Artikel 1. In artikel 4, 1° van het besluit van 7 april 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van een technisch-pedagogisch centrum voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap, wordt het volgende lid tussen de alinea's 2 en 3 gevoegd :
" De Raad van beheer bepaalt eveneens de behoeften van het centrum inzake specialisatiepersoneel op het vlak van de informatica, de grafiek en het editoriaal beheer. ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
31 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 7 april 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van een technisch-pedagogisch centrum voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap (VERTALING).
Titre
31 MAI 1999. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise du 7 avril 1995 portant création d'un centre technique et pédagogique de l'enseignement de la Communauté francaise.
Informations sur le document
Numac: 1999029538
Datum: 1999-05-31
Info du document
Numac: 1999029538
Date: 1999-05-31
Tekst (4)
Texte (4)
Article 1. Dans l'article 4, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 1995 portant création d'un centre technique et pédagogique de l'enseignement de la Communauté française, l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 2 et 3 :
" Le Conseil de gestion fixe également les besoins du centre en matière de personnel spécialiste dans les domaines le l'informatique, du graphisme et de la gestion éditoriale. ".
" Le Conseil de gestion fixe également les besoins du centre en matière de personnel spécialiste dans les domaines le l'informatique, du graphisme et de la gestion éditoriale. ".
Art.2. Artikel 19 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" De leden van het vak-, meesters- en dienstpersoneel worden onder arbeidsovereenkomst aangeworven. De leden van het specialisatiepersoneel bedoeld bij artikel 4, § 1, lid 3 worden aangeworven onder de arbeidsovereenkomst van bediende.
De bezoldiging van voornoemd specialisatiepersoneel is als volgt vastgesteld :
- gediplomeerden uit het hoger onderwijs van het korte type : minimale brutobezoldiging : 653 060 F; drie jaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 21 827 F; een tweejaarlijkse verhoging van een brutobedrag van 35 800 F; een tweejaarlijkse verhoging van een brutobedrag van 36 467 F; tien tweejaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 36 508 F; maximale brutobezoldiging : 1 155 888 F;
- gediplomeerden uit het hoger onderwijs van het langer type of universitair : minimum brutobezoldiging : 822 870 F; drie jaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 27 604 F; elf tweejaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 51 646 F; maximale brutobezoldiging : 1 473 788 F.
In geval er een lid voor het specialisatiepersoneel wordt aangeworven, in toepassing van artikel 4, § 1, lid 3 van ditzelfde besluit wordt er voorrang gegeven aan het lid (de leden) van het vak-, meesters- en dienstpersoneel van het technisch-pedagogisch centrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, houder van een van de diploma's bedoeld bij vorig lid, onder arbeidsovereenkomst op 31 mei 1999 en die nog in activiteit is in dat centrum op het ogenblijk van de aanwerving. ".
" De leden van het vak-, meesters- en dienstpersoneel worden onder arbeidsovereenkomst aangeworven. De leden van het specialisatiepersoneel bedoeld bij artikel 4, § 1, lid 3 worden aangeworven onder de arbeidsovereenkomst van bediende.
De bezoldiging van voornoemd specialisatiepersoneel is als volgt vastgesteld :
- gediplomeerden uit het hoger onderwijs van het korte type : minimale brutobezoldiging : 653 060 F; drie jaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 21 827 F; een tweejaarlijkse verhoging van een brutobedrag van 35 800 F; een tweejaarlijkse verhoging van een brutobedrag van 36 467 F; tien tweejaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 36 508 F; maximale brutobezoldiging : 1 155 888 F;
- gediplomeerden uit het hoger onderwijs van het langer type of universitair : minimum brutobezoldiging : 822 870 F; drie jaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 27 604 F; elf tweejaarlijkse verhogingen van een brutobedrag van 51 646 F; maximale brutobezoldiging : 1 473 788 F.
In geval er een lid voor het specialisatiepersoneel wordt aangeworven, in toepassing van artikel 4, § 1, lid 3 van ditzelfde besluit wordt er voorrang gegeven aan het lid (de leden) van het vak-, meesters- en dienstpersoneel van het technisch-pedagogisch centrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, houder van een van de diploma's bedoeld bij vorig lid, onder arbeidsovereenkomst op 31 mei 1999 en die nog in activiteit is in dat centrum op het ogenblijk van de aanwerving. ".
Art.2. L'article 19 est remplacé par les dispositions suivantes :
" Les membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service sont engagés sous contrat le travail. Les membres du personnel spécialiste visé à l'article 4, § 1er, alinéa 3 sont engagés sous contrat de travail d'employé.
La rémunération du personnel spécialiste précité s'établit comme suit :
- diplômés de l'enseignement supérieur de type court : rémunération minimale brute : 653 060 francs; trois annales d'un montant brut de 21 827 francs; une biennale d'un montant brut de 35 800 francs; une biennale d'un montant brut de 36 467 francs; dix biennales d'un montant brut de 36 508 francs; rémunération maximale brute 1 155 888 francs;
- diplômés de l'enseignement supérieur le type long ou universitaire : rémunération minimale brute : 822 870 francs; trois annales d'un montant brut de 27 604 francs; onze biennales d'un montant brut de 51 646 francs; rémunération maximale brute de 1 473 788 francs.
En cas d'engagement d'un membre du personnel spécialiste, en application le l'article 4, § 1er, alinéa 3 du même arrêté, priorité est accordée au(x) membre(s) du personnel de maîtrise, gens de métier et de service du centre technique et pédagogique de l'enseignement de la Communauté française, titulaire(s) d'un des diplômes visés à l'alinéa précédent, sous contrat de travail au 31 mai 1999 et encore en activité audit centre au moment du recrutement. ".
" Les membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service sont engagés sous contrat le travail. Les membres du personnel spécialiste visé à l'article 4, § 1er, alinéa 3 sont engagés sous contrat de travail d'employé.
La rémunération du personnel spécialiste précité s'établit comme suit :
- diplômés de l'enseignement supérieur de type court : rémunération minimale brute : 653 060 francs; trois annales d'un montant brut de 21 827 francs; une biennale d'un montant brut de 35 800 francs; une biennale d'un montant brut de 36 467 francs; dix biennales d'un montant brut de 36 508 francs; rémunération maximale brute 1 155 888 francs;
- diplômés de l'enseignement supérieur le type long ou universitaire : rémunération minimale brute : 822 870 francs; trois annales d'un montant brut de 27 604 francs; onze biennales d'un montant brut de 51 646 francs; rémunération maximale brute de 1 473 788 francs.
En cas d'engagement d'un membre du personnel spécialiste, en application le l'article 4, § 1er, alinéa 3 du même arrêté, priorité est accordée au(x) membre(s) du personnel de maîtrise, gens de métier et de service du centre technique et pédagogique de l'enseignement de la Communauté française, titulaire(s) d'un des diplômes visés à l'alinéa précédent, sous contrat de travail au 31 mai 1999 et encore en activité audit centre au moment du recrutement. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 1999.
Art.3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 1999.
Art. 4. De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 mei 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie,
Mevr. L. ONKELINX
Brussel, 31 mei 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie,
Mevr. L. ONKELINX
Art. 4. La Ministre-Présidente, chargée le l'Education est chargée de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 31 mai 1999.
Par le Gouvernement de la Communauté française :
La Ministre-Présidente, chargée de l'Education, de l'Audiovisuel, le l'Aide à la jeunesse, de l'Enfance et le la Promotion de la santé,
Mme L. ONKELINX
Bruxelles, le 31 mai 1999.
Par le Gouvernement de la Communauté française :
La Ministre-Présidente, chargée de l'Education, de l'Audiovisuel, le l'Aide à la jeunesse, de l'Enfance et le la Promotion de la santé,
Mme L. ONKELINX