Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
13 MEI 1997. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg. - Conventioneel brugpensioen op 55 en 56 jaar in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45037/CO/102.06).
Titre
13 MAI 1997. - Convention collective de travail du 13 mai 1997 de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de gravier et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d'Anvers, de Flandre occidentale, de Flandre orientale et de Limbourg. - Prépension conventionnelle à 55 et 56 ans dans les exploitations de sable blanc (Convention enregistrée le 16 septembre 1997 sous le numéro 45037/CO/102.06).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (9)
Texte (9)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux ouvriers des exploitations de sable blanc à ciel ouvert dans les provinces d'Anvers, de Flandre occidentale, de Flandre orientale et de Limbourg.
HOOFDSTUK II. - Bepalingen.
CHAPITRE II. - Dispositions.
Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van 20 december 1994 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, en heeft directe uitwerking.
Art.2. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité, de la convention collective de travail n° 60 du 20 décembre 1994, conclue au sein du Conseil national du Travail, déterminant les objectifs et la procédure de conclusion de conventions collectives de travail portant sur la promotion de l'emploi, et elle a effet direct.
Art.3. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt met ingang van 1 januari 1997 het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 1997 en 31 december 1997 de leeftijd van 55 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft, en tussen 1 januari 1998 en 31 december 1998 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft, en die 20 jaar nachtarbeid hebben.
Art.3. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, le principe de l'application d'un régime de prépension conventionnelle est admis dans ce secteur à partir du 1er janvier 1997 pour le personnel actif (à l'exception des travailleurs malades pendant une longue durée) qui opte pour cette formule et qui atteindra ou a déjà atteint l'âge de 55 ans entre le 1er janvier 1997 et le 31 décembre 1997, et qui atteindra ou a déjà atteint l'âge de 56 ans entre le 1er janvier 1998 et le 31 décembre 1998, et qui ont 20 années de travail de nuit.
Art.4. a) De leeftijd van het brugpensioen van de werknemers die 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, wordt op 55 jaar gebracht in 1997 en wordt op 56 jaar gebracht in 1998.
b) Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.
b) Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.
Art.4. a) L'âge de la prépension des travailleurs qui peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel, calculés conformément à l'article 114, § 4, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 relatif aux allocations de chômage, est ramené à 55 ans en 1997 et est ramené à 56 ans en 1998.
b) Pour les modalités d'application de cette carrière professionnelle, l'assimilation des périodes de chômage complet est limitée à un maximum de 5 ans.
b) Pour les modalités d'application de cette carrière professionnelle, l'assimilation des périodes de chômage complet est limitée à un maximum de 5 ans.
Art.5. De toepassing van de verschillende bepalingen overeenkomstig de artikelen 3 en 4 is evenwel volgende regelingen bepaald :
a) het brugpensioen op 55 jaar en op 56 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemers die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kunnen getuigen;
b) voor de bruggepensioneerden is er verplichting tot vervanging.
a) het brugpensioen op 55 jaar en op 56 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemers die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kunnen getuigen;
b) voor de bruggepensioneerden is er verplichting tot vervanging.
Art.5. L'application des différentes dispositions des articles 3 et 4 est soumise aux conditions suivantes :
a) la prépension à 55 ans et à 56 ans sera accordée pour autant que les travailleurs puissent justifier d'un passé professionnel de 33 ans, périodes d'assimilation comprises;
b) pour les prépensionnés il y a obligation de remplacement.
a) la prépension à 55 ans et à 56 ans sera accordée pour autant que les travailleurs puissent justifier d'un passé professionnel de 33 ans, périodes d'assimilation comprises;
b) pour les prépensionnés il y a obligation de remplacement.
HOOFDSTUK III. - Geldigheid.
CHAPITRE III. - Validité.
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-08/54%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-08/54%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1997 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1998.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-08/54%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-08/54%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET