Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 JANUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest of milieuvergunning.
Titre
14 JANVIER 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 1er décembre 1994 déterminant la composition du dossier de demande de certificat ou de permis d'environnement.
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (7)
Texte (7)
Artikel 1. In artikel 3, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest of -vergunning worden de woorden "voor inrichtingen van klasse I.B" geschrapt.
Article 1. A l'article 3, 2° alinéa de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 1er décembre 1994 déterminant la composition du dossier de demande de certificat ou de permis d'environnement, les mots " relative à des installations de classe I.B " sont supprimés.
Art.2. Kader VIII van bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.
  In dezelfde bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt de mededeling inzake de dossierkosten vervangen door de volgende mededeling :
  "De aanvrager dient als bijlage 4 een kopie toe te voegen van het betalingsbewijs van de dossierkosten (25 000 frank voor een aanvraag om een milieu-attest voor een inrichting van klasse I.A; 10 000 frank voor een aanvraag om een milieu-attest voor een inrichting van klasse I.B), te storten op rekeningnummer GKB 091-2310961-62 van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als mededeling "attest van klasse I.A of I.B".".
Art.2. Le cadre VIII de l'annexe 1 de l'arrêté précité est remplacé par l'annexe 1 du présent arrêté.
  Dans la même annexe 1 de l'arrêté précité, la mention relative aux frais de dossier est remplacée par la mention suivante :
  " Le demandeur est tenu de joindre, en annexe 4, une copie de la preuve de paiement des frais de dossier (25 000 francs pour une demande de certificat d'environnement relatif à une installation de classe 1.A; 10 000 francs pour une demande de certificat d'environnement relatif à une installation de classe I.B) à verser au compte CCB 091-2310961-62 du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale et accompagné de la mention " certificat de classe I.A ou de classe I.B. ".
Art.3. Kader XVII van bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit.
  In dezelfde bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt de mededeling inzake de dossierkosten vervangen door de volgende mededeling :
  "De aanvrager dient als bijlage 15 een kopie toe te voegen van het betalingsbewijs van de dossierkosten (100 000 frank voor een aanvraag om een milieuvergunning voor een inrichting van klasse I.A waarvoor geen voorafgaand milieu-attest werd aangevraagd; 50 000 voor een aanvraag om een milieuvergunning voor een inrichting van klasse I.A waarvoor een voorafgaand milieu-attest werd aangevraagd; 10 000 frank voor een aanvraag om een milieuvergunning voor een inrichting van klasse I.B), te storten op rekeningnummer GBK 091-2310961-62 van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als mededeling "vergunning van klasse I.A met attest, vergunning van klasse I.A zonder attest of vergunning van klasse I.B".".
Art.3. Le cadre XVII de l'annexe 2 de l'arrêté précité est remplacé par l'annexe 2 du présent arrêté.
  Dans la même annexe 2 de l'arrêté précité, la mention relative aux frais de dossier est remplacée par la mention suivante :
  " Le demandeur est tenu de joindre, en annexe 15, une copie de la preuve de paiement des frais de dossier (100 000 francs pour une demande de permis d'environnement relatif à une installation de classe I.A non précédée d'une demande de certificat d'environnement; 50 000 francs pour une demande de permis d'environnement relatif à une installation de classe I.A précédée d'une demande de certificat d'environnement; 10 000 francs pour toute demande de permis d'environnement relatif à une installation de classe I.B) à verser au compte CCB n° 091-2310961-62 du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale et accompagné de la mention " permis de classe I.A avec certificat, permis de classe I.A sans certificat ou permis de classe I.B. ".
Art.4. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 14 januari 1999.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN
Art.4. Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Bruxelles, le 14 janvier 1999.
  Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
  Le Ministre-Président,
  Ch. PICQUE
  Le Ministre de l'Environnement,
  D. GOSUIN
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. - Bijlage 1. - Kader VIII. - Beschrijving van de milieu-effecten van het project.
  Krachtens de artikelen 18 en 37 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen vormt de in dit kader vermelde informatie :
  - voor de inrichtingen van klasse I.A : de voorbereidende nota op de effectenstudie;
  - voor de inrichtingen van klasse I.B : het milieu-effectenverslag.
  Het document, met het geheel van de hieronder vermelde gegevens, wordt bijgevoegd als bijlage 3.
  1. Rechtvaardiging van het project :
  - beschrijf de door het project beoogde doelstellingen;
  - vermeld op bondige wijze de verschillende beoogde oplossingen inzake de keuze van het terrein, de aangewende fabricatieprocédés, de omvang van het bedrijf;
  - geef een benaderend tijdschema voor de realisatie van het project.
  2. Opsomming van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen en voorschriften.
  3. Verwachte effecten van het project.
  Geef een eerste inventaris van de verwachte effecten van het project op de onmiddellijke omgeving en bepaal de geografische zone die beïnvloed kan worden, en in het bijzonder de aard en de hoeveelheid :
  - van de afvalwaterlozingen in riolen of waterlopen;
  - van de lozingen in de lucht;
  - van de voortgebrachte afvalstoffen;
  - van de risico's van bodemverontreiniging;
  - van geluidshinder;
  - van verkeer, van de voortgebrachte laad-, los- en parkeerproblemen;
  - de weerslag op het behoud en de verbetering van het landschap, de aanplantingen en het onroerend erfgoed;
  - de weerslag op de levenskwaliteit in de buurt (openbare ruimten, verkeer, veiligheid, geluidshinder, enz.);
  - de gevolgen op sociaal en economisch vlak (tewerkstelling, enz.).
  Deze beschrijving dient zo nauwkeurig mogelijk te zijn, en relatief technisch in verhouding tot het belang van het project. Ze houdt rekening met de bestaande situatie en maakt een vergelijking met de bestaande toestand.
  4. Maatregelen om de effecten van het project te beperken.
  Beschrijf de voornaamste maatregelen om de negatieve effecten van het project op zijn omgeving te vermijden, uit te schakelen of te beperken. Vermeld hierbij :
  - het gebruik van de best beschikbare technologieën (vb. : verwarmingsketels met een hoog rendement, machines met een laag energie- en grondstoffenverbruik, recuperatie van grondstoffen, minder lozingen);
  - het verminderen van het gebruik van grondstoffen of half-afgewerkte producten in het productieproces, de fabricatie of de werking van de exploitatie;
  - het verminderen van het waterverbruik, van de afvalwaterverontreiniging en het bevorderen van de recuperatie of zuivering ervan;
  - het verminderen van de lozingen in de lucht door een betere afstelling van de installaties, en een betere evacuatie en/of verspreiding van de lozingen, een zuiveringssysteem;
  - het verminderen van de hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen, de maatregelen tot sortering, recyclage en hergebruik van afvalstoffen;
  - preventieve maatregelen tegen bodemverontreiniging;
  - het verminderen van het verkeer veroorzaakt door het project;
  - het verminderen van de door het project veroorzaakte geluidshinder.
  5. Niet-technische samenvatting van de punten 1 tot en met 4.
  Maak een duidelijke en voor iedereen toegankelijke synthese van het project, de doelstellingen en de voordelen ervan, de erdoor veroorzaakte vormen van hinder en de maatregelen die genomen zullen worden om de hinder te verminderen.
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN
Art. N1. Annexe 1. Cadre VIII. - Description des incidences
  du projet sur l'environnement.
  En application des articles 18 et 37 de l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, les informations contenues dans le présent cadre constituent :
  - pour les installations de classe I.A : la note préparatoire à l'étude d'incidences;
  - pour les installations de classe I.B : le rapport d'incidences sur l'environnement.
  Le document reprenant l'ensemble des éléments ci-dessous est à joindre en annexe 3.
  1. Justification du projet :
  - décrire les objectifs poursuivis par la réalisation du projet;
  - expliquer brièvement les différentes solutions envisagées quant au choix du site, des procédés de fabrication utilisés, de la taille de l'entreprise;
  - donner un calendrier approximatif de réalisation du projet.
  2. Enumération des dispositions et prescriptions légales et réglementaires applicables.
  3. Incidences prévisibles du projet.
  Donner un premier inventaire des incidences prévisibles du projet sur son environnement immédiat, en déterminant l'aire géographique susceptible d'être affectée, et notamment la nature et la quantité :
  - des rejets d'eaux usées dans les égouts ou les cours d'eau;
  - des rejets dans l'air;
  - des déchets générés;
  - des risques de rejet dans le sol;
  - des nuisances sonores;
  - du trafic, des problèmes de chargement, de déchargement et de stationnement générés;
  - l'impact sur la préservation et la mise en valeur du paysage, des plantations et du patrimoine immobilier;
  - l'impact sur la qualité de vie du quartier (espaces publics, trafic, sécurité, nuisances sonores, etc.);
  - les conséquences dans les domaines social et économique (emploi, etc.).
  Cette description doit être aussi précise que possible et relativement technique en fonction de l'importance du projet. Elle tient compte de la situation existante et procède par comparaison par rapport à celle-ci.
  4. Mesures pour réduire les incidences du projet.
  Décrire les principales mesures visant à éviter, supprimer ou réduire les incidences négatives du projet sur son environnement, et notamment :
  - l'utilisation des meilleures technologies disponibles (exemples : chaudières à haut rendement, machines à faible consommation d'énergie et de matière premières, récupération des matières premières, rejets moindres);
  - la réduction de la consommation de matières premières ou de produits semi-finis dans le processus de production, de fabrication ou de fonctionnement de l'exploitation;
  - la réduction de la consommation d'eau, de la pollution des eaux usées, leur recyclage ou leur épuration;
  - la réduction des rejets dans l'air par un meilleur réglage des installations, une meilleure évacuation et/ou dispersion des rejets, un système d'épuration;
  - la réduction de la quantité de déchets produits, des mesures pour favoriser le tri, le recyclage et la réutilisation des déchets;
  - des mesures préventives de la pollution du sol;
  - la réduction du trafic lié au projet;
  - la réduction des nuisances sonores générées par le projet.
  5. Résumé non technique des points 1 à 4.
  Faire une synthèse claire et accessible à tous du projet, de ses objectifs, de ses avantages et des nuisances qu'il provoquera, de mesures qui seront prises pour réduire les nuisances.
  Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 14 janvier 1999 modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 1er décembre 1994 déterminant la composition du dossier de demande de certificat ou de permis d'environnement.
  Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
  Le Ministre-Président,
  Ch. PICQUE
  Le Ministre de l'Environnement,
  D. GOSUIN
Art. N2. Bijlage 2. Kader XVII. - Beschrijving van de milieu-effecten van het project.
  Kader XVII enkel invullen in geval van inrichtingen die geen voorwerp uitmaakten van een voorafgaandelijk milieu-attest.
  Krachtens de artikelen 18 en 37 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, vult dit kader het milieu-effectenverslag (zie kaders VIII tot en met XIV) of de voorbereidende nota voor een effectenstudie aan.
  Dit document, met het geheel van de hieronder vermelde gegevens, wordt bijgevoegd als bijlage 14.
  1. Rechtvaardiging en niet-technische samenvatting van de aanvraag :
  - beschrijf de door het project beoogde doelstellingen;
  - vermeld op bondige wijze de verschillende beoogde oplossingen inzake de keuze van het terrein, de aangewende fabricatieprocédés, de omvang van het bedrijf;
  - geef een benaderend tijdschema voor de afwerking van het project.
  2. Opsomming van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen en voorschriften.
  3. Andere mogelijke effecten van het project.
  Beschrijf, ter aanvulling van de vormen van hinder en oplossingen vermeld in kaders VII tot en met XIII, de positieve en negatieve weerslag van de onderneming op :
  - het behoud en de verbetering van het landschap en van het onroerend erfgoed, de ontwikkeling van de aanplantingen;
  - de levenskwaliteit in de buurt (openbare ruimten, verkeer, veiligheid, geluidshinder, enz.);
  - het sociale en economische vlak (tewerkstelling, enz.).
  4. Maatregelen om de hinder te beperken.
  Hebt u algemene of specifieke maatregelen getroffen om de door uw onderneming veroorzaakte milieuhinder te beperken en/of te vermijden, of zult u dit doen.
  Ja/Nee (schrap wat niet past).
  Zo ja, vermeld dan om welke maatregelen het gaat, door tussen de volgende mogelijkheden te kiezen :
  - het rendement van de verbrandingsinstallaties verhogen of het energiegebruik ervan verminderen, van verwarmingsketel of brandstof veranderen, de thermische isolatie van de gebouwen verbeteren;
  - het verbruik of de verspilling van producten (grondstoffen, onderdelen, enz.) in uw onderneming verminderen;
  - toevallige bodemverontreinigingen door vloeistoffen en andere stoffen voorkomen en de gevolgen van toevallige bodemverontreiniging beperken (waterbestendigheidssystemen, lekdetectoren, enz.);
  - de hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen verminderen, het sorteren, recycleren en hergebruiken van afvalstoffen bevorderen, de bodemverontreiniging door afvalstoffen vermijden;
  - het waterverbruik en/of de vervuiling van het afvalwater beperken (met name door waterzuivering, het recycleren ervan in het productieproces, enz.);
  - zorgen voor een betere afstelling van de installaties, voor een betere evacuatie en/of verspreiding van de lozingen in de lucht, voor een zuiveringssysteem voor de lozingen, en betere opmeting van de lozingen;
  - de met de onderneming samenhangende verkeersproblemen - verkeerstoename, parkeerproblemen, blokkeren van de openbare weg tijdens het laden en lossen van goederen - verminderen.
  Voorbeelden : het laden en lossen in de onderneming zelf, nabijheid van openbaar vervoer, aanpassing van het aantal parkeerplaatsen, keuze van in- en uitgangen van het parkeerterrein;
  - het lawaai verminderen door het aanbrengen van geluidsisolatie (op machines, ventilatoren, vloeren, muren, enz.).
  5. Niet-technische samenvatting van punten 1 tot en met 4.
  Maak een duidelijke en voor iedereen toegankelijke synthese van het project, de doelstellingen en de voordelen ervan, de erdoor veroorzaakte vormen van hinder en de maatregelen die genomen zullen worden om de hinder te verminderen.
  Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 januari 1999 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 1994 tot samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieu-attest of milieuvergunning.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Leefmilieu,
  D. GOSUIN
Art. N2. Annexe 2. Cadre XVII. - Description des incidences du projet sur l'environnement.
  Ne remplir le cadre XVII que pour les installations qui n'ont pas fait l'objet d'une demande de certificat d'environnement préalable.
  En application des articles 18 et 37 de l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, le présent cadre complète le rapport d'incidences sur l'environnement (voir cadres VIII à XIV) ou la note préparatoire à l'étude d'incidences.
  Le document reprenant l'ensemble des éléments ci-dessous est à joindre en annexe 14.
  1. Justification et résumé non technique de la demande :
  - décrire les objectifs poursuivis par la réalisation du projet;
  - expliquer de manière synthétique les différentes solutions envisagées quant au choix du site, des procédés de fabrication utilisés, de la taille de l'entreprise;
  - donner un calendrier approximatif de réalisation du projet.
  2. Enumération des dispositions et prescriptions légales et réglementaires applicables.
  3. Autres incidences prévisibles du projet.
  En complément des nuisances et remèdes décrits aux cadres VIII à XIII, décrire les impacts positifs et négatifs de l'entreprise sur :
  - la préservation et la mise en valeur du paysage et du patrimoine immobilier, le développement des plantations;
  - la qualité de vie du quartier (espaces publics, trafic, sécurité, nuisances sonores, etc.);
  - les domaines social et économique (emploi, etc.).
  4. Mesures pour réduire les nuisances.
  Avez-vous pris ou comptez-vous prendre des mesures générales ou spécifiques pour réduire les nuisances de votre entreprise sur l'environnement.
  Oui/Non (biffer la mention inutile).
  Si oui, précisez lesquelles, en choisissant notamment parmi les solutions suivantes :
  - améliorer le rendement ou diminuer la consommation énergétique des installations de combustion, changer la chaudière ou le combustible utilisé, renforcer l'isolation thermique des bâtiments;
  - réduire la consommation ou le gaspillage de produits (matières premières, pièces détachées, etc.) dans l'entreprise;
  - prévenir la contamination accidentelle du sol par des produits liquides ou autres et réduire les conséquences d'une pollution accidentelle du sol (système d'étanchéité, détecteur de fuite, etc.);
  - réduire la quantité de déchets produits, favoriser le tri et le recyclage des déchets, favoriser la réutilisation des déchets, éviter la contamination du sol par des déchets;
  - réduire la consommation d'eau et/ou la pollution des eaux usées (notamment par l'épuration des eaux, leur recyclage dans le processus de production, etc.);
  - assurer un meilleur réglage des installations, une meilleure évacuation et/ou dispersion des rejets dans l'air, un système d'épuration des rejets, une mesure plus fiable des rejets;
  - réduire les problèmes de trafic - augmentation de la circulation, stationnement, encombrement de la voie publique pendant le chargement et le déchargement de marchandises - liés à l'entreprise.
  Exemples : chargement et déchargement à l'intérieur de l'entreprise, proximité des transports publics, adaptation du nombre de parkings, choix des entrées et des sorties de parking;
  - réduire le bruit par le placement d'isolants acoustiques (sur machines, ventilateurs, planchers, murs, etc.).
  5. Résumé de la technique des points 1 à 4.
  Faire une synthèse claire et accessible à tous du projet, de ses objectifs, de ses avantages et des nuisances qu'il provoquera, de mesures qui seront prises pour réduire les nuisances.
  Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 14 janvier 1999 modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 1er décembre 1994 déterminant la composition du dossier de demande de certificat ou de permis d'environnement.
  Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
  Le Ministre-Président,
  Ch. PICQUE
  Le Ministre de l'Environnement,
  D. GOSUIN