Artikel 1. De samenwerkingsovereenkomsten en de medewerkingakkoorden bedoeld bij artikel 12 van het decreet worden gesloten voor ten minste een jaar en zijn hernieuwbaar.
Zij worden opgemaakt in de loop van de maand maart die de opening van het academiejaar van hun eerste toepassingsjaar voorafgaat.
Zij geven onder meer nadere toelichting over de volgende aspecten van de leergangen waarvan sprake :
1° de benamingen, programma's en uurvolumes;
2° de nadere regels voor de evaluatie van de studenten;
3° de lokalisatie;
4° de tussenkomst van elke instelling in de begeleiding.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 JUNI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomsten en medewerkingsakkoorden gesloten tussen universitaire instellingen en hogescholen in uitvoering van het decreet houdende vaststelling van de initiële opleiding van de geaggregeerden voor het hoger secundair onderwijs (VERTALING).
Titre
21 JUIN 2001. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française relatif à l'agréation des conventions de coopération et des accords de collaboration établis pour assurer la formation entre des institutions universitaires et les hautes écoles en exécution du décret définissant la formation initiale des agrégés de l'enseignement secondaire supérieur.
Informations sur le document
Numac: 2001029370
Datum: 2001-06-21
Info du document
Numac: 2001029370
Date: 2001-06-21
Tekst (5)
Texte (5)
Article 1. Les conventions de coopération et les accords de collaboration visés à l'article 12 du décret sont conclus pour une durée d'au moins un an et sont renouvelables.
Ils sont établis dans le courant du mois de mars qui précède la rentrée académique de leur 1 année d'application.
Ils précisent notamment les aspects suivants pour les cours concernés :
1° Les intitulés, programmes et volumes horaires;
2° Les modalités de l'évaluation des étudiants;
3° La localisation;
4° L'intervention de chaque institution dans l'encadrement.
Ils sont établis dans le courant du mois de mars qui précède la rentrée académique de leur 1 année d'application.
Ils précisent notamment les aspects suivants pour les cours concernés :
1° Les intitulés, programmes et volumes horaires;
2° Les modalités de l'évaluation des étudiants;
3° La localisation;
4° L'intervention de chaque institution dans l'encadrement.
Art.2. De samenwerkingsovereenkomsten en de medewerkingsakkoorden voorzien bij artikel 1 worden tijdens de maand van hun afsluiting of van hun hernieuwing aan de Regering van de Franse Gemeenschap overgemaakt.
De beslissing de samenwerkingsovereenkomsten en de medewerkingsakkoorden goed te keuren wordt door de Regering uiterlijk op 15 mei die volgt op hun afsluiting medegedeeld aan de universitaire instellingen en/of hogescholen. Komt men niet tot een goedkeuring, dan kan de overeenkomst of het akkoord door de partners worden herzien rekening houdend met de geformuleerde bemerkingen en uiterlijk 31 mei opnieuw naar de Regering worden gezonden. De definitieve beslissing om ze al dan niet goed te keuren wordt door de Regering uiterlijk 30 juni medegedeeld.
De beslissing de samenwerkingsovereenkomsten en de medewerkingsakkoorden goed te keuren wordt door de Regering uiterlijk op 15 mei die volgt op hun afsluiting medegedeeld aan de universitaire instellingen en/of hogescholen. Komt men niet tot een goedkeuring, dan kan de overeenkomst of het akkoord door de partners worden herzien rekening houdend met de geformuleerde bemerkingen en uiterlijk 31 mei opnieuw naar de Regering worden gezonden. De definitieve beslissing om ze al dan niet goed te keuren wordt door de Regering uiterlijk 30 juni medegedeeld.
Art.2. Les conventions de coopération et les accords de collaboration prévus à l'article 1 sont transmis dans le mois de leur établissement ou de leur reconduction au Gouvernement de la Communauté française.
La décision d'agréation des conventions de coopération et des accords de collaboration est communiquée par le Gouvernement aux institutions universitaires et/ou aux hautes écoles au plus tard le 15 mai qui suit leur établissement. En cas de non agréation, la convention ou l'accord peut être revu par les partenaires en tenant compte des observations formulées et être transmis à nouveau au Gouvernement au plus tard le 31 mai. La décision définitive d'agréation ou de non agréation est communiquée par le Gouvernement au plus tard le 30 juin.
La décision d'agréation des conventions de coopération et des accords de collaboration est communiquée par le Gouvernement aux institutions universitaires et/ou aux hautes écoles au plus tard le 15 mai qui suit leur établissement. En cas de non agréation, la convention ou l'accord peut être revu par les partenaires en tenant compte des observations formulées et être transmis à nouveau au Gouvernement au plus tard le 31 mai. La décision définitive d'agréation ou de non agréation est communiquée par le Gouvernement au plus tard le 30 juin.
Art.3. Voor het academiejaar 2001-2002 worden de in artikel 1 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten en de medewerkingakkoorden ter goedkeuring aan de Regering van de Franse Gemeenschap voor 15 september 2001 doorgezonden. De beslissing tot goedkeuring wordt voor 15 oktober 2001 medegedeeld aan de universitaire instellingen en/of de hogescholen. Komt men niet tot een goedkeuring, dan wordt de samenwerkingsovereenkomst of het medewerkingsakkoord opnieuw uiterlijk 30 oktober 2001 naar de Regering gezonden. De definitieve beslissing om ze al dan niet goed te keuren wordt dan door de Regering uiterlijk 20 november 2001 medegedeeld.
Art.3. Pour l'année académique 2001-2002, les conventions de coopération et les accords de collaboration prévus à l'article 1 sont transmis pour agréation au Gouvernement de la Communauté française pour le 15 septembre 2001. La décision d'agréation est communiquée aux institutions universitaires et/ou aux hautes écoles pour le 15 octobre 2001. En cas de non agréation, la convention de coopération ou l'accord de collaboration revu est à nouveau transmis au Gouvernement au plus tard le 30 octobre 2001. La décision définitive d'agréation ou de non agréation est alors communiquée par le Gouvernement au plus tard le 20 novembre 2001.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.
Art.4. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2001.
Art. 5. De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 juni 2001.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister belast met het Hoger Onderwijs,
F. DUPUIS.
Brussel, 21 juni 2001.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister belast met het Hoger Onderwijs,
F. DUPUIS.
Art. 5. Le Ministre qui a l'Enseignement supérieur dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 21 juin 2001.
Pour le Gouvernement de la Communauté française :
La Ministre de l'Enseignement supérieur,
F. DUPUIS.
Bruxelles, le 21 juin 2001.
Pour le Gouvernement de la Communauté française :
La Ministre de l'Enseignement supérieur,
F. DUPUIS.