Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 OKTOBER 1999. - Besluit van de Franse Gemeenschapsregering betreffende de toekenning van kledij aan sommige personeelsleden van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering (VERTALING).
Titre
21 OCTOBRE 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise relatif à l'octroi d'une masse d'habillement à certains membres du personnel des cabinets des ministres du Gouvernement de la Communauté francaise.
Informations sur le document
Numac: 1999029658
Datum: 1999-10-21
Info du document
Numac: 1999029658
Date: 1999-10-21
Table des matières
Tekst (11)
Texte (11)
HOOFDSTUK I. - Algemeen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren en het contractueel personeel van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering.
Article 1. Le présent arrêté est applicable aux agents et aux membres du personnel contractuel des cabinets des ministres du Gouvernement de la Communauté française.
Art.2. De leden van het uitvoerend personeel die instaan voor het onthaal, de chauffeurs, de bodes of het dienstpersoneel, kunnen jaarlijks, onder de voorwaarden voorzien in dit besluit, een hoeveelheid kledingstukken krijgen.
Ingevolge deze maatregel wordt een bestelbon uitgegeven waarmee deze personeelsleden zich, in een zaak naar eigen keuze, de voor hun functie gepaste kledij kunnen verschaffen.
Op de bestelbon dient te worden vermeld dat deze kledingstukken enkel maar mogen worden aangekocht door het personeelslid zelf, dat deze enkel maar voor eigen gebruik dienen en moeten overeenstemmen met zijn functie.
Deze uitgave wordt geboekt op de post der werkingskosten van het Kabinet.
Ingevolge deze maatregel wordt een bestelbon uitgegeven waarmee deze personeelsleden zich, in een zaak naar eigen keuze, de voor hun functie gepaste kledij kunnen verschaffen.
Op de bestelbon dient te worden vermeld dat deze kledingstukken enkel maar mogen worden aangekocht door het personeelslid zelf, dat deze enkel maar voor eigen gebruik dienen en moeten overeenstemmen met zijn functie.
Deze uitgave wordt geboekt op de post der werkingskosten van het Kabinet.
Art.2. Une masse d'habillement annuelle peut être attribuée, dans les conditions prévues par le présent arrêté, à des membres du personnel d'exécution qui exercent une fonction d'accueil, de chauffeur, d'huissier ou de service.
Elle donne lieu à l'émission d'un bon de commande destiné à permettre à ces membres du personnel de se fournir, dans un établissement de leur choix, en vêtements adaptés à leur fonction.
Le bon de commande spécifie que ces vêtements ne peuvent être acquis que par le membre du personnel, qu'ils doivent lui être destinés personnellement et correspondre à sa fonction.
La dépense est à imputer sur les frais de fonctionnement du Cabinet.
Elle donne lieu à l'émission d'un bon de commande destiné à permettre à ces membres du personnel de se fournir, dans un établissement de leur choix, en vêtements adaptés à leur fonction.
Le bon de commande spécifie que ces vêtements ne peuvent être acquis que par le membre du personnel, qu'ils doivent lui être destinés personnellement et correspondre à sa fonction.
La dépense est à imputer sur les frais de fonctionnement du Cabinet.
HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de betrokken ambtenaren.
CHAPITRE II. - Désignation des agents bénéficiaires.
Art.3. De lijst van de personeelsleden die kunnen genieten van de jaarlijkse hoeveelheid kledingstukken wordt ieder jaar opnieuw vastgelegd door de Minister.
Art.3. La liste des membres du personnel bénéficiant de la masse d'habillement annuelle est arrêtée chaque année par le Ministre.
Art.4. Iedere aanwijzing wordt van kracht op 1 januari van het jaar waarin het personeelslid, op deze datum, één van de in artikel 2 bedoelde functies uitoefent.
Wanneer dit niet het geval is, treedt de aanwijzing in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij deze functie begint uit te oefenen.
De aanwijzing vervalt op 31 december van het betrokken jaar.
Wanneer dit niet het geval is, treedt de aanwijzing in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij deze functie begint uit te oefenen.
De aanwijzing vervalt op 31 december van het betrokken jaar.
Art.4. Chaque désignation produit ses effets au 1er janvier de l'année considérée lorsqu'elle concerne un membre du personnel exerçant, à cette date, une des fonctions visées à l'article 2.
Lorsque ce n'est pas le cas, elle produit ses effets au premier jour du mois suivant celui au cours duquel il est appelé à exercer cette fonction.
Elle cesse de produire ses effets au 31 décembre de l'année concernée.
Lorsque ce n'est pas le cas, elle produit ses effets au premier jour du mois suivant celui au cours duquel il est appelé à exercer cette fonction.
Elle cesse de produire ses effets au 31 décembre de l'année concernée.
HOOFDSTUK III. - Waarde van de kledij.
CHAPITRE III. - Valeur de la masse d'habillement.
Art.5. De in artikel 2 bedoelde bestelbon heeft een waarde van maximum vijfentwintigduizend frank wanneer de aanduiding van het personeelslid van kracht wordt op 1 januari van het betrokken jaar.
Wanneer dit niet het geval is, wordt dit bedrag verminderd naar rato van het aantal maanden van het betrokken jaar tijdens dewelke het personeelslid aangewezen was krachtens artikel 4.
Deze waarde is gekoppeld aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de regels die zijn voorzien in de wet van 1 maart 1977 houdende instelling van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld worden door de toepassing van de geldende aanpassingscoëfficiënten voor de uitbetaling van de lonen.
Deze waarde is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Wanneer dit niet het geval is, wordt dit bedrag verminderd naar rato van het aantal maanden van het betrokken jaar tijdens dewelke het personeelslid aangewezen was krachtens artikel 4.
Deze waarde is gekoppeld aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de regels die zijn voorzien in de wet van 1 maart 1977 houdende instelling van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld worden door de toepassing van de geldende aanpassingscoëfficiënten voor de uitbetaling van de lonen.
Deze waarde is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Art.5. Le bon de commande visé à l'article 2 est d'un montant maximum de vingt-cinq mille francs lorsque le membre du personnel est désigné avec effet au 1er janvier de l'année concernée.
Lorsque ce n'est pas le cas, ce montant est réduit au prorata du nombre de mois de l'année considérée au cours desquels le membre du personnel a fait l'objet d'une désignation en application de l'article 4.
Cette valeur est liée aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation, conformément aux modalités prévues par la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public par application des coefficients d'adaptation en vigueur pour la liquidation des traitements.
Elle est rattachée à l'indice-pivot 138,01.
Lorsque ce n'est pas le cas, ce montant est réduit au prorata du nombre de mois de l'année considérée au cours desquels le membre du personnel a fait l'objet d'une désignation en application de l'article 4.
Cette valeur est liée aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation, conformément aux modalités prévues par la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public par application des coefficients d'adaptation en vigueur pour la liquidation des traitements.
Elle est rattachée à l'indice-pivot 138,01.
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions transitoires et finales.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 13 juli 1999.
Art.6. Le présent arrêté produit ses effets le 13 juillet 1999.
Art. 7. De Minister-President is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 oktober 1999.
De Minister-President,
H. HASQUIN
Brussel, 21 oktober 1999.
De Minister-President,
H. HASQUIN
Art. 7. Le Ministre-Président est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 21 octobre 1999.
Le Ministre-Président,
H. HASQUIN
Bruxelles, le 21 octobre 1999.
Le Ministre-Président,
H. HASQUIN