1° de leden van de parketsecretariaten;
2° het personeel van de griffies en van de parketsecretariaten;
3° [10 de leden van de griffies]10;
4° de referendarissen bij het Hof van Cassatie, de referendarissen [18 , de parketjuristen en de criminologen]18 bij de hoven en bij de rechtbanken;
5° de attachés [18 en de adviseurs]18 in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie.
6° [4 het personeel van de steundiensten.]4
De leden van de [10 griffies en de]10 parketsecretariaten, de referendarissen bij het Hof van Cassatie, alsook de referendarissen [18 , de parketjuristen en de criminologen]18 bij de hoven en bij de rechtbanken zijn niettemin uitgesloten [14 van het recht op deeltijds ouderschapsverlof bedoeld in artikel 31 en]14 van het recht op deeltijdse loopbaanonderbreking bedoeld in [16 artikel 64]16. Hun recht op voltijdse loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 64 is beperkt tot twaalf maanden tijdens de hele loopbaan. [10 Zij zijn tevens uitgesloten van het recht op het verlof bedoeld in artikel 15.]10 <KB 2004-07-14/35, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
[5 De [15 minister bevoegd voor Justitie]15 kan, na advies van de rechterlijke overheden, de vierdagenweek met premie, de vierdagenweek zonder premie, het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar en de verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden toestaan, wanneer deze wordt aangevraagd door de personeelsleden bedoeld in het tweede lid.]5
[11 De leden van de griffies en de parketsecretariaten, die titularis zijn van de graden van hoofdgriffier, van hoofdsecretaris, van griffier-hoofd van dienst en van secretaris-hoofd van dienst, zijn niettemin uitgesloten van het recht op :
1° het verlof voor loopbaanonderbreking, met uitzondering van het verlof voor palliatieve zorg, het verlof voor het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid van zijn gezin of aan een familielid tot in de tweede graad dat lijdt aan een ernstige ziekte en van het ouderschapsverlof;
2° de verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid;
3° de vierdagenweek met premie;
4° de vierdagenweek zonder premie;
5° het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar.]11
§ 2. [12 ...]12
§ 3. Dit besluit is van toepassing [13 op de stagiairs]13 alsook op de personeelsleden benoemd voor een stage, met uitzondering van de bepalingen betreffende :
1° het verlof tijdens de duur van een stage of proefperiode en tijdens de duur van een verkiezingscampagne;
2° [18 ...]18
3° de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden;
4° [18 ...]18
[5 5° de vierdagenweek met premie;
6° de vierdagenweek zonder premie;
7° het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar.]5
[14 Voor wat het verlof voor loopbaanonderbreking betreft, zijn uitsluitend de bepalingen betreffende de loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging, de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof en de loopbaanonderbreking voor de bijstand of de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, op hen van toepassing.]14
§ 4. Voor het bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeel zijn de bepalingen van toepassing betreffende :
1° het jaarlijks vakantieverlof en de feestdagen;
2° [6 het omstandigheidsverlof, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voor dezelfde gebeurtenis [18 het artikel 30, § 4, van dezelfde wet is evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst is in dienst genomen en dat gebruik maakt van het omstandigheidsverlof voorzien bij dit besluit, bij de geboorte van een kind]18;]6
3° [6 het verlof voor het afstaan van organen of weefsels, voor het afstaan van beenmerg en voor het geven van bloed, bloedplasma en bloedplaatjes;]6
4° het verlof voor deelname aan een assisenjury;
5° het verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps Civiele Bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;
6° het ouderschapsverlof, met uitzondering van dat bedoeld in artikel 32;
7° [18 het adoptieverlof en het opvangverlof, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30ter, §§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30ter, § 4, van dezelfde wet is evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het adoptieverlof voorzien bij dit besluit;]18
[18 7° /1 het pleegzorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
7° /2 het pleegouderverlof, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30sexies, §§ 1 tot 4 en § 6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30sexies, § 5, van dezelfde wet is evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het pleegouderverlof voorzien bij dit besluit;]18
(8° de borstvoedingspauzes;
9° het verlof bedoeld in artikel 14.) <KB 2004-07-14/35, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2002>
[1 10° het verwittigen van de dienst van een afwezigheid ten gevolge van een ziekte of een ongeval, in toepassing van artikel 57, met uitzondering van het vierde lid, en de mogelijkheid voor het personeelslid om te opteren voor het gebruik van één dag jaarlijks vakantieverlof in het geval van een ongerechtvaardigde afwezigheid van één dag, in toepassing van artikel 58, § 2, zesde lid.]1
[6 11° het uitzonderlijk verlof voor het vergezellen en bijstaan van zieken, personen met een handicap en maatschappelijk kwetsbare mensen tijdens vakantiereizen en -verblijven in België of het buitenland of voor het begeleiden van sporters met een handicap tijdens hun deelname aan de paralympische spelen of de " special olympics ";]6
[7 12° de vierdagenweek met premie;
13° de vierdagenweek zonder premie;]7
[9 14° de controle van de afwezigheden ten gevolge van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk en een beroepsziekte.]9
[17 15° het verlof voor erkende mantelzorgers;]17
[18 16° het zorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30bis, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids-overeenkomsten. Het artikel 30bis, § 2, zevende tot en met het negende lid, van dezelfde wet is evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en gebruik maakt van het zorgverlof bepaald bij dit besluit;
17° het verlof om dwingende redenen van familiaal belang.]18
Tijdens deze verloven, behoudt het personeel dat bij arbeidsovereenkomst in dienst is genomen zijn wedde en zijn aanspraken op bevordering in zijn weddeschaal, behoudens andersluidende bepaling.
De bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden bedoeld in deze paragraaf, hebben recht op onderbreking van hun beroepsloopbaan of een vermindering [8 ...]8 van hun arbeidsprestaties, zoals bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, [8 ...]8.
Om het recht bedoeld in het vorige lid te doen gelden, moet het personeelslid minstens gedurende een onafgebroken periode van één jaar tewerkgesteld zijn.
De bepalingen van hoofdstuk 3, afdelingen 2 en 3, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, betreffende de loopbaanonderbreking wegens zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid of wegens ouderschapsverlof zijn eveneens van toepassing op de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden bedoeld in deze paragraaf.
Nochtans zijn alle bijzondere modaliteiten of afwijkingen met betrekking tot de regels voorzien bij het voormeld koninklijk besluit van 7 mei 1999, die vastgesteld zijn in dit besluit, van toepassing op de personeelsleden die bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen zijn, bedoeld in het eerste lid.