Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
3 FEBRUARI 1998. - Decreet houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-1998 en tekstbijwerking tot 17-10-2013)
Titre
3 FEVRIER 1998. - Décret fixant les armoiries de personnes privées et d'institutions. (TRADUCTION) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-03-1998 et mise à jour au 17-10-2013)
Informations sur le document
Numac: 1998035312
Datum: 1998-02-03
Info du document
Numac: 1998035312
Date: 1998-02-03
Table des matières
Tekst (21)
Texte (21)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1. Le présent décret régit une matière communautaire.
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder :
1° (privé-personen : ieder natuurlijk persoon;)
2° (instellingen : de privaat- en publiekrechtelijke rechtspersonen andere dan natuurlijke personen, en met uitzondering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gemeenten, provincies en districten, waarvan de zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest of in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die wegens hun activiteiten beschouwd moeten worden uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap te behoren.)
3° oud wapen : een heraldisch wapen waarvan kan worden bewezen dat het ten minste honderd jaar geleden publiekelijk werd gevoerd;
4° nieuw wapen : een heraldisch wapen waarvan niet kan worden bewezen dat het gedurende ten minste honderd jaar publiekelijk werd gevoerd;
5° [1 de commissie : de Vlaamse Heraldische Raad;]1
6° de lijst : de lijst van erkende en verleende wapens zoals opgesteld en bijgehouden door de Vlaamse regering.
1° (privé-personen : ieder natuurlijk persoon;)
2° (instellingen : de privaat- en publiekrechtelijke rechtspersonen andere dan natuurlijke personen, en met uitzondering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gemeenten, provincies en districten, waarvan de zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest of in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die wegens hun activiteiten beschouwd moeten worden uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap te behoren.)
3° oud wapen : een heraldisch wapen waarvan kan worden bewezen dat het ten minste honderd jaar geleden publiekelijk werd gevoerd;
4° nieuw wapen : een heraldisch wapen waarvan niet kan worden bewezen dat het gedurende ten minste honderd jaar publiekelijk werd gevoerd;
5° [1 de commissie : de Vlaamse Heraldische Raad;]1
6° de lijst : de lijst van erkende en verleende wapens zoals opgesteld en bijgehouden door de Vlaamse regering.
Art.2. Pour l'application du présent décret, il faut entendre par :
1° (personnes privées : toute personne physique;)
2° (institutions : les personnes morales de droit privé et public, autres que les personnes physiques, et à l'exception de la " Vlaamse Gemeenschapscommissie " (Commission communautaire flamande), des communes, des provinces et des districts, dont le siège est basé en Région flamande ou en Région bilingue de Bruxelles-Capitale et qui, en raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à la Communauté flamande.)
3° anciennes armoiries : armes héraldiques dont il peut être prouvé qu'elles furent portées publiquement il y a au moins cent ans;
4° nouvelles armoiries : armes héraldiques dont il ne peut être prouvé qu'elles furent portées publiquement pendant au moins cent ans;
5° [1 la commission : le Conseil héraldique flamand; ]1
6° la liste : la liste d'armes reconnues et concédées telle qu'établie et tenue à jour par le Gouvernement flamand.
1° (personnes privées : toute personne physique;)
2° (institutions : les personnes morales de droit privé et public, autres que les personnes physiques, et à l'exception de la " Vlaamse Gemeenschapscommissie " (Commission communautaire flamande), des communes, des provinces et des districts, dont le siège est basé en Région flamande ou en Région bilingue de Bruxelles-Capitale et qui, en raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à la Communauté flamande.)
3° anciennes armoiries : armes héraldiques dont il peut être prouvé qu'elles furent portées publiquement il y a au moins cent ans;
4° nouvelles armoiries : armes héraldiques dont il ne peut être prouvé qu'elles furent portées publiquement pendant au moins cent ans;
5° [1 la commission : le Conseil héraldique flamand; ]1
6° la liste : la liste d'armes reconnues et concédées telle qu'établie et tenue à jour par le Gouvernement flamand.
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
CHAPITRE II. - Dispositions particulières.
Afdeling I. - Oude wapens.
Section I. - Anciennes armoiries.
Art.3. § 1. Op aanvraag van een belanghebbende privé-persoon of instelling kan de Vlaamse regering, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, het recht erkennen om een oud wapen te voeren.
§ 2. De belanghebbende privé-persoon of instelling moet het bewijs leveren dat het betrokken wapen ten minste honderd jaar voor de datum van zijn aanvraag door één of meer van zijn voorouders in rechtstreekse mannelijke lijn, respectievelijk door de instelling of haar rechtsvoorgangers publiekelijk werd gevoerd.
§ 3. Het recht om een erkend oud wapen te voeren wordt vererfd volgens de heraldische gebruiken.
§ 4. De erkenning door de Vlaamse regering van het recht om een oud wapen te voeren doet geen afbreuk aan de rechten die derden eveneens ten opzichte van het betrokken wapen zouden kunnen laten gelden.
§ 2. De belanghebbende privé-persoon of instelling moet het bewijs leveren dat het betrokken wapen ten minste honderd jaar voor de datum van zijn aanvraag door één of meer van zijn voorouders in rechtstreekse mannelijke lijn, respectievelijk door de instelling of haar rechtsvoorgangers publiekelijk werd gevoerd.
§ 3. Het recht om een erkend oud wapen te voeren wordt vererfd volgens de heraldische gebruiken.
§ 4. De erkenning door de Vlaamse regering van het recht om een oud wapen te voeren doet geen afbreuk aan de rechten die derden eveneens ten opzichte van het betrokken wapen zouden kunnen laten gelden.
Art.3. § 1er. Sur la demande d'une personne privée ou d'une institution intéressée, le Gouvernement flamand peut reconnaître, après avoir pris l'avis du (commission), le droit de porter d'anciennes armoiries.
§ 2. La personne privée ou l'institution intéressée doit fournir la preuve que les armoiries concernées furent portées publiquement, au moins cent ans avant la date de sa demande, par un ou plusieurs ancêtres de la ligne paternelle directe, respectivement par l'institution ou ces prédécesseurs.
§ 3. Le droit de porter d'anciennes armoiries reconnues se transmet aux héritiers selon l'usage héraldique.
§ 4. La reconnaissance par le Gouvernement flamand du droit de porter d'anciennes armoiries ne porte pas atteinte aux droits que des tiers pourraient également faire valoir à l'égard des armoiries concernées.
§ 2. La personne privée ou l'institution intéressée doit fournir la preuve que les armoiries concernées furent portées publiquement, au moins cent ans avant la date de sa demande, par un ou plusieurs ancêtres de la ligne paternelle directe, respectivement par l'institution ou ces prédécesseurs.
§ 3. Le droit de porter d'anciennes armoiries reconnues se transmet aux héritiers selon l'usage héraldique.
§ 4. La reconnaissance par le Gouvernement flamand du droit de porter d'anciennes armoiries ne porte pas atteinte aux droits que des tiers pourraient également faire valoir à l'égard des armoiries concernées.
Afdeling II. - Nieuwe wapens.
Section II. - Nouvelles armoiries.
Art.4. § 1. De Vlaamse regering kan, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, op eigen initiatief een privé-persoon of een instelling het recht verlenen om een nieuw wapen te voeren.
§ 2. Op aanvraag van een belanghebbende privé-persoon of instelling kan de Vlaamse regering, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, het recht verlenen om een nieuw wapen te voeren.
§ 3. De in § 1 en § 2 bedoelde verleningen bepalen de vorm van het nieuwe wapen. Bij verleningen aan privé-personen worden ook de lijst van personen die het recht hebben om het wapen te voeren en de wijze van vererving, eventueel in de vrouwelijke lijn, bepaald.
§ 4. De in § 1 en § 2 bedoelde nieuwe wapens moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° ze moeten heraldisch verantwoord zijn;
2° het mogen geen wapens zijn die al toebehoren aan andere privé-personen of instellingen;
3° de buitenversierselen van het wapen mogen geen gouden helmkroon, rangkroon, banieren, wapenmantel of wapenkreet bevatten.
§ 2. Op aanvraag van een belanghebbende privé-persoon of instelling kan de Vlaamse regering, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, het recht verlenen om een nieuw wapen te voeren.
§ 3. De in § 1 en § 2 bedoelde verleningen bepalen de vorm van het nieuwe wapen. Bij verleningen aan privé-personen worden ook de lijst van personen die het recht hebben om het wapen te voeren en de wijze van vererving, eventueel in de vrouwelijke lijn, bepaald.
§ 4. De in § 1 en § 2 bedoelde nieuwe wapens moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° ze moeten heraldisch verantwoord zijn;
2° het mogen geen wapens zijn die al toebehoren aan andere privé-personen of instellingen;
3° de buitenversierselen van het wapen mogen geen gouden helmkroon, rangkroon, banieren, wapenmantel of wapenkreet bevatten.
Art.4. § 1er. Après avoir pris l'avis du (commission), le Gouvernement flamand peut concéder, de sa propre initiative, à une personne privée ou une institution le droit de porter de nouvelles armoiries.
§ 2. Sur la demande d'une personne privée ou d'une institution intéressée, le Gouvernement flamand peut concéder, après avoir pris l'avis du (commission), le droit de porter de nouvelles armoiries.
§ 3. Les concessions visées aux §§ 1er et 2 déterminent la forme des nouvelles armoiries. Lors de concessions à des personnes privées, sont également fixés la liste de personnes ayant le droit de porter des armoiries et le mode d'héritage, éventuellement dans la ligne maternelle.
§ 4. Les nouvelles armoiries visées aux §§ 1er et 2 doivent satisfaire aux conditions suivantes :
1° elles doivent être justifiées héraldiquement;
2° elles ne peuvent pas appartenir à d'autres personnes privées ou institutions;
3° les ornements extérieurs des armoiries ne peuvent pas comprendre de couronne de heaume d'or, de couronne de titre, de bannière, de manteau ou de cri.
§ 2. Sur la demande d'une personne privée ou d'une institution intéressée, le Gouvernement flamand peut concéder, après avoir pris l'avis du (commission), le droit de porter de nouvelles armoiries.
§ 3. Les concessions visées aux §§ 1er et 2 déterminent la forme des nouvelles armoiries. Lors de concessions à des personnes privées, sont également fixés la liste de personnes ayant le droit de porter des armoiries et le mode d'héritage, éventuellement dans la ligne maternelle.
§ 4. Les nouvelles armoiries visées aux §§ 1er et 2 doivent satisfaire aux conditions suivantes :
1° elles doivent être justifiées héraldiquement;
2° elles ne peuvent pas appartenir à d'autres personnes privées ou institutions;
3° les ornements extérieurs des armoiries ne peuvent pas comprendre de couronne de heaume d'or, de couronne de titre, de bannière, de manteau ou de cri.
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions communes.
Art.5. Afin d'entrer en ligne de compte pour une reconnaissance ou une concession, les armoiries doivent être conformes à la réglementation fixée par le (commission).
Art.6. § 1. De erkenning van een oud wapen zoals vermeld in artikel 3 en de verlening van een nieuw wapen zoals vermeld in artikel 4 moeten worden ingeschreven in de lijst van erkende en verleende wapens.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de inschrijving wordt vastgesteld en bijgehouden.
§ 3. De in § 1 vermelde erkenningen en verleningen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
§ 4. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de erkenning of verlening wordt gewijzigd, opgeheven of ingetrokken.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de inschrijving wordt vastgesteld en bijgehouden.
§ 3. De in § 1 vermelde erkenningen en verleningen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
§ 4. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de erkenning of verlening wordt gewijzigd, opgeheven of ingetrokken.
Art.6. § 1er. La reconnaissance d'anciennes armoiries telle que visée à l'article 3 et la concession de nouvelles armoiries telle que visée à l'article 4 doivent être inscrites sur la liste d'armoiries reconnues et concédées.
§ 2. Le Gouvernement flamand fixe, après avoir pris l'avis du (commission), le mode dont l'inscription des armoiries est fixée et tenue à jour.
§ 3. Les reconnaissances et les concessions visées au § 1er sont publiées au Moniteur belge.
§ 4. Le Gouvernement flamand détermine, après avoir pris l'avis du (commission), le mode dont la reconnaissance ou la concession est modifiée, supprimée ou retirée.
§ 2. Le Gouvernement flamand fixe, après avoir pris l'avis du (commission), le mode dont l'inscription des armoiries est fixée et tenue à jour.
§ 3. Les reconnaissances et les concessions visées au § 1er sont publiées au Moniteur belge.
§ 4. Le Gouvernement flamand détermine, après avoir pris l'avis du (commission), le mode dont la reconnaissance ou la concession est modifiée, supprimée ou retirée.
Art.7. § 1. De Vlaamse regering bepaalt, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, de wijze waarop de aanvragen worden ingediend, en welke bijkomende documenten eventueel nog bij de aanvraag moeten worden gevoegd.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt de vergoeding voor de administratieve kosten voor de erkenning of verlening en de inschrijving ervan in de lijst.
§ 3. De Vlaamse regering bepaalt de wijze waarop afschriften en uittreksels uit de lijst worden afgegeven en de vergoeding die ervoor wordt aangerekend.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt de vergoeding voor de administratieve kosten voor de erkenning of verlening en de inschrijving ervan in de lijst.
§ 3. De Vlaamse regering bepaalt de wijze waarop afschriften en uittreksels uit de lijst worden afgegeven en de vergoeding die ervoor wordt aangerekend.
Art.7. § 1er. Après avoir pris l'avis du (commission), le Gouvernement flamand détermine le mode dont les demandes doivent être introduites et les documents accessoires dont la demande doit éventuellement être assortie.
§ 2. Le Gouvernement flamand fixe l'indemnité pour frais administratifs occasionnés par la reconnaissance ou la concession et l'inscription sur la liste.
§ 3. Le Gouvernement flamand définit la façon dont les copies et les extraits de la liste seront délivrés et l'indemnité y afférente.
§ 2. Le Gouvernement flamand fixe l'indemnité pour frais administratifs occasionnés par la reconnaissance ou la concession et l'inscription sur la liste.
§ 3. Le Gouvernement flamand définit la façon dont les copies et les extraits de la liste seront délivrés et l'indemnité y afférente.
Art.8. Aan de erkenning of verlening van een wapen zijn geen andere voordelen of voorrechten verbonden dan het recht om het wapen te voeren.
Art.8. A la reconnaissance ou la concession d'armoiries, aucun autre avantage ou privilège n'est attaché que de pouvoir porter les armoiries.
HOOFDSTUK III/l. - [1 Vlaamse Heraldische Raad]1
CHAPITRE III/l. - [1 Conseil héraldique flamand]1
Art. 8/1. [1 Er wordt een Vlaamse adviescommissie voor heraldiek opgericht onder de benaming Vlaamse Heraldische Raad.]1
Art. 8/1. [1 Il est créé une commission flamande pour l'héraldique sous la dénomination du Conseil héraldique flamand.]1
Art. 8/2. [1 De Vlaamse Regering :
1° bepaalt de samenstelling, organisatie en werking van de Vlaamse Heraldische Raad;
2° benoemt de leden en plaatsvervangers van de Vlaamse Heraldische Raad;
3° stelt de nodige middelen ter beschikking van de Vlaamse Heraldische Raad;
4° stelt een huishoudelijk reglement vast na de Vlaamse Heraldische Raad te hebben gehoord.]1
1° bepaalt de samenstelling, organisatie en werking van de Vlaamse Heraldische Raad;
2° benoemt de leden en plaatsvervangers van de Vlaamse Heraldische Raad;
3° stelt de nodige middelen ter beschikking van de Vlaamse Heraldische Raad;
4° stelt een huishoudelijk reglement vast na de Vlaamse Heraldische Raad te hebben gehoord.]1
Art. 8/2. [1 Le Gouvernement flamand :
1° arrête la composition, l'organisation et le fonctionnement du Conseil héraldique flamand;
2° nomme les membres et suppléants du Conseil héraldique flamand;
3° met les moyens nécessaires à la disposition du Conseil héraldique flamand;
4° établit un règlement d'ordre intérieur après avoir entendu le Conseil héraldique flamand.]1
1° arrête la composition, l'organisation et le fonctionnement du Conseil héraldique flamand;
2° nomme les membres et suppléants du Conseil héraldique flamand;
3° met les moyens nécessaires à la disposition du Conseil héraldique flamand;
4° établit un règlement d'ordre intérieur après avoir entendu le Conseil héraldique flamand.]1
Art. 8/3. [1 Het secretariaat van de Vlaamse Heraldische Raad wordt uitgevoerd door het secretariaat van de strategische adviesraad opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering kan daarover nadere regels bepalen.]1
Art. 8/3. [1 Le secrétariat du Conseil héraldique flamand est assumé par le secrétariat du conseil d'avis stratégique créé en vertu du décret du 10 mars 2006 portant création d'un " strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed " (Conseil d'avis stratégique de l'Aménagement du Territoire. - Patrimoine immobilier). Le Gouvernement flamand peut en arrêter les modalités.]1
Art. 8/4. [1 De Vlaamse Heraldische Raad verstrekt adviezen in de gevallen en rekening houdend met de termijnen, vermeld in dit decreet.]1
Art. 8/4. [1 Le Conseil héraldique flamand remet des avis dans les cas et compte tenu des délais mentionnés dans ce décret.]1
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art.9. Onverminderd de toepassing van de straffen die in het Strafwetboek of in andere wetten of decreten zijn opgenomen, wordt de persoon die onrechtmatig een erkend of verleend wapen voert, gestraft met een geldboete van ten minste honderd en ten hoogste vijftigduizend frank.
Art.9. Sans préjudice de l'exécution des peines prévues dans le Code pénal ou dans d'autres lois ou décrets, la personne portant d'une manière illicite des armoiries reconnues ou concédées, est punie d'une amende de cent francs au moins et de cinquante mille francs au plus.
Art. 10. De Vlaamse regering kan, nadat ze de (commissie) heeft geraadpleegd, burgerlijke wapens die geregistreerd werden door het Heraldisch College van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, op individuele aanvraag van de belanghebbende privé-personen en als ze overeenstemmen met de bepalingen van dit decreet, erkennen binnen (drie) jaar na de inwerkingtreding van dit decreet.
Art. 10. Après avoir pris l'avis du (commission), le Gouvernement flamand peut reconnaître, dans les (trois) ans de l'entrée en vigueur du présent décret, les armoiries civiles enregistrées par le " Heraldisch College " de la " Vlaamse Vereniging voor Familiekunde " (Collège héraldique de l'Association flamande de Généalogie), sur la demande individuelle des personnes privées concernées et à condition qu'elles correspondent aux dispositions du présent décret.