Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
3 MEI 1999. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999, onder het nummer 51843/CO/102.02).
Titre
3 MAI 1999. - Convention collective de travail du 3 mai 1999, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur, relative à la prépension conventionnelle à mi-temps à 55 ans (Convention enregistrée le 30 juillet 1999, sous le numéro 51843/CO/102.02).
Informations sur le document
Tekst (7)
Texte (7)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen.
  Met " werknemers ", verstaat men de werklieden en werksters.
Article 1. La présente convention collective de travail est applicable aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur.
  Par " travailleurs ", on entend les ouvriers et ouvrières.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis, gesloten op 7 februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue en application de l'accord interprofessionnel du 8 décembre 1998 et de la convention collective de travail n° 55bis, conclue le 7 février 1995 au sein du Conseil national du Travail, modifiant la convention collective de travail n° 55, conclue le 13 juillet 1993 au sein du Conseil national du Travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de réduction des prestations de travail à mi-temps, rendue obligatoire par arrêté royal du 17 novembre 1993, publié au Moniteur belge du 4 décembre 1993.
Art.3. Het principe van de toepassing van een regeling van halftijds conventioneel brugpensioen wordt in deze sector aanvaard voor het actief personeel (met uitzondering van de langdurige zieken), dat opteert voor deze formule en de leeftijd van 55 jaar bereikt tussen 1 januari 1999 en 31 december 2000, dat 25 jaar dienst kan bewijzen waarvan 20 in de sector.
  De berekening van de aanvullende vergoeding wordt als volgt vastgesteld :
  - het te waarborgen inkomen is gelijk aan het inkomen van het volle brugpensioen, plus de helft van het netto referentieloon van de voltijdse werknemer min het inkomen voltijds brugpensioen, afgerond tot de hogere eenheid;
  - het inkomen te betalen door het Fonds voor bestaanszekerheid van de paritaire subcomités voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen en voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van Waals-Brabant, is gelijk met het te waarborgen inkomen min het netto referentieloon min de werkloosheidsuitkering die voor iedereen hetzelfde is (11 828 BEF).
Art.3. Le principe de l'application d'un régime de prépension conventionnelle à mi-temps est admis dans le présent secteur pour le personnel actif (à l'exclusion des grands malades), qui opte pour cette formule et qui atteint l'âge de 55 ans entre le 1er janvier 1999 et le 31 décembre 2000, qui peut justifier de 25 années de travail dont 20 années dans le secteur.
  Le calcul de l'indemnité complémentaire s'établit comme suit :
  - le revenu à garantir est égal au revenu de la prépension à temps plein, plus la moitié du salaire net du travailleur à temps plein moins le revenu prépension temps plein, arrondi à la centaine supérieure;
  - l'indemnité à payer par le Fonds de sécurité d'existence des sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur et de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite du Brabant wallon est égale au revenu à garantir moins la rémunération nette de référence moins l'allocation de chômage identique pour tous (11 828 BEF).
Art.4. Het systeem van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe te gelegener tijd het halftijds brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die de wil om er aanspraak op te maken te kennen heeft gegeven.
Art.4. Le système de prépension conventionnelle à mi-temps à 55 ans est facultatif. L'employeur s'engage à proposer en temps utile la prépension à mi-temps au travailleur qui a manifesté sa volonté d'en réclamer le bénéfice.
Art.5. De toekenningsvoorwaarden van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar worden gepreciseerd in de wetgeving.
Art.5. Les conditions d'octroi de la prépension conventionnelle à mi-temps à 55 ans sont celles précisées par la législation.
Art.6. Overgang naar het voltijds brugpensioen.
  De betrokken werknemer heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, in het kader van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999 betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar, indien hij de vereiste leeftijd voor het voltijds conventioneel brugpensioen bereikt op de datum van de eerste dag werkloosheid waarvoor werkloosheidsuitkeringen worden ontvangen.
Art.6. Passage à la prépension à temps plein.
  Le travailleur concerné a droit à l'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement, dans les conditions fixées par la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du Travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, dans le cadre de la convention collective de travail sectorielle du 3 mai 1999 relative à la prépension conventionnelle à 58 ans, s'il atteint l'âge requis pour la prépension à temps plein à la date de la première journée de chômage indemnisée.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2000.
  (Voor het KB, zie %%2000-09-25/48%%).
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX
Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse de produire ses effets le 31 décembre 2000.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 25 septembre 2000.
  (Pour l'AR, voir %%2000-09-25/48%%).
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme L. ONKELINX