Artikel 1. Artikel 4, § 3, derde lid, van het ministerieel besluit van 20 mei 1998 bepalend de modaliteiten bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector wordt vervangen met de volgende bepaling :
" Het sectoraal Fonds nodigt op de vergaderingen van zijn Beheerscomité waar het voormelde voorstel wordt opgesteld de vertegenwoordiger van de bevoegde Minister van de Gemeenschaps- of Gewestregering of het College van de gemeenschapscommissies uit. In geval van een ongunstig advies van deze vertegenwoordiger op het voorstel, leggen de Minister van tewerkstelling en Arbeid en de Minister van Sociale Zaken het voorstel voor advies voor aan de voormelde bevoegde Minister. Dit advies moet uitgebracht worden binnen een termijn van 30 dagen. Bij ontstentenis van advies uitgebracht binnen de gestelde termijn wordt het geacht gunstig te zijn. ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
6 JULI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 20 mei 1998 bepalend de modaliteiten bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
Titre
6 JUILLET 1999. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 20 mai 1998 déterminant les modalités visées à l'article 2, alinéa 2, de l'arrêté royal du 5 février 1997 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi dans le secteur non marchand.
Informations sur le document
Numac: 1999012547
Datum: 1999-07-06
Info du document
Numac: 1999012547
Date: 1999-07-06
Tekst (3)
Texte (3)
Article 1. L'article 4, § 3, alinéa 3, de l'arrêté ministériel du 20 mai 1998 déterminant les modalités visées à l'article 2, alinéa 2, de l'arrêté royal du 5 février 1997 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi dans le secteur non marchand est remplacé par la disposition suivante :
" Le Fonds sectoriel invite aux réunions de son Comité de gestion où la proposition précitée est établie le représentant du Ministre compétent du Gouvernement de la Communauté ou de la Région ou du Collège des commissions communautaires. En cas d'avis défavorable de ce représentant sur la proposition, le Ministre de l'Emploi et du Travail et le Ministre des Affaires sociales soumettent la proposition pour avis au Ministre compétent précité. Cet avis doit être donné dans un délai de 30 jours. A défaut d'avis rendu dans le délai fixé, cet avis est réputé favorable. ".
" Le Fonds sectoriel invite aux réunions de son Comité de gestion où la proposition précitée est établie le représentant du Ministre compétent du Gouvernement de la Communauté ou de la Région ou du Collège des commissions communautaires. En cas d'avis défavorable de ce représentant sur la proposition, le Ministre de l'Emploi et du Travail et le Ministre des Affaires sociales soumettent la proposition pour avis au Ministre compétent précité. Cet avis doit être donné dans un délai de 30 jours. A défaut d'avis rendu dans le délai fixé, cet avis est réputé favorable. ".
Art.2. In artikel 8 van voormeld ministerieel besluit, worden de woorden " 90 000 frank " vervangen door de woorden " 190 000 frank " en de woorden " 10 000 frank " vervangen door de woorden " 20 000 frank ".
Art.2. A l'article 8 de l'arrêté ministériel précité, les mots " 90 000 francs " sont remplacés par les mots " 190 000 francs " et les mots " 10 000 francs " sont remplacés par les mots " 20 000 francs ".
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1999, met uitzondering van artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1998.
Gegeven te Brussel, 6 juli 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister belast met Volksgezondheid,
L. VAN DEN BOSSCHE
Gegeven te Brussel, 6 juli 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister belast met Volksgezondheid,
L. VAN DEN BOSSCHE
Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er juillet 1999, sauf l'article 1er, qui produit ses effets le 1er juillet 1998.
Donné à Bruxelles, le 6 juillet 1999.
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
La Ministre des Affaires sociales,
Mme M. DE GALAN
Le Ministre chargé de la Santé publique,
L. VAN DEN BOSSCHE
Donné à Bruxelles, le 6 juillet 1999.
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
La Ministre des Affaires sociales,
Mme M. DE GALAN
Le Ministre chargé de la Santé publique,
L. VAN DEN BOSSCHE