Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot invoering van het algemeen reglement voor de paritaire commissies van het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs (VERTALING).
Titre
23 NOVEMBRE 1998. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise établissant le règlement général des commissions paritaires de l'enseignement supérieur non universitaire officiel subventionné.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. Elke paritaire commissie bedoeld bij artikel 247 van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap brengt advies uit over elke kwestie die haar wordt voorgelegd door haar voorzitter, door een organisatie van inrichtende machten of door een representatieve vereniging van de personeelsleden.
Article 1. Chaque Commission paritaire, visée à l'article 247 du décret du 24 juillet 1997 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant et du personnel auxiliaire d'éducation des Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté française, se prononce sur toute question qui lui est soumise par son président, par une organisation de pouvoirs organisateurs ou par une organisation représentative des membres du personnel.
Art.2. De kwesties voorgelegd door een organisatie van inrichtende machten of door een vertegenwoordigende vereniging van de personeelsleden worden behandeld binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de ontvangst ervan. In geval van met redenen omklede dringende noodzakelijkheid, wordt deze termijn tot veertien dagen teruggebracht.
Art.2. Les questions soumises par une organisation de pouvoirs organisateurs ou par une organisation représentative des membres du personnel sont traitées endéans les trente jours à dater de leur réception. En cas d'urgence dûment justifiée, ce délai est réduit à quinze jours.
Art.3. De voorzitter stelt de datum van de vergaderingen en de agenda vast.
Art.3. Le président établit la date des réunions et fixe l'ordre du jour.
Art.4. De secretaris en de adjunct-secretaris vervullen hun opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
  De secretaris of de adjunct-secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij.
Art.4. Les secrétaire et secrétaire adjoint remplissent leur mission sous l'autorité et la direction du président.
  Le secrétaire ou le secrétaire adjoint assiste aux réunions de la Commission.
Art.5. De oproepingen met de agenda worden door de secretaris naar de effectieve en plaatsvervangende leden ten minste tien dagen voor de datum van de vergadering opgezonden.
  Samen met elke oproeping wordt er documentatie van allerlei aard in verband met de agenda opgestuurd.
Art.5. Les convocations reprenant l'ordre du jour sont envoyées aux membres effectifs et suppléants par le secrétaire au moins dix jours avant la date de la réunion.
  Chaque convocation est accompagnée de toute la documentation relative à l'ordre du jour.
Art.6. Het verhinderd lid voorziet in zijn vervanging. Wanneer een plaatsvervangend lid een effectief lid vervangt, verwittigt hij de voorzitter ervan zodra de vergadering open wordt verklaard.
Art.6. Le membre effectif empêché pourvoit à son remplacement. Lorsqu'un membre suppléant remplace un membre effectif, il en avertit le président dès l'ouverture de la séance.
Art.7. Bij de aanvang van de vergadering mag ieder lid voorstellen deze agenda te veranderen. De wijzigingen moeten met eenparigheid van stemmen worden aanvaard.
Art.7. Au début de la réunion, chaque membre peut proposer de modifier l'ordre du jour.
  Les modifications doivent être adoptées à l'unanimité.
Art.8. De secretaris of de adjunct-secretaris, naargelang het geval, stuurt de notulen van elke vergadering binnen de acht dagen naar de voorzitter door. De voorzitter ondertekent de notulen van de vergadering die hij binnen een tweede termijn van acht dagen doorzendt naar de effectieve en plaatsvervangende leden. Komt er geen verzoek om rechtszetting, schriftelijk gericht tot de voorzitter binnen de acht dagen na de ontvangst van de notulen, dan worden deze notulen beschouwd als voorlopig goedgekeurd door de paritaire commissie.
  De voorzitter legt het verzoek om rechtszetting ter goedkeuring voor aan de leden die de vergadering hebben bijgewoond.
  In alle gevallen, worden de notulen bij de aanvang van de volgende vergadering van de paritaire commissie goedgekeurd.
Art.8. Le secrétaire ou le secrétaire adjoint, selon le cas, transmet le procès-verbal de chaque réunion au président dans un délai de huit jours. Le président signe le procès-verbal de la réunion qu'il transmet dans un second délai de huit jours aux membres effectifs et suppléants. A défaut de demande de rectification adressée par écrit au président dans les huit jours de la réception du procès-verbal, celui-ci est considéré comme étant approuvé provisoirement par la Commission paritaire.
   Le président soumet la demande de rectification à l'accord des membres qui ont assisté à la réunion.
  Dans tous les cas, l'approbation définitive du procès-verbal a lieu au début de la séance suivante de la Commission paritaire.
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.9. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 10. De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het statuut van de personeelsleden van het onderwijs behoort, en de Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 23 november 1998.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen,
  W. ANCION
Art. 10. La Ministre-Présidente ayant le Statut des personnels de l'enseignement dans ses attributions et le Ministre ayant l'Enseignement supérieur dans ses attributions sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
  Bruxelles, le 23 novembre 1998.
  Par le Gouvernement de la Communauté française :
  La Ministre-Présidente chargée de l'Education, de l'Audiovisuel, de l'Aide à la jeunesse, de l'Enfance et de la Promotion de la santé,
  Mme L. ONKELINX
  Le Ministre de l'Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique, du Sport et des Relations internationales,
  W. ANCION