Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
10 JULI 1997. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 1998 onder het nummer 46974/CO/149.01).
Titre
10 JUILLET 1997. - Convention collective de travail du 10 juillet 1997, conclue au sein de la Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution, relative au droit à l'interruption de la carrière professionnelle (Convention enregistrée le 29 janvier 1998 sous le numéro 46974/CO/149.01).
Informations sur le document
Tekst (25)
Texte (25)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
  Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werklieden verstaan : de werklieden en de werksters.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs, ouvriers et ouvrières des entreprises qui ressortissent à la Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution.
  Pour l'application de la présente convention collective de travail, on entend par ouvriers : les ouvriers et ouvrières.
HOOFDSTUK II. - Verwijzing.
CHAPITRE II. - Référence.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in toepassing van het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van het recht op onderbreking van de beroepsloopbaan. Zij verleent uitvoering aan de beschikkingen van Hoofdstuk IV, afdeling 5 "Onderbreking van de beroepsloopbaan", voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985, houdende sociale bepalingen en aan artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de l'arrêté royal du 24 février 1997 contenant des conditions plus précises relatives aux accords pour l'emploi en application des articles 7, § 2, 30, § 2 et 33 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité et en application de l'arrêté royal du 6 février 1997 instaurant un droit à l'interruption de la carrière professionnelle. Elle met à exécution les dispositions du Chapitre IV, section 5 "Interruption de la carrière professionnelle", prévue dans la loi de redressement du 22 janvier 1985 portant des dispositions sociales et l'article 2, § 2 de l'arrêté royal du 6 février 1997 fixant un droit à l'interruption de la carrière professionnelle.
HOOFDSTUK III. - Recht op voltijdse beroepsloopbaanonderbreking voor 3 pct. van de werknemers.
CHAPITRE III. - Droit à l'interruption complète de la carrière professionnelle pour 3 p.c. des travailleurs.
Sectie 1. - Recht op voltijdse loopbaanonderbreking.
Section 1. - Droit à l'interruption complète de la carrière professionnelle.
Art.3. § 1. Alle voltijds en deeltijds werkende werklieden, verbonden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, kunnen hun loopbaan onderbreken.
  § 2. Het recht is enkel van toepassing op de formule van de voltijdse beroepsloopbaanonderbreking.
Art.3. § 1er. Tous les ouvriers à temps plein ou à temps partiel liés par un contrat de travail à durée indéterminée peuvent interrompre leur carrière.
  § 2. Ce droit est limité à la formule de l'interruption complète de la carrière professionnelle.
Sectie 2. - Vastlegging van de 3 pct.
Section 2. - Détermination du 3 p.c.
Art.4. § 1. Onverminderd gunstiger regelingen op ondernemingsvlak, is het gemiddeld aantal werknemers dat per kalenderjaar en per onderneming van het recht op beroepsloopbaanonderbreking kunnen genieten, gelijk aan 3 pct. van het gemiddeld aantal werknemers dat tijdens het afgelopen kalenderjaar in de onderneming was tewerkgesteld, uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
  § 2. Voor de berekening van het percentage vastgelegd in § 1 wordt gebruik gemaakt van de berekeningsmethode bepaald in artikel 3 van het voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997.
  § 3. Voor de ondernemingen die op 30 juni 1996 minder dan 100 werknemers tewerkstellen wordt het recht op beroepsloopbaanonderbreking van 3 pct. als volgt ingevuld :
  - in ondernemingen van 10 tot en met 29 werklieden, heeft 1 werkman recht op beroepsloopbaanonderbreking;
  - in ondernemingen van 30 tot en met 49 werklieden, hebben 2 werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking.
  - in ondernemingen van 50 tot en met 99 werklieden, hebben 3 werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking.
Art.4. § 1er. Sans préjudice de dispositions plus favorables au niveau de l'entreprise, le nombre moyen de travailleurs pouvant bénéficier du droit à l'interruption de la carrière professionnelle par année civile et par entreprise est égal à 3 p.c. du nombre moyen de travailleurs qui ont été occupés durant l'année civile écoulée, exprimé en équivalents temps plein.
  § 2. Pour le calcul du pourcentage fixé au § 1er, on utilise la méthode de calcul définie à l'article 3 de l'arrêté royal du 6 février 1997 précité.
  § 3. Pour les entreprises qui occupaient moins de 100 travailleurs au 30 juin 1996, le droit à l'interruption de la carrière professionnelle de 3 p.c. est fixé comme suit :
  - dans les entreprises de 10 à 29 travailleurs inclus, 1 ouvrier a droit à l'interruption de carrière professionnelle;
  - dans les entreprises de 30 à 49 travailleurs inclus, 2 ouvriers ont droit à l'interruption de carrière professionnelle;
  - dans les entreprises de 50 à 99 travailleurs inclus, 3 ouvriers ont droit à l'interruption de carrière professionnelle.
Sectie 3. - Duur.
Section 3. - Durée.
Art.5. De onderbrekingsperioden in het kader van de voltijdse beroepsloopbaanonderbreking, mogen worden genomen met een minimum van drie maanden en een maximum van één jaar, de minimale duur van drie maanden is niet vereist wanneer het om een verlenging gaat.
  Opeenvolgende beroepsloopbaanonderbrekingen zijn een recht, mits de aanvraag hiertoe drie maanden voor het einde van de vorige beroepsloopbaanonderbreking geschiedt.
  De loopbaanbasis mag de totale termijn van drie jaar echter niet overschrijden.
  De oorspronkelijk aangevraagde duur van de beroepsloopbaanonderbreking kan, op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever, worden ingekort.
Art.5. Les périodes d'interruption peuvent être prises dans le cadre de l'interruption de carrière professionnelle complète, en observant un minimum de trois mois et un maximum d'un an, la durée minimale de trois mois n'étant pas requise quand il s'agit d'une prolongation.
  Des interruptions de carrière professionnelle successives sont possibles à condition que la demande en soit faite trois mois avant la fin de l'interruption de carrière professionnelle précédente.
  Toutefois le total des périodes ne peut excéder une durée de trois ans sur la durée totale de la carrière.
  La durée d'interruption de carrière professionnelle initialement demandée peut, à la demande de l'ouvrier et moyennant l'accord de l'employeur, être raccourcie.
HOOFDSTUK IV. - Recht op beroepsloopbaanonderbreking ingeval van bijstand of verzorging van een gezins- of familielid.
CHAPITRE IV. - Droit à l'interruption de carrière professionnelle en cas d'assistance ou d'octroi de soins à un membre du ménage ou de la famille.
Art.6. § 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan, kunnen alle voltijds en deeltijds werkende werklieden, verbonden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, hun loopbaan onderbreken in geval van bijstand of verzorging van een gezinslid of een familielid tot de tweede graad of van elke persoon die samenwoont met de werkman, die lijdt aan een zware ziekte.
  § 2. Dit recht heeft enkel betrekking op een voltijdse beroepsloopbaanonderbreking en is supplementair aan de 3 pct. zoals bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
  § 3. De bedoelde beroepsloopbaanonderbreking duurt een maand en kan éénmaal verlengd worden met een periode van een maand omwille van dezelfde gebeurtenis.
Art.6. § 1er. Conformément aux dispositions de l'article 5 de l'arrêté royal du 6 février 1997 instaurant un droit à l'interruption de la carrière professionnelle, tous les ouvriers à temps plein ou à temps partiel, liés par un contrat de travail à durée indéterminée peuvent interrompre leur carrière en cas d'assistance ou d'octroi de soins à un membre de son ménage ou à un membre de sa famille jusqu'au deuxième degré ou à chaque personne qui cohabite avec l'ouvrier, qui souffre d'une maladie grave.
  § 2. Ce droit est limité à la formule de l'interruption complète de la carrière professionnelle et est additionnel au 3 p.c. fixé à l'article 4 de la présente convention collective de travail.
  § 3. L'interruption de carrière visée dure un mois et peut être prolongée, une fois d'une période d'un mois en raison du même événement.
HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions communes.
Sectie 1. - Aanvraag.
Section 1. - Demande.
Art.7. § 1. De werkman die wenst gebruik te maken van het recht op beroepsloopbaanonderbreking gedefinieerd in artikel 3 en artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, brengt één maand voor de effectieve beroepsloopbaanonderbreking zijn werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte.
  Hij stelt zijn werkgever in kennis van de datum waarop de onderbreking van de beroepsloopbaan ingaat alsook van de duur van de onderbreking.
  § 2. De aanvraag voor de onderbrekingsvergoeding gebeurt door de werkman binnen de dertig dagen na de onderbreking, bij aangetekende brief aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening.
Art.7. § 1er. L'ouvrier qui souhaite user du droit d'interruption de carrière professionnelle défini à l'article 3 et à l'article 7 de la présente convention collective de travail en avertit son employeur par écrit un mois avant l'interruption effective.
  Il informe son employeur de la date à laquelle l'interruption de carrière prend cours ainsi que de la durée de l'interruption.
  § 2. L'ouvrier introduit sa demande d'indemnité d'interruption dans les trente jours suivant l'interruption, par lettre recommandée auprès du bureau régional de l'Office national de l'emploi.
Sectie 2. - Schorsing van de arbeidsovereenkomst en bescherming tegen ontslag.
Section 2. - Suspension du contrat de travail et protection contre licenciement.
Art.8. § 1. Tijdens de duur van de beroepsloopbaanonderbreking is de arbeidsovereenkomst geschorst. Behoudens in het geval van "dringende reden" of "voldoende reden", mag de werkgever de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig verbreken tijdens de periode die aanvangt drie maanden voor de aanvangsdatum van de beroepsloopbaanonderbreking en die eindigt drie maanden na de einddatum van de beroepsloopbaanonderbreking.
  § 2. Als "voldoende reden" geldt een door de rechter als zodanig bevonden reden waarvan de aard en de oorsprong vreemd zijn aan de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde schorsing.
  § 3. Eventuele inbreuken op dit verbod geven aanleiding tot het betalen door de werkgever van een "forfaitaire vergoeding" ten belope van zes maanden loon, onverminderd de vergoedingen die bij een verbreking van de arbeidsovereenkomst aan de werkman moeten worden betaald.
  § 4. Deze "forfaitaire vergoeding" mag niet worden gecumuleerd met de vergoeding bedoeld bij artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, met de vergoeding ingeval van ontslag tijdens een aangekondigde periode van zwangerschap, en met de vergoeding voorzien bij artikel 21, § 7, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, bij artikel 1bis, § 7, van de wet van 10 juni 1952, betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, alsmede de salubriteit van het werk en van de werkplaatsen, of de vergoeding die moet worden betaald ingeval een vakbondsafgevaardigde wordt ontslagen.
Art.8. § 1er. Le contrat de travail est suspendu pendant la durée de l'interruption de la carrière professionnelle. Sauf en cas de "motif urgent" ou "motif suffisant", l'employeur ne peut interrompre le contrat de travail unilatéralement pendant la période qui commence trois mois avant la date de début de l'interruption de carrière professionnelle et qui prend fin trois mois après la date finale de l'interruption de carrière professionnelle.
  § 2. Comme "motif suffisant" est valable un motif reconnu ainsi par le juge, dont le caractère et l'origine sont différents de la suspension dont il est question dans cette convention collective de travail.
  § 3. Les éventuelles infractions à cette prescription donnent lieu au paiement par l'employeur d'une "indemnité forfaitaire", s'élevant à six mois de salaire, sans préjudice des indemnités qui doivent être payées au ouvriers en cas de rupture de contrat de travail.
  § 4. Cette "indemnité forfaitaire" ne peut pas être cumulée avec l'indemnité visée à l'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail, avec l'indemnité en cas de licenciement pendant une période annoncée de grossesse, et avec l'indemnité prévue par l'article 21, § 7, de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie, par l'article 1erbis, § 7, de la loi du 10 juin 1952, concernant la santé et la sécurité des travailleurs ainsi que la salubrité du travail et des lieux de travail ou l'indemnité qui doit être payée en cas de licenciement d'un délégué syndical.
Sectie 3. - Regels bij terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking.
Section 3. - Règles à l'occasion du retour après l'interruption de la carrière professionnelle.
Art.9. Bij zijn terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking wordt de werknemer terug opgenomen in zijn vroegere functie en op zijn vroegere werkpost, behoudens in geval van overmacht.
  De beroepsloopbaanonderbreking, voorzien in artikel 3 en in artikel 7, schorst de optelling van de door de werknemer bereikte dienstjaren in de onderneming of in de bedrijfstak.
Art.9. A l'occasion de son retour après l'interruption de carrière professionnelle, le travailleur est repris dans son ancienne fonction et son ancien poste de travail, sauf en cas de force majeure.
  L'interruption de carrière professionnelle, prévue à l'article 3 et à l'article 7, suspend l'addition du nombre d'années de service atteint dans l'entreprise ou dans le secteur.
Sectie 4. - Vervangingsplicht.
Section 4. - Obligation de remplacement.
Art.10. Met uitzondering van het recht op loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 7, is de werkgever ertoe gehouden de werkman die zijn loopbaan onderbreekt te vervangen door een volledig vergoede of een daarmee gelijkgestelde werkloze. Hiertoe sluit hij tussen de dertigste kalenderdag vóór het begin van de schorsing en de vijftiende kalenderdag erna een arbeidsovereenkomst ter vervanging van de werkman in beroepsloopbaanonderbreking.
  Bij de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan dient het werkrooster van de vervanger gemiddeld ten minste hetzelfde aantal arbeidsuren per arbeidscyclus te omvatten als dat van de loopbaanonderbreker.
Art.10. A l'exception du droit d'interruption de carrière visée à l'article 7, l'employeur est tenu de remplacer l'ouvrier qui interrompt sa carrière par un chômeur complet indemnisé ou y assimilé. A cette fin, il conclura entre le trentième jour civil précédent le début de la suspension et le quinzième jour civil suivant ladite suspension un contrat de travail en vue du remplacement de l'ouvrier qui a interrompu sa carrière.
  En cas d'interruption complète de la carrière professionnelle, l'horaire du rempla}ant doit comprendre en moyenne au moins le même nombre d'heures de prestations par cycle de travail que celui du bénéficiaire de l'interruption de carrière.
Art.11. De organisatieregels met betrekking tot de toepassing van het recht bedoeld in artikel 3 en artikel 7 van deze overeenkomst worden vastgelegd door de ondernemingsraad, bij ontstentenis in gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de betrokken werknemers.
Art.11. Les règles d'organisation ayant trait à l'application du droit visé à l'article 3 et à l'article 7 de la présente convention sont fixées par le conseil d'entreprise ou, à défaut, via une concertation entre l'employeur et la délégation syndicale ou, à défaut, via une concertation entre l'employeur et les travailleurs concernés.
HOOFDSTUK VI. - Geldigheid.
CHAPITRE VI. - Validité.
Art. 12. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.
  (Voor het KB, zie %%2000-04-26/66%%)
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX.
Art. 12. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1997 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1998.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 26 avril 2000.
  (Pour l'AR, voir %%2000-04-26/66%%)
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme L. ONKELINX.