Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
1° de wet : de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;
2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 4 en 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000;
3° het Samenwerkingsakkoord : Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het Waalse Gewest betreffende de startbaanovereenkomst;
4° de Minister : de federale Minister van Werkgelegenheid;
5° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale projecten : de Directie van de inschakeling in het arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid;
6° de RSZ-PPO : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten;
7° de RSZ : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot financiering van het Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het Waalse Gewest betreffende de startbaanovereenkomst.
Titre
21 NOVEMBRE 2001. - Arrêté royal portant financement de l'accord de coopération du 25 octobre 2000 entre l'Etat et la Région wallonne concernant la convention de premier emploi.
Informations sur le document
Numac: 2001013212
Datum: 2001-11-21
Info du document
Numac: 2001013212
Date: 2001-11-21
Table des matières
Tekst (18)
Texte (18)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Article 1. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
1° la loi : la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi;
2° l'arrêté royal : l'arrêté royal du 30 mars 2000 portant exécution des articles 30, 39, § 1er et § 4, alinéa 2, 40, alinéa 2, 41, 43, alinéa 2 et 47 § 1er, alinéa 5 et § 5, alinéa 2 de la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, notamment les articles 4 et 5, alinéa 1er modifié par l'arrêté royal du 12 août 2000;
3° l'Accord de coopération : l'Accord de coopération du 25 octobre 2000 entre l'Etat et la Région wallonne concernant la convention de premier emploi
4° le Ministre : le Ministre fédéral de l'Emploi;
5° le service public chargé du contrôle et du suivi des projets globaux : la Direction de l'insertion professionnelle de l'Administration de l'Emploi du Ministère fédéral de l'Emploi et du Travail;
6° l'ONSS-APL : l'Office national de Sécurité sociale des Administrations provinciales et locales;
7° l'ONSS : l'Office national de Sécurité sociale.
1° la loi : la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi;
2° l'arrêté royal : l'arrêté royal du 30 mars 2000 portant exécution des articles 30, 39, § 1er et § 4, alinéa 2, 40, alinéa 2, 41, 43, alinéa 2 et 47 § 1er, alinéa 5 et § 5, alinéa 2 de la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, notamment les articles 4 et 5, alinéa 1er modifié par l'arrêté royal du 12 août 2000;
3° l'Accord de coopération : l'Accord de coopération du 25 octobre 2000 entre l'Etat et la Région wallonne concernant la convention de premier emploi
4° le Ministre : le Ministre fédéral de l'Emploi;
5° le service public chargé du contrôle et du suivi des projets globaux : la Direction de l'insertion professionnelle de l'Administration de l'Emploi du Ministère fédéral de l'Emploi et du Travail;
6° l'ONSS-APL : l'Office national de Sécurité sociale des Administrations provinciales et locales;
7° l'ONSS : l'Office national de Sécurité sociale.
Art.2. Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de verdeling van de begroting voor de globale projecten van het Waalse Gewest voor een onbepaalde duur.
Art.2. _ Le présent arrêté définit les modalités d'affectation et de répartition du budget affecté aux projets globaux de la Région wallonne définis par l'Accord de coopération pour une durée indéterminée.
HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen.
CHAPITRE II. - Affectation et répartition des moyens financiers.
Art.3. § 1. De Minister verdeelt volgens de bijzondere regels voorzien in dit hoofdstuk, per kwartaal, de bedragen van de begroting toegekend aan de globale projecten.
Dit maximum bedrag komt vanaf 1 december 2000 tot 31 december 2001 voor de het Waalse Gewest overeen met 208 112 535 BEF.
De uitbetalingen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen :
- 166 674 750 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoeld in artikel 2 van het Samenwerkingsakkoord;
- 41 437 785 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoeld in artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord.
§ 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van het Samenwerkingsakkoord.
Dit maximum bedrag komt vanaf 1 december 2000 tot 31 december 2001 voor de het Waalse Gewest overeen met 208 112 535 BEF.
De uitbetalingen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen :
- 166 674 750 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoeld in artikel 2 van het Samenwerkingsakkoord;
- 41 437 785 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoeld in artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord.
§ 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van het Samenwerkingsakkoord.
Art.3. § 1er. Le Ministre répartit selon les règles prévues dans le présent chapitre, par trimestre, le montant du budget affecté aux projets globaux.
Ce montant maximum correspond du 1er décembre 2000 au 31 décembre 2001, pour la Région wallonne à 208 112 535 BEF.
les paiements correspondent sur base annuelle aux montants suivants :
- 166.674.750 BEF pour les conventions de premier emploi visées à l'article 2 de l'Accord de coopération;
- 41.437.785 BEF pour les conventions de premier emploi visées à l'article 3 de l'Accord de coopération.
§ 2. Le montant visé au § 1er est affecté uniquement au financement des conventions de premier emploi visées aux articles 2, 3 et 4 de l'Accord de coopération.
Ce montant maximum correspond du 1er décembre 2000 au 31 décembre 2001, pour la Région wallonne à 208 112 535 BEF.
les paiements correspondent sur base annuelle aux montants suivants :
- 166.674.750 BEF pour les conventions de premier emploi visées à l'article 2 de l'Accord de coopération;
- 41.437.785 BEF pour les conventions de premier emploi visées à l'article 3 de l'Accord de coopération.
§ 2. Le montant visé au § 1er est affecté uniquement au financement des conventions de premier emploi visées aux articles 2, 3 et 4 de l'Accord de coopération.
HOOFDSTUK III. - Betaling.
CHAPITRE III. - Paiement.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Section 1. -Dispositions générales.
Art.4. De betalingen van het bedrag bedoeld in artikel 3 van dit besluit worden toegekend wanneer de bepalingen voorzien in dit besluit gerespecteerd worden.
Art.4. Les paiements du montant visé à l'article 3 du présent arrêté sont effectués lorsque les modalités fixées par le présent arrêté sont respectées.
Afdeling 2. - Trimestriële betalingen.
Section 2. - Paiements trimestriels.
Art.5. § 1. De betalingen gebeuren door de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale projecten, op basis van, een driemaandelijks dossier, minstens samengesteld uit de volgende verantwoordingsstukken :
1° de berekening van het personeelsbestand bedoeld in het artikel 4 van het koninklijk besluit en de berekening van de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet;
2° de lijst van de jongeren aangeworven zoals bepaald in artikel 39, § 1 van de wet;
3° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord;
4° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet;
5° een kopie van de loonfiche;
Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord.
6° een kopie van de RSZ-aangifte of van de RSZ-PPO-aangifte.
§ 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit.
§ 3. De betalingen zullen geschieden binnen de drie maanden die volgen op de ontvangst van het dossier zoals bedoeld in § 1 en op voorwaarde dat de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet gerespecteerd wordt.
§ 4. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene indieningstermijn geeft aanleiding tot een minstens evengrote overschrijding van de betalingstermijn zoals bedoeld in § 3.
1° de berekening van het personeelsbestand bedoeld in het artikel 4 van het koninklijk besluit en de berekening van de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet;
2° de lijst van de jongeren aangeworven zoals bepaald in artikel 39, § 1 van de wet;
3° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord;
4° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet;
5° een kopie van de loonfiche;
Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord.
6° een kopie van de RSZ-aangifte of van de RSZ-PPO-aangifte.
§ 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit.
§ 3. De betalingen zullen geschieden binnen de drie maanden die volgen op de ontvangst van het dossier zoals bedoeld in § 1 en op voorwaarde dat de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet gerespecteerd wordt.
§ 4. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene indieningstermijn geeft aanleiding tot een minstens evengrote overschrijding van de betalingstermijn zoals bedoeld in § 3.
Art.5. § 1er. Les paiements sont effectués par le service chargé du suivi et du contrôle des projets globaux sur base d'un dossier trimestriel constitué au moins des pièces justificatives suivantes :
1° le calcul de l'effectif du personnel visé à l'article 4 de l'arrêté royal ainsi que le calcul de l'obligation visée à l'article 39 de la loi;
2° la liste des jeunes engagés conformément à l'article 39, § 1er de la loi;
3° la liste des jeunes engagés dans une convention de premier emploi visée aux articles 2 et 3 de l'Accord de coopération;
4° une copie de l'accusé de réception envoyé par le service chargé du suivi et du contrôle des projets globaux conformément à l'article 32 de la loi;
5° une copie de la fiche de salaire;
Ces pièces justificatives doivent être établies séparément pour chaque jeune engagé dans le cadre d'une convention de premier emploi visée aux articles 2 et 3 de l'Accord de coopération
6° une copie de la déclaration ONSS ou ONSS-APL.
§ 2. Le dossier doit être introduit auprès du Ministre au plus tard le dernier jour calendrier du mois qui suit le trimestre concerné conformément aux dispositions du présent arrêté.
§ 3. Les paiements sont effectués endéans les trois mois qui suivent la réception du dossier visé au § 1er et pour autant que l'obligation visée à l'article 39 de la loi ait été respectée.
§ 4. Tout dépassement du délai d'introduction des pièces justificatives déterminées par le présent arrêté entraîne un dépassement au moins équivalent du délai de paiement visé au § 3.
1° le calcul de l'effectif du personnel visé à l'article 4 de l'arrêté royal ainsi que le calcul de l'obligation visée à l'article 39 de la loi;
2° la liste des jeunes engagés conformément à l'article 39, § 1er de la loi;
3° la liste des jeunes engagés dans une convention de premier emploi visée aux articles 2 et 3 de l'Accord de coopération;
4° une copie de l'accusé de réception envoyé par le service chargé du suivi et du contrôle des projets globaux conformément à l'article 32 de la loi;
5° une copie de la fiche de salaire;
Ces pièces justificatives doivent être établies séparément pour chaque jeune engagé dans le cadre d'une convention de premier emploi visée aux articles 2 et 3 de l'Accord de coopération
6° une copie de la déclaration ONSS ou ONSS-APL.
§ 2. Le dossier doit être introduit auprès du Ministre au plus tard le dernier jour calendrier du mois qui suit le trimestre concerné conformément aux dispositions du présent arrêté.
§ 3. Les paiements sont effectués endéans les trois mois qui suivent la réception du dossier visé au § 1er et pour autant que l'obligation visée à l'article 39 de la loi ait été respectée.
§ 4. Tout dépassement du délai d'introduction des pièces justificatives déterminées par le présent arrêté entraîne un dépassement au moins équivalent du délai de paiement visé au § 3.
Art.6. De informatie bedoeld in artikel 5 van dit besluit wordt overgemaakt naar de modellen opgenomen in de bijlagen 1 tot 3 bij dit besluit.
Art.6. Les informations visées à l'article 5 du présent arrêté sont communiquées selon les modèles repris dans les annexes 1 à 3 du présent arrêté
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 08 januari 2001.
Art.7. Le présent arrêté produit ses effets le 08 janvier 2001.
Art.8. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid
Mevr. L. ONKELINX
Gegeven te Brussel, 21 november 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid
Mevr. L. ONKELINX
Art.8. Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 21 novembre 2001.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi
Mme L. ONKELINX
Donné à Bruxelles, le 21 novembre 2001.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi
Mme L. ONKELINX
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Globale projecten : toezicht op de naleving van de verplichting bedoeld in artikel 39, § 1, van de wet van 24 december 1999.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4454).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4454).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Art. N1. Annexe 1. - Projets globaux : contrôle du respect de l'obligation visée à l'article 39, § 1er de la loi du 24 décembre 1999.
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4455).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4455).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
Art. N2. Bijlage 2. - Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid - Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de startbaanovereenkomst (buiten de globale projecten).
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4454).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4454).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Art. N2. Annexe 2. - Projets globaux - Art. 43 de la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi - Etat récapitulatif des engagements effectués dans le cadre de la convention de premier emploi (hors projets globaux).
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4456).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4456).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
Art. N3. Bijlage 3. Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid - Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de startbaanovereenkomst (globale projecten).
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4455).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-02-2002, p. 4455).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de financiering van de globale projecten.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.
Art. N3. Annexe 3. - Projets globaux - Art. 43 de la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi - Etat récapitulatif des engagements effectués dans le cadre de la convention de premier emploi (projets globaux).
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4456).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX.
(Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 09-02-2002, p. 4456).
Vu pour être annexé à l'arrêté du 21 novembre 2001 déterminant les pièces justificatives prévues dans le cadre du financement des projets globaux.
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX.