Artikel 1. Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.
Onder " werknemers ", wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
5 JANUARI 1999. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, gesloten ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen - brugpensioen - loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 1999, onder het nummer 49967/CO/133.03).
Titre
5 JANVIER 1999. - Convention collective de travail du 5 janvier 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de l'industrie des tabacs, prolongeant la convention collective de travail du 7 mai 1997 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, conclue en exécution de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité - prépension - pause carrière et travail à temps partiel (Convention enregistrée le 5 février 1999, sous le numéro 49967/CO/133.03).
Informations sur le document
Info du document
Tekst (6)
Texte (6)
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et travailleurs des usines de cigares et de cigarillos et qui ressortissent à la Commission paritaire de l'industrie des tabacs.
On entend par " travailleurs ", les ouvriers et ouvrières.
On entend par " travailleurs ", les ouvriers et ouvrières.
Art.2. Overeenkomstig de mogelijkheid voorzien in het interprofessioneel akkoord 1999-2000 van 8 december 1998, worden de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1997 en 7 mei 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, gesloten overeenkomstig de wet van 26 juli 1996 ter bevordering van de werkgelegenheid en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen - brugpensioen - loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid verlengd.
Art.2. Conformément à la possibilité prévue dans l'accord interprofessionnel 1999-2000 du 8 décembre 1998, les articles 3, 4 et 5 de la convention collective de travail du 26 mars 1997 et du 7 mai 1997 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, conclue conformément à la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité - prépension - pause carrière et travail à temps partiel, sont prolongés.
Art.3. Artikel 3 die overeenkomstig artikel 2 van onderhavige overeenkomst wordt verlengd, betreft het voltijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar.
§ 1. De bestaande regeling blijft van toepassing voor de voorwaarden en modaliteiten vervat in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, dit wil zeggen als basis de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 1983 en 27 juni 1983, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 maart 1984, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 1984, de laatste maal gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 rekening houdende met de wettelijke bepalingen terzake.
§ 2. De leeftijdsgrens om in het brugpensioensysteem te treden voor mannen en vrouwen is vastgesteld op 58 jaar.
§ 1. De bestaande regeling blijft van toepassing voor de voorwaarden en modaliteiten vervat in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, dit wil zeggen als basis de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 1983 en 27 juni 1983, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 maart 1984, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 1984, de laatste maal gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 rekening houdende met de wettelijke bepalingen terzake.
§ 2. De leeftijdsgrens om in het brugpensioensysteem te treden voor mannen en vrouwen is vastgesteld op 58 jaar.
Art.3. L'article 3, prolongé conformément à l'article 2 de la présente convention, concerne la prépension conventionnelle à temps plein à 58 ans.
§ 1er. Le régime existant reste en vigueur pour les conditions et les modalités contenues dans le cadre de la convention collective de travail n° 17, cela veut dire comme base de la convention collective de travail du 11 février 1983 et 27 juin 1983, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 1er mars 1984, publié au Moniteur belge du 24 mars 1984, modifiée pour la dernière fois par la convention collective de travail du 7 mai 1997, tenant compte toutefois des dispositions légales en la matière.
§ 2. L'âge pour prétendre au régime de la prépension est fixée pour les hommes et les femmes à 58 ans.
§ 1er. Le régime existant reste en vigueur pour les conditions et les modalités contenues dans le cadre de la convention collective de travail n° 17, cela veut dire comme base de la convention collective de travail du 11 février 1983 et 27 juin 1983, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 1er mars 1984, publié au Moniteur belge du 24 mars 1984, modifiée pour la dernière fois par la convention collective de travail du 7 mai 1997, tenant compte toutefois des dispositions légales en la matière.
§ 2. L'âge pour prétendre au régime de la prépension est fixée pour les hommes et les femmes à 58 ans.
Art.4. Artikel 4 die overeenkomstig artikel 2 van onderhavige overeenkomst wordt verlengd, betreft het halftijds brugpensioen op 55 jaar. De maatregelen worden verlengd voor de jaren 1999-2000 onder dezelfde voorwaarden als voorzien bij artikel 4, §§ 1 en 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 vermeld in artikel 2 van onderhavige overeenkomst.
Art.4. L'article 4, conformément à l'article 2 de la présente convention, concerne la prépension à mi-temps à 55 ans. Les mesures sont prolongées pour les années 1999-2000, sous les mêmes conditions, telles que prévues à l'article 4, §§ 1er et 2, de la convention collective de travail précitée du 7 mai 1997, dont question à l'article 2 de la présente convention.
Art.5. Artikel 5 die overeenkomstig artikel 2 van onderhavige overeenkomst wordt verlengd, betreft de individuele mogelijkheid voor iedere werknemer van tenminste 58 jaar oud om in het halftijds brugpensioen te treden. De maatregelen voor de jaren 1999-2000 voorzien bij artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 vermeld in artikel 2 van onderhavige overeenkomst worden onder dezelfde voorwaarden verlengd.
Art.5. L'article 5, prolongé conformément à l'article 2 de la présente convention, concerne la possibilité individuelle pour chaque travailleur âgé de 58 ans au moins d'accéder à la prépension à mi-temps. Les mesures valables pour les années 1999-2000, prévues à l'article 5 de la convention collective de travail du 7 mai 1997, dont question à l'article 2 de la présente convention, sont prolongées sous les mêmes conditions.
Art. 6. Onderhavige overeenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn na 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2000.
(Voor het KB, zie %%2000-09-25/41%%).
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2000.
(Voor het KB, zie %%2000-09-25/41%%).
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Art. 6. La présente convention entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse de produire ses effets après le 31 décembre 2000.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 25 septembre 2000.
(Pour l'AR, voir %%2000-09-25/41%%).
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 25 septembre 2000.
(Pour l'AR, voir %%2000-09-25/41%%).
La Ministre de l'Emploi,
Mme L. ONKELINX