Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
16 JUNI 1997. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid. - Brugpensioen en halftijds brugpensioen voor de bedienden in de suikernijverheid en haar bijprodukten (Overeenkomst geregistreerd op 19 november 1997 onder het nummer 46093/CO/220).
Titre
16 JUIN 1997. - Convention collective de travail du 16 juin 1997 de la Commission paritaire pour les employés de l'industrie alimentaire. - Prépension et prépension à mi-temps pour les employés de l'industrie du sucre et ses dérivés (Convention enregistrée le 19 novembre 1997 sous le numéro 46093/CO/220).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (14)
Texte (14)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de suikerfabrieken, de suikerraffinaderijen, de fabrieken van invertsuiker en citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken en distilleerderijen.
Article 1. La présente convention collective de travail est applicable aux employeurs et aux employé(e)s des sucreries et raffineries de sucre, des fabriques de sucre inverti et d'acide citrique, des candiseries, des levureries et des distilleries.
HOOFDSTUK II. - Voltijds brugpensioen.
CHAPITRE II. - Prépension.
Art.2. § 1. Op 58 jaar in 1997 en 1998.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de bedienden die de leeftijd van 58 jaar of meer bereiken.
§ 2. Op 55 jaar in 1997.
Voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1997 is deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens toepasselijk op de bedienden die de leeftijd van 55 jaar of meer bereiken die, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en haar uitvoeringsbesluiten, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als werknemer, waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad, en een beroepsloopbaan van 10 jaar in het bedrijf of in de sector hebben.
§ 3. Op 56 jaar in 1998.
Voor de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998 is deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens toepasselijk op de bedienden die de leeftijd van 56 jaar of meer bereiken die, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en haar uitvoeringsbesluiten, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als werknemer, waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad en een beroepsloopbaan van 10 jaar in het bedrijf of in de sector hebben.
§ 4. De bediende bedoeld in voorgaande paragrafen 1 tot en met 3 moet bovendien ook voldoen aan de wettelijke gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de bedienden die de leeftijd van 58 jaar of meer bereiken.
§ 2. Op 55 jaar in 1997.
Voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1997 is deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens toepasselijk op de bedienden die de leeftijd van 55 jaar of meer bereiken die, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en haar uitvoeringsbesluiten, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als werknemer, waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad, en een beroepsloopbaan van 10 jaar in het bedrijf of in de sector hebben.
§ 3. Op 56 jaar in 1998.
Voor de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998 is deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens toepasselijk op de bedienden die de leeftijd van 56 jaar of meer bereiken die, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en haar uitvoeringsbesluiten, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als werknemer, waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad en een beroepsloopbaan van 10 jaar in het bedrijf of in de sector hebben.
§ 4. De bediende bedoeld in voorgaande paragrafen 1 tot en met 3 moet bovendien ook voldoen aan de wettelijke gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.
Art.2. § 1er. A 58 ans en 1997 et 1998.
La présente convention collective de travail est applicable aux employé(e)s qui atteignent l'âge de 58 ans ou plus.
§ 2. A 55 ans en 1997.
Pendant la période du 1er janvier 1997 jusqu'au 31 décembre 1997 cette convention collective de travail est aussi applicable aux employé(e)s qui atteignant l'âge de 55 ans ou plus qui, conformément à l'article 23 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité (Moniteur belge du 1er août 1996) et ses arrêtés d'exécution, peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié, dont 20 ans de travail avec des prestations de nuit conformément à la convention collective de travail n° 46 du Conseil national du Travail, et une carrière professionnelle de 10 ans dans l'entreprise ou dans le secteur.
§ 3. A 56 ans en 1998.
Pendant la période du 1er janvier 1998 jusqu'au 31 décembre 1998 cette convention collective de travail est aussi applicable aux employé(e)s qui atteignant l'âge de 56 ans ou plus qui, conformément à l'article 23 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité (Moniteur belge du 1er août 1996) et ses arrêtés d'exécution, peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié, dont 20 ans de travail avec des prestations de nuit conformément à la convention collective de travail n° 46 du Conseil national du Travail, et une carrière professionnelle de 10 ans dans l'entreprise ou dans le secteur.
§ 4. Les employé(e)s mentionné(e)s dans les paragraphes 1er à 3 doivent aussi satisfaire aux conditions d'ancienneté légales pour pourvoir prétendre au statut du prépensionné.
La présente convention collective de travail est applicable aux employé(e)s qui atteignent l'âge de 58 ans ou plus.
§ 2. A 55 ans en 1997.
Pendant la période du 1er janvier 1997 jusqu'au 31 décembre 1997 cette convention collective de travail est aussi applicable aux employé(e)s qui atteignant l'âge de 55 ans ou plus qui, conformément à l'article 23 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité (Moniteur belge du 1er août 1996) et ses arrêtés d'exécution, peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié, dont 20 ans de travail avec des prestations de nuit conformément à la convention collective de travail n° 46 du Conseil national du Travail, et une carrière professionnelle de 10 ans dans l'entreprise ou dans le secteur.
§ 3. A 56 ans en 1998.
Pendant la période du 1er janvier 1998 jusqu'au 31 décembre 1998 cette convention collective de travail est aussi applicable aux employé(e)s qui atteignant l'âge de 56 ans ou plus qui, conformément à l'article 23 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité (Moniteur belge du 1er août 1996) et ses arrêtés d'exécution, peuvent se prévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié, dont 20 ans de travail avec des prestations de nuit conformément à la convention collective de travail n° 46 du Conseil national du Travail, et une carrière professionnelle de 10 ans dans l'entreprise ou dans le secteur.
§ 4. Les employé(e)s mentionné(e)s dans les paragraphes 1er à 3 doivent aussi satisfaire aux conditions d'ancienneté légales pour pourvoir prétendre au statut du prépensionné.
Art.3. De aanvullende vergoeding, ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde bedienden die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst voor bedienden en die worden ontslagen, behalve wegens dringende redenen.
Art.3. L'indemnité complémentaire, instaurée dans le cadre de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du Travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement, est octroyée aux employé(e)s visé(e)s à l'article 1er, qui sont lié(e)s par un contrat d'employé(e)s et qui sont licencié(e)s pour des raisons autres que pour motifs graves.
Art.4. Overeenkomstig artikel 4 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, hebben de werknemers zoals bedoeld in artikel 1 recht op een aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten laste van de werkgever.
Art.4. Conformément à l'article 4 de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974 précitée, conclue au sein du Conseil national du Travail, les employé(e)s visé(e)s à l'article 1er ont droit à une indemnité complémentaire comme fixée à l'article 7 de la présente convention collective de travail à charge de l'employeur.
Art.5. Om aanspraak te kunnen maken op de voordelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet de bediende het bewijs leveren recht te hebben op de werkloosheidsuitkeringen.
Art.5. Pour obtenir le bénéfice des avantages prévus par la présente convention collective de travail, l'employé(e) doit fournir la preuve de son droit aux allocations de chômage.
Art.6. Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in deze collectieve arbeidsovereenkomst en die de werkgever aan de bediende verschuldigd is, is het bedrag zoals dit wordt bepaald in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art.6. Le montant de l'indemnité complémentaire dont question dans la présente convention collective de travail et dont l'employeur est redevable à l'employé(e), est celui fixé par la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, précitée, conclue au sein du Conseil national du Travail.
Art.7. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is de vervanging van de bruggepensioneerde verplicht. De sancties, onder welke vorm ook, die voortvloeien uit de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.
Art.7. Conformément aux dispositions légales, le remplacement des prépensionnés est obligatoire. Les sanctions qui découlent des obligations légales en matière de prépension, quelle que soit leur forme, restent entièrement à charge des entreprises individuelles.
Art.8. De bijzondere maandelijkse werkgeversbijdragen per bruggepensioneerde blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.
Art.8. Les cotisations spéciales mensuelles patronales par prépensionné(e) restent entièrement à charge des entreprises individuelles.
HOOFDSTUK III. - Halftijds brugpensioen.
CHAPITRE III. - Prépension à mi-temps.
Art.9. De individuele ondernemingen kunnen, gedurende de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998, op basis van artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en haar uitvoeringsbesluiten, op eigen niveau een collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten tot instelling van een regeling inzake halftijds brugpensioen vanaf een minimumleeftijd van 55 jaar voor de bedienden die in en voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld.
Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan de normaal in de onderneming toepasselijke arbeidsduur en arbeidsregeling zoals van toepassing op de voltijdse werknemers krachtens het arbeidsreglement.
Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan de normaal in de onderneming toepasselijke arbeidsduur en arbeidsregeling zoals van toepassing op de voltijdse werknemers krachtens het arbeidsreglement.
Art.9. Les entreprises individuelles peuvent, pendant la période du 1er janvier 1997 au 31 décembre 1998, conformément à l'article 26 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité et ses arrêtés d'exécution, conclure une convention collective de travail à leur propre niveau afin d'introduire un régime de prépension à mi-temps pour les employé(e)s à partir de l'âge de 55 ans occupés dans un régime de travail à temps plein.
Par régime de travail à temps plein, il y a lieu d'entendre la durée de travail et le régime de travail normalement applicable dans l'entreprise aux travailleurs occupés à temps plein comme prévue dans le règlement de travail.
Par régime de travail à temps plein, il y a lieu d'entendre la durée de travail et le régime de travail normalement applicable dans l'entreprise aux travailleurs occupés à temps plein comme prévue dans le règlement de travail.
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding.
CHAPITRE IV. - Entrée en vigueur.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998. De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1997 wordt hierbij opgeheven.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-08/78%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.
(Voor het KB, zie %%1998-10-08/78%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 10. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée. Elle entre en vigueur le 1er janvier 1997 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1998. Elle remplace celle du 20 février 1997.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-08/78%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 octobre 1998.
(Pour l'AR, voir %%1998-10-08/78%%).
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET