Le pouvoir organisateur est tenu de fixer l'organisation de l'année scolaire par école en vertu des dispositions des articles 3 à 8 inclus, le 30 juin au plus tard de l'année scolaire précédente :
  1° après délibération avec l'instance compétente;
  2° sur avis du conseil scolaire pour ce qui est de l'enseignement communautaire et du conseil de participation pour ce qui est de l'enseignement subventionné.
  [1 Par dérogation à la date visée à l'alinéa premier, la fixation de l'organisation de l'année scolaire 2013-2014 s'achève le 20 septembre 2013 au plus tard.]1
  § 2. L'application du § 1er aux stages ne se rapporte qu'aux grandes lignes directrices et n'a pas trait aux contrats de stage individuels.
  
Art.10. Indien, onder verantwoordelijkheid van de bevoegde inspectie van de Vlaamse Gemeenschap, wordt vastgesteld dat door toepassing van de bepalingen van artikel 4, 5 of 8 ernstig nadeel wordt berokkend aan de onderwijsdoelstellingen in het algemeen en/of aan het individueel leerlingenbelang in het bijzonder, dan moet de betrokken inrichtende macht onmiddellijk de organisatie van het schooljaar of de stageregeling aanpassen in overleg met de inspectie.
  De toepassing van de bepalingen van artikel 4, 5 of 8 kan slechts aanleiding geven tot een overtreding zoals bedoeld in artikel 11, indien de inrichtende macht de bedoelde aanpassing weigert.
Art.10. Si l'inspection compétente de la Communauté flamande constate que l'application des dispositions de l'article 4, 5 ou 8 nuit aux objectifs pédagogiques en général et/ou à l'intérêt de l'élève individuel en particulier, le pouvoir organisateur concerné doit adapter immédiatement l'organisation de l'année scolaire ou du stage de concert avec l'inspection.
  L'application des dispositions de l'article 4, 5 ou 8 ne donne lieu à une infraction telle que visée à l'article 11 que si le pouvoir organisateur refuse l'adaptation en question.
Art.11. § 1. Overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden onder de verantwoordelijkheid van de inspectie vastgesteld. De vaststelling wordt per aangetekende brief meegedeeld aan de betrokken inrichtende macht.
  § 2. Binnen een termijn van 1 maand na de betekening van de aangetekende brief kan de inrichtende macht bij de inspectie een verweerschrift indienen. De betekening wordt geacht te gebeuren op de derde werkdag na het versturen van de aangetekende brief.
  § 3. Op basis van het verslag van de inspectie en het eventueel verweerschrift van de inrichtende macht oordeelt de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, of de overtreding wordt gesanctioneerd.
  § 4. Voor een gemeenschapsschool is de sanctie een inhouding op de werkingsmiddelen van de scholengroep waartoe de kwestieuze school behoort.
  De inhouding bedraagt maximum 1/5 bij een eerste overtreding, respectievelijk maximum 1/3 vanaf een tweede overtreding, van de werkingsmiddelen waarop deze school recht had tijdens het schooljaar dat voorafgaat aan het schooljaar waarin de overtreding, bedoeld in § 1, is vastgesteld.
  Voor een gesubsidieerde school is de sanctie een terugvordering van de werkingstoelagen.
  De terugvordering bedraagt maximum 1/5 bij een eerste overtreding, respectievelijk maximum 1/3 vanaf een tweede overtreding, van de werkingstoelagen waarop deze school recht had tijdens het schooljaar dat voorafgaat aan het schooljaar waarin de overtreding, bedoeld in § 1, is vastgesteld.
Art.11. § 1er. Des infractions aux dispositions du présent arrêté sont constatées sous la responsabilité de l'inspection. La constatation est communiquée par lettre recommandée au pouvoir organisateur concerné.
  § 2. Dans un délai d'un mois de la signification de la lettre recommandée, le pouvoir organisateur peut soumettre un contredit à l'inspection. La signification est censée se faire le troisième jour ouvrable de l'envoi de la lettre recommandée
  § 3. Avec le rapport de l'inspection et le contredit éventuel du pouvoir organisateur à l'appui, le Ministre flamand compétent pour l'enseignement décide de sanctionner l'infraction ou non.
  § 4. Pour une école communautaire, la mesure de sanction est une retenue sur les moyens de fonctionnement du groupe d'écoles auquel appartient l'école en question.
  La retenue s'élève respectivement à 1/5 au maximum lors d'une première infraction et à 1/3 au maximum à partir d'une deuxième infraction des moyens de fonctionnement auxquels cette école avait droit au cours de l'année scolaire précédant l'année scolaire pendant laquelle l'infraction, visée au § 1er, a été établie.
  Pour une école subventionnée, la sanction est une répétition des allocations de fonctionnement.
  La répétition s'élève respectivement à 1/5 au maximum lors d'une première infraction et à 1/3 au maximum à partir d'une deuxième infraction des allocations de fonctionnement auxquelles cette école avait droit au cours de l'année scolaire précédant l'année scolaire pendant laquelle l'infraction, visée au § 1er, a été établie.
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basis- en secundair onderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
CHAPITRE II. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 avril 1991 organisant l'année scolaire dans l'enseignement fondamental et secondaire, dans l'enseignement à temps partiel et dans l'enseignement de promotion sociale organisés, agrées ou subventionnés par la Communauté flamande.
Art.12. § 1. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basis- en secundair onderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, worden de woorden " basis- en secundair onderwijs " vervangen door het woord " basisonderwijs ".
  § 2. Het opschrift van HOOFDSTUK I van hetzelfde besluit wordt vervangen door het opschrift " Basisonderwijs ".
Art.12. § 1er. Dans l'intitulé de l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 avril 1991 organisant l'année scolaire dans l'enseignement fondamental et secondaire, dans l'enseignement à temps partiel et dans l'enseignement de promotion sociale organisés, agrées ou subventionnés par la Communauté flamande, les mots "l'enseignement fondamental et secondaire" sont remplacés par les mots "l'enseignement fondamental".
  § 2. L'intitulé du CHAPITRE Ier est remplacé par l'intitulé "Enseignement fondamental".
Art.13. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Artikel 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de instellingen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. ".
Art.13. L'article 1er du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Article 1. Le présent chapitre est applicable aux établissements d'enseignement fondamental ordinaire et spécial, organisés, agréés ou subventionnés par la Communauté flamande. ".
Art.14. In artikel 3 van hetzelfde besluit :
  1° wordt § 1 vervangen door wat volgt :
  " § 1. De lessen worden in aantal gelijkmatig gespreid over vijf dagen, van maandag tot en met vrijdag. De lessen vangen ten vroegste aan om 8 uur en eindigen ten vroegste om 15 uur en ten laatste om 17 uur. De woensdagnamiddag is vrij. Er is een middagpauze van tenminste één uur. ";
  2° worden § 2 en 4 opgeheven.
Art.14. Dans l'article 3 du même arrêté :
  1° le § 1er est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. Les cours sont répartis d'une manière égale en nombre sur 5 jours, du lundi au vendredi inclus. Les cours commencent à 8 heures au plus tôt et se terminent à 15 heures au plus tôt et à 17 heures au plus tard. Le mercredi après-midi, il n'y a pas de classe. La pause de midi dure au moins une heure. ";
  2° les §§ 2 et 4 sont supprimés.
Art.15. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Artikel 6. De instellingen voor basisonderwijs kunnen bijkomend over twee facultatieve vakantiedagen beschikken. Deze dagen kunnen opgesplitst worden in halve dagen en verschillen per vestigingsplaats van de instelling. ".
Art.15. L'article 6 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Article 6. Les établissements d'enseignement fondamental peuvent disposer de deux jours de vacances facultatifs additionnels. Ces jours peuvent être divisés en demi-journées et varier suivant le lieu d'implantation de l'établissement. ".
Art.16. In artikel 8 van hetzelfde besluit :
  1° worden in § 1 de woorden " scholen, scholengroepen of centra " vervangen door de woorden " scholen of scholengroepen ";
  2° worden in § 2 de woorden " scholen, scholengroepen of centra voor beroepssecundair onderwijs " vervangen door de woorden " scholen of scholengroepen ";
  3° wordt § 3 opgeheven;
  4° worden in § 4 de woorden " de in § 3 bedoelde afwijkingen dienen eveneens bij de desbetreffende bevoegde administratie aangevraagd doch uiterlijk één maand vóór de aanvang van de betrokken stageperiode " geschrapt.
Art.16. Dans l'article 8 du même arrêté :
  1° les mots "les écoles, les groupes d'écoles ou centres" au § 1er sont remplacés par les mots "les écoles ou groupes d'écoles";
  2° les mots "les écoles, les groupes d'écoles ou centres d'enseignement secondaire professionnel" au § 2 sont remplacés par les mots "les écoles ou groupes d'écoles";
  3° le § 3 est abrogé;
  4° les mots "les dérogations visées au § 3 doivent également être sollicitées auprès de l'administration compétente concernée, mais au plus tard un mois avant le début de la période de stage" doivent être supprimés au § 4.
Art.17. In artikel 9 van hetzelfde besluit :
  1° wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
  " Ten laatste op 15 juni vóór de aanvang van het volgend schooljaar leggen de instellingen de facultatieve vakantiedagen en de dagen dat de lessen, in toepassing van artikel 3, § 3, geschorst worden, vast. ";
  2° worden in het tweede lid de woorden " en de centra " geschrapt.
Art.17. Dans l'article 9 du même arrêté :
  1° le premier alinéa est remplacé par ce qui suit :
  " Au plus tard le 15 juin avant le début de l'année scolaire suivante, les établissements fixent les jours de vacances facultatifs et les jours au cours desquels les cours sont suspendus par application de l'article 3, § 3. ";
  2° les mots "et les centres" sont supprimés au deuxième alinéa.
Art.18. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden " en centra " telkens geschrapt.
Art.18. Dans l'article 10 du même arrêté les mots "et centres" sont chaque fois supprimés.
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs.
CHAPITRE III. - Modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 1991 relatif à l'organisation de l'Enseignement secondaire à temps plein.
Art.19. Artikel 70sexies van het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 mei 1996, wordt opgeheven.
Art.19. L'article 70sexies de l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 1991 relatif à l'organisation de l'Enseignement secondaire à temps plein, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 mai 1996 est supprimé.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.
Art.20. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2001.
Art. 21. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 21. Le Ministre flamand compétent pour l'Enseignement est chargé de l'exécution du présent arrêté.