Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 MEI 1999. - Wet tot beperking van de cumulatie van het mandaat van federaal parlementslid en Europees parlementslid met andere ambten.
Titre
4 MAI 1999. - Loi limitant le cumul du mandat de parlementaire fédéral et de parlementaire européen avec d'autres fonctions.
Informations sur le document
Numac: 1999000421
Datum: 1999-05-04
Info du document
Numac: 1999000421
Date: 1999-05-04
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
CHAPITRE I. - Disposition générale.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Article 1. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers.
CHAPITRE II. - Modifications de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'Etat, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives.
Art.2. Artikel 1, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers, gewijzigd door de wet van 6 juli 1987, wordt vervangen als volgt :
" Het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator is onverenigbaar met de volgende ambten of mandaten :
1. ambtenaar of bezoldigd beambte van de Staat;
2. door de Staat bezoldigd bedienaar van een der erediensten;
3. vast advocaat der federale openbare besturen;
4. agent van de Rijkskassier;
5. regeringscommissaris bij naamloze vennootschappen;
6. provinciegouverneur, vice-gouverneur, adjunct-gouverneur, provincieraadslid, provinciegriffier;
7. arrondissementscommissaris;
8. ambtsdrager in de Rechterlijke Orde;
9. Staatsraad, assessor bij de afdeling wetgeving of lid van het auditoraat, het coördinatiebureau of de griffie bij de Raad van State;
10. rechter, referendaris of griffier bij het Arbitragehof;
11. lid van het Rekenhof;
12. militair in actieve dienst, met uitzondering van als dienstplichtige wederopgeroepen reserve-officieren;
13. lid van een raad van bestuur van een van de Staat afhankelijk autonoom overheidsbedrijf. ".
" Het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator is onverenigbaar met de volgende ambten of mandaten :
1. ambtenaar of bezoldigd beambte van de Staat;
2. door de Staat bezoldigd bedienaar van een der erediensten;
3. vast advocaat der federale openbare besturen;
4. agent van de Rijkskassier;
5. regeringscommissaris bij naamloze vennootschappen;
6. provinciegouverneur, vice-gouverneur, adjunct-gouverneur, provincieraadslid, provinciegriffier;
7. arrondissementscommissaris;
8. ambtsdrager in de Rechterlijke Orde;
9. Staatsraad, assessor bij de afdeling wetgeving of lid van het auditoraat, het coördinatiebureau of de griffie bij de Raad van State;
10. rechter, referendaris of griffier bij het Arbitragehof;
11. lid van het Rekenhof;
12. militair in actieve dienst, met uitzondering van als dienstplichtige wederopgeroepen reserve-officieren;
13. lid van een raad van bestuur van een van de Staat afhankelijk autonoom overheidsbedrijf. ".
Art.2. L'article 1er, alinéa 1er, de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'Etat, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives, modifié par la loi du 6 juillet 1987, est remplacé par la disposition suivante :
" Le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur est incompatible avec les fonctions ou mandats suivants :
1. fonctionnaire ou employé salarié de l'Etat;
2. ministre des cultes rétribués par l'Etat;
3. avocat en titre des administrations publiques fédérales;
4. agent du caissier de l'Etat;
5. commissaire du gouvernement auprès de sociétés anonymes;
6. gouverneur de province, vice-gouverneur, gouverneur adjoint, conseiller provincial, greffier provincial;
7. commissaire d'arrondissement;
8. titulaire de fonctions dans l'Ordre judiciaire;
9. conseiller d'Etat, assesseur de la section de législation ou membre de l'auditorat, du bureau de coordination ou du greffe du Conseil d'Etat;
10. juge, référendaire ou greffier de la Cour d'arbitrage;
11. membre de la Cour des comptes;
12. militaire en service actif, à l'exception des officiers de réserve rappelés en tant que soldats miliciens;
13. membre d'un conseil d'administration d'une entreprise publique autonome dépendant de l'Etat. ".
" Le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur est incompatible avec les fonctions ou mandats suivants :
1. fonctionnaire ou employé salarié de l'Etat;
2. ministre des cultes rétribués par l'Etat;
3. avocat en titre des administrations publiques fédérales;
4. agent du caissier de l'Etat;
5. commissaire du gouvernement auprès de sociétés anonymes;
6. gouverneur de province, vice-gouverneur, gouverneur adjoint, conseiller provincial, greffier provincial;
7. commissaire d'arrondissement;
8. titulaire de fonctions dans l'Ordre judiciaire;
9. conseiller d'Etat, assesseur de la section de législation ou membre de l'auditorat, du bureau de coordination ou du greffe du Conseil d'Etat;
10. juge, référendaire ou greffier de la Cour d'arbitrage;
11. membre de la Cour des comptes;
12. militaire en service actif, à l'exception des officiers de réserve rappelés en tant que soldats miliciens;
13. membre d'un conseil d'administration d'une entreprise publique autonome dépendant de l'Etat. ".
Art.3. In dezelfde wet wordt een artikel 1quater ingevoegd, luidende :
" Art. 1quater. Het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator kan worden gecumuleerd met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat.
Als bezoldigde uitvoerende mandaten in de zin van het vorige lid worden beschouwd :
1° het ambt van burgemeester, van schepen en van voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn, ongeacht het daaraan verbonden inkomen;
2° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat meer bevoegdheid verleent dan het loutere lidmaatschap van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van die instelling en ongeacht het daaraan verbonden inkomen;
3° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat een maandelijks bruto belastbaar inkomen oplevert van minstens 20 000 frank. Dat bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. ".
" Art. 1quater. Het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator kan worden gecumuleerd met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat.
Als bezoldigde uitvoerende mandaten in de zin van het vorige lid worden beschouwd :
1° het ambt van burgemeester, van schepen en van voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn, ongeacht het daaraan verbonden inkomen;
2° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat meer bevoegdheid verleent dan het loutere lidmaatschap van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van die instelling en ongeacht het daaraan verbonden inkomen;
3° elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als vertegenwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat een maandelijks bruto belastbaar inkomen oplevert van minstens 20 000 frank. Dat bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. ".
Art.3. Un article 1erquater, libellé comme suit, est inséré dans la même loi :
" Art. 1quater. Le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur ne peut pas être cumulé avec plus d'un mandat exécutif rémunéré.
Sont considérés comme mandats exécutifs rémunérés au sens de l'alinéa précédent :
1° les fonctions de bourgmestre, d'échevin et de président d'un conseil de l'aide sociale, quel que soit le revenu y afférent;
2° tout mandat exercé au sein d'un organisme public ou privé, en tant que représentant de l'Etat, d'une communauté, d'une région, d'une province ou d'une commune, pour autant que ce mandat confère davantage de pouvoir que la simple qualité de membre de l'assemblée générale ou du conseil d'administration de cet organisme et quel que soit le revenu y afférent;
3° tout mandat exercé au sein d'un organisme public ou privé, en tant que représentant de l'Etat, d'une communauté, d'une région, d'une province ou d'une commune, pour autant que le revenu mensuel brut imposable y afférent atteigne un montant de 20 000 francs au moins. Ce montant est adapté annuellement à l'évolution de l'indice des prix à la consommation. ".
" Art. 1quater. Le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur ne peut pas être cumulé avec plus d'un mandat exécutif rémunéré.
Sont considérés comme mandats exécutifs rémunérés au sens de l'alinéa précédent :
1° les fonctions de bourgmestre, d'échevin et de président d'un conseil de l'aide sociale, quel que soit le revenu y afférent;
2° tout mandat exercé au sein d'un organisme public ou privé, en tant que représentant de l'Etat, d'une communauté, d'une région, d'une province ou d'une commune, pour autant que ce mandat confère davantage de pouvoir que la simple qualité de membre de l'assemblée générale ou du conseil d'administration de cet organisme et quel que soit le revenu y afférent;
3° tout mandat exercé au sein d'un organisme public ou privé, en tant que représentant de l'Etat, d'une communauté, d'une région, d'une province ou d'une commune, pour autant que le revenu mensuel brut imposable y afférent atteigne un montant de 20 000 francs au moins. Ce montant est adapté annuellement à l'évolution de l'indice des prix à la consommation. ".
Art.4. In dezelfde wet wordt een artikel 1quinquies ingevoegd, luidende :
" Art. 1quinquies. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of Senaat naast zijn parlementair mandaat uitgeoefende activiteiten, mag de helft van het bedrag van de parlementaire vergoeding niet overschrijden.
Voor de berekening van dat bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke aard.
Zo het in het eerste lid vastgestelde plafond wordt overschreden, wordt de parlementaire vergoeding verminderd, behalve wanneer het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator gecumuleerd wordt met een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn. In dat geval wordt de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn verminderd.
Nemen de in het eerste en tweede lid vermelde activiteiten een aanvang of een einde tijdens de duur van het parlementair mandaat, dan brengt het betrokken parlementslid de voorzitter van zijn assemblée daarvan op de hoogte.
Het reglement van elke assemblée stelt nadere regels op voor de uitvoering van deze bepalingen. ".
" Art. 1quinquies. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of Senaat naast zijn parlementair mandaat uitgeoefende activiteiten, mag de helft van het bedrag van de parlementaire vergoeding niet overschrijden.
Voor de berekening van dat bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke aard.
Zo het in het eerste lid vastgestelde plafond wordt overschreden, wordt de parlementaire vergoeding verminderd, behalve wanneer het mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van senator gecumuleerd wordt met een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn. In dat geval wordt de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn verminderd.
Nemen de in het eerste en tweede lid vermelde activiteiten een aanvang of een einde tijdens de duur van het parlementair mandaat, dan brengt het betrokken parlementslid de voorzitter van zijn assemblée daarvan op de hoogte.
Het reglement van elke assemblée stelt nadere regels op voor de uitvoering van deze bepalingen. ".
Art.4. Un article 1erquinquies, libellé comme suit, est inséré dans la même loi :
" Art. 1quinquies. Le montant des indemnités, traitements ou jetons de présence percus en rétribution des activités exercées par le membre de la Chambre des représentants ou du Sénat en dehors de son mandat parlementaire, ne peut excéder la moitié du montant de l'indemnité parlementaire.
Sont pris en considération pour le calcul de ce montant les indemnités, traitements ou jetons de présence découlant de l'exercice d'un mandat, d'une fonction ou d'une charge publics d'ordre politique.
En cas de dépassement de la limite fixée à l'alinéa 1er, le montant de l'indemnité parlementaire est diminué, sauf lorsque le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur est cumulé avec un mandat de bourgmestre, d'échevin ou de président d'un conseil de l'aide sociale. Dans ce cas, le traitement afférent au mandat de bourgmestre, d'échevin ou de président d'un conseil de l'aide sociale est diminué.
Lorsque les activités visées aux alinéas 1er et 2 débutent ou prennent fin en cours de mandat parlementaire, le parlementaire concerné en informe le président de son assemblée.
Le règlement de chaque assemblée organise les modalités d'exécution de ces dispositions. ".
" Art. 1quinquies. Le montant des indemnités, traitements ou jetons de présence percus en rétribution des activités exercées par le membre de la Chambre des représentants ou du Sénat en dehors de son mandat parlementaire, ne peut excéder la moitié du montant de l'indemnité parlementaire.
Sont pris en considération pour le calcul de ce montant les indemnités, traitements ou jetons de présence découlant de l'exercice d'un mandat, d'une fonction ou d'une charge publics d'ordre politique.
En cas de dépassement de la limite fixée à l'alinéa 1er, le montant de l'indemnité parlementaire est diminué, sauf lorsque le mandat de membre de la Chambre des représentants ou de sénateur est cumulé avec un mandat de bourgmestre, d'échevin ou de président d'un conseil de l'aide sociale. Dans ce cas, le traitement afférent au mandat de bourgmestre, d'échevin ou de président d'un conseil de l'aide sociale est diminué.
Lorsque les activités visées aux alinéas 1er et 2 débutent ou prennent fin en cours de mandat parlementaire, le parlementaire concerné en informe le président de son assemblée.
Le règlement de chaque assemblée organise les modalités d'exécution de ces dispositions. ".
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement.
CHAPITRE III. - Modification de la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen.
Art.5. In artikel 42, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement worden de woorden " De onverenigbaarheden " vervangen door de woorden " De onverenigbaarheden en de cumulatiebeperkingen ".
Art.5. A l'article 42, alinéa 1er, de la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen, les mots " Les incompatibilités " sont remplacés par les mots " Les incompatibilités et les limitations de cumul ".
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding.
CHAPITRE IV. - Entrée en vigueur.
Art. 6. Deze wet treedt in werking op 31 januari 2001.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
Art. 6. La présente loi entre en vigueur le 31 janvier 2001.
Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soi revêtue du sceau au de l'Etat et publiée par le Moniteur belge.
Donné à Bruxelles, le 4 mai 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de l'Intérieur,
L. VAN DEN BOSSCHE
Scellé du sceau de l'Etat :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS
Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soi revêtue du sceau au de l'Etat et publiée par le Moniteur belge.
Donné à Bruxelles, le 4 mai 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de l'Intérieur,
L. VAN DEN BOSSCHE
Scellé du sceau de l'Etat :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS