Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
26 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-2000 en tekstbijwerking tot 23-02-2016)
Titre
26 MAI 2000. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution de certains articles du décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux engrais. (TRADUCTION) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 15-07-2000 et mise à jour au 23-02-2016)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (104)
Texte (104)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;
  2° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu;
  3° de registratie : het deel van de aangifte, als bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, van het decreet, waarbij de aanduiding op cartografisch materiaal van de bedrijfsgebouwen en van de cultuurgronden met inbegrip van hun teeltplan geschiedt.
  4° VLAREM : het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning;
  5° vervoerdocument : een mestafzetdocument zoals bepaald in art 7, § 2, van het decreet of een overeenkomst zoals bepaalt in art 8, § 1, van het decreet of voor de transporten die vallen onder het toepassingsgebied van de verordening (EEG) Nr. 259/93 zoals bepaald in art. 8, § 3, 1° en 2°, b, de documenten zoals bepaald in de verordening.
  6° de verordening : verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende het toezicht en de controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap;
  (7° AGR-GPS systeem : geheel van onder meer AGR-GPS apparatuur, software, processen en protocols die gebruikt worden om de nodige gegevens aangaande mesttransporten vanaf het transportmiddel via de GPS-dienstverlener ter beschikking te stellen van de Mestbank;
  8° AGR-GPS apparatuur : geheel van apparaten, sensoren en instrumenten aanwezig op de transportmiddelen dat gegevens aangaande mesttransporten registreert en doorstuurt;
  9° AGR-GPS apparaat : het apparaat dat vast aanwezig is op het transportmiddel en dat op een automatische en voorgeprogrammeerde wijze de gegevens aangaande mesttransporten registreert en doorstuurt naar een GPS-dienstverlener;
  10° GPS-dienstverlener : aanbieder van diensten, onafhankelijk van de erkende mestvoerder, die via een online verbinding gegevens van de AGR-GPS apparatuur ontvangt en doorstuurt naar de Mestbank;
  11° AGR-GPS : Automatische Gegevens Registratie-Global Position System.)
Article 1. Au sens du présent arrêté on entend par :
  1° le décret : le décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux engrais;
  2° le Ministre : le Ministre flamand chargé de l'environnement;
  3° l'enregistrement : la partie de la déclaration telle que visée à l'article 3, § 1er, 5°, du décret impliquant l'indication sur du matériel cartographique des bâtiments de l'exploitation et des terres arables y compris le plan de culture;
  4° VLAREM : l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 février 1991 fixant le règlement flamand relatif à l'autorisation écologique;
  5° document de transport : un document d'écoulement d'engrais tel que visé à l'article 7, § 2, du décret ou un contrat tel que visé à l'article 8, § 1er, du décret ou pour les transports qui sont régis par le règlement (CEE) n° 259/93, tels que visés à l'article 8, § 3, 1° et 2°, b, les documents prescrits par le règlement;
  6° le règlement : le règlement (CEE) n° 259/93 du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l'entrée et à la sortie de la Communauté européenne;
  (7° système AGR-GPS : l'ensemble constitué entre autres par l'appareillage AGR-GPS, le logiciel, les processus et le protocole utilisés pour mettre à disposition de la "Mestbank" via le prestataire de services GPS, les données nécessaires sur les transports d'engrais à partir du moyen de transport;
  8° appareillage AGR-GPS : l'ensemble d'appareils, senseurs et instruments installés dans les moyens de transport qui enregistre et transmet des données sur les transports d'engrais;
  9° appareil AGR-GPS : l'appareil installé dans le moyen de transport et qui enregistre et transmet de manière automatique et préprogrammée des données sur les transports d'engrais à un prestataire de services GPS;
  10° prestataire de services GPS : fournisseur de services, indépendant du transporteur d'engrais agréé, qui reçoit et transmet par une liaison on line des données émises par l'appareillage AGR-GPS et les transmet à la "Mestbank";
  11° AGR-GPS : Enregistrement automatique de Données-Global Position System.)
HOOFDSTUK II. - Aangifte en registratie.
CHAPITRE II. - Déclaration et enregistrement.
Art.2. Alle producenten en gebruikers die in het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar een bedrijf exploiteerden waarvan de productie van dierlijke mest 300 kg difosforpentoxyde of meer bedroeg, of waarvan de oppervlakte tot het bedrijf behorende cultuurgronden 2 ha of meer bedroeg, moeten elk jaar aangifte doen van hun bedrijfssituatie per inrichting door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister. Daarnaast dienen zij zich jaarlijks aan te bieden voor de registratie van de cultuurgronden en bedrijfsgebouwen, die in het jaar van aangifte tot hun landbouw- of veeteeltinrichting behoren.
  (lid opgeheven)
Art.2. Tous les producteurs et utilisateurs qui, au cours de l'année calendaire précédant l'année d'imposition, exploitaient une entreprise ayant une production d'effluents d'élevage de 300 kg d'anhydride phosphorique ou plus ou une superficie des terres arables appartenant à l'entreprise de 2 ha ou plus, doivent déclarer la situation de leur entreprise, par exploitation, à l'aide d'un formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre. Ils doivent en outre se présenter chaque année pour l'enregistrement des terres arables et des bâtiments de l'exploitation qui font partie de leur entreprise agricole ou élevage de bétail au cours de l'année de déclaration.
  (alinéa supprimé)
Art.3. Elke producent of gebruiker die een bedrijf exploiteert, waarvan de productie van dierlijke mest minder bedroeg dan 300 kg difosforpentoxyde, en de tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgrond minder dan 2 ha bedroeg en die met derden verhandelingen van dierlijke mest of andere meststoffen van meer dan 500 kg per verhandeling wenst uit te voeren, moet daartoe op vraag van de Mestbank het bewijs leveren dat hij voor het desbetreffende jaar aan de voorwaarden voldoet en zal blijven voldoen door middel van een verklaring waarvan het model is vastgesteld door de minister.
  De producent of gebruiker, of degene die als erfgenaam of van rechtswege in zijn rechten en plichten treedt, die de landbouwactiviteit van een bedrijf of een veeteeltinrichting en/of landbouwinrichting totaal wenst te beëindigen of te reduceren tot een niveau waarbij hij voldoet aan de voorwaarden van het vorige lid inzake het gebruik van cultuurgronden en difosforpentoxide productie, moet de Mestbank hiervan op de hoogte stellen. Hij moet daartoe op vraag van de Mestbank het bewijs leveren dat hij voor het desbetreffende jaar aan de voorwaarden voldoet en zal blijven voldoen door middel van een verklaring waarvan het model is vastgesteld door de minister.
  De Mestbank stuurt hem binnen de 3 maanden na ontvangst van dit formulier een overzicht van de nog openstaande verplichtingen met betrekking tot de nog openstaande heffingen en administratieve geldboeten en de hoeveelheden dierlijke mest of andere meststoffen in opslag waarvoor de betrokkene nog een afzet, conform de bepalingen van het decreet, moet aantonen. Nadat de betrokkene aan de verplichtingen vermeld in het overzicht heeft voldaan, is hij definitief vrijgesteld van alle verplichtingen ten aanzien van de Mestbank op voorwaarde dat de betrokkene blijft voldoen aan de voorwaarden van het eerste lid.
  De producent of gebruiker, die de landbouwactiviteit van een bedrijf of een veeteeltinrichting en/of landbouwinrichting of delen hiervan opstart, overneemt of uitbreidt tot een niveau waarbij hij niet langer voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, moet de Mestbank hiervan schriftelijk op de hoogte stellen voor de opstart, de overname of de uitbreiding. De producent of gebruiker levert op vraag van de Mestbank alle identificatiegegevens die zij nodig heeft om de productie van dierlijke mest en het gebruik van meststoffen te kunnen opvolgen. Dit gebeurt op basis van en een verklaring waarvan het model is vastgesteld door de minister. In het geval van overname blijven alle rechten en verplichtingen overeenkomstig de bepalingen van het decreet, die voortvloeien uit de productie van dieren en het gebruik van cultuurgronden verbonden aan de overlater tot de datum waarop overname bij de Mestbank is aangemeld. De Mestbank stuurt aan de overlater binnen de 3 maanden na ontvangst van deze verklaring een overzicht van de verplichtingen waaraan hij conform de bepalingen van het decreet moet voldoen.
Art.3. Chaque producteur ou utilisateur qui exploite une entreprise dont la production d'effluents d'élevage est inférieure à 300 kg d'anhydride phosphorique et dont la superficie des terres arables appartenant à l'entreprise est inférieure à 2 ha et qui souhaite effectuer des échanges d'effluents d'élevage ou d'autres engrais avec des tiers de plus de 500 kg par échange, doit, à la demande de la "Mestbank" fournir la preuve pour l'année en question, par le biais d'une déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre, qu'il remplit et continuera à remplir les conditions.
  Le producteur ou l'utilisateur ou celui qui, en sa qualité d'héritier ou de subrogé dans ses droits et obligations, désire mettre fin aux activités agricoles d'une entreprise ou d'un élevage de bétail et/ou d'une exploitation agricole ou les réduire à un niveau tel qu'il répond aux conditions énoncées à l'alinéa précédent en matière d'utilisation des terres arables et de production d'anhydride phosphorique, doit en avertir la "Mestbank". A la demande de la "Mestbank", il est tenu à fournir la preuve pour l'année en question, à l'aide d'une déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre, qu'il remplit et continuera à remplir les conditions.
  Dans les 3 mois de la réception de ce formulaire, la "Mestbank" lui envoie un relevé des obligations insatisfaites relatives aux redevances et amendes administratives impayées ainsi que des quantités d'effluents d'élevage ou d'autres engrais stockés pour l'écoulement desquels l'intéressé doit encore fournir la preuve conformément aux dispositions du décret. Après que l'intéressé a rempli les obligations figurant au relevé, il est exempté définitivement de toute obligation envers la "Mestbank", à la condition qu'il continue à respecter les conditions reprises au premier alinéa.
  Le producteur ou l'utilisateur qui entreprend, reprend ou étend les activités agricoles d'une entreprise ou d'un élevage de bétail et/ou d'une exploitation agricole ou des parties de ces derniers jusqu'à un niveau où il ne remplit plus les conditions du premier alinéa, doit en avertir au préalable la "Mestbank" par écrit. Le producteur ou l'utilisateur fournit sur demande de la "Mestbank" toutes données d'identification nécessaires pour pouvoir suivre la production des effluents d'élevage et l'utilisation des engrais. A cette fin, il fait usage d'une déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre. En cas de reprise, tous les droits et obligations en vertu des dispositions du décret, qui découlent de la production d'animaux et de l'utilisation de terres arables, demeurent dans le chef du cédant jusqu'à la date à laquelle la reprise est notifiée à la "Mestbank". Celle-ci envoie au cédant dans les trois mois de la réception de cette déclaration, un relevé des obligations qu'il est tenu de remplir conformément aux dispositions du décret.
Art.4. Elke natuurlijke of rechtspersoon die in het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar, dierlijke mest en/of andere meststoffen afkomstig van buiten het Vlaamse Gewest heeft vervoerd naar gronden of plaatsen gelegen binnen het Vlaamse Gewest, moet elk jaar een aangifte doen bij de Mestbank door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister.
Art.4. Chaque personne physique ou morale qui a transporté, au cours de l'année calendaire précédant l'année d'imposition, des effluents d'élevage et/ou d'autres engrais provenant de régions situées hors de la Région flamande vers des terres ou lieux situés en Région flamande, doit chaque année faire une déclaration à la "Mestbank" à l'aide du formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre.
Art.5. Alle producenten en gebruikers, van wie het bedrijf tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar gevestigd was buiten het Vlaamse Gewest, maar waarvan een gedeelte van de tot het bedrijf behorende cultuurgrond binnen het Vlaamse Gewest was gelegen, moeten jaarlijks een aangifte doen bij de Mestbank door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister. Daarnaast moeten zij zich jaarlijks aanbieden voor de registratie van de cultuurgronden en bedrijfsgebouwen, die in het jaar van aangifte tot hun landbouw- of veeteeltinrichting behoren.
Art.5. Tous les producteurs et utilisateurs dont l'entreprise était établie hors de la Région flamande au cours de l'année calendaire précédant l'année d'imposition mais dont une partie des terres arables appartenant à l'entreprise se situe en Région flamande, doivent faire chaque année une déclaration à la "Mestbank" à l'aide du formulaire de déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre. Ils doivent en outre se présenter chaque année pour l'enregistrement des terres arables et des bâtiments de l'exploitation qui font partie de leur entreprise agricole ou élevage de bétail au cours de l'année de déclaration.
Art.6. De exploitant van één of meerdere verzamelpunten, bewerkingseenheden of verwerkingseenheden, met een gezamenlijke opslag-, of verwerkingscapaciteit voor dierlijke mest of andere meststoffen, equivalent aan een massa met een difosforpentoxyde-inhoud van meer dan 300 kg per jaar en elke mestvoerder die exporteert, moeten jaarlijks aangifte doen van hun bedrijfssituatie per verzamelpunt, bewerkings- of verwerkingseenheid door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister. De exploitanten moeten bij de eerste aangifte, alsook bij iedere wijziging van de [1 omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit]1, een kopie van de[1 omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit]1 voor het verzamelpunt, de bewerkingseenheid of de verwerkingseenheid meesturen.
  
Art.6. L'exploitant d'un ou de plusieurs points de rassemblement, unités de traitement ou unités de transformation ayant une capacité totale de stockage ou de transformation d'effluents d'élevage ou d'autres engrais équivalente à une masse contenant plus de 300 kg d'anhydride phosphorique par an et chaque transporteur d'engrais qui exporte, doit déclarer chaque année la situation de son entreprise, par point de rassemblement, unité de traitement ou unité de transformation, à l'aide du formulaire de déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre. Les exploitants doivent joindre à la première déclaration ainsi qu'à toute modification [1 du permis d'environnement pour l'exploitation de l'établissement classé ou de l'activité classée]1, une copie [1 du permis d'environnement pour l'exploitation de l'établissement classé ou de l'activité classée]1 pour le point de rassemblement, l'unité de traitement et l'unité de transformation.
  
Art.7. Alle producenten van andere meststoffen die meer dan 300 kg difosforpentoxyde afzetten of laten afzetten op cultuurgrond gelegen in het Vlaamse Gewest, moeten jaarlijks aangifte doen van hun bedrijfssituatie door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister.
Art.7. Tous les producteurs d'autres engrais qui écoulent ou font écouler plus de 300 kg d'anhydride phosphorique vers des terres arables situées en Région flamande doivent déclarer chaque année la situation de leur entreprise à l'aide du formulaire de déclaration dont le modèle est fixé par le Ministre.
Art.8. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die chemische meststoffen of andere meststoffen produceert, verdeelt, importeert of exporteert en deze levert aan een aangifteplichtige overeenkomstig artikel 2, 4 of 5 of deze zelf als aangifteplichtige bedoeld in deze artikels gebruikt, moet zich kenbaar maken aan de Mestbank en moet een aangifte doen bij de Mestbank door middel van een aangifteformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister.
Art.8. Toute personne physique ou morale qui produit, distribue, importe ou exporte des engrais chimiques ou d'autres engrais et les livre à une personne soumise à déclaration conformément aux articles 2, 4 ou 5 ou les utilise elle-même en qualité de personne soumise à déclaration telle que visée aux présents articles, doit se faire connaître à la "Mestbank" et introduire une déclaration auprès de la "Mestbank" à l'aide du formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre.
Art.9. De in de artikelen 2 en 4 tot en met 8 bedoelde aangifte, moet bij de Mestbank worden ingediend en dit uiterlijk op 15 maart van elk jaar. De Mestbank kan aan de aangifteplichtigen uitstel verlenen tot uiterlijk 15 april indien de Mestbank de formulieren niet voor 15 februari verstuurt. Het in artikel 3 eerste en tweede lid bedoelde bewijs moet worden ingediend bij de Mestbank binnen de maand nadat het hem door de Mestbank werd toegestuurd. Voor het aanslagjaar 2000 met betrekking tot het jaar 1999 moet de aangifte gebeuren overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
  De in de artikelen 2, 4, 5, 6, 7 en 8 bedoelde aangifte mag, hetzij door één producent of gebruiker, hetzij collectief door meerdere producenten of gebruikers, bij de Mestbank worden ingediend door middel van gemagnetiseerde informatiedrager(s) waarvan de conceptie en het systeem door de minister zijn vastgesteld.
  In dat geval moe(t)(en) de informatiedrager(s) evenwel vergezeld te zijn van een door de producent of gebruiker dan wel van hun respectieve volmachtdrager ondertekende verklaring die de juistheid van de gegevens op de informatiedrager bevestigt.
Art.9. La déclaration visée aux articles 2 et 4 à 8 inclus doit être adressée à la "Mestbank" au plus tard le 15 mars de chaque année. La "Mestbank" peut accorder une remise aux personnes soumises à déclaration jusqu'au 15 avril au plus tard si l'envoi des formulaires par la "Mestbank" n'a pas lieu avant le 15 février. La preuve visée à l'article 3, premier et deuxième alinéas, doit être adressée à la "Mestbank" dans le mois qui suit son expédition par la "Mestbank". Pour l'année d'imposition 2000 portant sur l'année 1999, la déclaration doit se faire conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 décembre 1995 portant exécution de certains articles du décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux engrais.
  La déclaration visée à l'article 2, 4, 5, 6, 7 et 8 peut être introduite auprès de la "Mestbank", soit par un producteur ou un utilisateur, soit conjointement par plusieurs producteurs ou utilisateurs, à l'aide de supports d'information magnétisés dont la conception et le système sont fixés par le Ministre.
  Dans ce(s) cas, le ou les supports d'information doivent être accompagnés par une déclaration signée par le producteur ou l'utilisateur ou leur mandataire respectif qui certifie l'exactitude des données sur le support d'information.
HOOFDSTUK III. - Registers.
CHAPITRE III. - Registres.
Afdeling 1. - Register van dierlijke mestproductie.
Section 1. - Registre de la production des effluents d'élevage.
Art.10. § 1. Vanaf 1 januari 2000 moeten alle producenten die op jaarbasis een dierlijke mestproductie hebben van 300 kg difosforpentoxyde of meer, in het lopende productiejaar per inrichting, een register bijhouden, zoals bedoeld in artikel 4, § 2, van het decreet en waarvan het model is vastgesteld door de minister. Voor producenten waarvan de dierlijke mestproductie in het productiejaar 2000 minder dan 2000 kg difosforpentoxyde bedraagt, geldt deze verplichting slechts vanaf 1 juli 2000.
  § 2. Het register geeft naast het aantal aanwezige dieren ook de mestproductie van deze dieren weer, uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N op basis van maandelijkse gemiddelden, alsook de som van de mestproducties voor alle diercategorieën op maandbasis en de gecumuleerde som van de mestproducties van de voorbije maanden voor alle diercategorieën.
Art.10. § 1er. A partir du 1er janvier 2000 tous les producteurs dont la production des effluents d'élevage sur base annuelle s'élève à 300 kg d'anhydride phosphorique ou plus au cours de l'année de production en cours, doivent tenir par exploitation un registre tel que visé à l'article 4, § 2, du décret et dont le modèle est fixé par le Ministre. Les producteurs dont la production des effluents d'élevage au cours de l'année de production 2000 est inférieure à 2000 kg d'anhydride phosphorique, ne doivent remplir cette obligation qu'à partir du 1er juillet 2000.
  § 2. Outre le nombre d'animaux présents, le registre indique également leur production d'engrais, exprimée en kg P2O5 et en kg N sur la base des moyennes mensuelles ainsi que la somme des productions d'engrais pour toutes les catégories d'animaux sur base mensuelle et la somme cumulée des productions d'engrais des mois écoulés pour toutes les catégories d'animaux.
Afdeling 2. - Register van afzet van de nutriënten P2O5 en N uit meststoffen.
Section 2. - Registre de l'écoulement des éléments nutritionnels P2O5 et N issus d'engrais.
Onderafdeling A. - Afzet van de nutriënten P2O5 en N uit dierlijke mest.
Sous-section A. - Ecoulement des éléments nutritionnels P2O5 et N issus d'effluents d'élevage.
Art.11. § 1. Elke producent van dierlijke mest moet elke afzet van dierlijke mest noteren in een register voor meststoffenafzet. De afzet van dierlijke mest dient conform de regels van het decreet te gebeuren :
  1° ofwel via opbrenging op cultuurgronden;
  2° ofwel in een verwerkingseenheid;
  3° ofwel in een bewerkingseenheid;
  4° ofwel door export;
  5° ofwel in een verzamelpunt voor verdere afzet op cultuurgrond of voor verdere afzet naar een verwerkings- of bewerkingseenheid of voor export.
  § 2. De producent van dierlijke mest noteert hiertoe binnen de 48 uren elke afzet van dierlijke mest in het register voor meststoffenafzet.
  Bij afzet van dierlijke mest op de cultuurgronden behorende tot de inrichting van de producent wordt de afzet genoteerd via een verwijzing naar het register voor meststoffengebruik van dezelfde inrichting :
  a) in geval van opbrenging van dierlijke mest;
  b) in geval van door vee rechtstreeks uitgescheiden dierlijke mest.
  Bij afzet van dierlijke mest op cultuurgronden van een andere inrichting dan deze bedoeld in het tweede lid :
  a) in geval van opbrenging van dierlijke mest moet deze notitie in het register per transport gebeuren met vermelding van het nummer van het vervoerdocument, de datum van het transport, de hoeveelheid dierlijke mest uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton mest, de naam van de gebruiker en de identificatie van de inrichting waartoe de cultuurgronden behoren, waarop de dierlijke mest zal afgezet worden, via het Mestbanknummer;
  b) in geval van door vee rechtstreeks uitgescheiden dierlijke mest via begrazing moet de notitie gebeuren aan de hand van de veebezetting en de begin- en einddatum van de begrazingsperiode, uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N per inscharing, de naam van de gebruiker en de identificatie van de inrichting, waartoe de cultuurgronden behoren waarop de dieren ingeschaard worden, via het Mestbanknummer;
  c) indien de inscharing gebeurt op gronden van een erkende terreinbeherende vereniging dan moeten de gegevens zoals vermeld onder b) vermeld worden, waarbij de erkende terreinbeherende vereniging dient geïdentificeerd te worden aan de hand van haar kennummer bij de Mestbank.
  Bij afzet van dierlijke mest in een verwerkingseenheid moet de notitie per transport gebeuren met vermelding van bestemming van de dierlijke mest aan de hand van het Mestbanknummer, de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument, de hoeveelheid dierlijke mest in kg P2O5, in kg N en in ton mest aan de hand van het uittreksel van het register van de verwerkingseenheid zoals voorzien in artikel 5.28.3.2.3, § 1, 1°, van Vlarem;
  Bij afzet van dierlijke mest in een mestbewerkingseenheid moet de notitie per transport gebeuren met vermelding van bestemming van de dierlijke mest aan de hand van het Mestbanknummer, de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument, de hoeveelheid dierlijke mest in ton op basis van de weging op een geijkte weegbrug, en in kg P2O5 en in kg N op basis van de gehalten stikstof en fosfaat zoals bepaald door een erkend laboratorium; tevens dient het gehalte aan droge stof te worden bepaald per transport, door hetzelfde laboratorium op hetzelfde monster.
  Bij export van dierlijke mest moet de notitie gebeuren met vermelding van de datum van het transport, het nummer van het vervoerbewijs, de hoeveelheid dierlijke mest uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton dierlijke mest per transport. Tevens dient de naam van de exporteur en de identificatie van de exporteur aan de hand van het Mestbanknummer vermeld te worden.
  Bij afzet van dierlijke mest in een verzamelpunt voor verdere afzet op cultuurgrond, naar een be- of verwerkingseenheid, via export of naar een ander verzamelpunt moet deze notitie in het register gebeuren met vermelding van de bestemming van de dierlijke mest aan de hand van het Mestbanknummer, het nummer van het vervoerdocument, de datum en de hoeveelheid dierlijke mest uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton dierlijke mest per transport.
  § 3. Elke verantwoordelijke persoon van een be- of verwerkingseenheid of van een verzamelpunt voor dierlijke mest dient elke afzet van dierlijke mest ad hoc te noteren in een register voor meststoffenafzet. De wijze waarop dit dient te gebeuren is conform aan deze voor de producenten van dierlijke mest zoals bepaald in de §§ 1 en 2.
  § 4. Het register voor meststoffenafzet wordt vastgesteld door de minister en dient te worden ingevuld vanaf 1 januari 2001. Voor het jaar 2000 geldt evenwel een vereenvoudigd register voor meststoffenafzet waarin alle nutriëntstromen dienen te worden genoteerd met betrekking tot artikel 11, § 1, 2°, 3°, 4° en 5°, voor zover het verdere afzet naar een be- of verwerkingseenheid of naar export betreft. Het vereenvoudigd register wordt vastgesteld door de minister.
Art.11. § 1er. Chaque producteur d'effluents d'élevage doit inscrire tout écoulement d'effluents d'élevage sur un registre destiné à cet effet. L'écoulement des effluents d'élevage doit se faire conformément aux règles du décret :
  1° soit par épandage sur des terres arables;
  2° soit dans une unité de transformation;
  3° soit dans une unité de traitement;
  4° soit par exportation;
  5° soit dans un point de rassemblement pour écoulement ultérieur vers des terres arables, une unité de traitement ou de transformation ou pour l'exportation.
  § 2. Le producteur des effluents d'élevage inscrit dans les 48 heures tout écoulement d'effluents d'élevage sur le registre approprié.
  En cas d'écoulement des effluents d'élevage vers des terres arables appartenant à l'exploitation du producteur, l'écoulement est inscrit par le biais d'une référence au registre de l'utilisation des engrais dans la même exploitation :
  a) en cas d'épandage des effluents d'élevage;
  b) en cas de déjections excrétées directement par le bétail.
  En cas d'écoulement d'effluents d'élevage vers des terres arables d'une autre exploitation que celle visée au deuxième alinéa :
  a) en cas d'épandage des effluents d'élevage, l'inscription sur le registre doit se faire par transport avec mention du numéro du document de transport, de la date du transport, de la quantité d'effluents d'élevage exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'engrais, du nom de l'utilisateur et de l'identification de l'exploitation à laquelle appartiennent les terres arables réceptrices des effluents d'élevage, via le numéro à la "Mestbank";
  b) en cas de déjections directement excrétées par le bétail en pâturage, l'inscription se fait sur la base de la densité du bétail et de la date de début et de fin de la période de pâturage, exprimées en kg P2O5 et en kg N par mise en pension, du nom de l'utilisateur et de l'identification de l'exploitation à laquelle appartiennent les terres arables sur lesquelles les animaux sont mis en pension, via le numéro à la "Mestbank";
  c) lorsque les animaux sont mis en pension sur des terres appartenant à une association agréée gestionnaire de terrains, les renseignements doivent être mentionnés tels qu'ils sont repris sous b), ladite association devant être identifiée à l'aide de son numéro d'identification à la "Mestbank".
  En cas d'écoulement des effluents d'élevage vers une unité de transformation, l'inscription se fait par transport avec mention de la destination des effluents d'élevage à l'aide du numéro à la "Mestbank", de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'effluents d'élevage exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'engrais à l'aide de l'extrait du registre de l'unité de transformation tel que prévu à l'article 5.28.3.2.3, § 1er, 1°, du Vlarem.
  En cas d'écoulement des effluents d'élevage vers une unité de traitement, l'inscription se fait par transport avec mention de la destination des effluents d'élevage à l'aide du numéro à la "Mestbank", de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'effluents d'élevage en tonnes sur la base d'un pesage sur un pont-bascule étalonné et en kg P2O5 et en kg N sur la base des teneurs en azote et en phosphate déterminées par un laboratoire agréé; la teneur en matière sèche doit également être déterminée par transport, par le même laboratoire et sur le même échantillon.
  En cas d'exportation des effluents d'élevage, l'inscription se fait avec mention de la date du transport, du numéro du titre de transport, de la quantité d'effluents d'élevage exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'effluents d'élevage par transport. Il y a lieu de mentionner également le nom et l'identification de l'exportateur à l'aide du numéro à la "Mestbank".
  En cas d'écoulement des effluents d'élevage vers un point de rassemblement pour écoulement ultérieur vers des terres arables, vers une unité de traitement ou de transformation, par le biais d'exportation ou vers un autre point de rassemblement, l'inscription sur le registre se fait avec mention de la destination des effluents d'élevage à l'aide du numéro à la "Mestbank", du numéro du document de transport, de la date et de la quantité des effluents d'élevage exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'effluents d'élevage par transport.
  § 3. Chaque responsable d'une unité de traitement ou de transformation ou d'un point de rassemblement pour effluents d'élevage doit inscrire ad hoc tout écoulement d'effluents d'élevage sur un registre destiné à cet effet. Les modalités d'inscription sont similaires à celles s'appliquant aux producteurs d'effluents d'élevage conformément aux §§ 1er et 2.
  § 4. Le registre pour l'écoulement des effluents d'élevage est fixé par le Ministre et doit être tenu à partir du 1er janvier 2000. Pour l'année 2000, un registre simplifié sera appliqué dans lequel seront inscrits tous les flux d'éléments nutritionnels portant sur l'article 11, § 1er, 2°, 3°, 4° et 5°, pour autant qu'il s'agit d'un écoulement ultérieur vers une unité de traitement ou de transformation ou pour l'exportation. Le registre simplifié est fixé par le Ministre.
Onderafdeling B. - Afzet en export van de nutriënten P2O5 en N uit andere meststoffen.
Sous-section B. - Ecoulement et exportation des éléments nutritionnels P2O5 et N issus d'autres engrais.
Art.12. § 1. Elke producent van andere meststoffen en elke erkend vervoerder die andere meststoffen exporteert, moet elke afvoer of elke uitvoer van andere meststoffen in een register voor meststoffenafzet, als bedoeld in artikel 4 van het decreet en waarvan het model is vastgesteld door de minister, noteren. Het register voor meststoffenafzet moet per inrichting en ad hoc worden bijgehouden.
  § 2. Bij afzet van andere meststoffen op cultuurgronden van een gebruiker moet de notitie gebeuren per transport met vermelding van de bestemming, de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument en de hoeveelheid andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton andere meststoffen. Tevens dient de naam van de gebruiker en de identificatie van de inrichting waartoe de cultuurgronden behoren te gebeuren aan de hand van het Mestbanknummer.
  § 3. Bij afzet van andere meststoffen in een verwerkingseenheid moet de notitie per transport gebeuren met vermelding van de bestemming via het Mestbanknummer, de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument, de hoeveelheid andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton andere meststoffen aan de hand van het uittreksel van het register van de verwerkingseenheid zoals voorzien in artikel 5.28.3.2.3, § 1, 1°, van Vlarem;
  § 4. Bij afzet van andere meststoffen in een mestbewerkingseenheid moet de notitie per transport gebeuren met vermelding van de bestemming via het Mestbanknummer, de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument, de hoeveelheid andere meststoffen in ton op basis van de weging op een geijkte weegbrug, en in kg P2O5 en in kg N op basis van de gehalten stikstof en fosfaat zoals bepaald door een erkend laboratorium;
  § 5. Bij export van andere meststoffen moet de notitie in het register per transport gebeuren met vermelding van de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument en de hoeveelheid andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N en in ton andere meststoffen. Tevens dient de naam en de identificatie van de erkende mestvoerder aan de hand van het Mestbanknummer vermeld te worden.
  § 6. Bij afzet van andere meststoffen in een verzamelpunt of een opslag voor verdere afzet op cultuurgrond of voor verdere afzet naar een be- of verwerkingseenheid of naar een verzamelpunt moet de notitie in het register per transport gebeuren met vermelding van de datum van transport, het nummer van het vervoerdocument en de hoeveelheid andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N en in ton andere meststoffen. Tevens dient de naam en de identificatie van het verzamelpunt of de opslag aan de hand van het Mestbanknummer vermeld te worden;
  § 7. Elke verantwoordelijke persoon van een be- of verwerkingseenheid of van een verzamelpunt voor andere meststoffen moet elke afzet van andere meststoffen ad hoc noteren in een register voor meststoffenafzet. De wijze waarop dit dient te gebeuren is conform aan deze bepaald in de §§ 1 tot 6.
Art.12. § 1er. Tout producteur d'autres engrais et tout transporteur agréé qui exporte d'autres engrais, doit inscrire chaque écoulement ou exportation d'autres engrais sur un registre pour écoulement d'engrais, tel que visé à l'article 4 du décret et dont le modèle est fixé par le Ministre. Ce registre doit être tenu ad hoc par exploitation.
  § 2. En cas d'écoulement d'autres engrais vers des terres arables d'un utilisateur, l'inscription se fait par transport avec mention de la destination, de la date du transport, du numéro du document de transport et de la quantité d'autres engrais exprimés en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'autres engrais. Il y a lieu de mentionner également le nom de l'utilisateur et l'identification de l'exploitation à laquelle appartiennent les terres arables, à l'aide du numéro à la "Mestbank".
  § 3. En cas d'écoulement d'autres engrais vers une unité de transformation, l'inscription se fait par transport avec mention de leur destination à l'aide du numéro à la "Mestbank", de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'autres engrais exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'autres engrais à l'aide de l'extrait du registre de l'unité de transformation tel que prévu à l'article 5.28.3.2.3, § 1er, 1°, du Vlarem.
  § 4. En cas d'écoulement d'autres engrais vers une unité de traitement, l'inscription se fait par transport avec mention de leur destination à l'aide du numéro à la "Mestbank", de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'effluents d'élevage en tonnes sur la base d'un pesage sur un pont-bascule étalonné et en kg P2O5 et en kg N sur la base des teneurs en azote et en phosphate déterminées par un laboratoire agréé.
  § 5. En cas d'exportation d'autres engrais, l'inscription se fait avec mention de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'autres engrais exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'autres engrais par transport. Il y a lieu de mentionner également le nom et l'identification du transporteur d'engrais agréé à l'aide du numéro à la "Mestbank".
  § 6. En cas d'écoulement d'autres engrais vers un point de rassemblement ou un stockage pour écoulement ultérieur vers des terres arables ou pour un écoulement ultérieur vers une unité de traitement ou de transformation ou vers un point de rassemblement, l'inscription se fait par transport avec mention de la date du transport, du numéro du document de transport, de la quantité d'autres engrais exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'autres engrais. Il y a lieu de mentionner également le nom et l'identification du point de rassemblement ou du stockage à l'aide du numéro à la "Mestbank".
  § 7. Chaque responsable d'une unité de traitement ou de transformation ou d'un point de rassemblement pour autres engrais doit inscrire ad hoc tout écoulement d'autres engrais sur un registre destiné à cet effet. Les modalités d'inscription sont similaires à celles stipulées aux §§ 1er à 6.
Afdeling 3. - Register van meststoffenafname voor de nutriënten P2O5 en N.
Section 3. - Registre de la reprise des engrais pour les éléments nutritionnels P2O5 et N.
Onderafdeling A. - Register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden.
Sous-section A. - Registre de l'utilisation des engrais pour les éléments nutritionnels P2O5 et N sur terres arables.
Art.13. Elke gebruiker van dierlijke mest op cultuurgronden moet zelf per kalenderjaar en per perceel cultuurgrond zoals aangeduid op cartografisch materiaal, binnen de 48 uren het gebruik van dierlijke mest noteren in het register van meststoffengebruik.
  Bij gebruik van dierlijke mest van een inrichting op de cultuurgronden behorende tot de inrichting moet de notitie gebeuren :
  a) in geval van toediening van dierlijke mest, met vermelding van de datum en de hoeveelheid dierlijke mest uitgedrukt in kg P2O5,in kg N en in ton dierlijke mest per bemesting en met de omrekening naar kg P2O5 en kg N per hectare;
  b) in geval van door vee rechtstreeks uitgescheiden dierlijke mest, aan de hand van de veebezetting en de begin- en einddatum van de begrazingsperiode, uitgedrukt in kg P2O5 en kg N per begrazingsperiode en met de omrekening naar kg P2O5 en kg N per hectare.
  Bij gebruik van dierlijke mest afkomstig van een andere inrichting dan deze bedoeld in het eerste lid, moet de notitie in geval van toediening gebeuren met vermelding van de datum, van het nummer van het vervoerdocument, van de hoeveelheid dierlijke mest uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton per bemesting, van de omrekening naar kg P2O5 en kg N per hectare van de naam van de producent en van de identificatie van de inrichting, waarvan de dierlijke mest afkomstig is, via het Mestbanknummer. Tussenopslag op de kopakker moet eveneens vermeld worden in het register.
  Bij gebruik van dierlijke mest afkomstig van een andere inrichting dan deze bedoeld in het eerste lid, moet de notitie in geval van rechtstreeks door vee uitgescheiden dierlijke mest gebeuren aan de hand van de veebezetting, van de begin- en einddatum van de begrazingsperiode, van de bemesting uitgedrukt in kg P2O5 en kg N per inscharing, van de naam van de producent en van de identificatie van de inrichting. De identificatie van de inrichting, waartoe de dieren die worden ingeschaard behoren, gebeurt via het Mestbanknummer;
Art.13. Tout utilisateur d'effluents d'élevage sur des terres arables doit lui-même inscrire par année calendaire et par parcelle arable telle qu'indiquée sur du matériel cartographique, dans les 48 heures, l'utilisation des effluents d'élevage sur le registre destiné à cet effet.
  En cas d'utilisation d'effluents d'élevage provenant d'une exploitation sur les terres arables appartenant à cette exploitation, l'inscription se fait :
  a) en cas d'épandage d'effluents d'élevage, avec mention de la date et de la quantité des effluents d'élevage, exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'effluents d'élevage par fertilisation et convertie en kg P2O5 et en kg N par hectare;
  b) en cas de déjections directement excrétées par le bétail, l'inscription se fait sur la base de la densité du bétail et de la date de début et de fin de la période de pâturage, exprimées en kg P2O5 et en kg N par période de pâturage et convertie en kg P2O5 et en kg N par hectare.
  En cas d'utilisation d'effluents d'élevage provenant d'une autre exploitation que celle visée au premier alinéa, l'inscription doit se faire, en cas d'épandage, avec mention de la date, du numéro du document de transport, de la quantité d'effluents d'élevage, exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes par fertilisation, de la conversion en kg P2O5 et en kg N par hectare, du nom du producteur et de l'identification de l'exploitation dont les effluents d'élevage proviennent, via le numéro à la "Mestbank". L'entreposage intermédiaire sur la tournière doit également être inscrit sur le registre.
  En cas d'utilisation d'effluents d'élevage provenant d'une autre exploitation que celle visée au premier alinéa, l'inscription doit se faire, en cas de déjections directement excrétées par le bétail, sur la base de la densité du bétail, de la date de début et de fin de la période de pâturage, de la fertilisation exprimée en kg P2O5 et en kg N par mise en pension du bétail, du nom du producteur et de l'identification de l'exploitation. L'identification de l'exploitation à laquelle appartiennent les animaux mis en pension se fait via le numéro à la "Mestbank";
Art.14. Elke gebruiker van andere meststoffen op cultuurgronden dient zelf per kalenderjaar en per perceel cultuurgrond zoals aangeduid op cartografisch materiaal, binnen de 48 uren het gebruik van andere meststoffen te noteren in het register van meststoffengebruik. Deze notitie omvat de vermelding van de datum, het nummer van het vervoerdocument en de hoeveelheid andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5, in kg N en in ton andere meststoffen per bemesting en met de omrekening naar kg P2O5 en naar kg N per hectare. Tevens dient de naam van de producent en de identificatie van de inrichting waar de andere meststof wordt geproduceerd te worden vastgesteld aan de hand van het Mestbanknummer; tussenopslag op de kopakker moet eveneens vermeld worden in het register;
Art.14. Tout utilisateur d'autres engrais sur des terres arables est tenu lui-même à inscrire, par année calendaire et par parcelle de terre arable telle qu'indiquée sur du matériel cartographique, dans les 48 heures, l'usage d'autres engrais sur un registre d'utilisation d'engrais. L'inscription mentionne la date, le numéro du document de transport et la quantité d'autres engrais, exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'autres engrais par fertilisation et la conversion en kg P2O5 et en kg N par hectare. Il y a lieu également de déterminer à l'aide du numéro à la "Mestbank" le nom du producteur et l'identification de l'exploitation productrice des autres engrais; l'entreposage intermédiaire sur la tournière doit également être inscrit sur le registre.
Art.15. Elke gebruiker van chemische meststoffen op cultuurgronden dient zelf per kalenderjaar en per perceel cultuurgrond zoals aangeduid op cartografisch materiaal, binnen de 48 uren het gebruik van chemische meststoffen te noteren in het register van meststoffengebruik. Deze notitie omvat de vermelding van de datum en de hoeveelheid chemische meststoffen uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N per perceel en met de omrekening naar kg P2O5 en naar kg N per hectare.
Art.15. Tout utilisateur d'engrais chimiques sur des terres arables est tenu lui-même à inscrire, par année calendaire et par parcelle de terre arable telle qu'indiquée sur du matériel cartographique, dans les 48 heures, l'usage d'engrais chimiques sur un registre d'utilisation d'engrais. L'inscription mentionne la date et la quantité d'engrais chimiques, exprimée en kg P2O5 et en kg N par parcelle et la conversion en kg P2O5 et en kg N par hectare.
Art.16. Het register van meststoffengebruik zoals bepaald in artikel 13, 14 en 15 wordt vastgesteld door de minister en dient te worden ingevuld vanaf 1 januari 2001.
Art.16. Le registre d'utilisation d'engrais tel que visé aux articles 13, 14 et 15 est fixé par le Ministre et doit être tenu à partir du 1er janvier 2001.
Onderafdeling B. - Register omtrent import en afname door een verwerkingseenheid, een mestbewerkingseenheid of een verzamelpunt van dierlijke mest of andere meststoffen.
Sous-section B. - Registre relatif à l'importation et la reprise d'effluents d'élevage ou d'autres engrais par une unité de transformation, une unité de traitement ou un point de rassemblement.
Art.17. § 1. Bij ontvangst van dierlijke mest of andere meststoffen in een verwerkingseenheid : de aangifteplichtige van de verwerkingseenheid dient hiervan ter plaatse en ad hoc een register bij te houden. De notitie dient te gebeuren aan de hand van de elementen voorzien in artikel 5.28.3.2.3, § 1, van Vlarem. Het register wordt vastgesteld door de minister.
  Tevens dient de naam van de producent en de identificatie van de inrichting waar de dierlijke mest of andere meststoffen werden geproduceerd te gebeuren aan de hand van het Mestbanknummer.
  § 2. Bij ontvangst van dierlijke mest of andere meststoffen in een mestbewerkingseenheid : de aangifteplichtige van de mestbewerkingseenheid dient hiervan ter plaatse en ad hoc een register bij te houden. Het model van het register wordt vastgesteld door de minister. De notitie omvat :
  1° gegevens over de aangevoerde dierlijke mest of over de andere meststoffen :
  a) het volgnummer, de datum en het uur van de aanvoer van de dierlijke mest of andere meststoffen;
  b) de aard van de dierlijke mest (diersoort, type (droge mest, stalmest, mengmest, dunne fractie, . ), ) of de aard van de andere meststoffen met een duidelijke omschrijving ervan.
  c) de naam van de producent en de identificatie van de inrichting waar de dierlijke mest of de andere meststoffen werd geproduceerd aan hand van het Mestbanknummer;
  d) de vervoerder van de dierlijke mest of de andere meststoffen en de wijze van vervoer met vermelding van het documentnummer van het mestafzetdocument of overdrachtsdocument dat het transport vergezelt;
  e) de hoeveelheid (massa en volume) van de dierlijke mest of de andere meststoffen aan de hand van de weegbon van een geijkte weegbrug;
  f) de gehalten aan stikstof en fosfaat en het droge stofgehalte zoals bepaald door een erkend laboratorium;
  g) in voorkomend geval de opmerkingen over de dierlijke mest of de andere meststoffen;
  h) de gegevens over de verdere afvoer van de dierlijke mest of andere meststoffen uitgedrukt in kg N en kg P2O5 en in ton dierlijke mest of andere meststoffen.
  § 3. Bij import van dierlijke mest of andere meststoffen : de betrokken invoerder gebruiker dient een register bij te houden van de geïmporteerde dierlijke mest of andere meststoffen. Het register wordt vastgesteld door de minister. Deze notitie in het register dient ad hoc te gebeuren met vermelding van de datum van import, het nummer van het vervoerdocument en de hoeveelheid dierlijke mest of andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5 en kg N en in ton per transport.
  Tevens dient de naam van de erkende mestvoerder en de identificatie van de erkende mestvoerder die de dierlijke mest of de andere meststoffen importeert te gebeuren aan de hand van het mestbanknummer.
  § 4. Bij ontvangst van dierlijke mest of andere meststoffen in een verzamelpunt voor verdere afzet op cultuurgrond of voor verdere afzet naar een be- of verwerkingseenheid : de aangifteplichtige van het verzamelpunt dient elke afname van dierlijke mest of andere meststoffen in een register te noteren. Deze notitie in het register dient ad hoc te gebeuren met vermelding van de datum, het nummer van het vervoerdocument, de herkomst en de hoeveelheid dierlijke mest of andere meststoffen uitgedrukt in kg P2O5 en kg N en in ton per transport. Het register wordt vastgesteld door de minister.
  Tevens dient de naam van de producent en de identificatie van de inrichting waar de dierlijke mest of de andere meststof werd geproduceerd, verzameld of bewerkt of waar zij vandaan komt te gebeuren aan de hand van het Mestbanknummer.
Art.17. § 1er. En cas de réception d'effluents d'élevage ou d'autres engrais dans une unité de transformation : la personne soumise à déclaration de l'unité de transformation doit tenir un registre ad hoc et sur place. Les inscriptions se font sur la base des éléments prévus à l'article 5.28.3.2.3, § 1er, du Vlarem. Le registre est fixé par le Ministre.
  Il y a lieu également de déterminer à l'aide du numéro à la "Mestbank" le nom du producteur et l'identification de l'exploitation productrice des effluents d'élevage et des autres engrais.
  § 2. En cas de réception d'effluents d'élevage ou d'autres engrais dans une unité de traitement : la personne soumise à déclaration de l'unité de transformation doit tenir un registre ad hoc et sur place. Le modèle du registre est fixé par le Ministre. L'inscription consiste en les renseignements suivants :
  1° renseignements sur les effluents d'élevage ou les autres engrais acheminés :
  a) le numéro d'ordre, la date et l'heure de la livraison des effluents d'élevage ou des autres engrais;
  b) la nature des effluents d'élevage (espèce d'animal, type (engrais secs, fumier, lisier, fraction liquide, . ) ou la nature des autres engrais ainsi qu'une description claire;
  c) le nom du producteur et l'identification de l'exploitation productrice des effluents d'élevage ou des autres engrais à l'aide du numéro à la "Mestbank";
  d) le transporteur des effluents d'élevage ou des autres engrais et le mode de transport avec mention du numéro du document d'écoulement des engrais ou du document de transfert qui accompagne le transport;
  e) la quantité (masse et volume) des effluents d'élevage ou des autres engrais à l'aide du bon de pesage d'un pont-bascule étalonné;
  f) les teneurs d'azote et de phosphate et des matières sèches constatées par un laboratoire agréé;
  g) le cas échéant, les remarques sur les effluents d'élevage ou les autres engrais;
  h) les données concernant l'écoulement ultérieur des effluents d'élevage ou des autres engrais, exprimés en kg P2O5 et en kg N et en tonnes d'effluents d'élevage ou d'autres engrais.
  § 3. En cas d'importation d'effluents d'élevage ou d'autres engrais, l'importateur-utilisateur intéressé doit tenir un registre des effluents d'élevage ou des autres engrais. Le registre est fixé par le Ministre. L'inscription s'effectue ad hoc avec mention de la date de l'importation, le numéro du document de transport et la quantité d'effluents d'élevage ou d'autres engrais, exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes par transport.
  Il y a lieu également de déterminer à l'aide du numéro à la "Mestbank" le nom du transporteur d'engrais agréé et l'identification du transporteur agréé qui importe les effluents d'élevage ou les autres engrais.
  § 4. En cas de réception d'effluents d'élevage ou d'autres engrais dans un point de rassemblement pour écoulement ultérieur vers des terres arables ou vers une unité de traitement ou de transformation : la personne soumise à déclaration du point de rassemblement doit inscrire toute reprise d'effluents d'élevage ou d'autres engrais sur un registre. L'inscription sur le registre doit se faire ad hoc avec mention de la date, du numéro du document de transport, de l'origine et de la quantité d'effluents d'élevage ou d'autres engrais, exprimée en kg P2O5 et en kg N et en tonnes par transport. Les registre est fixé par le Ministre.
  Il y a lieu également de déterminer à l'aide du numéro à la "Mestbank" le nom du producteur et l'identification de l'exploitation où les effluents d'élevage ou les autres engrais ont été produits, rassemblés ou traités.
Afdeling 3. - Aanvragen, invullen, bijhouden en bewaren van de registers.
Section 3. - Demander, remplir, tenir à jour et conserver les registres.
Art.18. § 1. De Mestbank stelt de nodige formulieren ter beschikking van de betrokkenen. De betrokkene is verantwoordelijk voor het bijhouden van het register en is gehouden zelf een register op te vragen bij de Mestbank indien het hem niet heeft bereikt voor 1 januari van het lopende productiejaar. Voor het jaar 2000 wordt deze datum bepaald op 1 juli. De Mestbank kan een digitale versie van de desbetreffende formulieren ter beschikking stellen. Het invullen van het register dient te gebeuren met onuitwisbare inkt. Verbeteringen mogen enkel worden gemaakt door schrapping van de oorspronkelijk ingevulde gegevens en aanvulling van de juiste gegevens.
  § 2. Het register moet per inrichting worden bijgehouden op de plaats waar registerplichtige activiteit uitgevoerd wordt. Voor het register van het gebruik van meststoffen op cultuurgronden wordt hieronder het adres van de gebruiker van de cultuurgronden bedoeld.
  § 3. Het register moet, samen met de luiken van de transportdocumenten die erop betrekking hebben, en samen met de weegbonnen en analyseresultaten afgeleverd door de erkende laboratoria, gedurende drie jaren, volgend op het kalenderjaar waarop het register betrekking heeft, bewaard te worden op de plaats waar de registerplichtige activiteit uitgevoerd wordt.
Art.18. § 1er. La "Mestbank" met les formulaires nécessaires à la disposition des intéressés. L'intéressé est responsable de la tenue du registre et doit lui-même demander à la "Mestbank" l'envoi d'un registre s'il n'en a pas reçu avant le 1er janvier de l'année de production en cours. Pour l'an 2000, cette date est fixée au 1er juillet. La "Mestbank" peut fournir une version numérique des formulaires en question. Le registre doit être rempli à l'aide d'encre indélébile. Des corrections ne peuvent être apportées que par rayage des renseignements initiaux et addition des données exactes.
  § 2. Le registre doit être tenu par exploitation sur les lieux où les activités soumises au registre sont exercées. Pour le registre de l'utilisation des engrais sur des terres arables, il s'agit de l'adresse de l'utilisateur des terres arables.
  § 3. Les registre ainsi que les volets des documents de transport s'y rapportant et les bons de pesage et les résultats d'analyse délivrés par des laboratoires agréés, doivent être conservés sur les lieux où les activités soumises au registre sont exercées pendant trois ans suivant l'année calendaire à laquelle le registre se rapporte.
HOOFDSTUK IV. - Erkenning van mestvoerders.
CHAPITRE IV. - Agrément des transporteurs d'engrais.
HOOFDSTUK V. - Vervoer van meststoffen.
CHAPITRE V. - Transport d'engrais.
Afdeling 1. - Terminologie.
Section 1. - Terminologie.
Afdeling 2. - Nadere regels betreffende het mestafzetdocument, zoals bedoeld in artikel 7, § 2, van het decreet.
Section 2. Modalités relatives au document d'écoulement d'engrais tel que visé à l'article 7, § 2, du décret.
Afdeling 3. - Nadere regels betreffende de het vervoer zoals bedoeld in artikel 8 van het decreet.
Section 3. - Modalités relatives au transport tel que visé à l'article 8 du décret.
Afdeling 4. - Nadere regels betreffende de voorafgaande toestemming voor invoer of uitvoer zoals bedoeld in artikel 9, § 1, vijfde en zesde lid van het decreet.
Section 4. - Modalités relatives au consentement préalable pour l'importation ou l'exportation visées à l'article 9, § 1er, alinéas 5° et 6° du décret.
Afdeling 5. - Nadere regels voor de toepassing van de verordening (EEG) nr 259/93.
Section 5. - Modalités relatives à l'application du Règlement (CEE) n° 259/93.
HOOFDSTUK VI. - Ontvangstplicht van de Mestbank.
CHAPITRE VI. - Obligation de réception de la "Mestbank".
Art.41. De producent die overschotten van dierlijke mest aan de Mestbank aanbiedt, dient daarvoor bij een ter post aangetekende brief een aanvraag in bij de Mestbank. Hij gebruikt daarvoor een formulier overeenkomstig het model dat is vastgesteld door de minister, dat in tweevoud moet worden opgemaakt en waarvan hij één exemplaar behoudt. Het aanbod per ophaalplaats moet minstens 20 ton bedragen.
  De Mestbank dient binnen dertig kalenderdagen, volgend op de postdatum van de aanvraag, de aangeboden dierlijke mest af te nemen. Hiertoe wijst de Mestbank een erkende mestvoerder aan die contact moet opnemen met de producent om deze de methode en de datum van afname mee te delen.
Art.41. Le producteur offrant des excédents d'effluents d'élevage à la "Mestbank", introduit à cette fin une demande à la "Mestbank" par lettre recommandée à la poste, A cette fin, il utilise un formulaire dont le modele est fixé par le Ministre et qui doit être établi en double et dont il conserve un exemplaire. L'offre par lieu d'enlèvement est de 20 tonnes au moins.
  La "Mestbank" doit enlever les effluents d'élevage offerts dans les trente jours calendaires suivant la date de la poste de la demande. La "Mestbank" désigne à cet effet un transporteur agréé qui prendra contact avec le producteur afin de lui communiquer la méthode et la date de reprise.
Art.42. De via de Mestbank verhandelde mest mag niet op cultuurgronden gebracht worden gelegen in de gemeenten bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2000, houdende uitvoering van artikel 9 van het decreet.
Art.42. Les effluents d'élevage échangés par l'entremise de la "Mestbank" ne peuvent être épandus sur des terres arables situées dans les communes prévues dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 mai 2000 portant exécution de l'article 9 du décret.
Art.43. § 1. Als de via de Mestbank reëel verhandelde mesthoeveelheid uitgedrukt in kg P2O5 en kg N verschilt van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid, wordt de afzetheffing geheven op de reëel via de Mestbank verhandelde mesthoeveelheid.
  § 2. Als de reëel aangeboden hoeveelheid uitgedrukt in kg P2O5 en kg N de in de aanvraag vermelde hoeveelheid overstijgt, kan de Mestbank of de erkende mestvoerder weigeren het meeraanbod te aanvaarden.
  § 3. Als de reëel aangeboden hoeveelheid minder dan 75 % bedraagt van de in de aanvraag vermelde eenheden P2O5 en N, of als de producent zijn aanvraag annuleert, rekent de Mestbank voor elke niet verhandelde kg P2O5 en kg N, aan de producent een boete aan van 25 % van de afzetheffing per ton.
Art.43. § 1er. Si la quantité d'engrais exprimée en kg P2O5 et en kg N, effectivement échangés par l'entremise de la "Mestbank" diffère de la quantité mentionnée dans la demande, la redevance d'écoulement est levée sur la quantité d'engrais effectivement échangés par l'entremise de la "Mestbank".
  § 2. Si la quantité effectivement offerte, exprimée en kg P2O5 et en kg N, dépasse la quantité mentionnée dans la demande, la "Mestbank" ou le transporteur d'engrais agréé peuvent refuser le surplus d'engrais offert.
  § 3. Si la quantité effectivement offerte est inférieure à 75 % des unités P2O5 et N mentionnées dans la demande ou si le producteur annule sa demande, la "Mestbank" impose au producteur, pour chaque kg P2O5 et kg N non échangé, une amende à concurrence de 25 % de la redevance d'écoulement par tonne.
Art.44. § 1. De producent dient ervoor te zorgen dat de plaats van de mestopslag voldoende bereikbaar is voor transportwagens met een laadvermogen van 20 ton, en dat het laden vlot kan gebeuren. Indien dit niet het geval is komen de eventueel hiervoor gemaakte kosten ten laste van de producent.
  § 2. De Mestbank kan te allen tijde passende sanitaire of hygiënische voorwaarden vaststellen waaraan de mestvoerders dienen te voldoen.
Art.44. § 1er. Le producteur doit veiller à ce que l'entreposage d'engrais soit suffisamment accessible aux véhicules de transport ayant une charge utile de 20 tonnes et que le chargement se déroule sans obstacles. Si cela n'est pas le cas, les frais exposés à cet effet sont supportés par le producteur.
  § 2. La "Mestbank" peut à tout moment stipuler des conditions sanitaires ou hygieniques appropriées auxquelles les transporteurs d'engrais doivent répondre.
Art.45. § 1. De afzetheffing wordt berekend overeenkomstig artikel 21, § 4, van het decreet.
  § 2. De berekeningsmodaliteiten voor de kostprijs van de Mestbank, zoals bedoeld in artikel 21, § 4, van het decreet worden vastgesteld als :
  - de som van de kostprijs van de afhaling, het transport, de opslag, de prefinanciering;
  - verminderd met de kwaliteitspremies zoals bedoeld in artikel 46, § 2;
  - vermeerderd met een administratieve kostprijs ten bedrage van (1,25 euro per ton);
  - en eventueel ook vermeerderd met de kostprijs van het opbrengen, de verwerking of de vernietiging van de aangeboden mest, en de analyses zoals bedoeld in artikel 47, § 1;
  - maar verminderd met alle financiële tegemoetkomingen of tussenkomsten ongeacht de aard ervan;
  - en vermeerderd met de boetes zoals bedoeld in artikel 43, § 3, de vergoedingen wegens kwaliteitsgebreken zoals bedoeld in artikel 46, § 1, en de toeslagen zoals bedoeld in artikel 47, §§ 2 en 3.
Art.45. § 1er. La redevance d'écoulement est calculée conformément à l'article 21, § 4, du décret.
  § 2. Les modalités de calcul du coût de la "Mestbank", visé à l'article 21, § 4, du décret, sont fixées comme suit :
  - la somme du coût de l'enlèvement, du transport, du stockage, du préfinancement;
  - diminuée des primes de qualité telles que visées à l'article 46, § 2;
  - majorée d'un coût administratif à concurrence de (1,25 euro par tonne);
  - et, le cas échéant, majorée du coût d'épandage, de transformation ou de destruction des engrais offerts et des analyses telles que visées à l'article 47, § 1er;
  - mais diminuée de toute intervention ou allocation financière, quelle qu'en soit la nature;
  - et majorée des amendes telles que visées à l'article 43, § 3, les indemnités pour défauts de qualité telles que visées à l'article 46, § 1er et les suppléments tels que visés à l'article 47, § 2 et 3.
Art.46. § 1. Als vloeibare mest wordt aangeboden die afkomstig is van zeugen of runderen, of die bestaat uit een mengsel dat vloeibare mest van deze diersoorten bevat, rekent de Mestbank als toeslag op de afzetheffing, volgende kwaliteitsvergoedingen aan de producent aan :
  - voor vloeibare mestkalverenmest : (5 euro) per ton;
  - voor andere vloeibare rundermest : (2,50 euro) per ton;
  - voor vloeibare zeugenmest : (2,50 euro) per ton.
  § 2. Als mengmest wordt aangeboden die afkomstig is van pluimvee of als vaste mest wordt aangeboden, kent de Mestbank aan de producent de volgende kwaliteitspremie toe :
  - voor alle soorten vaste pluimveemest : (5 euro) per ton;
  - voor alle andere vaste mest : (2,50 euro) per ton;
  - voor pluimveemengmest : (2,50 euro) per ton.
  § 3. Alle andere mest dan die vernoemd in de §§ 1 en 2 wordt geacht te voldoen aan de basiskwaliteitsvereisten. Bij aanbod van dergelijke mest wordt noch een kwaliteitsvergoeding aangerekend, noch een kwaliteitspremie toegekend.
Art.46. § 1er. Si des engrais liquides sont offerts, provenant de truies ou de bovins ou constitués d'un mélange d'engrais liquides de ces espèces animales, la "Mestbank" porte en compte au producteur en sus de la redevance d'écoulement, les indemnités de qualité suivantes :
  - engrais liquides de veaux à l'engrais : (5 euros) par tonne;
  - autres engrais liquides de bovins : (2,50 euros) par tonne;
  - engrais liquides de truies : (2,50 euros) par tonne.
  § 2. Si du lisier provenant de volaille ou des déjections solides sont offerts, la "Mestbank" alloue au producteur les primes de qualité suivantes :
  - toutes sortes de déjections solides de volaille : (5 euros) par tonne;
  - toutes les autres déjections solides : (2,50 euros) par tonne;
  - lisier de volaille : (2,50 euros) par tonne.
  § 3. Tous les autres engrais que ceux visés aux § 1er et 2 sont censés satisfaire aux exigences de qualité de base. Si de tels engrais sont offerts, ni une indemnité de qualité, ni une prime de qualité est allouée.
Art.47. § 1. De Mestbank kan op aangeboden dierlijke mest alle analyses laten uitvoeren die zij nodig acht.
  § 2. Als uit een dergelijke analyse blijkt dat er in de mest stoffen in abnormale concentraties aanwezig zijn, of dat er zich in de mest chemisch of biologisch mestvreemde stoffen bevinden in zodanige hoeveelheid, dat hetzij afzet niet op de gebruikelijke wijze of op slechts een beperkt aantal cultuurgronden mogelijk is, hetzij de mest dient te worden vernietigd, kan de Mestbank een toeslag aanrekenen aan de producent.
  § 3. Als het vanwege dwingende sanitaire redenen niet mogelijk is de aangeboden mest op de gebruikelijke wijze aan te wenden, of als de mest om voornoemde redenen slechts op een beperkt aantal cultuurgronden mag worden uitgespreid of vernietigd dient te worden, kan een toeslag aangerekend worden aan de producent.
  § 4. De in §§ 2 en 3 bedoelde toeslagen worden aangerekend als de werkelijke kostprijs per ton die de Mestbank heeft moeten maken om de afzet, de verwerking of vernietiging van deze mesthoeveelheid te bewerkstelligen - hierbij rekening houdend met alle in artikel 45 vernoemde kostenbepalende parameters - hoger ligt dan de afzetheffing per ton. De hoogte van deze toeslagen wordt vastgesteld als het verschil tussen deze werkelijke kostprijs per ton en de afzetheffing per ton, vermenigvuldigd met het aantal ton verontreinigde mest dat werd verhandeld.
Art.47. § 1er. La "Mestbank" peut soumettre les effluents d'élevage offerts à toute analyse qu'elle juge utile.
  § 2. S'il résulte d'une telle analyse que les effluents d'élevage contiennent des substances en concentrations anormales ou des substances chimiques ou biologiques étrangères aux engrais, dans des quantités telles que, soit l'écoulement ne peut s'effectuer de façon usuelle ou seulement vers une partie limitée des terres arables soit les effluents d'élevage doivent être détruits, la "Mestbank" peut porter en compte au producteur un supplément.
  § 3. Si, pour des raisons sanitaires impératives, les effluents d'élevage offerts ne peuvent être utilisés de façon usuelle ou si les effluents d'élevage, pour les motifs précités, ne peuvent être épandus que sur une partie limitée des terres arables ou doivent être détruits, un supplément peut être porté en compte au producteur.
  § 4. Les suppléments visés aux § 2 et 3 sont portés en compte si le coût réel par tonne exposé par la "Mestbank" pour assurer l'écoulement, la transformation ou la destruction des effluents d'élevage, compte tenu des paramètres constitutifs du coût, visés à l'article 45, est supérieur à la redevance d'écoulement par tonne. Le montant de ces suppléments est la différence entre le coût reel par tonne et la redevance d'écoulement par tonne, multiplié par le nombre de tonnes d'effluents d'élevage pollués qui ont été échangées.
HOOFDSTUK VII. - Inning en invordering.
CHAPITRE VII. - Perception et recouvrement.
Art.48. Het afdelingshoofd en de ambtenaren van de dienst heffingen van de afdeling Mestbank van de Vlaamse Landmaatschappij zijn belast, voor rekening van de Mestbank, met de inning en invordering van de basisheffingen, de superheffingen en de afzetheffingen bedoeld in artikel 21 van het decreet.
Art.48. Le chef de division et les fonctionnaires du Service des redevances de la division "Mestbank" de la "Vlaamse Landmaatschappij" sont chargés, pour le compte de la "Mestbank" de la perception et du recouvrement des redevances de base, des redevances complémentaires et des redevances d'écoulement visées à l'article 21 du décret.
Art.49.   § 1. Bij voormeld afdelingshoofd dienen de bezwaarschriften tegen de heffingen, bedoeld in artikel 22, § 6, van het decreet, ingediend worden.
  [Voormeld afdelingshoofd is gemachtigd om de administratieve geldboetes, vermeld in artikel 25 van het decreet, op te leggen.]
  Voormeld afdelingshoofd is tevens bevoegd voor het treffen van dadingen, het kwijtschelden of verminderen van de administratieve geldboete en het verlenen van uitstel van betaling, conform het bepaalde in de artikelen 25, 26, 27, 27bis, 27ter, 28 en 29 van het decreet.
  § 2. De in artikel 48 bedoelde ambtenaren oefenen toezicht uit op de verplichtingen inzake de heffing en stellen van hun bevindingen verslagen op. Zij beschikken over alle bevoegdheden van de toezichthoudende ambtenaren vastgelegd in het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
  In de uitoefening van hun ambt maken zij zich tegenover derden kenbaar [1 door een legitimatiekaart als bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van... betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden]1.
  § 3. De leidend ambtenaar van de Vlaamse Landmaatschappij is gemachtigd tot :
  a) het viseren, het uitvoerbaar verklaren en het eensluidend verklaren van het dwangbevel bedoeld in artikel 28 van het decreet;
  b) het verzoeken om de hypothecaire inschrijving bedoeld in artikel 30 van het decreet.
  Bij afwezigheid wordt de leidend ambtenaar voor de in dit artikel genoemde taken vervangen door een ambtenaar van niveau A van de Vlaamse Landmaatschappij door hem aangewezen.
  
Art.49.   § 1er. Les réclamations contre les redevances visées à l'article 22, § 6, du décret, doivent être adressées au chef de division précité.
  [Le chef de division précité est habilité à imposer les amendes administratives visées à l'article 25 du décret.]
  Ledit chef de division est également habilité à transiger, à remettre ou à réduire l'amende administrative et à accorder un sursis de paiement, conformément aux articles 25, 26, 27, 27bis, 27ter, 28 et 29 du décret.
  § 2. Les fonctionnaires visés à l'article 48 veillent au respect des obligations en matière de redevances et consignent leurs constatations dans des constats. Ils exercent également toutes les attributions des fonctionnaires chargés du contrôle prévues par le décret et ses arrêtés d'exécution.
  Dans l'exercice de leurs fonctions ils justifient de leur identité vis-à-vis de tiers [1 par une carte de légitimation telle que visée à l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2008 relatif aux cartes de légitimation des membres du personnel des services des Autorités flamandes chargés des compétences d'inspection ou de contrôle]1.
  § 3. Le fonctionnaire dirigeant de la "Vlaamse Landmaatschappij est habilité à :
  a) viser, déclarer exécutoire et déclarer conforme la contrainte visée à l'article 28 du décret;
  b) demander l'inscription hypothécaire visée à l'article 30 du décret.
  En cas d'absence du fonctionnaire dirigeant, celui-ci est remplace par un fonctionnaire du niveau A de la "Vlaamse Landmaatschappij", désigné par lui, pour accomplir les missions citées dans le présent article.
  
Art.50.   § 1. De beroepen bedoeld in artikel 24 van het decreet dienen ingesteld bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu.
  § 2. De adviescommissie bedoeld in artikel 24 van het decreet bestaat uit :
  1° een voorzitter, aangesteld in onderling overleg tussen de Vlaamse minister bevoegd voor financiën, de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid en de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu;
  2° 2 ambtenaren van de Vlaamse Landmaatschappij aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu;
  3° 1 ambtenaar van [1 het Departement Financiën en Begroting]1, aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor financiën;
  4° 1 ambtenaar van de [1 Departement Landbouw en Visserij]1 aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid.
  
Art.50.   § 1er. Les recours visés à l'article 24 du décret doivent être exercés auprès du Ministre flamand chargé de l'environnement.
  § 2. La commission consultative visée à l'article 24 du décret est composée comme suit :
  1° un président désigné de commun accord par le Ministre flamand chargé des finances, le Ministre flamand chargé de l'agriculture et le Ministre flamand chargé de l'environnement;
  2° 2 fonctionnaires de la "Vlaamse Landmaatschappij" désignés par le Ministre flamand chargé de l'environnement;
  3° 1 fonctionnaire [1 du Département des Finances et du Budget]1, désigné par le Ministre flamand chargé des Finances;
  4° 1 fonctionnaire [1 du Département de l'Agriculture et de la Pêche]1, désigné par le Ministre flamand chargé de l'Agriculture.
  
Art.51. (Opgeheven)
Art.51. (Abrogé)
HOOFDSTUK VIII. - Toezicht.
CHAPITRE VIII. - Surveillance.
Art.52. § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie en van de burgemeester houden de volgende ambtenaren, ieder wat hun opdracht betreft, toezicht op de toepassing van het decreet, van dit besluit en andere uitvoeringsbesluiten ervan :
  1° de door de minister aangestelde ambtenaren van niveau A, B en C van de Vlaamse Landmaatschappij;
  2° de door de minister aangestelde ambtenaren van niveau A, B en C van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;
  3° de door de gemeente aangewezen agenten van de gemeentelijke politie en de technische ambtenaren van de gemeente die :
  - ofwel in het bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs waaruit blijkt dat zij een opleiding hebben genoten overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de Milieuvergunning;
  - ofwel van voormelde opleiding zijn vrijgesteld overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde besluit.
Art.52. § 1er. Sans préjudice des attributions des officiers de la police judiciaire et du bourgmestre, les fonctionnaires suivants veillent, chacun en ce qui concerne leur mission, au respect du décret, du présent arrêté et d'autres arrêtés d'exécution :
  1° les fonctionnaires des niveaux A, B et C de la "Vlaamse Landmaatschappij" désignés par le Ministre;
  2° les fonctionnaires des niveaux A, B et C de l'Administration de la Gestion de l'Environnement, de la Nature, du Sol et des Eaux du Département de l'Environnement et de l'Infrastructure, désignés par le Ministre;
  3° les agents de la police communale et les fonctionnaires techniques de la commune, désignés par la commune, qui :
  - soit sont porteurs d'un certificat d'aptitude attestant qu'ils ont suivi une formation conformément aux dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 février 1991 fixant le Règlement flamand relatif à l'autorisation écologique;
  - soit sont dispensés de la formation précitée conformément aux dispositions du même arrêté.
HOOFDSTUK IX. - Staalname en analyse.
CHAPITRE IX. - Echantillonnage et analyse.
HOOFDSTUK X.
CHAPITRE X.
HOOFDSTUK XI. - Opheffings- en slotbepalingen.
CHAPITRE XI. - Dispositions abrogatoires et transitoires.
Art.76. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen wordt opgeheven vanaf het productiejaar 2000 behoudens artikel 13, § 2, artikel 17, § 1, artikel 31, § 5, artikel 32, § 6, tot en met § 10, artikel 36, § 2, en artikel 51, tot en met artikel 65.
Art.76. L'arreté du Gouvernement flamand du 20 décembre 1995 portant exécution de certains articles du décret du 23 janvier 1991 relatif à la protection de l'environnement contre la pollution due aux engrais est abrogé à partir de l'année de production 2000, sauf l'article 13, § 2, l'article 17, § 1er, l'article 31, § 5, l'article 32, § 6 au § 10 inclus, l'article 36, § 2 et l'article 51 à 65 inclus.
Art.77. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000 en heeft betrekking op de productiejaren 2000 en volgende behoudens artikel 21, § 2, artikel 25, § 1, artikel 39, § 5, artikel 40, § 6, tot en met § 10, artikel 44, § 2, en artikel 60, tot en met artikel 75.
Art.77. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2000 et porte sur les années de production 2000 et suivantes, sauf l'article 21, § 2, l'article 25, § 1er, l'article 39, § 5, l'article 40, § 6 au § 10 inclus, l'article 44, § 2 et l'article 60 à l'article 75 inclus.
Art.78. De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.78. Le Ministre flamand qui a l'environnement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.<
ANNEXE.