Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
6 MEI 1997. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1997 van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik. - Verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 1993 betreffende het conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 46006/CO/102.07).
Titre
6 MAI 1997. - Convention collective de travail du 6 mai 1997 de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières, cimenteries et fours à chaux de l'arrondissement administratif de Tournai. - Prolongation et modification de la convention collective de travail du 12 octobre 1993 relative à la prépension conventionnelle (Convention enregistrée le 18 novembre 1997 sous le numéro 46006/CO/102.07).
Informations sur le document
Info du document
Tekst (6)
Texte (6)
Artikel 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende het conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1994, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 november 1994, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 april 1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 juni 1996, wordt verlengd tot 30 juni 1999.
Article 1. La convention collective de travail du 12 octobre 1993, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières, cimenteries et fours à chaux de l'arrondissement administratif de Tournai, relative à la prépension conventionnelle, rendue obligatoire par arrêté royal du 15 septembre 1994, publié au Moniteur belge du 10 novembre 1994, prorogée par la convention collective de travail du 11 avril 1995, rendue obligatoire par arrêté royal du 14 avril 1996, publié au Moniteur belge du 22 juin 1996, est prorogée jusqu'au 30 juin 1999.
Art.2. Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 1993, vermeld in artikel 1, wordt gewijzigd als volgt :
"Art. 2. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen van het type collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 aanvaard in de sector groeven van het Doornikse voor het actief personeel (met uitzondering van de langdurige zieken), dat opteert voor deze formule en de leeftijd van 58 jaar bereikt tussen 1 juli 1997 en 30 juni 1999 en die een beroepsverleden van 25 jaar kunnen bewijzen.".
"Art. 2. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen van het type collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 aanvaard in de sector groeven van het Doornikse voor het actief personeel (met uitzondering van de langdurige zieken), dat opteert voor deze formule en de leeftijd van 58 jaar bereikt tussen 1 juli 1997 en 30 juni 1999 en die een beroepsverleden van 25 jaar kunnen bewijzen.".
Art.2. L'article 2 de la convention collective de travail du 12 octobre 1993, citée à l'article 1er, est modifié comme suit :
" Art. 2. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, le principe de l'application d'un régime de prépension conventionnelle du type convention collective de travail n° 17 est admis dans le secteur carrier du Tournaisis pour le personnel actif (à l'exclusion des grands malades), qui opte pour cette formule et qui atteint l'âge de 58 ans entre le 1er juillet 1997 et le 30 juin 1999 et qui justifie d'une carrière professionnelle de 25 ans. ".
" Art. 2. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, le principe de l'application d'un régime de prépension conventionnelle du type convention collective de travail n° 17 est admis dans le secteur carrier du Tournaisis pour le personnel actif (à l'exclusion des grands malades), qui opte pour cette formule et qui atteint l'âge de 58 ans entre le 1er juillet 1997 et le 30 juin 1999 et qui justifie d'une carrière professionnelle de 25 ans. ".
Art.3. Artikel 4 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 1, wordt gewijzigd als volgt :
"Art. 4. De werkgever waarborgt aan de werknemer, die wordt bruggepensioneerd na 1 mei 1997, een bedrag als aanvullende vergoeding, zodat het gewaarborgd bruto jaarinkomen gelijk is aan 531.349 F (indexcijfer 120,68) per jaar, geïndexeerd op basis van het indexcijfer bepaald in de collectieve arbeidsoverenkomst van de sector.".
"Art. 4. De werkgever waarborgt aan de werknemer, die wordt bruggepensioneerd na 1 mei 1997, een bedrag als aanvullende vergoeding, zodat het gewaarborgd bruto jaarinkomen gelijk is aan 531.349 F (indexcijfer 120,68) per jaar, geïndexeerd op basis van het indexcijfer bepaald in de collectieve arbeidsoverenkomst van de sector.".
Art.3. L'article 4 de la même convention collective de travail citée à l'article 1er, est modifié comme suit :
" Art. 4. L'employeur garantit au travailleur, prépensionné après le 1er mai 1997, un montant d'indemnité complémentaire telle que le revenu brut annuel garanti soit égal à 531.349 F (indice 120,68) par an indexé sur la base de l'indice de la convention collective de travail du secteur. ".
" Art. 4. L'employeur garantit au travailleur, prépensionné après le 1er mai 1997, un montant d'indemnité complémentaire telle que le revenu brut annuel garanti soit égal à 531.349 F (indice 120,68) par an indexé sur la base de l'indice de la convention collective de travail du secteur. ".
Art.4. Artikel 9 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 1, wordt gewijzigd als volgt :
"Art. 9. In 1997 stort de werkgever aan het sociaal fonds, benevens de premie aan de georganiseerden van 3.500 F, een aanvullende vakantievergoeding van 3.000 F en een vormingspremie van 3.500 F. In 1998 blijven deze bedragen dezelfde, behalve de aanvullende vakantievergoeding, die dan is vastgesteld op 3.500 F.".
"Art. 9. In 1997 stort de werkgever aan het sociaal fonds, benevens de premie aan de georganiseerden van 3.500 F, een aanvullende vakantievergoeding van 3.000 F en een vormingspremie van 3.500 F. In 1998 blijven deze bedragen dezelfde, behalve de aanvullende vakantievergoeding, die dan is vastgesteld op 3.500 F.".
Art.4. L'article 9 de la même convention collective de travail citée à l'article 1er, est modifié comme suit :
" Art. 9. En 1997, l'employeur versera au Fonds social, outre la prime syndicale de 3.500 F, l'allocation complémentaire de vacances de 3.000 F et la prime de formation de 3.500 F. En 1998, ces montants restent identiques, hormis l'allocation complémentaire de vacances qui est fixée à 3.500 F. ".
" Art. 9. En 1997, l'employeur versera au Fonds social, outre la prime syndicale de 3.500 F, l'allocation complémentaire de vacances de 3.000 F et la prime de formation de 3.500 F. En 1998, ces montants restent identiques, hormis l'allocation complémentaire de vacances qui est fixée à 3.500 F. ".
Art.5. In geval van brugpensioen zal de bruggepensioneerde vervangen worden in het raam van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur voor een bepaalde duur van drie jaar.
Art.5. En cas de prépensionnement, le prépensionné sera remplacé dans les liens de contrats de travail à durée déterminée, pour une durée déterminée de trois ans.
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-06/31%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-06/31%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 1997 et cesse de produire ses effets le 30 juin 1999.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 6 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-06/31%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 6 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-06/31%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET