Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
26 FEBRUARI 1997. - [1Besluit over de erkenningsvoorwaarden voor woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden]1(VERTALING). (1)<BDG2009-06-26/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2009> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-01-1998 en tekstbijwerking tot 30-10-2024)
Titre
26 FEVRIER 1997. - [1Arrêté fixant les conditions de reconnaissance des structures de logement, d'accompagnement et de soins pour seniors]1(TRADUCTION). (1)<ACG2009-06-26/02, art. 1, 002; En vigueur : 24-09-2009> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 23-01-1998 et mise à jour au 30-10-2024)
Informations sur le document
Numac: 1998033092
Datum: 1997-02-26
Info du document
Numac: 1998033092
Date: 1997-02-26
Tekst (30)
Texte (30)
Artikel 1. Naargelang hun aard moeten de instellingen voldoen aan de normen opgenomen [1 A, B, C en D]1 bij dit besluit.
Article 1. Les établissements doivent, en fonction de leur nature, répondre aux normes reprises [1 A, B, C et D]1 au présent arrêté.
Modifications
Art.2. De vóór de inwerkingtreding van dit besluit al bestaande serviceflatgebouwen en dagverzorgingscentra beschikken over een termijn van 12 maanden om zich in overeenstemming te brengen met de normen opgenomen in de bijlagen B en C.
Art.2. Les résidences-services et les centres de soins de jour, existant avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, disposent d'un délai de 12 mois pour répondre aux normes reprises dans les annexes B et C.
Art.3. De bevoegde minister mag in bijzonder gerechtvaardigde gevallen afwijkingen van de bepalingen van dit besluit toestaan.
Art.3. Des dérogations aux dispositions du présent arrêté peuvent être accordées par le Ministre compétent, dans des cas particulièrement motivés.
Art.4. Het besluit van de Executieve van 26 mei 1993 tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen, is opgeheven.
Art.4. L'arrêté de l'Exécutif du 26 mai 1993 fixant les normes auxquelles doivent répondre les maisons de repos pour personnes âgées est abrogé.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1997.
Art.5. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mars 1997.
Art.6. De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.6. Le Ministre-Président, Ministre des Finances, des Relations internationales, de la Santé, de la Famille et des Personnes âgées, du Sport et du Tourisme est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage A. - [1 Toekenningsvoorwaarden voor bejaardenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen voor bejaarden evenals voor kort verblijf]1
Modifications
Art. N1. Annexe A. [1 Conditions d'agrément pour les maisons de repos et pour les maisons de repos et de soins ainsi que pour les soins de courte durée]1
Modifications
Art. 1N1. HOOFDSTUK I. - [1 ALGEMENE BEPALINGEN
De erkenningsvoorwaarden uit onderhavige bijlage zijn van toepassing op alle in Duitstalig gebied actieve bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen evenals op aanbieders van kort verblijf.
Met het oog op de toepassing van artikel 13, § 2 van het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp moet de inrichtende macht van het bejaardentehuis en van het rust- en verzorgingstehuis zich ervan vergewissen dat de toekomstige bewoner voordien een beroep heeft gedaan op de dienstverlening van het consultatiebureau teneinde zijn behoeften te analyseren en een hulpplan op te stellen.]1
De erkenningsvoorwaarden uit onderhavige bijlage zijn van toepassing op alle in Duitstalig gebied actieve bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen evenals op aanbieders van kort verblijf.
Met het oog op de toepassing van artikel 13, § 2 van het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp moet de inrichtende macht van het bejaardentehuis en van het rust- en verzorgingstehuis zich ervan vergewissen dat de toekomstige bewoner voordien een beroep heeft gedaan op de dienstverlening van het consultatiebureau teneinde zijn behoeften te analyseren en een hulpplan op te stellen.]1
Modifications
Art. 1N1. CHAPITRE I. - [1 DISPOSITIONS GENERALES
Les conditions d'agrément de la présente annexe s'appliquent à toutes les maisons de retraite, à toutes les maisons de retraite et de soins ainsi qu'aux fournisseurs de soins de courte durée.
En application de l'article 13 paragraphe 2 du décret du 16 février 2009 concernant les services d'aide à domicile et créant un bureau de consultation pour l'aide à domicile, semi-résidentielle et résidentielle, le pouvoir organisateur de la maison de repos et de la maison de repos et de soins doit vérifier que le futur habitant a d'abord demandé l'intervention du bureau de consultation afin de procéder à une analyse des besoins et à l'établissement d'un plan d'aide.]1
Les conditions d'agrément de la présente annexe s'appliquent à toutes les maisons de retraite, à toutes les maisons de retraite et de soins ainsi qu'aux fournisseurs de soins de courte durée.
En application de l'article 13 paragraphe 2 du décret du 16 février 2009 concernant les services d'aide à domicile et créant un bureau de consultation pour l'aide à domicile, semi-résidentielle et résidentielle, le pouvoir organisateur de la maison de repos et de la maison de repos et de soins doit vérifier que le futur habitant a d'abord demandé l'intervention du bureau de consultation afin de procéder à une analyse des besoins et à l'établissement d'un plan d'aide.]1
Modifications
Art. 2N1. HOOFDSTUK II. - [1 RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE VRIJHEID VAN DE INWONENDEN EN DE EERBIED VOOR HUN OVERTUIGINGEN
1. HET HUISHOUDELIJK CONCEPT EN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT
a) Elk bejaardenhuis en rust- en verzorgingstehuis evenals instellingen voor kort verblijf, hierna "tehuis" genoemd, is verplicht een huishoudelijk concept op te stellen. Dat huishoudelijk concept bevat naast de algemene doelstellingen van het tehuis en de beschrijving van de aangeboden diensten ook een huishoudelijk reglement.
Het huishoudelijk concept moet de werkelijkheid van het huis weerspiegelen en controleerbaar zijn.
Het tehuis definieert in het kader van het huishoudelijk concept ook de samenwerking met vrijwilligers. Het legt de taken van die vrijwillige arbeidskrachten in een ontwerpdocument vast.
Op basis van dat ontwerp stelt het tehuis een huishoudelijk reglement op. Het huishoudelijk reglement evenals elke latere wijziging ervan worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd, die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist.
Bij de aanvraag tot goedkeuring wordt een advies van de in hoofdstuk I, punt 4, beschreven raad van inwonenden gevoegd. De minister kan de goedkeuring alleen weigeren indien het huishoudelijk reglement in strijd is met de bepalingen uit onderhavige bijlage en niet om redenen van opportuniteit.
Bij ontstentenis van betekening van de beslissing binnen de bovenvermelde termijn wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan dit huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonenden.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het tehuis op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integraal deel van de overeenkomst met het tehuis uit en moet tegelijkertijd aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger worden afgegeven.
Door het ondertekenen van een ontvangstbewijs verklaart hij dat hij met dit huishoudelijk reglement akkoord gaat.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt ten minste de volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht;
- de beschrijving van de rechten en plichten van de inwonenden en van het bejaardentehuis met betrekking tot het dagelijks met elkaar samenleven;
- de naam van de persoon die door het tehuis met het dagelijkse bestuur is belast en bij wie alle vragen, voorstellen en suggesties, opmerkingen en klachten mogen worden neergelegd, zowel door de inwonenden, hun familieleden of hun vertegenwoordigers.
Die persoon of haar vertegenwoordiger staat met het oog hierop op verzoek ter beschikking;
- de interne klachtendienst evenals het adres en het telefoonnummer van de door de Regering aangeduide dienst waaraan de klachten kunnen worden gericht;
- de wijze waarop de inwonenden aan de vastlegging van de levensomstandigheden in het tehuis kunnen deelnemen;
- informatie over de maaltijden (tijdstip, aantal, plaats);
- de beschrijving van de wijze waarop de volgende rechten van de inwonenden in acht worden genomen, waarbij eventuele beperkingen dienen te worden gedefinieerd en gemotiveerd :
. het recht op privacy en onafhankelijkheid van de inwonenden;
. De familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten hebben ongehinderd toegang tot het tehuis. Bovendien is ongehinderde bewegingsvrijheid binnen en buiten het tehuis, behalve tot de interne dienstlokalen, voor de bewoners gegarandeerd;
. Het recht van de inwonenden op vrije keus van alle diensten, zoals onder andere het recht van vrije keus van arts en zijn toegang tot het bejaardentehuis;
. Het recht op zelfontplooiing;
. Het recht de aanbiedingen en de begeleiding in het Duits te kunnen krijgen. Alle navenante schriftelijke informatiestukken moeten in het Duits beschikbaar zijn;
. Het recht van de inwonende op de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen.
Iedere beperking van die rechten moet vooraf worden vastgelegd en gemotiveerd. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die de inwonenden verplichtingen oplegt die van commerciële aard zijn of die in strijd zijn met de vrijheid van eredienst die in de artikelen 19 en 20 van de Grondwet is vastgelegd.
2. DE OVEREENKOMST MET HET TEHUIS
Tussen de inrichtende macht van het tehuis en de toekomstige inwonende of zijn vertegenwoordiger wordt een overeenkomst gesloten. Deze moet aan de toekomstige inwonende of zijn vertegenwoordiger minstens twee dagen voor de geplande opname worden overhandigd en minstens een dag voor de opname in het tehuis samen worden ondertekend. Elke pagina van de overeenkomst moet worden geparafeerd.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd, die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening van de beslissing binnen de bovenvermelde termijn wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt de volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor het huren van een kamer voor een inwonende;
b) de dagelijkse huurprijs evenals de kosten van de bijkomende diensten volgens bijlage D. Voor niet in bijgaande tabel opgesomde diensten moet worden vermeld of zij in de dagelijkse huurprijs inbegrepen zijn, of zij met een toeslag ten bedrage van hoogstens 5 % worden aangerekend dan wel of de reële kosten van de dienst zonder toeslag in rekening worden gebracht.
c) De bepaling dat de inwonende, indien hij in de loop van de maand in een kamer zijn intrek neemt, een bedrag moet voldoen dat overeenstemt met het resterende deel van de maand.
d) Het bedrag van de eventueel neer te leggen waarborg en de bestemming ervan. Deze waarborg mag het bedrag van een huur van 31 dagen niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
1. Wanneer een waarborg geëist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een financiële instelling met vermelding van de bestemming "waarborg voor elke schuldvordering" die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van de verplichtingen vanwege de inwonende.
2. De interesten van het aldus geplaatste bedrag worden bij het kapitaal gevoegd.
3. Over de waarborgrekening kan ten gunste van de ene partij of de andere partij worden beschikt mits voorlegging van hetzij een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing.
Op het einde van de overeenkomst wordt het gekapitaliseerde bedrag aan de inwonende of zijn rechthebbenden terugbetaald na aftrek van alle eventuele kosten en schadevergoedingen die krachtens de overeenkomst verschuldigd zijn.
e) De voorwaarden van het neerleggen of in bewaring geven van goederen en waarden die door de inwonende aan het tehuis zijn toevertrouwd, alsook de modaliteiten van het beheer ervan.
f) De voorwaarden van de financiële bijdrage van de inwonende in geval van afwezigheid voor een ononderbroken duur die zeven dagen opeenvolgende dagen overschrijdt.
g) De ligging van de door de inwonende gehuurde kamer met vermelding van het maximale aantal personen dat in deze kamer kan wonen, evenals de voorwaarden voor een wisseling van kamers.
h) Volgende bepaling met betrekking tot de ontbinding van de overeenkomst :
1. Met uitzondering van een verblijf van korte duur wordt de overeenkomst voor onbepaalde duur afgesloten, behalve indien in een specifiek geval slechts een tijdelijk verblijf van de inwonende voorzien is.
2. De overeenkomst betreffende kort verblijf wordt voor een duur van ten hoogste 3 maanden per kalenderjaar ondertekend, waarbij alle andere bepalingen uit onderhavige paragraaf van toepassing zijn.
3. De overeenkomst mag door beide partijen mits naleving van een opzeggingstermijn van 30 dagen of met wederzijds akkoord worden ontbonden.
De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen voor de aanvang van de hierboven vermelde termijnen.
4. De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de hierboven vermelde termijnen ontbindt, kan verplicht worden aan het tehuis een schadevergoeding te betalen die overeenkomt met de dagelijkse huurprijs voor de periode van de opzeggingstermijn.
5. In geval van overlijden van de inwonende of indien hij om medische redenen het tehuis voorgoed dient te verlaten, dient de dagelijkse huurprijs te worden betaald tot de kamer is ontruimd.
3. PERSOONLIJKE GEGEVENS BETREFFENDE DE INWONENDE
Wanneer een inwonende zijn intrek neemt, wordt een document met ten minste de volgende persoonlijke gegevens opgemaakt :
- de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, burgerlijke staat, nationaliteit);
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de vertegenwoordiger en/of de gevolmachtigde in de zin van de patiëntenrechten, voor zover voorhanden;
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de behandelende arts;
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die in geval van nood moet worden gewaarschuwd;
- de godsdienst en/of de filosofische overtuiging van de inwonende, indien de inwonende dat wenst;
- de inlichtingen betreffende de verantwoordelijke die voor de betaling instaat (door de inwonende of zijn plaatsvervanger, desgevallend door het O.C.M.W.);
- de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie en inschrijvingsnummer);
- de inventaris van de meegebrachte meubelen;
- de uitvoerige lijst van de in bewaring gegeven voorwerpen en/of geldbedragen.
Met het oog op de toepassing van de wetgeving betreffende de privacy, in het bijzonder de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, wordt de inwonende of zijn vertegenwoordiger in de overeenkomst onder andere voorgelicht over de opslag van de gegevens en hun verwerking evenals over de daaraan gekoppelde doelstelling in de overeenkomst. Verdere informatie over de opslag en verwerking van gegevens kan de betrokkene bij de directie van het tehuis vragen. Het tehuis legt schriftelijk vast welke personen toegang hebben tot deze persoonlijke gegevens van de inwonenden.
4. MEDEBESLISSING VAN DE INWONENDEN EN HUN FAMILIELEDEN INZAKE DE LEVENSOMSTANDIGHEDEN VAN HET BEJAARDENTEHUIS VIA DE RAAD VAN INWONENDEN
De medezeggenschap van de inwonenden die in punt 1.c van de bepaling van het huishoudelijk reglement is voorzien, omvat minstens halfjaarlijkse discussiegesprekken die per woonafdeling of voor het hele tehuis worden gehouden. In die gesprekken worden vragen betreffende de individuele begeleiding evenals vragen over het met elkaar leven, de woonomstandigheden, het huishoudelijk reglement en vragen over de maaltijden en het aanbod van activiteiten besproken.
De inwonenden hebben medebeslissingsrecht bij aangelegenheden inzake het met elkaar leven, de woonomstandigheden en het huishoudelijk reglement.
Aan deze gesprekken moeten naast de inwonenden, hun vertegenwoordigers en hun familieleden ook vertegenwoordigers van de woonafdeling en de directie van het tehuis deelnemen.
Een te dien einde aangewezen personeelslid stelt een verslag over de besproken punten op. Dit verslag ligt ter inzage van de inspectie van het tehuis evenals van de inwonenden respectievelijk hun aangewezen vertegenwoordigers en het dient minstens veertien dagen na het plaatsvinden van het gesprek klaar te zijn.
De data van de gesprekken worden ten minste veertien dagen op voorhand bekendgemaakt op het mededelingenbord.
Het tehuis stelt een ontwerp op voor het betrekken van de familieleden bij het dagelijks samenleven in het tehuis. Dit ontwerp omvat minstens de volgende punten : de informatiestroom naar en van de familieleden, de contactpersonen, het betrekken bij de activiteiten van het dagelijkse leven, feesten en uitstappen, ondersteuning in het dagelijkse leven van de inwonende door familieleden.
5. MEDEDELINGENBORDEN
Per woonafdeling van het tehuis moet een mededelingenbord met de volgende gegevens worden aangebracht :
a) de naam van de medewerkers;
b) de activiteiten respectievelijk dagelijkse activiteiten;
c) de beschrijving van de mogelijkheden om aan de vastlegging van de levensomstandigheden in het bejaardentehuis te kunnen meewerken evenals de data van de discussies en van de ontmoetingen van inwonenden en familieleden;
d) de spijskaart, het tijdstip en de plaats van de maaltijden;
e) de gemeenschappelijke activiteiten;
f) de feesten, vieringen en geplande uitstappen;
g) de bezoekuren van de diensten en instanties in het tehuis.
6. SAMENWERKING MET ANDERE DIENSTEN
Het tehuis stelt passende lokalen ter beschikking, zodat de vertegenwoordigers van pensioenkassen en sociale diensten in het tehuis raadplegingen kunnen houden;]1
1. HET HUISHOUDELIJK CONCEPT EN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT
a) Elk bejaardenhuis en rust- en verzorgingstehuis evenals instellingen voor kort verblijf, hierna "tehuis" genoemd, is verplicht een huishoudelijk concept op te stellen. Dat huishoudelijk concept bevat naast de algemene doelstellingen van het tehuis en de beschrijving van de aangeboden diensten ook een huishoudelijk reglement.
Het huishoudelijk concept moet de werkelijkheid van het huis weerspiegelen en controleerbaar zijn.
Het tehuis definieert in het kader van het huishoudelijk concept ook de samenwerking met vrijwilligers. Het legt de taken van die vrijwillige arbeidskrachten in een ontwerpdocument vast.
Op basis van dat ontwerp stelt het tehuis een huishoudelijk reglement op. Het huishoudelijk reglement evenals elke latere wijziging ervan worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd, die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist.
Bij de aanvraag tot goedkeuring wordt een advies van de in hoofdstuk I, punt 4, beschreven raad van inwonenden gevoegd. De minister kan de goedkeuring alleen weigeren indien het huishoudelijk reglement in strijd is met de bepalingen uit onderhavige bijlage en niet om redenen van opportuniteit.
Bij ontstentenis van betekening van de beslissing binnen de bovenvermelde termijn wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan dit huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonenden.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het tehuis op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integraal deel van de overeenkomst met het tehuis uit en moet tegelijkertijd aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger worden afgegeven.
Door het ondertekenen van een ontvangstbewijs verklaart hij dat hij met dit huishoudelijk reglement akkoord gaat.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt ten minste de volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht;
- de beschrijving van de rechten en plichten van de inwonenden en van het bejaardentehuis met betrekking tot het dagelijks met elkaar samenleven;
- de naam van de persoon die door het tehuis met het dagelijkse bestuur is belast en bij wie alle vragen, voorstellen en suggesties, opmerkingen en klachten mogen worden neergelegd, zowel door de inwonenden, hun familieleden of hun vertegenwoordigers.
Die persoon of haar vertegenwoordiger staat met het oog hierop op verzoek ter beschikking;
- de interne klachtendienst evenals het adres en het telefoonnummer van de door de Regering aangeduide dienst waaraan de klachten kunnen worden gericht;
- de wijze waarop de inwonenden aan de vastlegging van de levensomstandigheden in het tehuis kunnen deelnemen;
- informatie over de maaltijden (tijdstip, aantal, plaats);
- de beschrijving van de wijze waarop de volgende rechten van de inwonenden in acht worden genomen, waarbij eventuele beperkingen dienen te worden gedefinieerd en gemotiveerd :
. het recht op privacy en onafhankelijkheid van de inwonenden;
. De familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten hebben ongehinderd toegang tot het tehuis. Bovendien is ongehinderde bewegingsvrijheid binnen en buiten het tehuis, behalve tot de interne dienstlokalen, voor de bewoners gegarandeerd;
. Het recht van de inwonenden op vrije keus van alle diensten, zoals onder andere het recht van vrije keus van arts en zijn toegang tot het bejaardentehuis;
. Het recht op zelfontplooiing;
. Het recht de aanbiedingen en de begeleiding in het Duits te kunnen krijgen. Alle navenante schriftelijke informatiestukken moeten in het Duits beschikbaar zijn;
. Het recht van de inwonende op de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen.
Iedere beperking van die rechten moet vooraf worden vastgelegd en gemotiveerd. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die de inwonenden verplichtingen oplegt die van commerciële aard zijn of die in strijd zijn met de vrijheid van eredienst die in de artikelen 19 en 20 van de Grondwet is vastgelegd.
2. DE OVEREENKOMST MET HET TEHUIS
Tussen de inrichtende macht van het tehuis en de toekomstige inwonende of zijn vertegenwoordiger wordt een overeenkomst gesloten. Deze moet aan de toekomstige inwonende of zijn vertegenwoordiger minstens twee dagen voor de geplande opname worden overhandigd en minstens een dag voor de opname in het tehuis samen worden ondertekend. Elke pagina van de overeenkomst moet worden geparafeerd.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd, die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening van de beslissing binnen de bovenvermelde termijn wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt de volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor het huren van een kamer voor een inwonende;
b) de dagelijkse huurprijs evenals de kosten van de bijkomende diensten volgens bijlage D. Voor niet in bijgaande tabel opgesomde diensten moet worden vermeld of zij in de dagelijkse huurprijs inbegrepen zijn, of zij met een toeslag ten bedrage van hoogstens 5 % worden aangerekend dan wel of de reële kosten van de dienst zonder toeslag in rekening worden gebracht.
c) De bepaling dat de inwonende, indien hij in de loop van de maand in een kamer zijn intrek neemt, een bedrag moet voldoen dat overeenstemt met het resterende deel van de maand.
d) Het bedrag van de eventueel neer te leggen waarborg en de bestemming ervan. Deze waarborg mag het bedrag van een huur van 31 dagen niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
1. Wanneer een waarborg geëist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een financiële instelling met vermelding van de bestemming "waarborg voor elke schuldvordering" die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van de verplichtingen vanwege de inwonende.
2. De interesten van het aldus geplaatste bedrag worden bij het kapitaal gevoegd.
3. Over de waarborgrekening kan ten gunste van de ene partij of de andere partij worden beschikt mits voorlegging van hetzij een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing.
Op het einde van de overeenkomst wordt het gekapitaliseerde bedrag aan de inwonende of zijn rechthebbenden terugbetaald na aftrek van alle eventuele kosten en schadevergoedingen die krachtens de overeenkomst verschuldigd zijn.
e) De voorwaarden van het neerleggen of in bewaring geven van goederen en waarden die door de inwonende aan het tehuis zijn toevertrouwd, alsook de modaliteiten van het beheer ervan.
f) De voorwaarden van de financiële bijdrage van de inwonende in geval van afwezigheid voor een ononderbroken duur die zeven dagen opeenvolgende dagen overschrijdt.
g) De ligging van de door de inwonende gehuurde kamer met vermelding van het maximale aantal personen dat in deze kamer kan wonen, evenals de voorwaarden voor een wisseling van kamers.
h) Volgende bepaling met betrekking tot de ontbinding van de overeenkomst :
1. Met uitzondering van een verblijf van korte duur wordt de overeenkomst voor onbepaalde duur afgesloten, behalve indien in een specifiek geval slechts een tijdelijk verblijf van de inwonende voorzien is.
2. De overeenkomst betreffende kort verblijf wordt voor een duur van ten hoogste 3 maanden per kalenderjaar ondertekend, waarbij alle andere bepalingen uit onderhavige paragraaf van toepassing zijn.
3. De overeenkomst mag door beide partijen mits naleving van een opzeggingstermijn van 30 dagen of met wederzijds akkoord worden ontbonden.
De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen voor de aanvang van de hierboven vermelde termijnen.
4. De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de hierboven vermelde termijnen ontbindt, kan verplicht worden aan het tehuis een schadevergoeding te betalen die overeenkomt met de dagelijkse huurprijs voor de periode van de opzeggingstermijn.
5. In geval van overlijden van de inwonende of indien hij om medische redenen het tehuis voorgoed dient te verlaten, dient de dagelijkse huurprijs te worden betaald tot de kamer is ontruimd.
3. PERSOONLIJKE GEGEVENS BETREFFENDE DE INWONENDE
Wanneer een inwonende zijn intrek neemt, wordt een document met ten minste de volgende persoonlijke gegevens opgemaakt :
- de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, burgerlijke staat, nationaliteit);
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de vertegenwoordiger en/of de gevolmachtigde in de zin van de patiëntenrechten, voor zover voorhanden;
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de behandelende arts;
- de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die in geval van nood moet worden gewaarschuwd;
- de godsdienst en/of de filosofische overtuiging van de inwonende, indien de inwonende dat wenst;
- de inlichtingen betreffende de verantwoordelijke die voor de betaling instaat (door de inwonende of zijn plaatsvervanger, desgevallend door het O.C.M.W.);
- de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie en inschrijvingsnummer);
- de inventaris van de meegebrachte meubelen;
- de uitvoerige lijst van de in bewaring gegeven voorwerpen en/of geldbedragen.
Met het oog op de toepassing van de wetgeving betreffende de privacy, in het bijzonder de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, wordt de inwonende of zijn vertegenwoordiger in de overeenkomst onder andere voorgelicht over de opslag van de gegevens en hun verwerking evenals over de daaraan gekoppelde doelstelling in de overeenkomst. Verdere informatie over de opslag en verwerking van gegevens kan de betrokkene bij de directie van het tehuis vragen. Het tehuis legt schriftelijk vast welke personen toegang hebben tot deze persoonlijke gegevens van de inwonenden.
4. MEDEBESLISSING VAN DE INWONENDEN EN HUN FAMILIELEDEN INZAKE DE LEVENSOMSTANDIGHEDEN VAN HET BEJAARDENTEHUIS VIA DE RAAD VAN INWONENDEN
De medezeggenschap van de inwonenden die in punt 1.c van de bepaling van het huishoudelijk reglement is voorzien, omvat minstens halfjaarlijkse discussiegesprekken die per woonafdeling of voor het hele tehuis worden gehouden. In die gesprekken worden vragen betreffende de individuele begeleiding evenals vragen over het met elkaar leven, de woonomstandigheden, het huishoudelijk reglement en vragen over de maaltijden en het aanbod van activiteiten besproken.
De inwonenden hebben medebeslissingsrecht bij aangelegenheden inzake het met elkaar leven, de woonomstandigheden en het huishoudelijk reglement.
Aan deze gesprekken moeten naast de inwonenden, hun vertegenwoordigers en hun familieleden ook vertegenwoordigers van de woonafdeling en de directie van het tehuis deelnemen.
Een te dien einde aangewezen personeelslid stelt een verslag over de besproken punten op. Dit verslag ligt ter inzage van de inspectie van het tehuis evenals van de inwonenden respectievelijk hun aangewezen vertegenwoordigers en het dient minstens veertien dagen na het plaatsvinden van het gesprek klaar te zijn.
De data van de gesprekken worden ten minste veertien dagen op voorhand bekendgemaakt op het mededelingenbord.
Het tehuis stelt een ontwerp op voor het betrekken van de familieleden bij het dagelijks samenleven in het tehuis. Dit ontwerp omvat minstens de volgende punten : de informatiestroom naar en van de familieleden, de contactpersonen, het betrekken bij de activiteiten van het dagelijkse leven, feesten en uitstappen, ondersteuning in het dagelijkse leven van de inwonende door familieleden.
5. MEDEDELINGENBORDEN
Per woonafdeling van het tehuis moet een mededelingenbord met de volgende gegevens worden aangebracht :
a) de naam van de medewerkers;
b) de activiteiten respectievelijk dagelijkse activiteiten;
c) de beschrijving van de mogelijkheden om aan de vastlegging van de levensomstandigheden in het bejaardentehuis te kunnen meewerken evenals de data van de discussies en van de ontmoetingen van inwonenden en familieleden;
d) de spijskaart, het tijdstip en de plaats van de maaltijden;
e) de gemeenschappelijke activiteiten;
f) de feesten, vieringen en geplande uitstappen;
g) de bezoekuren van de diensten en instanties in het tehuis.
6. SAMENWERKING MET ANDERE DIENSTEN
Het tehuis stelt passende lokalen ter beschikking, zodat de vertegenwoordigers van pensioenkassen en sociale diensten in het tehuis raadplegingen kunnen houden;]1
Modifications
Art. 2N1. CHAPITRE II. - [1 NORMES RELATIVES A LA LIBERTE DES RESIDENTS ET AU RESPECT DE LEURS CONVICTIONS
1. LE CONCEPT DE L'ETABLISSEMENT ET LE REGLEMENT D'ORDRE INTERIEUR
a) Chaque maison de repos, chaque maison de repos et de soins ainsi que les prestataires de soins de courte durée, ci-après " établissement ", est tenu d'établir un concept d'établissement. Outre la mission et le descriptif de l'offre de services de l'établissement ce concept comprend aussi un règlement d'ordre intérieur.
Le concept d'établissement doit refléter la réalité de l'établissement et doit être vérifiable.
L'établissement définit aussi dans le cadre de son concept d'établissement les modalités de sa collaboration avec les bénévoles. Il fixe les tâches de ces collaborateurs bénévoles dans un document de travail.
L'établissement établit ensuite un règlement d'ordre intérieur sur la base de ce document de travail. Ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toute modification ultérieure qui y serait apportée, est soumis pour approbation au ministre compétent, lequel statue endéans trente jours quant à l'octroi ou le refus d'approbation.
La demande d'approbation doit être accompagnée d'un avis du conseil des résidents visé au Chapitre premier, point 4. Le ministre ne peut refuser l'approbation du règlement d'ordre intérieur que si celui-ci est en contradiction avec les dispositions de la présente annexe et non pour des raisons d'opportunité.
Si aucune décision n'a été notifiée au demandeur dans le délai susmentionné, l'approbation est considérée comme donnée.
Les modifications apportées au règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur trente jours après avoir été communiquées aux résidents.
Ce délai ne vaut pas pour les obligations légales que le pouvoir organisateur de l'établissement doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante du contrat avec l'établissement et doit dès lors être remis au futur résident ou à son mandataire avec le contrat.
En signant un récépissé le futur résident ou son mandataire déclare accepter le règlement d'ordre intérieur.
c) Le règlement d'ordre intérieur contient au moins les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur;
- la description des droits et des devoirs des résidents et de l'établissement quant à la vie commune quotidienne;
- le nom de la personne chargée par l'établissement de la gestion journalière et à qui sont communiquées les questions, les propositions et suggestions, les remarques et les plaintes des résidents, des membres de leur famille ou de leurs représentants;
- cette personne ou son suppléant est disponible à cet effet sur simple demande;
- le service de plaintes interne ainsi que l'adresse et le numéro de téléphone du service défini par le Gouvernement auquel des plaintes peuvent être adressées;
- la forme que prend la codétermination des résidents quant à la définition de leurs conditions de vie dans l'établissement;
- les informations quant aux repas (horaires, nombre, lieu);
- la description de la façon dont les droits ci-dessous sont garantis aux résidents; toute restriction éventuelle de ces droits doit être définie et motivée :
. le droit à la vie privée et à l'indépendance des résidents;
. les membres de la famille, les amis, les ministres des différents cultes reconnus et les conseillers laïcs ont librement accès à l'établissement. La liberté inconditionnelle de déplacement à l'intérieur comme à l'extérieur de l'établissement - exception faite des locaux de service internes - est garantie aux résidents;
. le droit des résidents au libre choix de toutes les prestations, notamment le droit au libre choix du médecin ainsi que son accès à l'établissement;
. le droit à l'épanouissement personnel;
. le droit d'obtenir les prestations offertes et l'encadrement en langue allemande; tout document et information écrite y afférents doivent être disponibles en langue allemande;
. le droit des résidents au respect des droits personnels, y compris leurs convictions idéologiques, philosophiques et religieuses.
Toute limitation de ces droits doit être fixée au préalable et doit être dûment motivée. Le règlement d'ordre intérieur ne peut en aucun cas contenir une quelconque clause qui imposerait aux résidents certaines obligations commerciales ou qui sont en contradiction avec la liberté confessionnelle visée aux articles 19 et 20 de la constitution.
2. LE CONTRAT AVEC L'ETABLISSEMENT
Le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur résident ou son représentant concluent un contrat qui doit être remis au futur résident ou à son mandataire au moins deux jours avant la date d'emménagement prévue et qui doit être signé conjointement au moins un jour avant l'emménagement du résident dans l'établissement. Chaque page du contrat doit être paraphée.
Un exemplaire type du contrat avec l'établissement est soumis pour approbation au ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de son approbation dans les 30 jours. A défaut de signification de sa décision au demandeur endéans ce délai, le contrat est réputé approuvé.
Le contrat contient les données suivantes :
a) Les conditions générales et particulières de la location d'une chambre de résident.
b) Le prix journalier de la location ainsi que le coût des services supplémentaires conformément à l'annexe D. Pour les services qui ne sont pas repris dans le tableau en annexe, il y a lieu de signaler s'ils sont compris dans le prix journalier, s'ils font l'objet d'un supplément de maximum 5 % ou si les frais réels de ces services seront facturés sans supplément.
c) La disposition selon laquelle le résident qui prend possession de sa chambre dans le courant d'un mois en cours, est redevable d'un montant qui correspond à la partie restante du mois.
d) Le montant éventuel de la garantie à verser ainsi que son affectation. Le montant de la garantie ne peut en aucun cas dépasser le montant correspondant à un loyer de 31 jours.
La garantie versée est soumise aux dispositions suivantes :
1. Si une garantie est exigée, elle est déposée par les parties sur un compte individuel au nom du résident auprès d'une institution financière avec la mention de l'affectation " garantie pour toute créance ", qui résulte du non-respect partiel ou intégral des obligations du résident.
2. Les intérêts produits par cette somme sont capitalisés.
3. Il peut être disposé de ce compte de garantie moyennant soit sur présentation d'un accord écrit rédigé après la signature du contrat soit sur présentation d'une copie légalisée d'une décision du tribunal en faveur de l'une ou de l'autre des parties.
Lorsque le contrat expire, le montant capitalisé est restitué au résident ou à ses ayant-droits après déduction des frais et indemnités éventuellement dus en vertu du contrat.
e) Les conditions de la mise en dépôt ou la conservation de biens et d'objets de valeur confiés par le résident à l'établissement, ainsi que les modalités de leur gestion.
f) Les conditions de la participation financière du résident dans le cas d'absence de plus de sept jours consécutifs.
g) La désignation de la chambre louée par le résident avec mention du nombre maximum de résidents pouvant y vivre ainsi que les conditions d'un changement de chambre.
h) La disposition suivante quant à la résiliation du contrat :
1. Exception faite du cas des soins de courte durée, le contrat avec l'établissement est conclu pour une durée indéterminée, pour autant qu'il ne vise pas dans des cas individuels un séjour provisoire du résident.
2. Le contrat pour soins de courte durée est signé pour une durée maximale de trois mois par année civile; il est soumis à toutes les autres dispositions du présent paragraphe.
3. Le contrat peut être résilié par les deux parties contractantes moyennant un préavis de trente jours ou de commun accord.
La résiliation se fait par écrit, soit par pli recommandé soit contre remise d'un accusé de réception deux jours avant le début des délais susmentionnés.
4. Le résident ou son représentant qui résilie la convention sans respecter les délais susmentionnés peut être tenu de payer une indemnité à l'établissement qui correspond au tarif journalier pour la durée du préavis.
5. En cas de décès du résident ou lorsque celui-ci doit définitivement quitter l'établissement pour des raisons médicales, le tarif journalier du loyer devra être payé jusqu'à ce que la chambre soit libérée.
3. DONNEES PERSONNELLES RELATIVES AU RESIDENT
Un document comprenant au moins les données personnelles suivantes est établi lors de l'emménagement d'un résident :
1. l'identité complète du résident (nom, prénom, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
2. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone du représentant du résident et/ou de son mandataire au sens du droit des patients, pour autant que cette personne existe;
3. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone du médecin traitant;
4. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne à prévenir en cas d'urgence;
5. la religion et/ou la conviction philosophique du résident si celui-ci le désire;
6. les renseignements relatifs à la responsabilité du paiement (par le résident ou la personne qui le représente, le cas échéant par le C.P.A.S.);
7. les informations relatives à la mutualité (nom, adresse, catégorie, numéro d'affiliation);
8. l'inventaire des meubles apportés;
9. une liste détaillée des objets et/ou montants reçus en dépôt.
En application de la loi relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel, le résident ou son représentant sont informés dans le contrat avec l'établissement notamment du stockage et du traitement des données ainsi que de la raison du stockage. L'intéressé peut obtenir de la direction de l'établissement de plus amples informations quant au stockage des données. L'établissement détermine par écrit quelles sont les personnes qui ont accès à ces données personnelles des résidents.
4. CODETERMINATION DES RESIDENTS ET LEURS PROCHES QUANT A LA VIE DANS LA MAISON DE REPOS PAR LE BIAIS DU CONSEIL DES RESIDENTS
La codétermination des résidents prévue au point 1.c des dispositions relatives au règlement d'ordre intérieur comprend au moins une réunion d'échange par semestre organisée soit dans chaque espace résidentiel soit pour l'ensemble de l'établissement. Ces réunions permettent de discuter de questions quant à l'encadrement individuel comme de questions relatives à la vie en communauté, aux conditions de résidence, au règlement d'ordre intérieur, aux repas et aux activités proposées.
Les résidents disposent d'un droit à la participation pour les questions relatives à la vie en communauté, aux conditions de résidence et au règlement d'ordre intérieur.
Outre les résidents, leurs mandataires et leurs proches, des représentants du personnel de la maison de repos et des représentants de la direction de l'établissement doivent aussi participer à ces discussions.
Un membre du personnel désigné à cet effet sera chargé de rédiger un rapport quant aux points ayant été traités par le conseil des résidents. Ce rapport est à la disposition de la "Heimaufsicht" et des résidents, respectivement de leurs mandataires désignés, et sera accessible au plus tard 14 jours après la date de la réunion d'échange.
Les dates des réunions d'échange sont affichées aux valves au moins 14 jours avant la date de la réunion.
L'établissement développe un concept permettant aux proches des résidents de participer à la vie quotidienne au sein de la maison de repos. Ce concept contiendra au moins les points suivants : l'information des et aux proches, des personnes de contact, la participation dans les activités de la vie quotidienne, aux fêtes et aux excursions, le soutien aux résidents par des proches dans la vie de tous les jours.
5. TABLEAU D'INFORMATION
Chaque espace résidentiel de l'établissement doit disposer d'un tableau d'affichage avec les informations suivantes :
a) les noms des collaborateurs;
b) les activités, respectivement les animations du jour;
c) une description des possibilités dont disposent les résidents pour contribuer aux décisions quant aux conditions de vie dans l'établissement ainsi que les dates des réunions d'échange et des rencontres entre résidents et avec les proches;
d) les menus, les horaires et le lieu des repas;
e) les activités communes;
f) les fêtes, les événements festifs et les excursions prévues;
g) les consultations des différents services et administrations à l'établissement.
6. COLLABORATION AVEC D'AUTRES SERVICES
L'établissement tient à disposition des salles appropriées afin que les représentants des caisses de retraite et des services sociaux puissent organiser des consultations dans l'établissement.]1
1. LE CONCEPT DE L'ETABLISSEMENT ET LE REGLEMENT D'ORDRE INTERIEUR
a) Chaque maison de repos, chaque maison de repos et de soins ainsi que les prestataires de soins de courte durée, ci-après " établissement ", est tenu d'établir un concept d'établissement. Outre la mission et le descriptif de l'offre de services de l'établissement ce concept comprend aussi un règlement d'ordre intérieur.
Le concept d'établissement doit refléter la réalité de l'établissement et doit être vérifiable.
L'établissement définit aussi dans le cadre de son concept d'établissement les modalités de sa collaboration avec les bénévoles. Il fixe les tâches de ces collaborateurs bénévoles dans un document de travail.
L'établissement établit ensuite un règlement d'ordre intérieur sur la base de ce document de travail. Ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toute modification ultérieure qui y serait apportée, est soumis pour approbation au ministre compétent, lequel statue endéans trente jours quant à l'octroi ou le refus d'approbation.
La demande d'approbation doit être accompagnée d'un avis du conseil des résidents visé au Chapitre premier, point 4. Le ministre ne peut refuser l'approbation du règlement d'ordre intérieur que si celui-ci est en contradiction avec les dispositions de la présente annexe et non pour des raisons d'opportunité.
Si aucune décision n'a été notifiée au demandeur dans le délai susmentionné, l'approbation est considérée comme donnée.
Les modifications apportées au règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur trente jours après avoir été communiquées aux résidents.
Ce délai ne vaut pas pour les obligations légales que le pouvoir organisateur de l'établissement doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante du contrat avec l'établissement et doit dès lors être remis au futur résident ou à son mandataire avec le contrat.
En signant un récépissé le futur résident ou son mandataire déclare accepter le règlement d'ordre intérieur.
c) Le règlement d'ordre intérieur contient au moins les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur;
- la description des droits et des devoirs des résidents et de l'établissement quant à la vie commune quotidienne;
- le nom de la personne chargée par l'établissement de la gestion journalière et à qui sont communiquées les questions, les propositions et suggestions, les remarques et les plaintes des résidents, des membres de leur famille ou de leurs représentants;
- cette personne ou son suppléant est disponible à cet effet sur simple demande;
- le service de plaintes interne ainsi que l'adresse et le numéro de téléphone du service défini par le Gouvernement auquel des plaintes peuvent être adressées;
- la forme que prend la codétermination des résidents quant à la définition de leurs conditions de vie dans l'établissement;
- les informations quant aux repas (horaires, nombre, lieu);
- la description de la façon dont les droits ci-dessous sont garantis aux résidents; toute restriction éventuelle de ces droits doit être définie et motivée :
. le droit à la vie privée et à l'indépendance des résidents;
. les membres de la famille, les amis, les ministres des différents cultes reconnus et les conseillers laïcs ont librement accès à l'établissement. La liberté inconditionnelle de déplacement à l'intérieur comme à l'extérieur de l'établissement - exception faite des locaux de service internes - est garantie aux résidents;
. le droit des résidents au libre choix de toutes les prestations, notamment le droit au libre choix du médecin ainsi que son accès à l'établissement;
. le droit à l'épanouissement personnel;
. le droit d'obtenir les prestations offertes et l'encadrement en langue allemande; tout document et information écrite y afférents doivent être disponibles en langue allemande;
. le droit des résidents au respect des droits personnels, y compris leurs convictions idéologiques, philosophiques et religieuses.
Toute limitation de ces droits doit être fixée au préalable et doit être dûment motivée. Le règlement d'ordre intérieur ne peut en aucun cas contenir une quelconque clause qui imposerait aux résidents certaines obligations commerciales ou qui sont en contradiction avec la liberté confessionnelle visée aux articles 19 et 20 de la constitution.
2. LE CONTRAT AVEC L'ETABLISSEMENT
Le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur résident ou son représentant concluent un contrat qui doit être remis au futur résident ou à son mandataire au moins deux jours avant la date d'emménagement prévue et qui doit être signé conjointement au moins un jour avant l'emménagement du résident dans l'établissement. Chaque page du contrat doit être paraphée.
Un exemplaire type du contrat avec l'établissement est soumis pour approbation au ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de son approbation dans les 30 jours. A défaut de signification de sa décision au demandeur endéans ce délai, le contrat est réputé approuvé.
Le contrat contient les données suivantes :
a) Les conditions générales et particulières de la location d'une chambre de résident.
b) Le prix journalier de la location ainsi que le coût des services supplémentaires conformément à l'annexe D. Pour les services qui ne sont pas repris dans le tableau en annexe, il y a lieu de signaler s'ils sont compris dans le prix journalier, s'ils font l'objet d'un supplément de maximum 5 % ou si les frais réels de ces services seront facturés sans supplément.
c) La disposition selon laquelle le résident qui prend possession de sa chambre dans le courant d'un mois en cours, est redevable d'un montant qui correspond à la partie restante du mois.
d) Le montant éventuel de la garantie à verser ainsi que son affectation. Le montant de la garantie ne peut en aucun cas dépasser le montant correspondant à un loyer de 31 jours.
La garantie versée est soumise aux dispositions suivantes :
1. Si une garantie est exigée, elle est déposée par les parties sur un compte individuel au nom du résident auprès d'une institution financière avec la mention de l'affectation " garantie pour toute créance ", qui résulte du non-respect partiel ou intégral des obligations du résident.
2. Les intérêts produits par cette somme sont capitalisés.
3. Il peut être disposé de ce compte de garantie moyennant soit sur présentation d'un accord écrit rédigé après la signature du contrat soit sur présentation d'une copie légalisée d'une décision du tribunal en faveur de l'une ou de l'autre des parties.
Lorsque le contrat expire, le montant capitalisé est restitué au résident ou à ses ayant-droits après déduction des frais et indemnités éventuellement dus en vertu du contrat.
e) Les conditions de la mise en dépôt ou la conservation de biens et d'objets de valeur confiés par le résident à l'établissement, ainsi que les modalités de leur gestion.
f) Les conditions de la participation financière du résident dans le cas d'absence de plus de sept jours consécutifs.
g) La désignation de la chambre louée par le résident avec mention du nombre maximum de résidents pouvant y vivre ainsi que les conditions d'un changement de chambre.
h) La disposition suivante quant à la résiliation du contrat :
1. Exception faite du cas des soins de courte durée, le contrat avec l'établissement est conclu pour une durée indéterminée, pour autant qu'il ne vise pas dans des cas individuels un séjour provisoire du résident.
2. Le contrat pour soins de courte durée est signé pour une durée maximale de trois mois par année civile; il est soumis à toutes les autres dispositions du présent paragraphe.
3. Le contrat peut être résilié par les deux parties contractantes moyennant un préavis de trente jours ou de commun accord.
La résiliation se fait par écrit, soit par pli recommandé soit contre remise d'un accusé de réception deux jours avant le début des délais susmentionnés.
4. Le résident ou son représentant qui résilie la convention sans respecter les délais susmentionnés peut être tenu de payer une indemnité à l'établissement qui correspond au tarif journalier pour la durée du préavis.
5. En cas de décès du résident ou lorsque celui-ci doit définitivement quitter l'établissement pour des raisons médicales, le tarif journalier du loyer devra être payé jusqu'à ce que la chambre soit libérée.
3. DONNEES PERSONNELLES RELATIVES AU RESIDENT
Un document comprenant au moins les données personnelles suivantes est établi lors de l'emménagement d'un résident :
1. l'identité complète du résident (nom, prénom, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
2. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone du représentant du résident et/ou de son mandataire au sens du droit des patients, pour autant que cette personne existe;
3. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone du médecin traitant;
4. le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne à prévenir en cas d'urgence;
5. la religion et/ou la conviction philosophique du résident si celui-ci le désire;
6. les renseignements relatifs à la responsabilité du paiement (par le résident ou la personne qui le représente, le cas échéant par le C.P.A.S.);
7. les informations relatives à la mutualité (nom, adresse, catégorie, numéro d'affiliation);
8. l'inventaire des meubles apportés;
9. une liste détaillée des objets et/ou montants reçus en dépôt.
En application de la loi relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel, le résident ou son représentant sont informés dans le contrat avec l'établissement notamment du stockage et du traitement des données ainsi que de la raison du stockage. L'intéressé peut obtenir de la direction de l'établissement de plus amples informations quant au stockage des données. L'établissement détermine par écrit quelles sont les personnes qui ont accès à ces données personnelles des résidents.
4. CODETERMINATION DES RESIDENTS ET LEURS PROCHES QUANT A LA VIE DANS LA MAISON DE REPOS PAR LE BIAIS DU CONSEIL DES RESIDENTS
La codétermination des résidents prévue au point 1.c des dispositions relatives au règlement d'ordre intérieur comprend au moins une réunion d'échange par semestre organisée soit dans chaque espace résidentiel soit pour l'ensemble de l'établissement. Ces réunions permettent de discuter de questions quant à l'encadrement individuel comme de questions relatives à la vie en communauté, aux conditions de résidence, au règlement d'ordre intérieur, aux repas et aux activités proposées.
Les résidents disposent d'un droit à la participation pour les questions relatives à la vie en communauté, aux conditions de résidence et au règlement d'ordre intérieur.
Outre les résidents, leurs mandataires et leurs proches, des représentants du personnel de la maison de repos et des représentants de la direction de l'établissement doivent aussi participer à ces discussions.
Un membre du personnel désigné à cet effet sera chargé de rédiger un rapport quant aux points ayant été traités par le conseil des résidents. Ce rapport est à la disposition de la "Heimaufsicht" et des résidents, respectivement de leurs mandataires désignés, et sera accessible au plus tard 14 jours après la date de la réunion d'échange.
Les dates des réunions d'échange sont affichées aux valves au moins 14 jours avant la date de la réunion.
L'établissement développe un concept permettant aux proches des résidents de participer à la vie quotidienne au sein de la maison de repos. Ce concept contiendra au moins les points suivants : l'information des et aux proches, des personnes de contact, la participation dans les activités de la vie quotidienne, aux fêtes et aux excursions, le soutien aux résidents par des proches dans la vie de tous les jours.
5. TABLEAU D'INFORMATION
Chaque espace résidentiel de l'établissement doit disposer d'un tableau d'affichage avec les informations suivantes :
a) les noms des collaborateurs;
b) les activités, respectivement les animations du jour;
c) une description des possibilités dont disposent les résidents pour contribuer aux décisions quant aux conditions de vie dans l'établissement ainsi que les dates des réunions d'échange et des rencontres entre résidents et avec les proches;
d) les menus, les horaires et le lieu des repas;
e) les activités communes;
f) les fêtes, les événements festifs et les excursions prévues;
g) les consultations des différents services et administrations à l'établissement.
6. COLLABORATION AVEC D'AUTRES SERVICES
L'établissement tient à disposition des salles appropriées afin que les représentants des caisses de retraite et des services sociaux puissent organiser des consultations dans l'établissement.]1
Modifications
Art. 3N1. HOOFDSTUK III. - [1 RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE MAALTIJDEN, DE HYGIÓNE, DE PLANNING EN DE DOCUMENTATIE VAN DE VERZORGING ALSOOK DE DAGELIJKSE ACTIVITEITEN EN PROCEDURELE RICHTLIJNEN
1. DE MAALTIJDEN
a) De inwonenden krijgen drie hoofdmaaltijden per dag aangeboden waarvan ten minste één warme evenals op verzoek van de inwonenden twee tussenmaaltijden en één late maaltijd.
b) Bij de bereiding en de verdeling van de maaltijden worden de regels inzake zindelijkheid en hygiëne strikt nageleefd.
c) Het voedsel dient gezond, aangepast aan de bejaarden en afwisselend te zijn. Het voedsel moet aan de gezondheidstoestand van de inwonende aangepast zijn.
d) De voorgeschreven diëten moeten in acht worden genomen.
e) De inwonenden worden aangemoedigd aan de opstelling van de spijskaart mee te werken.
f) Het middagmaal mag niet voor 12.00 uur worden opgediend, het avondmaal niet voor 17.30 uur.
g) De nodige hulp wordt verleend aan personen die niet alleen kunnen eten en drinken.
h) Drinkwater is naar believen kosteloos beschikbaar voor de inwonende.
i) De spijskaarten van de voorbije maand worden ter inzage bewaard.
2. HYGIÓNE EN GEZONDHEIDSZORG
Het tehuis is verantwoordelijk voor de inachtneming van hygiëne en navenante maatregelen op alle vlakken, zoals de verzorging van de inwonenden, het onderhoud van de vertrekken, de bereiding van het eten, de inrichting van de reservelokalen en de afvalverwijdering.
a) Indien huisdieren in het tehuis toegelaten zijn, hebben zij geen toegang tot de lokalen waarin voedingsmiddelen worden bereid of bewaard.
b) Vast afval, in het bijzonder keukenafval, wordt in goed gesloten bakken opgeslagen en afgevoerd.
c) Het tehuis stelt zoveel schoon beddengoed ter beschikking als nodig is.
d) Alle hygiënische voorzorgsmaatregelen worden genomen ten opzichte van het bevuilde linnen.
e) Alle noodzakelijke maatregelen dienen te worden getroffen ter voorkoming van besmettelijke ziekten. Elke te melden ziekte moet in overeenstemming met de ter zake geldende juridische voorschriften onverwijld aan de hygiëne-inspectie worden meegedeeld.
3. PLANNING EN DOCUMENTATIE VAN DE VERZORGING
a) Wanneer de inwonende in het tehuis zijn intrek neemt, wordt er een medisch dossier van de inwonende opgesteld. Dit dossier bevat alle relevante gegevens over de gezondheidstoestand en wordt regelmatig bijgewerkt. De inwonende vraagt deze documenten bij zijn huisarts en deze worden bij het medisch dossier gevoegd. Dit dossier is geheim. Het wordt in noodsituaties aan de dienstdoende dokters ter beschikking gesteld.
b) Voor elke inwonende wordt een verzorgingsdocumentatie bijgehouden. Die documentatie bevat :
1. de schriftelijke richtlijnen van de dokter, die door hem ondertekend zijn, en waarbij de in hoofdstuk I, punt 3, laatste paragraaf, vermelde bepalingen van toepassing zijn;
2. de uitvoeringen van de richtlijnen van de dokter;
3. de individuele verzorgingsplanning die opgesteld wordt op basis van de uniforme algemene verzorgingstheoretische doelstellingen van het tehuis. Deze planning strekt ertoe de lichamelijke, geestelijke en sociale vaardigheden van de inwonende te behouden respectievelijk te stimuleren en bevat :
i. informatie : administratieve gegevens, biografie, anamnese, mate van zelfstandigheid bij de activiteiten en existentiële levenservaringen, gewoonten en wensen van de inwonende;
ii. problemen en middelen van de inwonende : beperking van de zelfstandigheid die verzorgingsmaatregelen vereisen evenals vaardigheden van de inwonende om tekortkomingen te compenseren;
iii. vastlegging van concrete individuele doelstellingen volgens de SMART-criteria (specifiek, meetbaar, aangepast, realiseerbaar, met aanduiding van de tijdstippen);
iv. de bewijzen van de omzetting en de uitvoering;
v. vaststellingen en opmerkingen van het verzorgend personeel.
c) De planning documenteert voortdurend de toestand van de inwonende, de maatregelen voor het behoud respectievelijk het stimuleren van de lichamelijke, geestelijke en sociale vaardigheden van de inwonende. Ze is een bewijs van de verzorgingsinspanningen en de resultaten ervan. De verzorgingsplanning wordt minstens één keer per maand door een ziekenverzorger nagekeken respectievelijk aangepast. De verzorgingsplanning wordt naar gelang van de noodzaak gemiddeld om de drie maanden of bij een wijziging van de algemene toestand aangepast met de medewerking van het multidisciplinaire team.
d) Bij de ploegwisseling licht de persoon die verantwoordelijk is voor de verzorging, de bevoegde collega's van de volgende ploeg kort in aan de hand van de verzorgingsdocumentatie over de inwonenden van haar afdeling en licht zij hen in over de bijzondere gebeurtenissen en over de waarop moet worden gelet.
e) De onder b) beschreven verzorgingsdocumentatie evenals alle administratief-technische documenten kunnen door de inspectie van de tehuizen worden geraadpleegd.
f) Het tehuis is verplicht de persoonlijke gegevens over de inwonenden van het tehuis, de planning en de documentatie van de verzorging evenals alle richtlijnen van dokters van alle inwonenden van het tehuis achter slot in het tehuis te bewaren. De persoonlijke gegevens evenals de gegevens betreffende de verzorgingsplanning moeten gedurende een tijdspanne van twee jaar na het overlijden of het vertrek van de inwonende worden bewaard.
4. BEZIGHEIDSAANBOD EN DAGELIJKSE ACTIVITEITEN
Het tehuis biedt tijdens weekdagen dagelijks gemeenschappelijke en/of individuele activiteiten aan. Het gaat hierbij om een selectie van sportieve, ambachtelijke, culturele, creatieve, tuinbouw-, huishoudelijke en spirituele activiteiten.
5. PROCEDURELE RICHTLIJNEN EN KWALITEITSCONCEPTEN
a) Het tehuis legt minstens voor de volgende aspecten procedurele richtlijnen vast :
Algemene richtlijnen :
- de aankomst van nieuwe inwonenden;
- de inwerking en begeleiding van nieuwe medewerkers;
- maatregelen in geval van brand.
Richtlijnen ten aanzien van de verzorging :
- het voorkomen en verzorgen van doorligwonden;
- het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen, waarbij zowel de fysieke als psychische fixatie moet worden beschreven;
- het voorkomen dat mensen struikelen of vallen;
- het voorkomen en vermijden van de verspreiding van ziekenhuisinfecties.
b) Het tehuis beschikt over de volgende kwaliteitsconcepten :
- een concept betreffende het bijscholingsbeleid voor het personeel;
- een concept betreffende de behandeling van klachten
- een concept betreffende de omgang met inwonenden die aan dementie lijden;
- een concept betreffende de stervensbegeleiding voor inwonenden.
[2 - een concept betreffende de bevordering en het behoud van de mobiliteit]2]1
1. DE MAALTIJDEN
a) De inwonenden krijgen drie hoofdmaaltijden per dag aangeboden waarvan ten minste één warme evenals op verzoek van de inwonenden twee tussenmaaltijden en één late maaltijd.
b) Bij de bereiding en de verdeling van de maaltijden worden de regels inzake zindelijkheid en hygiëne strikt nageleefd.
c) Het voedsel dient gezond, aangepast aan de bejaarden en afwisselend te zijn. Het voedsel moet aan de gezondheidstoestand van de inwonende aangepast zijn.
d) De voorgeschreven diëten moeten in acht worden genomen.
e) De inwonenden worden aangemoedigd aan de opstelling van de spijskaart mee te werken.
f) Het middagmaal mag niet voor 12.00 uur worden opgediend, het avondmaal niet voor 17.30 uur.
g) De nodige hulp wordt verleend aan personen die niet alleen kunnen eten en drinken.
h) Drinkwater is naar believen kosteloos beschikbaar voor de inwonende.
i) De spijskaarten van de voorbije maand worden ter inzage bewaard.
2. HYGIÓNE EN GEZONDHEIDSZORG
Het tehuis is verantwoordelijk voor de inachtneming van hygiëne en navenante maatregelen op alle vlakken, zoals de verzorging van de inwonenden, het onderhoud van de vertrekken, de bereiding van het eten, de inrichting van de reservelokalen en de afvalverwijdering.
a) Indien huisdieren in het tehuis toegelaten zijn, hebben zij geen toegang tot de lokalen waarin voedingsmiddelen worden bereid of bewaard.
b) Vast afval, in het bijzonder keukenafval, wordt in goed gesloten bakken opgeslagen en afgevoerd.
c) Het tehuis stelt zoveel schoon beddengoed ter beschikking als nodig is.
d) Alle hygiënische voorzorgsmaatregelen worden genomen ten opzichte van het bevuilde linnen.
e) Alle noodzakelijke maatregelen dienen te worden getroffen ter voorkoming van besmettelijke ziekten. Elke te melden ziekte moet in overeenstemming met de ter zake geldende juridische voorschriften onverwijld aan de hygiëne-inspectie worden meegedeeld.
3. PLANNING EN DOCUMENTATIE VAN DE VERZORGING
a) Wanneer de inwonende in het tehuis zijn intrek neemt, wordt er een medisch dossier van de inwonende opgesteld. Dit dossier bevat alle relevante gegevens over de gezondheidstoestand en wordt regelmatig bijgewerkt. De inwonende vraagt deze documenten bij zijn huisarts en deze worden bij het medisch dossier gevoegd. Dit dossier is geheim. Het wordt in noodsituaties aan de dienstdoende dokters ter beschikking gesteld.
b) Voor elke inwonende wordt een verzorgingsdocumentatie bijgehouden. Die documentatie bevat :
1. de schriftelijke richtlijnen van de dokter, die door hem ondertekend zijn, en waarbij de in hoofdstuk I, punt 3, laatste paragraaf, vermelde bepalingen van toepassing zijn;
2. de uitvoeringen van de richtlijnen van de dokter;
3. de individuele verzorgingsplanning die opgesteld wordt op basis van de uniforme algemene verzorgingstheoretische doelstellingen van het tehuis. Deze planning strekt ertoe de lichamelijke, geestelijke en sociale vaardigheden van de inwonende te behouden respectievelijk te stimuleren en bevat :
i. informatie : administratieve gegevens, biografie, anamnese, mate van zelfstandigheid bij de activiteiten en existentiële levenservaringen, gewoonten en wensen van de inwonende;
ii. problemen en middelen van de inwonende : beperking van de zelfstandigheid die verzorgingsmaatregelen vereisen evenals vaardigheden van de inwonende om tekortkomingen te compenseren;
iii. vastlegging van concrete individuele doelstellingen volgens de SMART-criteria (specifiek, meetbaar, aangepast, realiseerbaar, met aanduiding van de tijdstippen);
iv. de bewijzen van de omzetting en de uitvoering;
v. vaststellingen en opmerkingen van het verzorgend personeel.
c) De planning documenteert voortdurend de toestand van de inwonende, de maatregelen voor het behoud respectievelijk het stimuleren van de lichamelijke, geestelijke en sociale vaardigheden van de inwonende. Ze is een bewijs van de verzorgingsinspanningen en de resultaten ervan. De verzorgingsplanning wordt minstens één keer per maand door een ziekenverzorger nagekeken respectievelijk aangepast. De verzorgingsplanning wordt naar gelang van de noodzaak gemiddeld om de drie maanden of bij een wijziging van de algemene toestand aangepast met de medewerking van het multidisciplinaire team.
d) Bij de ploegwisseling licht de persoon die verantwoordelijk is voor de verzorging, de bevoegde collega's van de volgende ploeg kort in aan de hand van de verzorgingsdocumentatie over de inwonenden van haar afdeling en licht zij hen in over de bijzondere gebeurtenissen en over de waarop moet worden gelet.
e) De onder b) beschreven verzorgingsdocumentatie evenals alle administratief-technische documenten kunnen door de inspectie van de tehuizen worden geraadpleegd.
f) Het tehuis is verplicht de persoonlijke gegevens over de inwonenden van het tehuis, de planning en de documentatie van de verzorging evenals alle richtlijnen van dokters van alle inwonenden van het tehuis achter slot in het tehuis te bewaren. De persoonlijke gegevens evenals de gegevens betreffende de verzorgingsplanning moeten gedurende een tijdspanne van twee jaar na het overlijden of het vertrek van de inwonende worden bewaard.
4. BEZIGHEIDSAANBOD EN DAGELIJKSE ACTIVITEITEN
Het tehuis biedt tijdens weekdagen dagelijks gemeenschappelijke en/of individuele activiteiten aan. Het gaat hierbij om een selectie van sportieve, ambachtelijke, culturele, creatieve, tuinbouw-, huishoudelijke en spirituele activiteiten.
5. PROCEDURELE RICHTLIJNEN EN KWALITEITSCONCEPTEN
a) Het tehuis legt minstens voor de volgende aspecten procedurele richtlijnen vast :
Algemene richtlijnen :
- de aankomst van nieuwe inwonenden;
- de inwerking en begeleiding van nieuwe medewerkers;
- maatregelen in geval van brand.
Richtlijnen ten aanzien van de verzorging :
- het voorkomen en verzorgen van doorligwonden;
- het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen, waarbij zowel de fysieke als psychische fixatie moet worden beschreven;
- het voorkomen dat mensen struikelen of vallen;
- het voorkomen en vermijden van de verspreiding van ziekenhuisinfecties.
b) Het tehuis beschikt over de volgende kwaliteitsconcepten :
- een concept betreffende het bijscholingsbeleid voor het personeel;
- een concept betreffende de behandeling van klachten
- een concept betreffende de omgang met inwonenden die aan dementie lijden;
- een concept betreffende de stervensbegeleiding voor inwonenden.
[2 - een concept betreffende de bevordering en het behoud van de mobiliteit]2]1
Art. 3N1. CHAPITRE III. - [1 NORMES EN MATIERE DE REPAS, D'HYGIENE, DE PLANIFICATION ET DOSSIER DES SOINS, AINSI QUE D'ACTIVITES JOURNALIERES ET CONSIGNES DE COMPORTEMENT
1. LES REPAS
a) Les résidents reçoivent trois repas par jour, dont au moins un repas chaud, ainsi que, sur demande des résidents, deux collations et un repas en fin de soirée.
b) La préparation des repas et leur distribution sont effectuées dans le respect le plus stricte des règles de propreté et d'hygiène.
c) La nourriture est saine, variée et adaptée aux personnes âgées. Elle est adaptée à l'état de santé des résidents.
d) Les régimes diététiques prescrits sont observés.
e) Les résidents sont incités à participer à l'élaboration des menus.
f) Le repas de midi ne peut pas être servi avant 12.00 h. et le repas du soir ne peut pas être servi avant 17 h. 30 m.
g) L'aide nécessaire est fournie aux personnes incapables de manger ou de boire seules.
h) De l'eau potable est disponible gratuitement selon les besoins des résidents.
i) Les menus du mois précédent sont conservés pour examen.
2. HYGIENE ET SOINS DE SANTE
L'établissement est responsable du respect de l'hygiène et des mesures y afférentes dans toutes ses activités, comme par exemple dans les soins aux résidents, l'entretien des locaux, la préparation des repas, l'agencement des réserves de fournitures et l'élimination des déchets.
a) Si les animaux domestiques sont autorisés dans l'établissement, l'accès aux pièces où l'on prépare ou entrepose de la nourriture leur est interdit.
b) Les déchets solides, notamment les déchets de cuisine, sont évacués en récipients clos.
c) La maison de repos met à disposition de la literie propre en fonction des besoins.
d) Toutes les précautions d'hygiène possibles sont prises à l'égard du linge souillé.
e) Toutes les précautions sont prises pour assurer la prophylaxie de maladies contagieuses. Toute maladie à déclaration obligatoire est immédiatement signalée au service d'inspection de l'hygiène selon les dispositions légales en la matière.
3. PLANIFICATION ET DOSSIER DES SOINS
a) Lors de l'admission du résident dans l'établissement, un dossier médical dudit résident est établi. Ce dossier médical contient toutes les informations pertinentes quant à l'état de santé de la personne concernée et est régulièrement actualisé. Le résident demande à son médecin traitant de lui fournir les pièces nécessaires à la mise à jour et celles-ci sont ajoutées au dossier. Le dossier médical est soumis au secret médical. Il est toutefois à la disposition des médecins de service en cas d'urgence.
b) En outre, un dossier de soins est créé pour chaque résident. Il comprend :
1. Les instructions écrites du médecin, signées de sa main; les dispositions visées au Chapitre Ier, point 3, dernier paragraphe sont d'application.
2. L'exécution des instructions du médicin.
3. Le programme individuel de soins qui est élaboré sur base du modèle thérapeutique général de l'établissement. Il a pour but le maintien voire l'activation des fonctions physiques, psychologiques et sociales du résident et comprend :
i. des informations : données administratives, biographie, anamnèse, degré d'autonomie quant aux activités et expériences existentielles de la vie, habitudes et desiderata du résident;
ii. les problèmes et ressources du résident : indépendance réduite, certains soins nécessaires, ainsi que les aptitudes du résident à compenser ces déficits;
iii. les objectifs individuels concrets fixés selon les critères SMART (Spécifiques, Mesurables, Adaptés et Réalisables dans le Temps imparti);
iv. les preuves de la transposition et de la mise en oeuvre du programme;
v. les observations et remarques du personnel soignant.
c) Cette planification permet de documenter à tout instant l'état du résident, ainsi que les mesures permettant de maintenir, respectivement de renforcer ses aptitudes physiques, mentales et sociales. Elle est la preuve des prestations de soins et de leurs résultats. La planification des soins est vérifiée, respectivement adaptée, au moins une fois par mois par un membre du personnel soignant. La révision du programme de soins par l'équipe pluridisciplinaire intervient selon les besoins, en moyenne tous les trois mois ou en cas de changement de l'état général du résident.
d) Lors des changements de poste, le responsable des soins communique aux collègues de l'équipe suivante un bref rapport de l'état de santé des résidents dont il avait la charge et leur communique tout événement particulier et les points auxquels il faut faire attention.
e) Le dossier de soins décrit au point b), ainsi que tous les documents technico-administratifs peuvent être consultés par la "Heimaufsicht".
f) L'établissement est tenu de conserver les fiches individuelles, les programmes de soins, les dossiers de soins et les instructions des médecins pour tous les résidents et de les archiver sous clé dans la maison de repos. Les données personnelles, ainsi que les données quant au programme de soins doivent être conservées pendant une période de deux ans après le décès ou le départ du résident.
4. ANIMATION ET ACTIVITES
En semaine, l'etablissement propose chaque jour des activités collectives et/ou individuelles. Il s'agit d'une sélection d'activités sportives, de bricolage, culturelles, créatives, de jardinage, ménagères et spirituelles.
5. REGLES DE COMPORTEMENT ET CONCEPTS DE QUALITE
a) L'établissement fixe des règles de comportement au moins dans les domaines suivants :
Règles générales sur :
. L'emménagement de novueaux résidents;
. L'encadrement et l'accompagnement de nouveaux collaborateurs;
. Les mesures à prendre en cas d'incendie.
Règles quant aux soins :
. Prophylaxie et soin du décubitus;
. Emploi de mesures de restriction de la liberté, avec obligatoirement une description de la restiction fysique et psychique;
. Prévention des chutes;
. Prévention et protection contre la propagation des infections nosocomiales.
b) L'établissement dispose des concepts de qualité suivants :
- Modèle de politique de formation continue du personnel;
- Modèle de gestion des plaintes;
- Modèle d'interaction avec des résidents souffrant de démence;
- Modèle d'accompagnement palliatif des résidents pour les soins d'accompagnement de fin de vie.
[2 - concept visant à promouvoir et à conserver la mobilité.]2]1
1. LES REPAS
a) Les résidents reçoivent trois repas par jour, dont au moins un repas chaud, ainsi que, sur demande des résidents, deux collations et un repas en fin de soirée.
b) La préparation des repas et leur distribution sont effectuées dans le respect le plus stricte des règles de propreté et d'hygiène.
c) La nourriture est saine, variée et adaptée aux personnes âgées. Elle est adaptée à l'état de santé des résidents.
d) Les régimes diététiques prescrits sont observés.
e) Les résidents sont incités à participer à l'élaboration des menus.
f) Le repas de midi ne peut pas être servi avant 12.00 h. et le repas du soir ne peut pas être servi avant 17 h. 30 m.
g) L'aide nécessaire est fournie aux personnes incapables de manger ou de boire seules.
h) De l'eau potable est disponible gratuitement selon les besoins des résidents.
i) Les menus du mois précédent sont conservés pour examen.
2. HYGIENE ET SOINS DE SANTE
L'établissement est responsable du respect de l'hygiène et des mesures y afférentes dans toutes ses activités, comme par exemple dans les soins aux résidents, l'entretien des locaux, la préparation des repas, l'agencement des réserves de fournitures et l'élimination des déchets.
a) Si les animaux domestiques sont autorisés dans l'établissement, l'accès aux pièces où l'on prépare ou entrepose de la nourriture leur est interdit.
b) Les déchets solides, notamment les déchets de cuisine, sont évacués en récipients clos.
c) La maison de repos met à disposition de la literie propre en fonction des besoins.
d) Toutes les précautions d'hygiène possibles sont prises à l'égard du linge souillé.
e) Toutes les précautions sont prises pour assurer la prophylaxie de maladies contagieuses. Toute maladie à déclaration obligatoire est immédiatement signalée au service d'inspection de l'hygiène selon les dispositions légales en la matière.
3. PLANIFICATION ET DOSSIER DES SOINS
a) Lors de l'admission du résident dans l'établissement, un dossier médical dudit résident est établi. Ce dossier médical contient toutes les informations pertinentes quant à l'état de santé de la personne concernée et est régulièrement actualisé. Le résident demande à son médecin traitant de lui fournir les pièces nécessaires à la mise à jour et celles-ci sont ajoutées au dossier. Le dossier médical est soumis au secret médical. Il est toutefois à la disposition des médecins de service en cas d'urgence.
b) En outre, un dossier de soins est créé pour chaque résident. Il comprend :
1. Les instructions écrites du médecin, signées de sa main; les dispositions visées au Chapitre Ier, point 3, dernier paragraphe sont d'application.
2. L'exécution des instructions du médicin.
3. Le programme individuel de soins qui est élaboré sur base du modèle thérapeutique général de l'établissement. Il a pour but le maintien voire l'activation des fonctions physiques, psychologiques et sociales du résident et comprend :
i. des informations : données administratives, biographie, anamnèse, degré d'autonomie quant aux activités et expériences existentielles de la vie, habitudes et desiderata du résident;
ii. les problèmes et ressources du résident : indépendance réduite, certains soins nécessaires, ainsi que les aptitudes du résident à compenser ces déficits;
iii. les objectifs individuels concrets fixés selon les critères SMART (Spécifiques, Mesurables, Adaptés et Réalisables dans le Temps imparti);
iv. les preuves de la transposition et de la mise en oeuvre du programme;
v. les observations et remarques du personnel soignant.
c) Cette planification permet de documenter à tout instant l'état du résident, ainsi que les mesures permettant de maintenir, respectivement de renforcer ses aptitudes physiques, mentales et sociales. Elle est la preuve des prestations de soins et de leurs résultats. La planification des soins est vérifiée, respectivement adaptée, au moins une fois par mois par un membre du personnel soignant. La révision du programme de soins par l'équipe pluridisciplinaire intervient selon les besoins, en moyenne tous les trois mois ou en cas de changement de l'état général du résident.
d) Lors des changements de poste, le responsable des soins communique aux collègues de l'équipe suivante un bref rapport de l'état de santé des résidents dont il avait la charge et leur communique tout événement particulier et les points auxquels il faut faire attention.
e) Le dossier de soins décrit au point b), ainsi que tous les documents technico-administratifs peuvent être consultés par la "Heimaufsicht".
f) L'établissement est tenu de conserver les fiches individuelles, les programmes de soins, les dossiers de soins et les instructions des médecins pour tous les résidents et de les archiver sous clé dans la maison de repos. Les données personnelles, ainsi que les données quant au programme de soins doivent être conservées pendant une période de deux ans après le décès ou le départ du résident.
4. ANIMATION ET ACTIVITES
En semaine, l'etablissement propose chaque jour des activités collectives et/ou individuelles. Il s'agit d'une sélection d'activités sportives, de bricolage, culturelles, créatives, de jardinage, ménagères et spirituelles.
5. REGLES DE COMPORTEMENT ET CONCEPTS DE QUALITE
a) L'établissement fixe des règles de comportement au moins dans les domaines suivants :
Règles générales sur :
. L'emménagement de novueaux résidents;
. L'encadrement et l'accompagnement de nouveaux collaborateurs;
. Les mesures à prendre en cas d'incendie.
Règles quant aux soins :
. Prophylaxie et soin du décubitus;
. Emploi de mesures de restriction de la liberté, avec obligatoirement une description de la restiction fysique et psychique;
. Prévention des chutes;
. Prévention et protection contre la propagation des infections nosocomiales.
b) L'établissement dispose des concepts de qualité suivants :
- Modèle de politique de formation continue du personnel;
- Modèle de gestion des plaintes;
- Modèle d'interaction avec des résidents souffrant de démence;
- Modèle d'accompagnement palliatif des résidents pour les soins d'accompagnement de fin de vie.
[2 - concept visant à promouvoir et à conserver la mobilité.]2]1
Art. 4N1. HOOFDSTUK IV. - [1 VEILIGHEIDSNORMEN
Het tehuis voldoet aan de veiligheidsvoorzieningen die zijn vastgelegd door de Regering.]1
Het tehuis voldoet aan de veiligheidsvoorzieningen die zijn vastgelegd door de Regering.]1
Modifications
Art. 4N1. CHAPITRE IV. - [1 NORMES DE SECURITE
L'établissement répond aux normes de sécurité fixées par le Gouvernement.]1
L'établissement répond aux normes de sécurité fixées par le Gouvernement.]1
Modifications
Art. 6N1. HOOFDSTUK VI. - [1 RICHTLIJNEN INZAKE HET GEBOUW
1. ALGEMEEN
a) Het gebouw moet in een "goede" staat worden gehouden.
b) Ongeacht de weersomstandigheden moet de temperatuur in de kamers van de inwonenden en in de gemeenschappelijke woonkamers 22 graden kunnen bereiken en 18 graden in de overige lokalen die voor de inwonenden toegankelijk zijn.
c) In alle lokalen die voor de inwonenden toegankelijk zijn, moet voortdurend voldoende verlichting voorzien zijn. Deze wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden.
d) In de gemeenschappelijke woonkamers en in de kamers van de inwonenden bedragen de openingen voor daglicht ten minste een zevende van hun oppervlakte.
e) De vensters van deze lokalen moeten worden beveiligd, zodat men er niet door kan vallen.
f) In de tehuizen moet een lift worden voorzien, indien er ten minste een verdieping boven het evacuatieniveau is.
g) Alle tehuizen moeten over een woonkamer per woonafdeling beschikken.
h) De gangen en trappen moeten aan beide kanten van een leuning of een handlijst worden voorzien. In de woonafdelingen mogen de handlijsten ook aan een enkele zijde worden aangebracht.
i) Elke afzonderlijke trede van een trap moet op de rand van een gekleurde band worden voorzien die duidelijk tegen de vloerbekleding afsteekt. De eerste en de laatste trede moeten bovendien gekleurd worden en duidelijk herkenbaar zijn.
j) Elk tehuis beschikt, voor zover kamers met meerdere bedden voorhanden zijn, over een ruimte voor het opbaren van overledenen.
k) De inwonenden van het tehuis en het personeel hebben gescheiden, passende sanitaire voorzieningen ter beschikking. De toiletten die zich buiten de kamers van de inwonenden bevinden, beschikken over vloeibare zeep en handdoekdispensers.
l) Alle tehuizen moeten beschikken over een buitenruimte die ook voor gehandicapte inwonenden toegankelijk is.
2. KAMERS VAN DE INWONENDEN
a) De minimale effectieve oppervlakte bedraagt 15 m.2 per persoon, stortbad in de kamers niet meegerekend.
Voor bestaande kamers in bejaardentehuizen die voor de inwerkingtreding van het onderhavige besluit erkend waren, geldt tot 1 januari 2015 een uitzonderingsregeling voor het behoud van de bestaande kamergrootte, behalve indien de kamers voor deze datum worden verbouwd. In het laatste geval dient te worden voldaan aan de in lid 1 vermelde bepalingen.
b) Alle kamers moeten over een geïntegreerd bad beschikken dat uit een wastafel met warm en koud stromend water voor telkens ten hoogste twee inwonenden, een wc en een douche bestaat.
Elke wc moet met steungrepen, een klerenhaak en een wc-papierhouder worden uitgerust.
In elke waseenheid moeten bovendien een wastafel, een zeepschaal en een handdoekhouder worden aangebracht.
Alle toiletten van de inwonenden zijn gemakkelijk toegankelijk. Ze beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of over een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet naar buiten kunnen worden geopend.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal oriënteerbaar is en dat de douchekuip in de bodem verzonken is. De badkuip en de douche moeten van een antislipbekleding worden voorzien.
In tehuizen die erkend waren voor de inwerkingtreding van het onderhavige besluit, geldt tot 1 januari 2015 dat de sanitaire voorzieningen ten minste een toilet voor zes inwonenden evenals een voor gehandicapten aangepast toilet voor tien inwonenden omvatten, behalve indien de kamers voor deze datum worden verbouwd. In het laatste geval dient te worden voldaan aan de in punt b, lid 1 tot en met 4 vermelde bepalingen.
Er moet eveneens een aan gehandicapten aangepaste badkamer met badkamer per begonnen schijf van 60 inwonenden worden voorzien. Voor zover niet elke kamer over een aan gehandicapten aangepaste douche beschikt, moet deze eveneens in de badkamer worden voorzien. In dit laatste geval moeten drie douches per begonnen schijf van 60 inwonenden worden voorzien.
c) De naam van de bewoner van de kamer moet buiten de kamer worden aangegeven, behalve indien de inwonende of zijn vertegenwoordiger dit niet wenst. In de instellingen die na de goedkeuring van het onderhavige besluit erkend zijn, moeten de inwonenden hun kamer op slot kunnen doen, behalve in specifieke gevallen die het tehuis in de overeenkomst schriftelijk motiveert.
d) Het tehuis stelt de in de kamers van de inwonenden kosteloos de volgende uitrusting ter beschikking : een aangepast bed, een linnenkast, een tafel, een fauteuil, een stoel en een nachtkastje met lade. De inwonende moet ook eigen meubels kunnen opstellen.
e) Indien in een kamer meerdere inwonenden wonen, moet de ruimte tussen de bedden zowel in de lengte als in de breedte ten minste 0,90 kunnen bedragen.
Ook moeten voor elke inwonende van de kamer mogelijkheden voorzien zijn om zich te kunnen terugtrekken en om zich tegen inkijk te kunnen beschermen.
Een tafel of meerdere tafels en stoelen moeten alle inwonenden van de kamers de mogelijkheid bieden tegelijkertijd te eten.
De kamers moeten met een belichtingssysteem worden uitgerust dat de andere inwonenden van de kamers niet stoort en dat vanuit het bed kan worden bediend.
f) Elk lokaal dat voor de inwonenden toegankelijk is, met inbegrip van het toilet en de badkamer, moet met een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem worden uitgerust.
In de kamers is dit oproepsysteem vanuit het bed en de fauteuils bereikbaar.
De oproepinstallatie is zo ontworpen dat elke oproep voortdurend kan worden gelokaliseerd en dat er onmiddellijk op kan worden gereageerd, zowel overdag als 's nachts.
g) In de tehuizen die kamers met meerdere bedden hebben, moet een bijkomende kamer voor inwonenden worden voorzien waarin de inwonenden zich naargelang van de behoefte kunnen terugtrekken. Deze kamer voldoet aan de voorgeschreven voorwaarden voor een eenpersoonskamer.]1
1. ALGEMEEN
a) Het gebouw moet in een "goede" staat worden gehouden.
b) Ongeacht de weersomstandigheden moet de temperatuur in de kamers van de inwonenden en in de gemeenschappelijke woonkamers 22 graden kunnen bereiken en 18 graden in de overige lokalen die voor de inwonenden toegankelijk zijn.
c) In alle lokalen die voor de inwonenden toegankelijk zijn, moet voortdurend voldoende verlichting voorzien zijn. Deze wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden.
d) In de gemeenschappelijke woonkamers en in de kamers van de inwonenden bedragen de openingen voor daglicht ten minste een zevende van hun oppervlakte.
e) De vensters van deze lokalen moeten worden beveiligd, zodat men er niet door kan vallen.
f) In de tehuizen moet een lift worden voorzien, indien er ten minste een verdieping boven het evacuatieniveau is.
g) Alle tehuizen moeten over een woonkamer per woonafdeling beschikken.
h) De gangen en trappen moeten aan beide kanten van een leuning of een handlijst worden voorzien. In de woonafdelingen mogen de handlijsten ook aan een enkele zijde worden aangebracht.
i) Elke afzonderlijke trede van een trap moet op de rand van een gekleurde band worden voorzien die duidelijk tegen de vloerbekleding afsteekt. De eerste en de laatste trede moeten bovendien gekleurd worden en duidelijk herkenbaar zijn.
j) Elk tehuis beschikt, voor zover kamers met meerdere bedden voorhanden zijn, over een ruimte voor het opbaren van overledenen.
k) De inwonenden van het tehuis en het personeel hebben gescheiden, passende sanitaire voorzieningen ter beschikking. De toiletten die zich buiten de kamers van de inwonenden bevinden, beschikken over vloeibare zeep en handdoekdispensers.
l) Alle tehuizen moeten beschikken over een buitenruimte die ook voor gehandicapte inwonenden toegankelijk is.
2. KAMERS VAN DE INWONENDEN
a) De minimale effectieve oppervlakte bedraagt 15 m.2 per persoon, stortbad in de kamers niet meegerekend.
Voor bestaande kamers in bejaardentehuizen die voor de inwerkingtreding van het onderhavige besluit erkend waren, geldt tot 1 januari 2015 een uitzonderingsregeling voor het behoud van de bestaande kamergrootte, behalve indien de kamers voor deze datum worden verbouwd. In het laatste geval dient te worden voldaan aan de in lid 1 vermelde bepalingen.
b) Alle kamers moeten over een geïntegreerd bad beschikken dat uit een wastafel met warm en koud stromend water voor telkens ten hoogste twee inwonenden, een wc en een douche bestaat.
Elke wc moet met steungrepen, een klerenhaak en een wc-papierhouder worden uitgerust.
In elke waseenheid moeten bovendien een wastafel, een zeepschaal en een handdoekhouder worden aangebracht.
Alle toiletten van de inwonenden zijn gemakkelijk toegankelijk. Ze beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of over een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet naar buiten kunnen worden geopend.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal oriënteerbaar is en dat de douchekuip in de bodem verzonken is. De badkuip en de douche moeten van een antislipbekleding worden voorzien.
In tehuizen die erkend waren voor de inwerkingtreding van het onderhavige besluit, geldt tot 1 januari 2015 dat de sanitaire voorzieningen ten minste een toilet voor zes inwonenden evenals een voor gehandicapten aangepast toilet voor tien inwonenden omvatten, behalve indien de kamers voor deze datum worden verbouwd. In het laatste geval dient te worden voldaan aan de in punt b, lid 1 tot en met 4 vermelde bepalingen.
Er moet eveneens een aan gehandicapten aangepaste badkamer met badkamer per begonnen schijf van 60 inwonenden worden voorzien. Voor zover niet elke kamer over een aan gehandicapten aangepaste douche beschikt, moet deze eveneens in de badkamer worden voorzien. In dit laatste geval moeten drie douches per begonnen schijf van 60 inwonenden worden voorzien.
c) De naam van de bewoner van de kamer moet buiten de kamer worden aangegeven, behalve indien de inwonende of zijn vertegenwoordiger dit niet wenst. In de instellingen die na de goedkeuring van het onderhavige besluit erkend zijn, moeten de inwonenden hun kamer op slot kunnen doen, behalve in specifieke gevallen die het tehuis in de overeenkomst schriftelijk motiveert.
d) Het tehuis stelt de in de kamers van de inwonenden kosteloos de volgende uitrusting ter beschikking : een aangepast bed, een linnenkast, een tafel, een fauteuil, een stoel en een nachtkastje met lade. De inwonende moet ook eigen meubels kunnen opstellen.
e) Indien in een kamer meerdere inwonenden wonen, moet de ruimte tussen de bedden zowel in de lengte als in de breedte ten minste 0,90 kunnen bedragen.
Ook moeten voor elke inwonende van de kamer mogelijkheden voorzien zijn om zich te kunnen terugtrekken en om zich tegen inkijk te kunnen beschermen.
Een tafel of meerdere tafels en stoelen moeten alle inwonenden van de kamers de mogelijkheid bieden tegelijkertijd te eten.
De kamers moeten met een belichtingssysteem worden uitgerust dat de andere inwonenden van de kamers niet stoort en dat vanuit het bed kan worden bediend.
f) Elk lokaal dat voor de inwonenden toegankelijk is, met inbegrip van het toilet en de badkamer, moet met een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem worden uitgerust.
In de kamers is dit oproepsysteem vanuit het bed en de fauteuils bereikbaar.
De oproepinstallatie is zo ontworpen dat elke oproep voortdurend kan worden gelokaliseerd en dat er onmiddellijk op kan worden gereageerd, zowel overdag als 's nachts.
g) In de tehuizen die kamers met meerdere bedden hebben, moet een bijkomende kamer voor inwonenden worden voorzien waarin de inwonenden zich naargelang van de behoefte kunnen terugtrekken. Deze kamer voldoet aan de voorgeschreven voorwaarden voor een eenpersoonskamer.]1
Modifications
Art. 6N1. CHAPITRE VI. - [1 NORMES QUANT AU BATIMENT
1. GENERALITES
a) Le bâtiment doit être maintenu en " bon " état.
b) La température doit pouvoir atteindre 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux résidents et ce par n'importe quel temps.
c) Un éclairage suffisant est requis en permanence dans tous les endroits accessibles aux résidents. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
d) Les ouvertures donnant de la lumière du jour doivent couvrir au moins 1/7.e de la surface des pièces de séjour et des chambres des résidents.
e) En cas de risque de chute, les fenêtres de ces locaux doivent être sécurisées.
f) Il y a lieu de prévoir un ascenseur dans les établissements qui comptent au moins un étage au-dessus du niveau d'évacuation.
g) Tous les établissements doivent disposer d'une pièce de séjour par aile.
h) Les couloirs et les escaliers doivent être équipés de balustrades ou de mains courantes des deux côtés. Dans les pièces d'habitation, les mains courantes peuvent aussi n'être installées que d'un seul côté.
i) Chaque marche individuelle d'un escalier doit être pourvue sur le bord d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement. En outre, la première et la dernière marche doivent être intégralement d'une autre couleur.
j) Tout établissement possédant des chambres à plusieurs lits devra également disposer d'une chambre mortuaire.
k) Des installations sanitaires séparées et appropriées sont prévues pour les résidents et le personnel. Les toilettes qui se trouvent à l'extérieur des chambres des résidents disposent de savon liquide et d'un distributeur de serviettes.
l) Tous les établissements doivent disposer d'un espace extérieur qui est aussi accessible aux résidents moins valides.
2. CHAMBRES DES RESIDENTS
a) La superficie minimale réelle est de 15 m.2 par personne, cabine de douche dans la chambre non comprise.
Pour les chambres existantes dans les établissements agréés avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, un agrément d'exception permettant de conserver la taille actuelle des chambres sera d'application jusqu'au 1er janvier 2015, sauf si des transformations interviennent avant cette date. Dans ce cas, les dispositions du premier paragraphe seront d'application.
b) Une salle de bain équipée d'un lavabo avec eau courante chaude et froide pour deux résidents au plus, d'une toilette et d'une douche doit être rattachée à chaque chambre.
Chaque toilette doit être équipée de barres d'appui, d'un crochet portemanteau et d'un support pour papier toilette.
Chaque coin de toilette personnelle dispose, en outre, d'un lavabo, d'un porte-savon et d'un porte-serviette.
Toutes les toilettes des résidents doivent être faciles d'accès. Elles doivent disposer d'une aération directe vers l'extérieur ou d'une ventilation appropriée. Leur porte doit s'ouvrir vers l'extérieur.
La douche doit être conçue de telle façon que le jet d'eau soit réglable. Le bac de douche doit être encastré au ras du sol. La baignoire et la douche doive être pourvues d'un revêtement antidérapant.
Pour les établissements qui étaient agréés avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, la règle d'exception suivante sera d'application jusqu'au 1er janvier 2015 : les installations sanitaires devront comprendre au moins une toilette par six résidents ainsi qu'une toilette adaptée aux besoins de personnes handicapées par 10 résidents, sauf si des transformations interviennent avant cette date. Dans ce cas, les dispositions des paragraphes 1er à 4 du point b seront d'application.
Il faut également prévoir une salle de bains adaptée aux besoins des personnes handicapées avec baignoire par tranche entamée de 60 résidents. Pour le cas où chaque chambre ne disposerait pas d'une douche accessible aux personnes handicapées, il faut également prévoir une telle douche dans la salle de bains accessible aux personnes handicapées. Dans ce cas, il faudra prévoir trois douches de ce type par tranche entamée de 60 résidents.
c) Le nom de l'occupant de la chambre doit être affiché à l'extérieur de la chambre, sauf si le résident ou son représentant ne le souhaite pas. Dans les établissements agréés après l'adoption du présent arrêté, les résidents doivent pouvoir verrouiller leur chambre sauf dans des cas individuels motivés par écrit par l'établissement dans le contrat.
d) Dans les chambres des résidents, l'établissement met gratuitement à disposition : un lit adapté, une armoire pour le lnge, une table, un fauteuil, une chaise et une table de nuit équipée de tiroirs. Le résident doit pouvoir amener son mobilier personnel.
e) Lorsque plusieurs résidents partagent la même chambre, la distance réelle entre leurs lits doit être de minimum 0,90 m en longueur comme en largeur.
Chaque occupant de la chambre doit en outre pouvoir se retirer individuellement dans son intimité et pouvoir s'installer à l'abri des regards des autres occupants de la chambre.
Une ou plusieurs tables et des chaises doivent permettre à tous les occupants de la chambre de prendre leur repas simultanément.
Les chambres sont pourvues d'un système d'éclairage qui ne dérange pas les autres occupants de la chambre et qui peut être commandé depuis le lit.
f) Chaque local accessible aux résidents, y compris les toilettes et les salles de bains, est muni d'un système d'appel facilement accessible.
Dans les chambres, ce système d'appel est accessible depuis le lit comme depuis les fauteuils.
Le système est conçu d'une telle façon que tout appel peut être immédiatement localisé et qu'on peut y réagir de suite, de jour comme de nuit.
g) Dans les établissements équipés de chambres pour plusieurs occupants, une chambre supplémentaire doit être prévue pour permettre aux résidents de s'y retirer en toute intimité. Cette chamre doit répondre aux disposisitons prévues pour les chambres individuelles.]1
1. GENERALITES
a) Le bâtiment doit être maintenu en " bon " état.
b) La température doit pouvoir atteindre 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux résidents et ce par n'importe quel temps.
c) Un éclairage suffisant est requis en permanence dans tous les endroits accessibles aux résidents. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
d) Les ouvertures donnant de la lumière du jour doivent couvrir au moins 1/7.e de la surface des pièces de séjour et des chambres des résidents.
e) En cas de risque de chute, les fenêtres de ces locaux doivent être sécurisées.
f) Il y a lieu de prévoir un ascenseur dans les établissements qui comptent au moins un étage au-dessus du niveau d'évacuation.
g) Tous les établissements doivent disposer d'une pièce de séjour par aile.
h) Les couloirs et les escaliers doivent être équipés de balustrades ou de mains courantes des deux côtés. Dans les pièces d'habitation, les mains courantes peuvent aussi n'être installées que d'un seul côté.
i) Chaque marche individuelle d'un escalier doit être pourvue sur le bord d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement. En outre, la première et la dernière marche doivent être intégralement d'une autre couleur.
j) Tout établissement possédant des chambres à plusieurs lits devra également disposer d'une chambre mortuaire.
k) Des installations sanitaires séparées et appropriées sont prévues pour les résidents et le personnel. Les toilettes qui se trouvent à l'extérieur des chambres des résidents disposent de savon liquide et d'un distributeur de serviettes.
l) Tous les établissements doivent disposer d'un espace extérieur qui est aussi accessible aux résidents moins valides.
2. CHAMBRES DES RESIDENTS
a) La superficie minimale réelle est de 15 m.2 par personne, cabine de douche dans la chambre non comprise.
Pour les chambres existantes dans les établissements agréés avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, un agrément d'exception permettant de conserver la taille actuelle des chambres sera d'application jusqu'au 1er janvier 2015, sauf si des transformations interviennent avant cette date. Dans ce cas, les dispositions du premier paragraphe seront d'application.
b) Une salle de bain équipée d'un lavabo avec eau courante chaude et froide pour deux résidents au plus, d'une toilette et d'une douche doit être rattachée à chaque chambre.
Chaque toilette doit être équipée de barres d'appui, d'un crochet portemanteau et d'un support pour papier toilette.
Chaque coin de toilette personnelle dispose, en outre, d'un lavabo, d'un porte-savon et d'un porte-serviette.
Toutes les toilettes des résidents doivent être faciles d'accès. Elles doivent disposer d'une aération directe vers l'extérieur ou d'une ventilation appropriée. Leur porte doit s'ouvrir vers l'extérieur.
La douche doit être conçue de telle façon que le jet d'eau soit réglable. Le bac de douche doit être encastré au ras du sol. La baignoire et la douche doive être pourvues d'un revêtement antidérapant.
Pour les établissements qui étaient agréés avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, la règle d'exception suivante sera d'application jusqu'au 1er janvier 2015 : les installations sanitaires devront comprendre au moins une toilette par six résidents ainsi qu'une toilette adaptée aux besoins de personnes handicapées par 10 résidents, sauf si des transformations interviennent avant cette date. Dans ce cas, les dispositions des paragraphes 1er à 4 du point b seront d'application.
Il faut également prévoir une salle de bains adaptée aux besoins des personnes handicapées avec baignoire par tranche entamée de 60 résidents. Pour le cas où chaque chambre ne disposerait pas d'une douche accessible aux personnes handicapées, il faut également prévoir une telle douche dans la salle de bains accessible aux personnes handicapées. Dans ce cas, il faudra prévoir trois douches de ce type par tranche entamée de 60 résidents.
c) Le nom de l'occupant de la chambre doit être affiché à l'extérieur de la chambre, sauf si le résident ou son représentant ne le souhaite pas. Dans les établissements agréés après l'adoption du présent arrêté, les résidents doivent pouvoir verrouiller leur chambre sauf dans des cas individuels motivés par écrit par l'établissement dans le contrat.
d) Dans les chambres des résidents, l'établissement met gratuitement à disposition : un lit adapté, une armoire pour le lnge, une table, un fauteuil, une chaise et une table de nuit équipée de tiroirs. Le résident doit pouvoir amener son mobilier personnel.
e) Lorsque plusieurs résidents partagent la même chambre, la distance réelle entre leurs lits doit être de minimum 0,90 m en longueur comme en largeur.
Chaque occupant de la chambre doit en outre pouvoir se retirer individuellement dans son intimité et pouvoir s'installer à l'abri des regards des autres occupants de la chambre.
Une ou plusieurs tables et des chaises doivent permettre à tous les occupants de la chambre de prendre leur repas simultanément.
Les chambres sont pourvues d'un système d'éclairage qui ne dérange pas les autres occupants de la chambre et qui peut être commandé depuis le lit.
f) Chaque local accessible aux résidents, y compris les toilettes et les salles de bains, est muni d'un système d'appel facilement accessible.
Dans les chambres, ce système d'appel est accessible depuis le lit comme depuis les fauteuils.
Le système est conçu d'une telle façon que tout appel peut être immédiatement localisé et qu'on peut y réagir de suite, de jour comme de nuit.
g) Dans les établissements équipés de chambres pour plusieurs occupants, une chambre supplémentaire doit être prévue pour permettre aux résidents de s'y retirer en toute intimité. Cette chamre doit répondre aux disposisitons prévues pour les chambres individuelles.]1
Modifications
Art. 7N1. [1 HOOFDSTUK 7. - RICHTLIJNEN INZAKE DE BOEKHOUDING
a) Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk wenden alle tehuizen de boekhouding aan die gebaseerd is op het minimaal, gestandaardiseerd rekeningstelsel, behalve indien andere geldende juridische bepalingen de toepassing van een ander boekhoudsysteem vereisen. De bevoegde minister kan ter zake verdere bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van elk tehuis kan te allen tijde door de inspectie van de tehuizen worden gecontroleerd. Bovendien moet ze op verzoek aan de inspectie van de tehuizen worden overgemaakt.
c) In overeenstemming met de geldende juridische normen moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor worden goedgekeurd.
d) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening met de volgende gedetailleerde gegevens bijgehouden :
a. de door het tehuis voor geleverde diensten en leveringen betaalde kosten evenals de maandelijks door de inwonende te betalen prijs; een gedetailleerde lijst van de verder aangerekende bedragen en van de toeslagen volgens de bijgaande tabel;
b. indien de verzorgingskosten niet via een Belgische ziekteverzekering worden verrekend een gedetailleerde beschrijving van het aan de inwonende aangerekende bedrag;
c. in geval van betaling van een maandelijks voorschot door de inwonende het eventueel overblijvende saldo ten gunste van de inwonende of van het tehuis.
Deze gedetailleerde rekening evenals eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger op het eind van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Het geheel van de mogelijke individuele rekeningen voor de inwonenden is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van het bejaardentehuis of van een afzonderlijke boekhouding.]1
a) Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk wenden alle tehuizen de boekhouding aan die gebaseerd is op het minimaal, gestandaardiseerd rekeningstelsel, behalve indien andere geldende juridische bepalingen de toepassing van een ander boekhoudsysteem vereisen. De bevoegde minister kan ter zake verdere bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van elk tehuis kan te allen tijde door de inspectie van de tehuizen worden gecontroleerd. Bovendien moet ze op verzoek aan de inspectie van de tehuizen worden overgemaakt.
c) In overeenstemming met de geldende juridische normen moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor worden goedgekeurd.
d) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening met de volgende gedetailleerde gegevens bijgehouden :
a. de door het tehuis voor geleverde diensten en leveringen betaalde kosten evenals de maandelijks door de inwonende te betalen prijs; een gedetailleerde lijst van de verder aangerekende bedragen en van de toeslagen volgens de bijgaande tabel;
b. indien de verzorgingskosten niet via een Belgische ziekteverzekering worden verrekend een gedetailleerde beschrijving van het aan de inwonende aangerekende bedrag;
c. in geval van betaling van een maandelijks voorschot door de inwonende het eventueel overblijvende saldo ten gunste van de inwonende of van het tehuis.
Deze gedetailleerde rekening evenals eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger op het eind van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Het geheel van de mogelijke individuele rekeningen voor de inwonenden is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van het bejaardentehuis of van een afzonderlijke boekhouding.]1
Art. 7N1. [1 Chapitre 7. - NORMES QUANT A LA COMPTABILITE
a) Sans préjudice des dispositions du présent chapitre, tous les établissements utilisent le plan comptable minimum standardisé pour leur comptabilité, sauf si d'autres dispositions juridiques en vigueur exigent l'utilisation d'un autre plan comptable. Le ministre compétent peut prendre des dispositions supplémentaires en la matière.
b) La comptabilité de chaque établissement peut être contrôlée à tout moment par la "Heimaufsicht". Elle doit, en outre, être transmise sur simple demande à la Heimaufsicht.
c) La comptabilité doit être approuvée par un réviseur d'entreprise, conformément aux dispositions juridiques en vigueur.
d) Une facture individuelle est dressée chaque mois pour chaque résident. Elle comprend les données détaillées suivantes :
a. le coût des fournitures et services fournies par l'établissement ainsi que la mention du prix mensuel d'hébergement à payer par le résident; une liste détaillée des montants refacturés, les suppléments conformément au tableau ci-joint;
b. une description détaillée des montants facturés au résident pour le coût des soins qui ne sont pas réglés par le biais de l'assurance-maladie belge;
c. le solde éventuel en faveur du résident ou de la maison de repos en cas de paiement d'un acompte mensuel par le résident.
Ce décompte détaillé ainsi que les justificatifs de dépenses éventuelles doivent être remis au résident ou à son représentant avant la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des éventuels comptes individuels des résidents fait l'objet d'un compte spécial dans la comptabilité générale de l'établissement ou d'une comptabilité séparée.]1
a) Sans préjudice des dispositions du présent chapitre, tous les établissements utilisent le plan comptable minimum standardisé pour leur comptabilité, sauf si d'autres dispositions juridiques en vigueur exigent l'utilisation d'un autre plan comptable. Le ministre compétent peut prendre des dispositions supplémentaires en la matière.
b) La comptabilité de chaque établissement peut être contrôlée à tout moment par la "Heimaufsicht". Elle doit, en outre, être transmise sur simple demande à la Heimaufsicht.
c) La comptabilité doit être approuvée par un réviseur d'entreprise, conformément aux dispositions juridiques en vigueur.
d) Une facture individuelle est dressée chaque mois pour chaque résident. Elle comprend les données détaillées suivantes :
a. le coût des fournitures et services fournies par l'établissement ainsi que la mention du prix mensuel d'hébergement à payer par le résident; une liste détaillée des montants refacturés, les suppléments conformément au tableau ci-joint;
b. une description détaillée des montants facturés au résident pour le coût des soins qui ne sont pas réglés par le biais de l'assurance-maladie belge;
c. le solde éventuel en faveur du résident ou de la maison de repos en cas de paiement d'un acompte mensuel par le résident.
Ce décompte détaillé ainsi que les justificatifs de dépenses éventuelles doivent être remis au résident ou à son représentant avant la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des éventuels comptes individuels des résidents fait l'objet d'un compte spécial dans la comptabilité générale de l'établissement ou d'une comptabilité séparée.]1
Modifications
Art. N2. Bijlage B.
Art. N2. Annexe B.
Art. 1N2. HOOFDSTUK I. - De normen betreffende de vrijheid van de inwonenden en de eerbied van hun overtuigingen in serviceflatgebouwen.
1. Het huishoudelijk reglement
a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen.
Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonende of aan zijn vertegenwoordiger.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van de serviceflatgebouwen op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de in punt 2 vermelde overeenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden.
Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de serviceflatgebouwen, zoals voorzien in artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden;
- de rechten en plichten van de inwonenden en van de instelling;
- volgende minimale rechten :
. recht op het privé-leven en op de zelfstandigheid van de inwonenden;
. recht voor de inwonenden in het Duits ontvangen en gepleegd te worden;
. vrije keus van een arts, een apotheker, een verpleger en van alle diensten van de gezondheidszorg, huishoudelijke en paramedische diensten en zijn vrije toegang tot de instelling;
- de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd.
Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop bij afspraak ten minste twee uren per week.
- het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij bezwaren kunnen worden ingediend;
- de wijze waarop de inwonenden van de serviceflatgebouwen aan activiteiten van het rustoord voor bejaarden kunnen deelnemen alsmede andere aanbiedingen die serviceflatgebouwen eigen zijn.
2. De overeenkomst tussen de instelling en de inwonende
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige inwonende en/of zijn vertegenwoordiger; elke pagina moet geparafeerd worden.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor het verblijf in de instelling;
b) de bepaling dat de serviceflatgebouwen slechts voor valide bejaarden beschikbaar zijn en dat die validiteit door een medische expertise moet worden vastgesteld voordat de bejaarde de woning betrekt;
De medische expertise wordt op grond van het in de volgende tabel vastgelegde profiel opgesteld :
1. Het huishoudelijk reglement
a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen.
Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonende of aan zijn vertegenwoordiger.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van de serviceflatgebouwen op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de in punt 2 vermelde overeenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden.
Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de serviceflatgebouwen, zoals voorzien in artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden;
- de rechten en plichten van de inwonenden en van de instelling;
- volgende minimale rechten :
. recht op het privé-leven en op de zelfstandigheid van de inwonenden;
. recht voor de inwonenden in het Duits ontvangen en gepleegd te worden;
. vrije keus van een arts, een apotheker, een verpleger en van alle diensten van de gezondheidszorg, huishoudelijke en paramedische diensten en zijn vrije toegang tot de instelling;
- de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd.
Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop bij afspraak ten minste twee uren per week.
- het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij bezwaren kunnen worden ingediend;
- de wijze waarop de inwonenden van de serviceflatgebouwen aan activiteiten van het rustoord voor bejaarden kunnen deelnemen alsmede andere aanbiedingen die serviceflatgebouwen eigen zijn.
2. De overeenkomst tussen de instelling en de inwonende
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige inwonende en/of zijn vertegenwoordiger; elke pagina moet geparafeerd worden.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor het verblijf in de instelling;
b) de bepaling dat de serviceflatgebouwen slechts voor valide bejaarden beschikbaar zijn en dat die validiteit door een medische expertise moet worden vastgesteld voordat de bejaarde de woning betrekt;
De medische expertise wordt op grond van het in de volgende tabel vastgelegde profiel opgesteld :
Art. 1N2. CHAPITRE I. - Les normes concernant la liberté des résidents et le respect de leurs convictions dans les résidences-services.
1. Le règlement d'ordre intérieur.
a) Chaque établissement est tenu d'établir un règlement d'ordre intérieur.
Une copie de ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toutes les modifications ultérieures sont soumises, pour approbation, au Ministre compétent, lequel statue sur l'octroi ou le refus d'approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
Les modifications de ce règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur 30 jours après communication aux résidents ou à leurs répondants.
Ce délai ne vaut pas pour des obligations légales que le pouvoir organisateur des résidences-services doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante de la convention mentionnée au point 2 et doit, dès lors, être remis, en même temps que celle-ci, au futur résident ou à son répondant.
L'exemplaire de ce règlement est délivré contre récépissé signé valant accord.
c) Le règlement d'ordre intérieur reprend les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur, ainsi que le numéro d'agréation des résidences-services, comme prévu à l'article 5 du décret de la Communauté germanophone du 9 mai 1994 relatif à l'autorisation, à l'agréation et à la subsidiation de structures d'accueil pour seniors;
- les droits et devoirs des résidents et de l'institution;
- les droits minimaux suivants :
* le droit à la vie privée et à l'autonomie pour les résidents;
* le droit, pour les résidents, de bénéficier d'un accueil et de soins en langue allemande;
* le droit au libre choix du médecin, du pharmacien, des infirmiers, ainsi que de tous les services de soins, ménagers et paramédicaux et leur accès à l'établissement;
- le nom de la personne responsable chargée de la gestion journalière et à laquelle peuvent être communiquées toutes les observations, réclamations ou plaintes.
Cette personne est disponible à cet effet sur rendez-vous, au moins deux heures par semaine;
- l'adresse et le numéro de téléphone du service administratif où les réclamations peuvent être adressées;
- la forme que peut revêtir la participation des résidents des résidences-services aux activités de la maison de repos pour personnes âgées, ainsi que les autres offres prévues spécifiquement pour les résidences-services.
2. La convention entre le résident et l'établissement.
Une convention est signée entre le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur résident et/ou son répondant; chaque page doit être paraphée.
Un exemplaire-type de cette convention est soumis, pour approbation, au Ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de cette approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
La convention contient les points suivants :
a) les conditions générales et particulières d'hébergement;
b) la disposition suivant laquelle les résidences-services sont exclusivement à la disposition des seniors valides et que cette état de santé doit être confirmé par une expertise médicale, avant que le senior ne s'installe dans la résidence.
L'expertise médicale est établie conformément au profil d'aptitude fixé dans le tableau suivant :
1. Le règlement d'ordre intérieur.
a) Chaque établissement est tenu d'établir un règlement d'ordre intérieur.
Une copie de ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toutes les modifications ultérieures sont soumises, pour approbation, au Ministre compétent, lequel statue sur l'octroi ou le refus d'approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
Les modifications de ce règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur 30 jours après communication aux résidents ou à leurs répondants.
Ce délai ne vaut pas pour des obligations légales que le pouvoir organisateur des résidences-services doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante de la convention mentionnée au point 2 et doit, dès lors, être remis, en même temps que celle-ci, au futur résident ou à son répondant.
L'exemplaire de ce règlement est délivré contre récépissé signé valant accord.
c) Le règlement d'ordre intérieur reprend les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur, ainsi que le numéro d'agréation des résidences-services, comme prévu à l'article 5 du décret de la Communauté germanophone du 9 mai 1994 relatif à l'autorisation, à l'agréation et à la subsidiation de structures d'accueil pour seniors;
- les droits et devoirs des résidents et de l'institution;
- les droits minimaux suivants :
* le droit à la vie privée et à l'autonomie pour les résidents;
* le droit, pour les résidents, de bénéficier d'un accueil et de soins en langue allemande;
* le droit au libre choix du médecin, du pharmacien, des infirmiers, ainsi que de tous les services de soins, ménagers et paramédicaux et leur accès à l'établissement;
- le nom de la personne responsable chargée de la gestion journalière et à laquelle peuvent être communiquées toutes les observations, réclamations ou plaintes.
Cette personne est disponible à cet effet sur rendez-vous, au moins deux heures par semaine;
- l'adresse et le numéro de téléphone du service administratif où les réclamations peuvent être adressées;
- la forme que peut revêtir la participation des résidents des résidences-services aux activités de la maison de repos pour personnes âgées, ainsi que les autres offres prévues spécifiquement pour les résidences-services.
2. La convention entre le résident et l'établissement.
Une convention est signée entre le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur résident et/ou son répondant; chaque page doit être paraphée.
Un exemplaire-type de cette convention est soumis, pour approbation, au Ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de cette approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
La convention contient les points suivants :
a) les conditions générales et particulières d'hébergement;
b) la disposition suivant laquelle les résidences-services sont exclusivement à la disposition des seniors valides et que cette état de santé doit être confirmé par une expertise médicale, avant que le senior ne s'installe dans la résidence.
L'expertise médicale est établie conformément au profil d'aptitude fixé dans le tableau suivant :
| PROFIEL | X | |
| 1. | Heeft hulp nodig om zich te wassen (boven- en onderlijf) | |
| 2. | Heeft hulp nodig om zich aan te kleden (boven- en onderlijf) | |
| 3. | . Heeft hulp nodig om op te staan, staande te blijven en te lopen | |
| . Is bedlegerig of zit in een rolstoel en is totaal afhankelijk van anderen om zich voort te bewegen | ||
| 4. | . Heeft hulp nodig om het toilet te gebruiken en schoon te maken | |
| . Kan het toilet of de gemakstoel niet zelf gebruiken | ||
| 5. | Is incontinent (urine en stoelgang) | |
| 6. | . Heeft gedeeltelijk hulp nodig om te eten en te drinken | |
| . De inwonende wordt gevoed | ||
| 7. | . Is soms verward | |
| . Is voortdurend verward | ||
| 8. | . Is soms rusteloos | |
| . Is voortdurend rusteloos | ||
| 9. | Woont in het serviceflatgebouw of woont met een volkomen valide persoon | |
| 10. | Andere personen dan die met wie de bejaarde samenwoont, moeten hem vaak en veel helpen | |
afhankelijk van anderen om zich voort te bewegen4.. Heeft hulp nodig om het toilet te gebruiken en schoon te maken. Kan het toilet of de gemakstoel niet zelf gebruiken5.Is incontinent (urine en stoelgang)6.. Heeft gedeeltelijk hulp nodig om te eten en te drinken. De inwonende wordt gevoed7.. Is soms verward. Is voortdurend verward8.. Is soms rusteloos. Is voortdurend rusteloos9.Woont in het serviceflatgebouw of woont met een volkomen valide persoon10.Andere personen dan die met wie de bejaarde samenwoont, moeten hem vaak en veel helpen
| PROFIL | X | |
| 1. | à besoin d'aide pour se laver (partie supérieure et partie inférieure du corps) | |
| 2. | à besoin d'aide pour s'habiller (partie supérieure et partie inférieure du corps) | |
| 3. | . à besoin d'aide pour se lever, pour se tenir debout ou pour marcher | |
| . est grabataire ou est assis dans une chaise roulante et totalement dépendant d'autrui pour se déplacer | ||
| 4. | . à besoin d'aide pour utiliser et nettoyer les toilettes | |
| . n'est pas capable d'utiliser seul les toilettes ou la chaise percée | ||
| 5. | est incontinent (urine et selles) | |
| 6. | . à besoin d'être aide partiellement pour boire et pour manger | |
| . le résident doit être nourri par quelqu'un | ||
| 7. | . est de temps à autre désorienté | |
| . est continuellement désorienté | ||
| 8. | . est de temps a autre agité | |
| . est agité | ||
| 9. | habite dans la résidence-service ou habite avec une personne tout à fait valide | |
| 10. | l'aide fournie par d'autres personnes que le cohabitant est importante et fréquente |
roulante et totalement dépendant d'autrui pour se déplacer4.. à besoin d'aide pour utiliser et nettoyer les toilettes. n'est pas capable d'utiliser seul les toilettes ou la chaise percée5.est incontinent (urine et selles)6.. à besoin d'être aide partiellement pour boire et pour manger. le résident doit être nourri par quelqu'un7.. est de temps à autre désorienté. est continuellement désorienté8.. est de temps a autre agité. est agité9.habite dans la résidence-service ou habite avec une personne tout à fait valide10.l'aide fournie par d'autres personnes que le cohabitant est importante et fréquente
De vastgelegde geschiktheidscriteria zijn beslissend voor de opneming in een serviceflatgebouw. Personen die aan één der criteria van 1 tot 8 beantwoorden, mogen niet in een serviceflatgebouw worden opgenomen.
Een hulpbehoevende die samen met een valide persoon woont t.w. een persoon die aan geen der criteria beantwoordt en die de hulpbehoevende persoon de nodige hulp zelf of via een intensieve hulp van andere diensten verleent (criteria 9 en 10), mag in een serviceflatgebouw worden opgenomen;
c) De bepaling dat de inwonenden in staat moeten zijn zich weten te redden d.w.z. dat die personen weinig hulp nodig hebben voor het huishouden en hun verzorging.
De instelling kan bijstand verlenen voor het huishouden; de eventuele zorgen moeten echter door de dienst voor thuiszorg worden verstrekt;
d) de voorwaarden m.b.t. de woningwijziging, in het bijzonder de verhuizing naar het rustoord voor bejaarden of naar het rust- en verzorgingstehuis;
e) de maandelijkse huurprijs, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle bijbetalingen voor de andere gevraagde diensten met een tarief.
f) alle door de inwonende uit te voeren onderhouds-, renovatie-, herstellings- en uitrustingswerken;
g) de modaliteiten voor de tussenkomst van de nooddienst, overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in hoofdstuk IV, punt m); de instelling kan deze dienst zelf organiseren of beroep doen op andere diensten;
h) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan. Dit bedrag mag de maandelijkse huurprijs niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
- Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de inwonende".
- De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd.
- Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.
Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de inwonende of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst.
i) De plaatsbeschrijving.
j) De voorwaarden m.b.t. de toelating van dieren.
k) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst :
- De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten.
- De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 60 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden. De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn.
- De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met de duur van de vastgelegde opzeggingstermijn.
- In geval van overlijden of van heengaan om medische redenen blijft de verplichting bestaan de afgesproken prijs te betalen zolang de kamer niet opgeruimd is.
3. Persoonlijke gegevens betreffende de inwonende
Bij de opneming van een inwonende wordt een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende persoonlijke gegevens :
a) de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit).
b) de naam, het adres en het telefoonnummer van het te contacteren familielid;
c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;
d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;
e) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);
f) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);
g) de inlichtingen betreffende het pensioen (aard, kas, rekeningnummer);
h) het inventaris van de meegebrachte meubelen;
i) Mits toestemming van de inwonende bepaalde inlichtingen over zijn gezondheidstoestand, de daaromtrent in acht te nemen punten en de medicatie.
Een hulpbehoevende die samen met een valide persoon woont t.w. een persoon die aan geen der criteria beantwoordt en die de hulpbehoevende persoon de nodige hulp zelf of via een intensieve hulp van andere diensten verleent (criteria 9 en 10), mag in een serviceflatgebouw worden opgenomen;
c) De bepaling dat de inwonenden in staat moeten zijn zich weten te redden d.w.z. dat die personen weinig hulp nodig hebben voor het huishouden en hun verzorging.
De instelling kan bijstand verlenen voor het huishouden; de eventuele zorgen moeten echter door de dienst voor thuiszorg worden verstrekt;
d) de voorwaarden m.b.t. de woningwijziging, in het bijzonder de verhuizing naar het rustoord voor bejaarden of naar het rust- en verzorgingstehuis;
e) de maandelijkse huurprijs, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle bijbetalingen voor de andere gevraagde diensten met een tarief.
f) alle door de inwonende uit te voeren onderhouds-, renovatie-, herstellings- en uitrustingswerken;
g) de modaliteiten voor de tussenkomst van de nooddienst, overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in hoofdstuk IV, punt m); de instelling kan deze dienst zelf organiseren of beroep doen op andere diensten;
h) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan. Dit bedrag mag de maandelijkse huurprijs niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
- Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de inwonende".
- De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd.
- Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.
Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de inwonende of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst.
i) De plaatsbeschrijving.
j) De voorwaarden m.b.t. de toelating van dieren.
k) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst :
- De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten.
- De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 60 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden. De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn.
- De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met de duur van de vastgelegde opzeggingstermijn.
- In geval van overlijden of van heengaan om medische redenen blijft de verplichting bestaan de afgesproken prijs te betalen zolang de kamer niet opgeruimd is.
3. Persoonlijke gegevens betreffende de inwonende
Bij de opneming van een inwonende wordt een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende persoonlijke gegevens :
a) de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit).
b) de naam, het adres en het telefoonnummer van het te contacteren familielid;
c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;
d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;
e) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);
f) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);
g) de inlichtingen betreffende het pensioen (aard, kas, rekeningnummer);
h) het inventaris van de meegebrachte meubelen;
i) Mits toestemming van de inwonende bepaalde inlichtingen over zijn gezondheidstoestand, de daaromtrent in acht te nemen punten en de medicatie.
Les critères d'aptitude fixés sont décisifs pour l'admission dans une résidence-service. Les personnes, qui remplissent un des critères 1 à 8, ne peuvent être admises dans une résidence-service.
Une personne, nécessitant des soins, qui vit avec une personne valide, c'est-à-dire qui ne remplit aucun des critères et qui peut lui apporter l'aide requise (critères 9 et 10), seule ou par le biais d'une aide importante d'autres services, peut être admise dans une résidence-service;
c) la disposition suivant laquelle les résidents doivent être capables de se prendre en charge, c'est-à-dire qu'ils recourent peu à une aide extérieure pour les tâches ménagères et les soins.
La maison de repos peut proposer une assistance pour les tâches ménagères; les éventuelles prestations de soins doivent être effectuées par le service de soins à domicile;
d) les conditions de changement d'habitation, notamment le transfert vers une maison de repos pour personnes âgées ou vers une maison de repos et de soins;
e) le prix mensuel d'hébergement, les services qu'il couvre et l'énumération détaillée de tous les services accompagnée des tarifs qui doivent être payés en sus, si ces services sont prestés;
f) tous les travaux d'entretien, de rénovation, de réfection et d'installation à réaliser par le résident;
g) les modalités du service d'intervention en cas d'urgence, conformément aux dispositions fixées au Chapitre IV, point m), la maison de repos pouvant organiser elle-même ce service ou faire appel à d'autres services;
h) le montant de la garantie éventuelle et son affectation. Le montant ne peut être supérieur au prix mensuel d'hébergement. Les dispositions suivantes s'appliquent à la garantie déposée :
- Lorsqu'elle est exigée, la garantie est placée, par les parties, sur un compte individualisé, ouvert au nom du résident, auprès d'un établissement financier public ou privé, en mentionnant son affectation : " garantie pour toute créance résultant de l'inexécution totale ou partielle des obligations du résident ";
- Les intérêts produits par la somme ainsi placée sont capitalisés;
- Il peut être disposé du compte de garantie au profit de l'une ou de l'autre des parties, moyennant production soit d'un accord écrit, établi postérieurement à la conclusion de la convention, soit d'une expédition certifiée conforme d'une décision judiciaire. Cette décision est exécutoire par provision, nonobstant tout recours, et sans caution, ni cantonnement.
Au terme de la convention, la garantie capitalisée est remise au résident ou à ses ayants-droit, déduction faite de tous les frais et indemnités éventuellement dus en vertu de la convention;
i) l'état des lieux;
j) les conditions auxquelles les animaux sont admis;
k) les dispositions suivantes relatives à la résiliation de la convention :
- La convention est conclue à durée indéterminée;
- La convention peut être résiliée par les deux parties, moyennant un délai de 60 jours ou de commun accord.
La résiliation se fait par écrit, soit par recommandé, soit avec accusé de réception, deux jours avant la prise de cours du délai prévu ci-dessus;
- Le résident ou son répondant, qui résilie la convention sans observation des délais précités, peut être tenu de payer, à l'établissement, une indemnité correspondant à la durée du préavis fixé;
- En cas de décès ou de départ définitif pour raisons médicales, l'obligation de payer le prix convenu subsiste tant que la chambre n'est pas libérée.
3. Données personnelles relatives au résident.
Une fiche individuelle est établie lors de l'admission de chaque résident; elle comprend notamment les données personnelles suivantes :
a) l'identité complète du résident (nom, prénoms, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
b) les nom, adresse et n° de téléphone du membre de la famille à contacter;
c) le nom du médecin traitant, son adresse et son numéro de téléphone;
d) le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne qu'il convient de prévenir en cas de nécessité;
e) les renseignements relatifs au paiement (par le résident ou son répondant, le cas échéant par le C.P.A.S.);
f) les renseignements relatifs à la mutualité (nom, adresse, catégorie, n° d'affiliation);
g) les renseignements relatifs à la pension (nature, caisse, n° de compte);
h) l'inventaire des meubles apportés;
i) moyennant l'accord du résident, certains renseignements sur l'état de santé, les points auxquels il faut prêter attention à cet égard et la médication.
Une personne, nécessitant des soins, qui vit avec une personne valide, c'est-à-dire qui ne remplit aucun des critères et qui peut lui apporter l'aide requise (critères 9 et 10), seule ou par le biais d'une aide importante d'autres services, peut être admise dans une résidence-service;
c) la disposition suivant laquelle les résidents doivent être capables de se prendre en charge, c'est-à-dire qu'ils recourent peu à une aide extérieure pour les tâches ménagères et les soins.
La maison de repos peut proposer une assistance pour les tâches ménagères; les éventuelles prestations de soins doivent être effectuées par le service de soins à domicile;
d) les conditions de changement d'habitation, notamment le transfert vers une maison de repos pour personnes âgées ou vers une maison de repos et de soins;
e) le prix mensuel d'hébergement, les services qu'il couvre et l'énumération détaillée de tous les services accompagnée des tarifs qui doivent être payés en sus, si ces services sont prestés;
f) tous les travaux d'entretien, de rénovation, de réfection et d'installation à réaliser par le résident;
g) les modalités du service d'intervention en cas d'urgence, conformément aux dispositions fixées au Chapitre IV, point m), la maison de repos pouvant organiser elle-même ce service ou faire appel à d'autres services;
h) le montant de la garantie éventuelle et son affectation. Le montant ne peut être supérieur au prix mensuel d'hébergement. Les dispositions suivantes s'appliquent à la garantie déposée :
- Lorsqu'elle est exigée, la garantie est placée, par les parties, sur un compte individualisé, ouvert au nom du résident, auprès d'un établissement financier public ou privé, en mentionnant son affectation : " garantie pour toute créance résultant de l'inexécution totale ou partielle des obligations du résident ";
- Les intérêts produits par la somme ainsi placée sont capitalisés;
- Il peut être disposé du compte de garantie au profit de l'une ou de l'autre des parties, moyennant production soit d'un accord écrit, établi postérieurement à la conclusion de la convention, soit d'une expédition certifiée conforme d'une décision judiciaire. Cette décision est exécutoire par provision, nonobstant tout recours, et sans caution, ni cantonnement.
Au terme de la convention, la garantie capitalisée est remise au résident ou à ses ayants-droit, déduction faite de tous les frais et indemnités éventuellement dus en vertu de la convention;
i) l'état des lieux;
j) les conditions auxquelles les animaux sont admis;
k) les dispositions suivantes relatives à la résiliation de la convention :
- La convention est conclue à durée indéterminée;
- La convention peut être résiliée par les deux parties, moyennant un délai de 60 jours ou de commun accord.
La résiliation se fait par écrit, soit par recommandé, soit avec accusé de réception, deux jours avant la prise de cours du délai prévu ci-dessus;
- Le résident ou son répondant, qui résilie la convention sans observation des délais précités, peut être tenu de payer, à l'établissement, une indemnité correspondant à la durée du préavis fixé;
- En cas de décès ou de départ définitif pour raisons médicales, l'obligation de payer le prix convenu subsiste tant que la chambre n'est pas libérée.
3. Données personnelles relatives au résident.
Une fiche individuelle est établie lors de l'admission de chaque résident; elle comprend notamment les données personnelles suivantes :
a) l'identité complète du résident (nom, prénoms, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
b) les nom, adresse et n° de téléphone du membre de la famille à contacter;
c) le nom du médecin traitant, son adresse et son numéro de téléphone;
d) le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne qu'il convient de prévenir en cas de nécessité;
e) les renseignements relatifs au paiement (par le résident ou son répondant, le cas échéant par le C.P.A.S.);
f) les renseignements relatifs à la mutualité (nom, adresse, catégorie, n° d'affiliation);
g) les renseignements relatifs à la pension (nature, caisse, n° de compte);
h) l'inventaire des meubles apportés;
i) moyennant l'accord du résident, certains renseignements sur l'état de santé, les points auxquels il faut prêter attention à cet égard et la médication.
Art. 2N2. HOOFDSTUK II. - De veiligheidsnormen.
De serviceflatgebouwen voldoen aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop zij gebouwd zijn, eigen zijn.
De serviceflatgebouwen voldoen aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop zij gebouwd zijn, eigen zijn.
Art. 2N2. CHAPITRE II. - Normes de sécurité.
Les résidences-services sont conformes aux dispositions légales propres à chaque type de construction.
Les résidences-services sont conformes aux dispositions légales propres à chaque type de construction.
Art. 3N2. HOOFDSTUK III. - De normen betreffende het verplegend personeel.
Indien een rustoord voor bejaarden een nooddienst organiseert, moet het ervoor zorgen dat een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden ter beschikking staan om overdag en «s nachts in noodgeval te kunnen interveniëren, overeenkomstig het tussenkomstprincipe bedoeld in hoofdstuk I, 2 g) van deze bijlage.
De kwalificatie vermeld in het eerste lid moet beantwoorden aan de minimale normen vastgelegd in dit besluit, bijlage A, hoofdstuk IV, 2 a) en b).
Indien een rustoord voor bejaarden een nooddienst organiseert, moet het ervoor zorgen dat een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden ter beschikking staan om overdag en «s nachts in noodgeval te kunnen interveniëren, overeenkomstig het tussenkomstprincipe bedoeld in hoofdstuk I, 2 g) van deze bijlage.
De kwalificatie vermeld in het eerste lid moet beantwoorden aan de minimale normen vastgelegd in dit besluit, bijlage A, hoofdstuk IV, 2 a) en b).
Art. 3N2. CHAPITRE III. - Normes relatives au personnel soignant.
Si un service d'urgence est organisé par la maison de repos pour personnes âgées, il faut qu'un nombre suffisant de membres qualifiés du personnel soient disponibles pour intervenir 24 heures sur 24 en cas d'urgence, conformément au principe d'intervention fixé au Chapitre Ier, 2, g), de la présente annexe.
La qualification, mentionnée à l'alinéa premier, doit répondre aux normes minimales fixées à l'annexe A, Chapitre IV, 2, a) et b), du présent arrêté.
Si un service d'urgence est organisé par la maison de repos pour personnes âgées, il faut qu'un nombre suffisant de membres qualifiés du personnel soient disponibles pour intervenir 24 heures sur 24 en cas d'urgence, conformément au principe d'intervention fixé au Chapitre Ier, 2, g), de la présente annexe.
La qualification, mentionnée à l'alinéa premier, doit répondre aux normes minimales fixées à l'annexe A, Chapitre IV, 2, a) et b), du présent arrêté.
Art. 4N2. HOOFDSTUK IV. - De normen betreffende het gebouw.
a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling.
b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de bejaarden zonder bewaking toegankelijke lokalen.
c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de bejaarden toegankelijke lokalen.
d) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de inwonenden toegankelijke lokalen. Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden.
e) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de woningen.
De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen.
f) De onmiddellijke omgeving van de serviceflatgebouwen moet over een voldoende groene ruimte beschikken.
g) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.
h) Alle kamers beschikken over een geïntegreerd toilethoek, bestaande uit een wastafel met warm en koud stromend water, een WC en een douche. Per 10 woningen moet eveneens in een voor de gehandicapte inwonenden toegankelijke badkamer worden voorzien.
De WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de inwonenden. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.
Elke WC is voorzien van hellende steunstaven. Die is bovendien uitgerust met een zeepbakje en een handdoekrek.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden. De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien.
i) Alle woningen beschikken over een kookruimte bestaande uit kookplaten, een koelkast en een spoelbak.
j) Alle woningen zijn op de televisie en op de telefoon aangesloten.
k) De inwonenden richten zelf de woningen in.
l) Alle woningen beschikken over een individuele brievenbus en over een bel.
m) De toegangsdeuren van de woningen zijn uitgerust met een cilinderslot.
n) In elk flatgebouw moet de inwonenden een voldoend aantal wasmachines en droogautomaten of waslijnen ter beschikking gesteld worden.
o) Er moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.
p) Alle lokalen van de woning, WC en badkamer inbegrepen, zijn voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem. In de slaapkamers is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit de bedden.
Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men, zowel overdag als `s nachts, elke oproep bestendig kan lokaliseren en snel kan beantwoorden. Bovendien is dit oproepsysteem ook van een intercomsysteem voorzien waarmee het verplegend personeel van de instelling of van de inrichtende macht van de nooddienst onmiddellijk met de inwonende in contact kan treden.
q) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten.
De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op d rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.
r) De werkelijke minimale oppervlakte bedraagt 30 m2 in de individuele woningen en 40 m2 in de woningen voor twee personen, sanitaire lokalen niet inbegrepen.
a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling.
b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de bejaarden zonder bewaking toegankelijke lokalen.
c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de bejaarden toegankelijke lokalen.
d) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de inwonenden toegankelijke lokalen. Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden.
e) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de woningen.
De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen.
f) De onmiddellijke omgeving van de serviceflatgebouwen moet over een voldoende groene ruimte beschikken.
g) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.
h) Alle kamers beschikken over een geïntegreerd toilethoek, bestaande uit een wastafel met warm en koud stromend water, een WC en een douche. Per 10 woningen moet eveneens in een voor de gehandicapte inwonenden toegankelijke badkamer worden voorzien.
De WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de inwonenden. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.
Elke WC is voorzien van hellende steunstaven. Die is bovendien uitgerust met een zeepbakje en een handdoekrek.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden. De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien.
i) Alle woningen beschikken over een kookruimte bestaande uit kookplaten, een koelkast en een spoelbak.
j) Alle woningen zijn op de televisie en op de telefoon aangesloten.
k) De inwonenden richten zelf de woningen in.
l) Alle woningen beschikken over een individuele brievenbus en over een bel.
m) De toegangsdeuren van de woningen zijn uitgerust met een cilinderslot.
n) In elk flatgebouw moet de inwonenden een voldoend aantal wasmachines en droogautomaten of waslijnen ter beschikking gesteld worden.
o) Er moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.
p) Alle lokalen van de woning, WC en badkamer inbegrepen, zijn voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem. In de slaapkamers is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit de bedden.
Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men, zowel overdag als `s nachts, elke oproep bestendig kan lokaliseren en snel kan beantwoorden. Bovendien is dit oproepsysteem ook van een intercomsysteem voorzien waarmee het verplegend personeel van de instelling of van de inrichtende macht van de nooddienst onmiddellijk met de inwonende in contact kan treden.
q) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten.
De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op d rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.
r) De werkelijke minimale oppervlakte bedraagt 30 m2 in de individuele woningen en 40 m2 in de woningen voor twee personen, sanitaire lokalen niet inbegrepen.
Art. 4N2. CHAPITRE IV. - Les normes concernant le bâtiment.
a) Les bâtiments sont régulièrement entretenus et maintenus à l'abri de toute humidité ou infiltration.
b) Quel que soit le système adopté pour le chauffage des locaux, celui-ci ne peut provoquer aucun dégagement de flammes, de gaz ou de poussières dans les locaux accessibles sans surveillance aux résidents.
c) La température doit pouvoir atteindre, par n'importe quel temps, 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux résidents.
d) Un éclairage suffisant est requis en permanence dans tous les endroits accessibles aux résidents. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
e) Les ouvertures, donnant de la lumière du jour, couvrent au moins un sixième de la surface des logements.
Les fenêtres de ces locaux permettent une vision de l'environnement extérieur, sans risque d'accidents.
f) Les alentours immédiats des résidences-services doivent comprendre suffisamment d'espaces verts.
g) L'évacuation des eaux usées est assurée conformément aux règles de l'hygiène.
h) Toutes les chambres ont un coin-toilette intégré, constitué d'un lavabo avec eau courante chaude et froide, d'une toilette et d'une douche. De plus, il y a lieu de prévoir une salle de bains, accessible aux personnes handicapées, par 10 logements supervisés.
Les toilettes doivent être faciles d'accès pour les résidents. Elles disposent d'une aération directe ou d'une bonne ventilation. Leur porte doit s'ouvrir vers l'exterieur.
Chaque W.-C. est muni de barres d'appui inclinées. Il comporte en outre un porte-savon et un porte-essuie.
La douche est conçue de telle façon que le jet d'eau est réglable. La baignoire et la douche sont pourvues d'un revêtement anti-dérapant.
i) Chaque logement dispose d'un coin-cuisine comprenant des plaques de cuisson, un réfrigérateur et un évier.
j) Chaque logement dispose du raccordement au téléphone et à la télédistribution.
k) L'ameublement des logements est pris en charge par les résidents.
l) Chaque logement dispose d'une boîte aux lettres individuelle et d'une sonnette.
m) Les portes d'entrée des logements sont munies de serrures à pompe.
n) Chaque résidence doit disposer de suffisamment de machines à lessiver et de sèche-linge ou de cordes à linge pour l'usage des résidents.
o) Il y a lieu de prévoir un ascenseur, lorsqu'il y a au moins deux étages au-dessus du niveau d'évacuation.
p) Chaque pièce du logement, W.-C. et salle de bains compris, est muni d'un système d'appel facilement accessible. Dans les chambres à coucher, ce système est accessible du lit.
Le système d'appel est techniquement conçu de manière à pouvoir localiser, en permanence, tout appel et à permettre une intervention immédiate, auprès du résident, de jour comme de nuit. Ce système d'appel comprend également un interphone via lequel le personnel soignant de la maison de repos ou le responsable du service d'urgence peut entrer directement en contact avec le résident.
q) Les couloirs et les escaliers sont suffisamment larges et pourvus de rampes ou de barres d'appui des deux côtés.
La première et la dernière marche, ainsi que toute marche isolée sont pourvues, sur leur bord, d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement.
r) La superficie réelle minimale est de 30 m2 dans les appartements individuels et de 40 m2 dans les appartements pour deux personnes, locaux sanitaires non compris.
a) Les bâtiments sont régulièrement entretenus et maintenus à l'abri de toute humidité ou infiltration.
b) Quel que soit le système adopté pour le chauffage des locaux, celui-ci ne peut provoquer aucun dégagement de flammes, de gaz ou de poussières dans les locaux accessibles sans surveillance aux résidents.
c) La température doit pouvoir atteindre, par n'importe quel temps, 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux résidents.
d) Un éclairage suffisant est requis en permanence dans tous les endroits accessibles aux résidents. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
e) Les ouvertures, donnant de la lumière du jour, couvrent au moins un sixième de la surface des logements.
Les fenêtres de ces locaux permettent une vision de l'environnement extérieur, sans risque d'accidents.
f) Les alentours immédiats des résidences-services doivent comprendre suffisamment d'espaces verts.
g) L'évacuation des eaux usées est assurée conformément aux règles de l'hygiène.
h) Toutes les chambres ont un coin-toilette intégré, constitué d'un lavabo avec eau courante chaude et froide, d'une toilette et d'une douche. De plus, il y a lieu de prévoir une salle de bains, accessible aux personnes handicapées, par 10 logements supervisés.
Les toilettes doivent être faciles d'accès pour les résidents. Elles disposent d'une aération directe ou d'une bonne ventilation. Leur porte doit s'ouvrir vers l'exterieur.
Chaque W.-C. est muni de barres d'appui inclinées. Il comporte en outre un porte-savon et un porte-essuie.
La douche est conçue de telle façon que le jet d'eau est réglable. La baignoire et la douche sont pourvues d'un revêtement anti-dérapant.
i) Chaque logement dispose d'un coin-cuisine comprenant des plaques de cuisson, un réfrigérateur et un évier.
j) Chaque logement dispose du raccordement au téléphone et à la télédistribution.
k) L'ameublement des logements est pris en charge par les résidents.
l) Chaque logement dispose d'une boîte aux lettres individuelle et d'une sonnette.
m) Les portes d'entrée des logements sont munies de serrures à pompe.
n) Chaque résidence doit disposer de suffisamment de machines à lessiver et de sèche-linge ou de cordes à linge pour l'usage des résidents.
o) Il y a lieu de prévoir un ascenseur, lorsqu'il y a au moins deux étages au-dessus du niveau d'évacuation.
p) Chaque pièce du logement, W.-C. et salle de bains compris, est muni d'un système d'appel facilement accessible. Dans les chambres à coucher, ce système est accessible du lit.
Le système d'appel est techniquement conçu de manière à pouvoir localiser, en permanence, tout appel et à permettre une intervention immédiate, auprès du résident, de jour comme de nuit. Ce système d'appel comprend également un interphone via lequel le personnel soignant de la maison de repos ou le responsable du service d'urgence peut entrer directement en contact avec le résident.
q) Les couloirs et les escaliers sont suffisamment larges et pourvus de rampes ou de barres d'appui des deux côtés.
La première et la dernière marche, ainsi que toute marche isolée sont pourvues, sur leur bord, d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement.
r) La superficie réelle minimale est de 30 m2 dans les appartements individuels et de 40 m2 dans les appartements pour deux personnes, locaux sanitaires non compris.
Art. 5N2. HOOFDSTUK V. - De normen betreffende de boekhouding.
a) De resultaten van de serviceflatgebouwen moeten in de boekhouding duidelijk worden aangegeven. De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden. Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.
c) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over :
- de door de inrichtende macht betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede het door de inwonende maandelijks te betalen bedrag;
- het eventueel saldo ten gunste van de inwonende of van de inrichtende macht.
Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Het geheel van de individuele rekeningen voor de inwonenden is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding.
a) De resultaten van de serviceflatgebouwen moeten in de boekhouding duidelijk worden aangegeven. De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden. Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.
c) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over :
- de door de inrichtende macht betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede het door de inwonende maandelijks te betalen bedrag;
- het eventueel saldo ten gunste van de inwonende of van de inrichtende macht.
Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Het geheel van de individuele rekeningen voor de inwonenden is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding.
Art. 5N2. CHAPITRE V. - Les normes concernant la comptabilité.
a) Les résultats financiers des résidences-services doivent apparaître dans la comptabilité. Le Ministre compétent peut fixer des dispositions en la matière.
b) La comptabilité de l'établissement peut être à tout moment contrôlée par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Elle doit, en outre, être transmise, chaque année, à l'inspection compétente, au plus tard pour la fin du mois de mars de l'année suivante.
c) Il est tenu mensuellement, pour chaque résident, un compte individuel indiquant tout le détail :
- des coûts pour les prestations et services payés par le pouvoir organisateur, ainsi que le prix mensuel à payer par le résident;
- le solde éventuel en faveur du résident ou du pouvoir organisateur.
Ce décompte détaillé, ainsi que les justificatifs de dépenses éventuels doivent être remis au résident ou à son répondant pour la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des comptes individuels pour résidents fait l'objet de comptes spéciaux dans la comptabilité globale de l'établissement ou d'une comptabilité propre.
a) Les résultats financiers des résidences-services doivent apparaître dans la comptabilité. Le Ministre compétent peut fixer des dispositions en la matière.
b) La comptabilité de l'établissement peut être à tout moment contrôlée par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Elle doit, en outre, être transmise, chaque année, à l'inspection compétente, au plus tard pour la fin du mois de mars de l'année suivante.
c) Il est tenu mensuellement, pour chaque résident, un compte individuel indiquant tout le détail :
- des coûts pour les prestations et services payés par le pouvoir organisateur, ainsi que le prix mensuel à payer par le résident;
- le solde éventuel en faveur du résident ou du pouvoir organisateur.
Ce décompte détaillé, ainsi que les justificatifs de dépenses éventuels doivent être remis au résident ou à son répondant pour la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des comptes individuels pour résidents fait l'objet de comptes spéciaux dans la comptabilité globale de l'établissement ou d'une comptabilité propre.
Art. N3. Bijlage C.
Art. N3. Annexe C.
Art. 1N3. HOOFDSTUK I. - De normen betreffende de vrijheid van de gebruikers van de dagverzorgingscentra en de eerbied van hun overtuigingen.
1. Het huishoudelijk reglement
a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen.
Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de gebruiker van de diensten verleend door de instelling of aan zijn vertegenwoordiger.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het dagverzorgingscentrum op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de begeleidingsovereenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe gebruiker of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden.
Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de instelling, overeenkomstig artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden;
- de rechten en plichten van de gebruikers en van de instelling alsmede het doel van de begeleiding in het dagverzorgingscentrum;
- volgende minimale rechten :
. recht op het privé-leven van de gebruikers;
. recht voor de gebruikers in het Duits ontvangen en gepleegd te worden;
. vrije keus van een arts en zijn toegang tot de instelling op de overeengekomen dag en uur, behalve bij spoedgevallen;
. vrije toegang voor de familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten binnen de in het huishoudelijk reglement bepaalde bezoektijden;
. de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die de gebruikers verplichtingen van commerciële, culturele of godsdienstige aard oplegt;
. de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd, zowel door de gebruikers van het dagverzorgingscentrum, hun familie en hun vertegenwoordigers.
Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop, bij afspraak, ten minste vier uren per week, verdeeld over minimum twee dagen.
Indien het dagverzorgingscentrum aan een rustoord voor bejaarden is aangesloten, kunnen de spreekuren met die van het rustoord samenvallen.
. het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij die bezwaren kunnen worden ingediend;
. de tijdstip van de maaltijden.
2. De begeleidingsovereenkomst
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige gebruiker of zijn vertegenwoordiger; elke pagina moet geparafeerd worden.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Behalve bij tegenstrijdig advies binnen deze termijn wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor de opneming in het dagverzorgingscentrum;
b) de dagelijkse prijs voor de begeleiding, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle eventuele bijbetalingen met een tarief.
De inrichtende macht kan een minimaal aantal dagen begeleiding vastleggen, waarbij tenminste drie weken verlof aan de gebruikers worden verleend.
c) het wekelijks begeleidingsprogramma.
De mededeling van de wijzigingen aan dat programma kan aan een termijn worden onderworpen die in de overeenkomst moet worden vastgelegd.
d) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan. Dit bedrag mag de maandelijkse prijs voor de begeleiding niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
- Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de gebruiker bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de gebruiker".
- De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd.
- Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.
Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de gebruiker of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst.
e) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst :
- De begeleidingsovereenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten, behalve in het bijzonder geval van een voorlopige begeleiding van de inwonende.
- De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 30 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden.
De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn.
- De gebruiker of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met het aantal begeleidingsdagen, zoals bepaald in het wekelijks begeleidingsprogramma dat noodzakelijk is om de duur van de opzeggingstermijn te dekken.
- Indien de gebruiker om medische redenen niet meer door het dagverzorgingscentrum kan worden begeleid, wordt de overeenkomst voor ten hoogste een maand geschorst. Wordt die termijn overschreden, dan wordt de overeenkomst geacht beëindigd te zijn. Een medisch attest is in dit geval vereist.
- In geval van overlijden van de gebruiker eindigt de overeenkomst van rechtswege.
3. Persoonlijke gegevens betreffende de gebruiker
Bij het begin van de begeleiding wordt voor elke gebruiker een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende gegevens :
a) de volledige identiteit van de gebruiker (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit);
b) desgevallend de naam, het adres en het telefoonnummer van de voor de plaatsing verantwoordelijke persoon;
c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;
d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;
e) de godsdienst en/of filosofische mening van de inwonende, indien deze zulks verlangt;
f) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);
g) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);
1. Het huishoudelijk reglement
a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen.
Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de gebruiker van de diensten verleend door de instelling of aan zijn vertegenwoordiger.
Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het dagverzorgingscentrum op korte termijn moet nakomen.
b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de begeleidingsovereenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe gebruiker of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden.
Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement.
c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens :
- de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de instelling, overeenkomstig artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden;
- de rechten en plichten van de gebruikers en van de instelling alsmede het doel van de begeleiding in het dagverzorgingscentrum;
- volgende minimale rechten :
. recht op het privé-leven van de gebruikers;
. recht voor de gebruikers in het Duits ontvangen en gepleegd te worden;
. vrije keus van een arts en zijn toegang tot de instelling op de overeengekomen dag en uur, behalve bij spoedgevallen;
. vrije toegang voor de familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten binnen de in het huishoudelijk reglement bepaalde bezoektijden;
. de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die de gebruikers verplichtingen van commerciële, culturele of godsdienstige aard oplegt;
. de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd, zowel door de gebruikers van het dagverzorgingscentrum, hun familie en hun vertegenwoordigers.
Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop, bij afspraak, ten minste vier uren per week, verdeeld over minimum twee dagen.
Indien het dagverzorgingscentrum aan een rustoord voor bejaarden is aangesloten, kunnen de spreekuren met die van het rustoord samenvallen.
. het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij die bezwaren kunnen worden ingediend;
. de tijdstip van de maaltijden.
2. De begeleidingsovereenkomst
Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige gebruiker of zijn vertegenwoordiger; elke pagina moet geparafeerd worden.
Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Behalve bij tegenstrijdig advies binnen deze termijn wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De overeenkomst vermeldt volgende gegevens :
a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor de opneming in het dagverzorgingscentrum;
b) de dagelijkse prijs voor de begeleiding, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle eventuele bijbetalingen met een tarief.
De inrichtende macht kan een minimaal aantal dagen begeleiding vastleggen, waarbij tenminste drie weken verlof aan de gebruikers worden verleend.
c) het wekelijks begeleidingsprogramma.
De mededeling van de wijzigingen aan dat programma kan aan een termijn worden onderworpen die in de overeenkomst moet worden vastgelegd.
d) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan. Dit bedrag mag de maandelijkse prijs voor de begeleiding niet overschrijden.
Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg :
- Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de gebruiker bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de gebruiker".
- De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd.
- Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.
Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de gebruiker of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst.
e) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst :
- De begeleidingsovereenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten, behalve in het bijzonder geval van een voorlopige begeleiding van de inwonende.
- De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 30 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden.
De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn.
- De gebruiker of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met het aantal begeleidingsdagen, zoals bepaald in het wekelijks begeleidingsprogramma dat noodzakelijk is om de duur van de opzeggingstermijn te dekken.
- Indien de gebruiker om medische redenen niet meer door het dagverzorgingscentrum kan worden begeleid, wordt de overeenkomst voor ten hoogste een maand geschorst. Wordt die termijn overschreden, dan wordt de overeenkomst geacht beëindigd te zijn. Een medisch attest is in dit geval vereist.
- In geval van overlijden van de gebruiker eindigt de overeenkomst van rechtswege.
3. Persoonlijke gegevens betreffende de gebruiker
Bij het begin van de begeleiding wordt voor elke gebruiker een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende gegevens :
a) de volledige identiteit van de gebruiker (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit);
b) desgevallend de naam, het adres en het telefoonnummer van de voor de plaatsing verantwoordelijke persoon;
c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;
d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;
e) de godsdienst en/of filosofische mening van de inwonende, indien deze zulks verlangt;
f) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);
g) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);
Art. 1N3. CHAPITRE I. - Les normes concernant la liberté des utilisateurs et le respect de leurs convictions dans les centres de soins de jour.
1. Le règlement d'ordre intérieur.
a) Chaque établissement est tenu d'établir un règlement d'ordre intérieur.
Une copie de ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toutes les modifications ultérieures sont soumises, pour approbation, au Ministre compétent, lequel statue sur l'octroi ou le refus d'approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
Les modifications de ce règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur 30 jours après communication, aux bénéficiaires, des services offerts par l'établissement ou à leurs répondants.
Ce délai ne vaut pas pour des obligations légales que le pouvoir organisateur du centre de soins de jour doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante de la convention d'accompagnement et doit, dès lors, être remis, en même temps que celle-ci, au futur utilisateur ou à son répondant.
L'exemplaire de ce règlement est délivré contre récépissé signé valant accord.
c) Le règlement d'ordre intérieur reprend les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur, ainsi que le numéro d'agréation de l'établissement, conformément à l'article 5 du décret de la Communauté germanophone du 9 mai 1994 relatif à l'autorisation, à l'agréation et à la subsidiation de structures d'accueil pour seniors;
- les droits et devoirs des utilisateurs et de l'institution, ainsi que l'objectif assigné à l'accompagnement dans le centre de soins de jour;
- les droits minimaux suivants :
* le droit à la vie privée pour les bénéficiaires;
* le droit pour les utilisateurs de bénéficier d'un accueil et d'un accompagnement en langue allemande;
* le droit au libre choix du médecin et son accès à l'établissement aux jours et heures convenus, sauf en cas d'urgence;
* le libre accès de la famille, des amis, des ministres des différents cultes reconnus et des conseillers laïcs, durant les heures de visite fixées dans le règlement d'ordre intérieur;
* le respect des droits personnels, en ce compris les convictions idéologiques, philosophiques et religieuses. Ce règlement d'ordre intérieur ne peut contenir aucune clause imposant des obligations à caractère commercial, culturel ou religieux aux utilisateurs;
- le nom de la personne responsable chargée de la gestion journalière et à laquelle peuvent être communiquées toutes les observations, réclamations ou plaintes des utilisateurs, de leur famille et de leurs représentants.
Cette personne est disponible à cet effet sur rendez-vous, au moins quatre heures par semaine, réparties sur deux jours minimum.
Si le centre de soins de jour est rattaché à une maison de repos pour personnes âgées, les heures de consultation peuvent coïncider avec celles de la maison de repos;
- l'adresse et le numéro de téléphone du service administratif où les réclamations peuvent être adressées;
- les heures des repas.
2. La convention d'accompagnement.
Une convention est signée entre le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur utilisateur ou son répondant; chaque page doit être paraphée.
Un exemplaire-type de cette convention d'accompagnement est soumis, pour approbation, au Ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de cette approbation dans les 30 jours. Sauf avis contraire dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
La convention contient les points suivants :
a) les conditions générales et particulières d'admission dans le centre de soins de jour;
b) le prix journalier de l'accompagnement, les services qu'il couvre et l'énumération détaillée de toutes les prestations accompagnée des tarifs qui doivent être payés en sus.
Le pouvoir organisateur peut fixer un nombre minimum de jours d'accompagnement, une période de congé d'au moins trois semaines étant accordée à chaque utilisateur;
c) le programme hebdomadaire d'accompagnement.
Les modifications du programme hebdomadaire peuvent être soumises à un délai de notification qui doit être fixé dans la convention d'accompagnement;
d) le montant de la garantie éventuelle et son affectation. Le montant ne peut être supérieur au prix mensuel d'accompagnement.
Les dispositions suivantes s'appliquent à la garantie déposée :
- Lorsqu'elle est exigée, la garantie est déposée par les parties, sur un compte individualisé, ouvert au nom du bénéficiaire, auprès d'un établissement financier public ou privé, en mentionnant son affectation : " garantie pour toute créance " résultant de l'inexécution totale ou partielle des obligations de l'utilisateur;
- Les intérêts produits par la somme ainsi placée sont capitalisés;
- Il peut être disposé du compte de garantie au profit de l'une ou de l'autre des parties, moyennant production soit d'un accord écrit, établi postérieurement à la conclusion de la convention, soit d'une expédition certifiée conforme d'une décision judiciaire. Cette décision est exécutoire par provision, nonobstant tout recours, et sans caution, ni cantonnement.
Au terme de la convention, la garantie capitalisée est remise à l'utilisateur ou à ses ayants-droit, déduction faite de tous les frais et indemnités éventuellement dus en vertu de la convention;
e) Les dispositions suivantes relatives à la résiliation de la convention d'accompagnement :
- La convention d'accompagnement est conclue à durée indéterminée, sauf dans le cas particulier où seul un accompagnement provisoire est envisagé;
- La convention peut être résiliée de commun accord, moyennant le respect d'un délai de 30 jours.
La résiliation se fait par écrit, soit par recommandé, soit avec accusé de réception, deux jours avant la prise de cours du délai prévu ci-dessus;
- L'utilisateur ou son répondant, qui résilie la convention sans observation des délais précités, peut être tenu de payer, à l'établissement, une indemnité correspondant au nombre de jours d'accompagnement prévu dans le programme hebdomadaire, pour la durée de préavis fixée;
- Si, pour des raisons médicales, l'utilisateur ne peut plus bénéficier de l'accompagnement dispensé dans le centre de soins de jour, la convention est suspendue pour une durée maximale d'un mois. Au-delà de ce délai, la convention est réputée prendre fin. Un certificat médical est obligatoire dans ce cas;
- En cas de décès de l'utilisateur, la convention prend fin de plein droit.
3. Données personnelles relatives à l'utilisateur.
Au début de la période d'accompagnement, une fiche individuelle est établie pour chaque utilisateur; elle comprend notamment les données personnelles suivantes :
a) l'identité complète de l'utilisateur (nom, prénoms, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
b) le cas échéant, les nom, adresse et n° de téléphone de la personne responsable du placement;
c) le nom du médecin traitant, son adresse et son numéro de téléphone;
d) le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne qu'il convient de prévenir en cas de nécessité;
e) la religion et/ou l'opinion philosophique à laquelle appartient l'utilisateur, si celui-ci en exprime le désir;
f) les renseignements relatifs au paiement (par l'utilisateur ou son répondant, le cas échéant par le C.P.A.S.);
g) les renseignements relatifs à la mutualité (nom, adresse, catégorie, n° d'affiliation).
1. Le règlement d'ordre intérieur.
a) Chaque établissement est tenu d'établir un règlement d'ordre intérieur.
Une copie de ce règlement d'ordre intérieur, ainsi que toutes les modifications ultérieures sont soumises, pour approbation, au Ministre compétent, lequel statue sur l'octroi ou le refus d'approbation dans les 30 jours. A défaut de signification dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
Les modifications de ce règlement d'ordre intérieur entrent en vigueur 30 jours après communication, aux bénéficiaires, des services offerts par l'établissement ou à leurs répondants.
Ce délai ne vaut pas pour des obligations légales que le pouvoir organisateur du centre de soins de jour doit remplir à court terme.
b) Le règlement d'ordre intérieur fait partie intégrante de la convention d'accompagnement et doit, dès lors, être remis, en même temps que celle-ci, au futur utilisateur ou à son répondant.
L'exemplaire de ce règlement est délivré contre récépissé signé valant accord.
c) Le règlement d'ordre intérieur reprend les données suivantes :
- le nom du pouvoir organisateur, ainsi que le numéro d'agréation de l'établissement, conformément à l'article 5 du décret de la Communauté germanophone du 9 mai 1994 relatif à l'autorisation, à l'agréation et à la subsidiation de structures d'accueil pour seniors;
- les droits et devoirs des utilisateurs et de l'institution, ainsi que l'objectif assigné à l'accompagnement dans le centre de soins de jour;
- les droits minimaux suivants :
* le droit à la vie privée pour les bénéficiaires;
* le droit pour les utilisateurs de bénéficier d'un accueil et d'un accompagnement en langue allemande;
* le droit au libre choix du médecin et son accès à l'établissement aux jours et heures convenus, sauf en cas d'urgence;
* le libre accès de la famille, des amis, des ministres des différents cultes reconnus et des conseillers laïcs, durant les heures de visite fixées dans le règlement d'ordre intérieur;
* le respect des droits personnels, en ce compris les convictions idéologiques, philosophiques et religieuses. Ce règlement d'ordre intérieur ne peut contenir aucune clause imposant des obligations à caractère commercial, culturel ou religieux aux utilisateurs;
- le nom de la personne responsable chargée de la gestion journalière et à laquelle peuvent être communiquées toutes les observations, réclamations ou plaintes des utilisateurs, de leur famille et de leurs représentants.
Cette personne est disponible à cet effet sur rendez-vous, au moins quatre heures par semaine, réparties sur deux jours minimum.
Si le centre de soins de jour est rattaché à une maison de repos pour personnes âgées, les heures de consultation peuvent coïncider avec celles de la maison de repos;
- l'adresse et le numéro de téléphone du service administratif où les réclamations peuvent être adressées;
- les heures des repas.
2. La convention d'accompagnement.
Une convention est signée entre le pouvoir organisateur de l'établissement et le futur utilisateur ou son répondant; chaque page doit être paraphée.
Un exemplaire-type de cette convention d'accompagnement est soumis, pour approbation, au Ministre, qui statue sur l'octroi ou le refus de cette approbation dans les 30 jours. Sauf avis contraire dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est réputé approuvé.
La convention contient les points suivants :
a) les conditions générales et particulières d'admission dans le centre de soins de jour;
b) le prix journalier de l'accompagnement, les services qu'il couvre et l'énumération détaillée de toutes les prestations accompagnée des tarifs qui doivent être payés en sus.
Le pouvoir organisateur peut fixer un nombre minimum de jours d'accompagnement, une période de congé d'au moins trois semaines étant accordée à chaque utilisateur;
c) le programme hebdomadaire d'accompagnement.
Les modifications du programme hebdomadaire peuvent être soumises à un délai de notification qui doit être fixé dans la convention d'accompagnement;
d) le montant de la garantie éventuelle et son affectation. Le montant ne peut être supérieur au prix mensuel d'accompagnement.
Les dispositions suivantes s'appliquent à la garantie déposée :
- Lorsqu'elle est exigée, la garantie est déposée par les parties, sur un compte individualisé, ouvert au nom du bénéficiaire, auprès d'un établissement financier public ou privé, en mentionnant son affectation : " garantie pour toute créance " résultant de l'inexécution totale ou partielle des obligations de l'utilisateur;
- Les intérêts produits par la somme ainsi placée sont capitalisés;
- Il peut être disposé du compte de garantie au profit de l'une ou de l'autre des parties, moyennant production soit d'un accord écrit, établi postérieurement à la conclusion de la convention, soit d'une expédition certifiée conforme d'une décision judiciaire. Cette décision est exécutoire par provision, nonobstant tout recours, et sans caution, ni cantonnement.
Au terme de la convention, la garantie capitalisée est remise à l'utilisateur ou à ses ayants-droit, déduction faite de tous les frais et indemnités éventuellement dus en vertu de la convention;
e) Les dispositions suivantes relatives à la résiliation de la convention d'accompagnement :
- La convention d'accompagnement est conclue à durée indéterminée, sauf dans le cas particulier où seul un accompagnement provisoire est envisagé;
- La convention peut être résiliée de commun accord, moyennant le respect d'un délai de 30 jours.
La résiliation se fait par écrit, soit par recommandé, soit avec accusé de réception, deux jours avant la prise de cours du délai prévu ci-dessus;
- L'utilisateur ou son répondant, qui résilie la convention sans observation des délais précités, peut être tenu de payer, à l'établissement, une indemnité correspondant au nombre de jours d'accompagnement prévu dans le programme hebdomadaire, pour la durée de préavis fixée;
- Si, pour des raisons médicales, l'utilisateur ne peut plus bénéficier de l'accompagnement dispensé dans le centre de soins de jour, la convention est suspendue pour une durée maximale d'un mois. Au-delà de ce délai, la convention est réputée prendre fin. Un certificat médical est obligatoire dans ce cas;
- En cas de décès de l'utilisateur, la convention prend fin de plein droit.
3. Données personnelles relatives à l'utilisateur.
Au début de la période d'accompagnement, une fiche individuelle est établie pour chaque utilisateur; elle comprend notamment les données personnelles suivantes :
a) l'identité complète de l'utilisateur (nom, prénoms, lieu et date de naissance, état civil, nationalité);
b) le cas échéant, les nom, adresse et n° de téléphone de la personne responsable du placement;
c) le nom du médecin traitant, son adresse et son numéro de téléphone;
d) le nom, l'adresse et le numéro de téléphone de la personne qu'il convient de prévenir en cas de nécessité;
e) la religion et/ou l'opinion philosophique à laquelle appartient l'utilisateur, si celui-ci en exprime le désir;
f) les renseignements relatifs au paiement (par l'utilisateur ou son répondant, le cas échéant par le C.P.A.S.);
g) les renseignements relatifs à la mutualité (nom, adresse, catégorie, n° d'affiliation).
Art. 2N3. HOOFDSTUK II. - De normen betreffende de aangeboden begeleiding.
De aangeboden begeleiding moet ten minste volgende aspecten in acht nemen :
1. de zorgverlening
2. de mogelijkheid om maaltijden te krijgen
3. de ergotherapie en het oefenen om zelfstandiger te worden
4. de gymnastiek en kinesitherapie
5. de animaties en groepsactiviteiten
6. de geïndividualiseerde raadgevingen en gesprekken
7. een facultatief pendelvervoer
De diensten opgenomen onder de punten 1, 2 en 6 moeten dagelijks worden verleend.
Ten minste één der diensten vermeld onder de punten 3, 4 en 5 moet dagelijks worden verleend.
Het dagverzorgingscentrum moet een wekelijks programma opstellen dat het dagelijks tijdschema en alle geplande activiteiten en aangeboden diensten van de week opsomt.
Het dagverzorgingscentrum moet ten minste drie werkdagen open zijn, tijdens ten minste 5 uren per dag.
De aangeboden begeleiding moet ten minste volgende aspecten in acht nemen :
1. de zorgverlening
2. de mogelijkheid om maaltijden te krijgen
3. de ergotherapie en het oefenen om zelfstandiger te worden
4. de gymnastiek en kinesitherapie
5. de animaties en groepsactiviteiten
6. de geïndividualiseerde raadgevingen en gesprekken
7. een facultatief pendelvervoer
De diensten opgenomen onder de punten 1, 2 en 6 moeten dagelijks worden verleend.
Ten minste één der diensten vermeld onder de punten 3, 4 en 5 moet dagelijks worden verleend.
Het dagverzorgingscentrum moet een wekelijks programma opstellen dat het dagelijks tijdschema en alle geplande activiteiten en aangeboden diensten van de week opsomt.
Het dagverzorgingscentrum moet ten minste drie werkdagen open zijn, tijdens ten minste 5 uren per dag.
Art. 2N3. CHAPITRE II. - Les normes relatives à l'accompagnement offert.
L'accompagnement offert doit au moins contenir les aspects suivants :
1. les soins;
2. la possibilité de prendre des repas;
3. l'ergothérapie et l'entraînement à une plus grande autonomie;
4. la gymnastique et la kinésithérapie;
5. les animations et les activités de groupe;
6. les conseils et entretiens personnalisés;
7. un service facultatif de navette.
Les services, repris aux points 1, 2 et 6, doivent être assurés quotidiennement.
Parmi les services repris aux points 3, 4 et 5, un au moins doit être assuré quotidiennement.
Le centre de soins de jour doit établir un programme hebdomadaire qui reprend l'emploi du temps, ainsi que toutes les activités et services proposés durant la semaine.
Le centre de soins de jour doit être ouvert au moins trois jours ouvrables, et ce, au moins 5 heures par jour.
L'accompagnement offert doit au moins contenir les aspects suivants :
1. les soins;
2. la possibilité de prendre des repas;
3. l'ergothérapie et l'entraînement à une plus grande autonomie;
4. la gymnastique et la kinésithérapie;
5. les animations et les activités de groupe;
6. les conseils et entretiens personnalisés;
7. un service facultatif de navette.
Les services, repris aux points 1, 2 et 6, doivent être assurés quotidiennement.
Parmi les services repris aux points 3, 4 et 5, un au moins doit être assuré quotidiennement.
Le centre de soins de jour doit établir un programme hebdomadaire qui reprend l'emploi du temps, ainsi que toutes les activités et services proposés durant la semaine.
Le centre de soins de jour doit être ouvert au moins trois jours ouvrables, et ce, au moins 5 heures par jour.
Art. 3N3. HOOFDSTUK III. - De normen betreffende de voeding, de hygiëne en de gezondheidszorg.
1. De voeding
a) Indien de gebruikers aanwezig zijn tijdens de etenstijd, wordt hen een maaltijd opgediend. Ingeval van aansluiting bij een rustoord voor bejaarden kan de daar aangeboden maaltijd ook in het dagverzorgingscentrum worden aangeboden;
b) De bereiding van de maaltijden en de verdeling ervan vinden volgens de strikte regels van zindelijkheid en hygiëne plaats.
Het voedsel is gezond en afwisselend; het is aangepast aan de gezondheidstoestand van de gebruikers
De door een arts voorgeschreven dieetvoeding wordt bereid in overleg met de instelling;
c) De spijskaart wordt ten minste één dag op voorhand op een goed zichtbare plaats bekendgemaakt.
Bovendien worden de spijskaarten van de voorafgaande maand bewaard ter inzage van de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden.
d) De nodige hulp wordt verleend aan de personen die onbekwaam zijn alleen te eten of te drinken.
2. De hygiëne en de gezondheidszorg
a) Elke WC is uitgerust met hellende steunstaven, een klerenhaak en toiletpapier.
Bovendien bevat elke WC of elk sanitair lokaal een wastafel, een zeephouder, servetten of een elektrische droger.
b) De dieren mogen geen toegang hebben tot de lokalen waar levensmiddelen voorbereid en bewaard worden.
c) Het vaste afval, inzonderheid het keukenafval, wordt in goed gesloten bakken afgevoerd.
d) Drinkwater is naar believen beschikbaar.
e) Vóór hun begeleiding in het dagverzorgingscentrum leveren de gebruikers een medisch attest af bekrachtigend dat zij niet door een besmettelijke ziekte zijn aangetast.
f) Alle nodige maatregelen worden genomen om besmettelijke ziekten te voorkomen. De bevoegde inspectie wordt geraadpleegd bij elk betwistbaar geval.
Het rustoord voor bejaarden is verantwoordelijk voor de handhaving van de hygiëne en van gelijksoortige maatregelen in alle activiteitsgebieden, zoals b.v. onderhoud van de ruimten, voorbereiding van de maaltijden, organisatie van de reserves en verzorging van de gebruikers.
g) Voor elke gebruiker wordt een begeleidingsdossier bijgehouden waarin de richtlijnen van de geneesheer, de naam van deze geneesheer, de uitvoering van de richtlijnen, de opmerkingen van het met de uitvoering van deze richtlijnen belast personeel alsmede iedere andere aangeboden verzorging vastgesteld worden.
Om "activerende" zorgen te waarborgen bevat dit dossier een begeleidingsplan afgestemd op de persoonlijke behoeften van de gebruiker en opgesteld door het hele medische team.
h) Bij de ploegwisseling deelt de verantwoordelijke verzorgingschef in een schriftelijk bericht dat in een daarvoor bestemd register vastgesteld wordt alle inlichtingen mede betreffende de gebeurtenissen en de punten waarop men moet letten.
i) Het begeleidingsdossier, het register alsmede alle technico-administratieve documenten moeten door de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden kunnen worden geraadpleegd. De inhoud van het medisch dossier mag daarentegen niet worden medegedeeld.
De verantwoordelijken van het dagverzorgingscentrum zijn ertoe verplicht de individuele kaarten en de medische richtlijnen betreffende alle gebruikers gedurende een periode van twee jaar volgend op hun overlijden of op het einde van de begeleiding te bewaren.
1. De voeding
a) Indien de gebruikers aanwezig zijn tijdens de etenstijd, wordt hen een maaltijd opgediend. Ingeval van aansluiting bij een rustoord voor bejaarden kan de daar aangeboden maaltijd ook in het dagverzorgingscentrum worden aangeboden;
b) De bereiding van de maaltijden en de verdeling ervan vinden volgens de strikte regels van zindelijkheid en hygiëne plaats.
Het voedsel is gezond en afwisselend; het is aangepast aan de gezondheidstoestand van de gebruikers
De door een arts voorgeschreven dieetvoeding wordt bereid in overleg met de instelling;
c) De spijskaart wordt ten minste één dag op voorhand op een goed zichtbare plaats bekendgemaakt.
Bovendien worden de spijskaarten van de voorafgaande maand bewaard ter inzage van de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden.
d) De nodige hulp wordt verleend aan de personen die onbekwaam zijn alleen te eten of te drinken.
2. De hygiëne en de gezondheidszorg
a) Elke WC is uitgerust met hellende steunstaven, een klerenhaak en toiletpapier.
Bovendien bevat elke WC of elk sanitair lokaal een wastafel, een zeephouder, servetten of een elektrische droger.
b) De dieren mogen geen toegang hebben tot de lokalen waar levensmiddelen voorbereid en bewaard worden.
c) Het vaste afval, inzonderheid het keukenafval, wordt in goed gesloten bakken afgevoerd.
d) Drinkwater is naar believen beschikbaar.
e) Vóór hun begeleiding in het dagverzorgingscentrum leveren de gebruikers een medisch attest af bekrachtigend dat zij niet door een besmettelijke ziekte zijn aangetast.
f) Alle nodige maatregelen worden genomen om besmettelijke ziekten te voorkomen. De bevoegde inspectie wordt geraadpleegd bij elk betwistbaar geval.
Het rustoord voor bejaarden is verantwoordelijk voor de handhaving van de hygiëne en van gelijksoortige maatregelen in alle activiteitsgebieden, zoals b.v. onderhoud van de ruimten, voorbereiding van de maaltijden, organisatie van de reserves en verzorging van de gebruikers.
g) Voor elke gebruiker wordt een begeleidingsdossier bijgehouden waarin de richtlijnen van de geneesheer, de naam van deze geneesheer, de uitvoering van de richtlijnen, de opmerkingen van het met de uitvoering van deze richtlijnen belast personeel alsmede iedere andere aangeboden verzorging vastgesteld worden.
Om "activerende" zorgen te waarborgen bevat dit dossier een begeleidingsplan afgestemd op de persoonlijke behoeften van de gebruiker en opgesteld door het hele medische team.
h) Bij de ploegwisseling deelt de verantwoordelijke verzorgingschef in een schriftelijk bericht dat in een daarvoor bestemd register vastgesteld wordt alle inlichtingen mede betreffende de gebeurtenissen en de punten waarop men moet letten.
i) Het begeleidingsdossier, het register alsmede alle technico-administratieve documenten moeten door de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden kunnen worden geraadpleegd. De inhoud van het medisch dossier mag daarentegen niet worden medegedeeld.
De verantwoordelijken van het dagverzorgingscentrum zijn ertoe verplicht de individuele kaarten en de medische richtlijnen betreffende alle gebruikers gedurende een periode van twee jaar volgend op hun overlijden of op het einde van de begeleiding te bewaren.
Art. 3N3. CHAPITRE III. - Les normes concernant la nourriture, l'hygiène et les soins de santé.
1. La nourriture.
a) Si les utilisateurs sont présents au moment où les repas sont servis, ils en bénéficient. En cas de rattachement à une maison de repos pour personnes âgées, le repas qui y est servi peut également être proposé dans le centre de soins de jour.
b) La préparation des repas et leur distribution sont effectuées en respectant strictement les règles de propreté et d'hygiène.
La nourriture est saine et variée. Elle est adaptée à l'état de santé de l'utilisateur.
Les aliments diététiques, prescrits par un médecin, doivent être préparés en accord avec la maison de repos.
c) Le menu des repas est communiqué au moins un jour à l'avance, par affichage en un lieu bien visible.
En outre, les menus du mois précédent sont conservés pour pouvoir être consultés par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées.
d) L'aide nécessaire est fournie aux personnes incapables de manger ou de boire seules.
2. L'hygiène et les soins de santé.
a) Chaque W.-C. est muni de barres d'appui inclinées, d'un crochet-vestiaire et de papier hygiénique.
De même, chaque W.-C. ou groupe sanitaire comporte un lave-mains, un distributeur de savon et un distributeur d'essuie-mains ou un sèche-mains électrique.
b) Les animaux n'ont pas accès aux locaux dans lesquels les aliments sont préparés ou conservés.
c) Les déchets solides, notamment les déchets de cuisine, sont évacués en récipients fermant convenablement.
d) De l'eau potable est disponible à volonté.
e) Avant le début de l'accompagnement, dans le centre de soins de jour, les utilisateurs fournissent une attestation médicale certifiant qu'ils ne sont atteints d'aucune affection contagieuse.
f) Toutes les précautions sont prises pour assurer la prophylaxie des maladies contagieuses. L'inspection compétente est consultée dans tous les cas litigieux.
La maison de repos pour personnes âgées est responsable du respect de l'hygiène et des mesures y afférentes, dans tous les domaines d'activités, comme le nettoyage des locaux, la préparation des repas, la constitution des réserves et les soins apportés aux utilisateurs.
g) Il est tenu, pour chaque utilisateur, un dossier d'accompagnement reprenant les directives du médecin, le nom de ce médecin, leur exécution, les remarques du personnel qui a exécuté ces directives, ainsi que tous les autres soins prestés.
Afin de garantir des soins activants, ce dossier contient un programme d'accompagnement adapté aux besoins individuels de l'utilisateur et établi par l'ensemble de l'équipe.
h) Lors du changement d'équipe, le chef des soins responsable communique, dans un rapport écrit, consigné dans un registre prévu à cet effet, des renseignements quant aux événements particuliers qui se sont produits et aux points auxquels il faut faire attention.
i) Le dossier d'accompagnement, le registre, ainsi que tous les documents technico-administratifs doivent pouvoir être consultés par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Seul le contenu du dossier médical ne peut être communiqué.
Les responsables du centre de soins de jour sont tenus de conserver les fiches individuelles, ainsi que les directives médicales relatives à tous les utilisateurs, pendant une période minimale de deux ans, après le décès ou la fin de l'accompagnement.
1. La nourriture.
a) Si les utilisateurs sont présents au moment où les repas sont servis, ils en bénéficient. En cas de rattachement à une maison de repos pour personnes âgées, le repas qui y est servi peut également être proposé dans le centre de soins de jour.
b) La préparation des repas et leur distribution sont effectuées en respectant strictement les règles de propreté et d'hygiène.
La nourriture est saine et variée. Elle est adaptée à l'état de santé de l'utilisateur.
Les aliments diététiques, prescrits par un médecin, doivent être préparés en accord avec la maison de repos.
c) Le menu des repas est communiqué au moins un jour à l'avance, par affichage en un lieu bien visible.
En outre, les menus du mois précédent sont conservés pour pouvoir être consultés par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées.
d) L'aide nécessaire est fournie aux personnes incapables de manger ou de boire seules.
2. L'hygiène et les soins de santé.
a) Chaque W.-C. est muni de barres d'appui inclinées, d'un crochet-vestiaire et de papier hygiénique.
De même, chaque W.-C. ou groupe sanitaire comporte un lave-mains, un distributeur de savon et un distributeur d'essuie-mains ou un sèche-mains électrique.
b) Les animaux n'ont pas accès aux locaux dans lesquels les aliments sont préparés ou conservés.
c) Les déchets solides, notamment les déchets de cuisine, sont évacués en récipients fermant convenablement.
d) De l'eau potable est disponible à volonté.
e) Avant le début de l'accompagnement, dans le centre de soins de jour, les utilisateurs fournissent une attestation médicale certifiant qu'ils ne sont atteints d'aucune affection contagieuse.
f) Toutes les précautions sont prises pour assurer la prophylaxie des maladies contagieuses. L'inspection compétente est consultée dans tous les cas litigieux.
La maison de repos pour personnes âgées est responsable du respect de l'hygiène et des mesures y afférentes, dans tous les domaines d'activités, comme le nettoyage des locaux, la préparation des repas, la constitution des réserves et les soins apportés aux utilisateurs.
g) Il est tenu, pour chaque utilisateur, un dossier d'accompagnement reprenant les directives du médecin, le nom de ce médecin, leur exécution, les remarques du personnel qui a exécuté ces directives, ainsi que tous les autres soins prestés.
Afin de garantir des soins activants, ce dossier contient un programme d'accompagnement adapté aux besoins individuels de l'utilisateur et établi par l'ensemble de l'équipe.
h) Lors du changement d'équipe, le chef des soins responsable communique, dans un rapport écrit, consigné dans un registre prévu à cet effet, des renseignements quant aux événements particuliers qui se sont produits et aux points auxquels il faut faire attention.
i) Le dossier d'accompagnement, le registre, ainsi que tous les documents technico-administratifs doivent pouvoir être consultés par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Seul le contenu du dossier médical ne peut être communiqué.
Les responsables du centre de soins de jour sont tenus de conserver les fiches individuelles, ainsi que les directives médicales relatives à tous les utilisateurs, pendant une période minimale de deux ans, après le décès ou la fin de l'accompagnement.
Art. 4N3. HOOFDSTUK IV. - De veiligheidsnormen.
Het dagverzorgingscentrum voldoet aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop het gebouwd is, eigen zijn.
Het dagverzorgingscentrum voldoet aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop het gebouwd is, eigen zijn.
Art. 4N3. CHAPITRE IV. - Normes de sécurité.
Les centres de soins de jour sont conformes aux dispositions légales propres à chaque type de construction.
Les centres de soins de jour sont conformes aux dispositions légales propres à chaque type de construction.
Art. 5N3. HOOFDSTUK V. - De normen betreffende het aantal, de kwalificatie en de moraliteit van de in dagverzorgingscentra tewerkgestelde personen.
1. De normen betreffend het personeel
Het rustoord voor bejaarden moet over een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden beschikken, zodat de gebruikers de nodige begeleiding verkrijgen. Bovendien moet voor het onderhoud en de netheid van de lokalen gezorgd worden.
2. Minimale kwalificatie van het begeleidingspersoneel
Het begeleidingspersoneel moet ten minste de volgende kwalificatie hebben :
a) Men moet voor de ononderbroken aanwezigheid van een personeelslid zorgen dat houder is van een bekwaamheidsgetuigschrift van gezins- en bejaardenhelper, van sanitaire helper of opvoeder.
Het bekwaamheidsgetuigschrift bepaald in het eerste lid wordt niet vereist voor de personen die aan een door de minister erkende bijscholing voor verplegend personeel van rustoorden voor bejaarden of aan een door de GRABA georganiseerde opleiding tot gezinsof bejaardenhelper hebben deelgenomen.
De bevoegde minister kan andere opleidingen erkennen.
b) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een verzorger worden voorzien voor de uitvoering van sommige technische zorgprestaties m.b.t. de verpleging.
Deze prestaties mogen geheel of gedeeltelijk door onafhankelijke verzorgers of verzorgingsdiensten geleverd worden die met het dagverzorgingscentrum een verdrag hebben gesloten.
c) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een kinesitherapeut gezorgd worden voor de revalidatieverstrekkingen.
d) Een voltijdse betrekking kan door meerdere personeelsleden met een deeltijdse betrekking worden waargenomen op voorwaarde dat deze houder zijn van het vereiste bekwaamheidsgetuigschrift of brevet.
3. Kwalificatie van de directeur
De directeur van de instelling en/of de voor het beheer verantwoordelijke persoon moet over het getuigschrift van hoger secundair onderwijs beschikken, behalve wanneer hij (zij) bij de inwerkingtreding van dit besluit een ervaring als directeur van een rustoord voor bejaarden kan bewijzen die meer dan jaar beloopt.
4. Documenten ter inzage
Een bord dat op elk ogenblik de naam, de functie en de kwalificatie van de personeelsleden aangeeft, moet door elke gebruiker of zijn vertegenwoordiger kunnen worden geraadpleegd.
5. Moraliteit van het tewerkgesteld personeel
Alle personen die in het dagverzorgingscentrum tewerkgesteld zijn, moeten bij hun aanwerving en op verzoek van de inspectie van de rustoorden voor bejaarden een voor de openbare administraties bestemd bewijs van goed zedelijk gedrag leveren.
De erkenning kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer één van deze personen, in België of in het buitenland werd veroordeeld bij een gerechtelijke beslissing van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor één der overtredingen genoemd bij Boek II, Titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, Titel VIII, hoofdstukken I, II, IV en VI en Titel IX, hoofdstukken I en II van het strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk was, en indien de belanghebbende het voordeel van het uitstel niet heeft verloren, of indien de gestrafte feiten niet werden begaan ter gelegenheid van een gelijksoortige activiteit en meer dan vijf jaar zijn verlopen sedert de uitspraak van het vonnis of desgevallend sedert het einde van de vrijheidsstraf.
1. De normen betreffend het personeel
Het rustoord voor bejaarden moet over een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden beschikken, zodat de gebruikers de nodige begeleiding verkrijgen. Bovendien moet voor het onderhoud en de netheid van de lokalen gezorgd worden.
2. Minimale kwalificatie van het begeleidingspersoneel
Het begeleidingspersoneel moet ten minste de volgende kwalificatie hebben :
a) Men moet voor de ononderbroken aanwezigheid van een personeelslid zorgen dat houder is van een bekwaamheidsgetuigschrift van gezins- en bejaardenhelper, van sanitaire helper of opvoeder.
Het bekwaamheidsgetuigschrift bepaald in het eerste lid wordt niet vereist voor de personen die aan een door de minister erkende bijscholing voor verplegend personeel van rustoorden voor bejaarden of aan een door de GRABA georganiseerde opleiding tot gezinsof bejaardenhelper hebben deelgenomen.
De bevoegde minister kan andere opleidingen erkennen.
b) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een verzorger worden voorzien voor de uitvoering van sommige technische zorgprestaties m.b.t. de verpleging.
Deze prestaties mogen geheel of gedeeltelijk door onafhankelijke verzorgers of verzorgingsdiensten geleverd worden die met het dagverzorgingscentrum een verdrag hebben gesloten.
c) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een kinesitherapeut gezorgd worden voor de revalidatieverstrekkingen.
d) Een voltijdse betrekking kan door meerdere personeelsleden met een deeltijdse betrekking worden waargenomen op voorwaarde dat deze houder zijn van het vereiste bekwaamheidsgetuigschrift of brevet.
3. Kwalificatie van de directeur
De directeur van de instelling en/of de voor het beheer verantwoordelijke persoon moet over het getuigschrift van hoger secundair onderwijs beschikken, behalve wanneer hij (zij) bij de inwerkingtreding van dit besluit een ervaring als directeur van een rustoord voor bejaarden kan bewijzen die meer dan jaar beloopt.
4. Documenten ter inzage
Een bord dat op elk ogenblik de naam, de functie en de kwalificatie van de personeelsleden aangeeft, moet door elke gebruiker of zijn vertegenwoordiger kunnen worden geraadpleegd.
5. Moraliteit van het tewerkgesteld personeel
Alle personen die in het dagverzorgingscentrum tewerkgesteld zijn, moeten bij hun aanwerving en op verzoek van de inspectie van de rustoorden voor bejaarden een voor de openbare administraties bestemd bewijs van goed zedelijk gedrag leveren.
De erkenning kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer één van deze personen, in België of in het buitenland werd veroordeeld bij een gerechtelijke beslissing van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor één der overtredingen genoemd bij Boek II, Titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, Titel VIII, hoofdstukken I, II, IV en VI en Titel IX, hoofdstukken I en II van het strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk was, en indien de belanghebbende het voordeel van het uitstel niet heeft verloren, of indien de gestrafte feiten niet werden begaan ter gelegenheid van een gelijksoortige activiteit en meer dan vijf jaar zijn verlopen sedert de uitspraak van het vonnis of desgevallend sedert het einde van de vrijheidsstraf.
Art. 5N3. CHAPITRE V. - Les normes concernant le nombre, la qualification et la moralité des personnes occupées dans les centres de soins de jour.
1. Normes relatives au personnel.
L'établissement dispose d'un nombre suffisant de membres du personnel qualifiés pour fournir, aux bénéficiaires, l'accompagnement nécessaire. De plus, l'entretien et la propreté des locaux doivent être assurés.
2. Qualification minimale du personnel d'accompagnement.
Le personnel d'accompagnement doit pouvoir justifier, au minimum, de la qualification suivante :
a) il faut assurer la présence permanente d'un membre du personnel ayant un certificat d'aptitude d'aide familiale et seniors, d'aide sanitaire ou d'éducateur.
Le certificat d'aptitude, mentionné à l'alinéa 1er, n'est pas requis pour les personnes qui ont réussi un recyclage pour personnel soignant occupé dans les maisons de repos pour personnes âgées agréé par le Ministre ou une formation d'aide familiale et seniors dispensée par le FOREM.
Le ministre compétent peut agréer d'autres formations;
b) il faut assurer la présence quotidienne d'un infirmier pour l'exécution de certaines prestations techniques de soins infirmiers.
Ces prestations de soins infirmiers peuvent être fournies, en tout ou en partie, par des infirmiers ou services infirmiers indépendants, qui ont conclu un contrat avec le centre de soins de jour;
c) il faut assurer la présence d'un kinésithérapeute pour les exercices de rééducation;
d) un emploi à temps plein peut être assuré par plusieurs personnes occupées à temps partiel, à condition qu'elles soient titulaires du certificat d'aptitude ou du brevet requis.
3. Qualification du directeur.
Le directeur de l'établissement et/ou la personne responsable de la gestion doivent posséder un certificat de fin d'études de l'enseignement secondaire supérieur, sauf s'ils peuvent justifier d'une expérience d'au moins cinq ans comme directeur d'une maison de repos pour personnes âgées, au moment de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
4. Documents consultables.
Un tableau, indiquant à tout moment le nom, la fonction et la qualification des membres du personnel, doit pouvoir être consulté par tout utilisateur ou son répondant.
5. Moralité du personnel occupé.
Toutes les personnes, occupées dans le centre de soins de jour, sont obligées de présenter, lors de l'engagement et à la demande de l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées, un certificat de bonne vie et moeurs destiné aux administrations publiques.
L'agréation peut être refusée ou retirée lorsqu'une de ces personnes a été condamnée en Belgique ou à l'étranger, par une décision judiciaire coulée en force de chose jugée, pour une des infractions qualifiées au Livre II, Titre VII, chapitres V, VI et VII, Titre VIII, chapitres Ier, II, IV et VI et Titre IX, chapitres Ier et II du Code pénal, sauf si la condamnation a été conditionnelle et si l'intéressé n'a pas perdu le bénéfice du sursis ou, si les faits punis n'ayant pas été commis à l'occasion d'une activité analogue, plus de cinq années se sont écoulées depuis le prononcé du jugement ou s'il échet depuis la fin de la peine privative de liberté prononcée contre l'interessé.
1. Normes relatives au personnel.
L'établissement dispose d'un nombre suffisant de membres du personnel qualifiés pour fournir, aux bénéficiaires, l'accompagnement nécessaire. De plus, l'entretien et la propreté des locaux doivent être assurés.
2. Qualification minimale du personnel d'accompagnement.
Le personnel d'accompagnement doit pouvoir justifier, au minimum, de la qualification suivante :
a) il faut assurer la présence permanente d'un membre du personnel ayant un certificat d'aptitude d'aide familiale et seniors, d'aide sanitaire ou d'éducateur.
Le certificat d'aptitude, mentionné à l'alinéa 1er, n'est pas requis pour les personnes qui ont réussi un recyclage pour personnel soignant occupé dans les maisons de repos pour personnes âgées agréé par le Ministre ou une formation d'aide familiale et seniors dispensée par le FOREM.
Le ministre compétent peut agréer d'autres formations;
b) il faut assurer la présence quotidienne d'un infirmier pour l'exécution de certaines prestations techniques de soins infirmiers.
Ces prestations de soins infirmiers peuvent être fournies, en tout ou en partie, par des infirmiers ou services infirmiers indépendants, qui ont conclu un contrat avec le centre de soins de jour;
c) il faut assurer la présence d'un kinésithérapeute pour les exercices de rééducation;
d) un emploi à temps plein peut être assuré par plusieurs personnes occupées à temps partiel, à condition qu'elles soient titulaires du certificat d'aptitude ou du brevet requis.
3. Qualification du directeur.
Le directeur de l'établissement et/ou la personne responsable de la gestion doivent posséder un certificat de fin d'études de l'enseignement secondaire supérieur, sauf s'ils peuvent justifier d'une expérience d'au moins cinq ans comme directeur d'une maison de repos pour personnes âgées, au moment de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
4. Documents consultables.
Un tableau, indiquant à tout moment le nom, la fonction et la qualification des membres du personnel, doit pouvoir être consulté par tout utilisateur ou son répondant.
5. Moralité du personnel occupé.
Toutes les personnes, occupées dans le centre de soins de jour, sont obligées de présenter, lors de l'engagement et à la demande de l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées, un certificat de bonne vie et moeurs destiné aux administrations publiques.
L'agréation peut être refusée ou retirée lorsqu'une de ces personnes a été condamnée en Belgique ou à l'étranger, par une décision judiciaire coulée en force de chose jugée, pour une des infractions qualifiées au Livre II, Titre VII, chapitres V, VI et VII, Titre VIII, chapitres Ier, II, IV et VI et Titre IX, chapitres Ier et II du Code pénal, sauf si la condamnation a été conditionnelle et si l'intéressé n'a pas perdu le bénéfice du sursis ou, si les faits punis n'ayant pas été commis à l'occasion d'une activité analogue, plus de cinq années se sont écoulées depuis le prononcé du jugement ou s'il échet depuis la fin de la peine privative de liberté prononcée contre l'interessé.
Art. 6N3. HOOFDSTUK VI. - De normen betreffende het gebouw.
a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling;
b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de gebruikers zonder bewaking toegankelijke lokalen.
c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de gebruikers toegankelijke lokalen;
d) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.
e) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de gebruikers toegankelijke lokalen. Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden;
f) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de verblijf- en rustzalen.
De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen.
g) In de instellingen moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.
h) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten.
De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op de rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.
Het dagverzorgingscentrum moet voor de personen in rolstoel toegankelijk zijn.
De rust-, verblijf- en verzorgingszalen alsmede de sanitaire voorzieningen moeten op dezelfde verdieping zijn.
i) Het dagverzorgingscentrum beschikt over volgende lokalen :
- een rustzaal met voldoende luie stoelen;
- een verblijfzaal of meerdere verblijfzalen van 6 m2 per erkende plaats;
- een verzorgingszaal of een bureau;
- een bad of een douche en een WC die toegankelijk zijn voor de gehandicapten per 10 erkende plaatsen alsmede een WC per 6 erkende plaatsen;
- een rommelkamer voor het materiaal,
en kamers voor de animatie en de oefeningen, voor zover deze niet voorhanden zijn in het rustoord voor bejaarden waaraan het centrum is aangesloten.
j) Alle WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de gebruikers. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden. De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien.
k) Elk lokaal toegankelijk voor de gebruikers, WC en badkamer inbegrepen, waarin er niet voor de bestendige aanwezigheid van een lid van het verplegend personeel wordt gezorgd, is voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem.
In de rustzalen is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit iedere luie stoel.
Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men elke oproep bestendig kan lokaliseren en hem snel kan beantwoorden.
l) Het personeel heeft toegang tot afzonderlijke fatsoenlijke sanitaire voorzieningen;
m) Het dagverzorgingscenrum moet over voldoende groene ruimten beschikken die ook voor de gehandicapte gebruikers toegankelijk zijn.
a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling;
b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de gebruikers zonder bewaking toegankelijke lokalen.
c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de gebruikers toegankelijke lokalen;
d) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.
e) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de gebruikers toegankelijke lokalen. Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden;
f) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de verblijf- en rustzalen.
De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen.
g) In de instellingen moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.
h) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten.
De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op de rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.
Het dagverzorgingscentrum moet voor de personen in rolstoel toegankelijk zijn.
De rust-, verblijf- en verzorgingszalen alsmede de sanitaire voorzieningen moeten op dezelfde verdieping zijn.
i) Het dagverzorgingscentrum beschikt over volgende lokalen :
- een rustzaal met voldoende luie stoelen;
- een verblijfzaal of meerdere verblijfzalen van 6 m2 per erkende plaats;
- een verzorgingszaal of een bureau;
- een bad of een douche en een WC die toegankelijk zijn voor de gehandicapten per 10 erkende plaatsen alsmede een WC per 6 erkende plaatsen;
- een rommelkamer voor het materiaal,
en kamers voor de animatie en de oefeningen, voor zover deze niet voorhanden zijn in het rustoord voor bejaarden waaraan het centrum is aangesloten.
j) Alle WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de gebruikers. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.
De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden. De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien.
k) Elk lokaal toegankelijk voor de gebruikers, WC en badkamer inbegrepen, waarin er niet voor de bestendige aanwezigheid van een lid van het verplegend personeel wordt gezorgd, is voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem.
In de rustzalen is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit iedere luie stoel.
Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men elke oproep bestendig kan lokaliseren en hem snel kan beantwoorden.
l) Het personeel heeft toegang tot afzonderlijke fatsoenlijke sanitaire voorzieningen;
m) Het dagverzorgingscenrum moet over voldoende groene ruimten beschikken die ook voor de gehandicapte gebruikers toegankelijk zijn.
Art. 6N3. CHAPITRE VI. - Les normes concernant le bâtiment.
a) Les bâtiments sont régulièrement entretenus et maintenus à l'abri de toute humidité ou infiltration.
b) Quel que soit le systeme adopté pour le chauffage des locaux, celui-ci ne peut provoquer aucun dégagement de flammes, de gaz ou de poussières dans les locaux accessibles sans surveillance aux utilisateurs.
c) La température doit pouvoir atteindre, par n'importe quel temps, 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux utilisateurs.
d) L'évacuation des eaux usées est assurée conformément aux règles de l'hygiène.
e) Un éclairage suffisant est requis, en permanence, dans tous les endroits accessibles aux utilisateurs. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
f) Les ouvertures, donnant de la lumière du jour, couvrent au moins un sixième de la surface des salles de séjour et des salles de repos.
Les fenêtres de ces locaux permettent une vision de l'environnement extérieur, sans risque d'accidents.
g) Il y a lieu de prévoir un ascenseur dans les établissements qui comptent au moins deux étages au-dessus du niveau d'évacuation.
h) Les couloirs et les escaliers sont suffisamment larges et pourvus de rampes ou de barres d'appui des deux côtés.
La première et la dernière marche, ainsi que toute marche isolée sont pourvues, sur leur bord, d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement.
Le centre de soins de jour doit être accessible aux personnes en chaises roulantes.
Les salles de repos, de séjour, de soins et les locaux sanitaires doivent se trouver au même étage.
i) Les centres de soins de jour disposent des locaux suivant :
- une salle de repos comportant suffisamment de fauteuils relax,
- une salle de séjour ou plusieurs salles de séjour de 6 m2 par place agréée,
- une salle de soins ou un bureau,
- une baignoire ou une douche et une toilette, accessibles aux handicapés, par 10 places agréées, ainsi qu'une toilette, pour 6 places agréées,
- un débarras pour le matériel,
ainsi que des locaux réservés aux animations et aux exercices physiques, pour autant que la maison de repos pour personnes âgées a laquelle le centre est rattaché ne dispose pas de tels locaux.
j) Toutes les toilettes doivent être faciles d'accès pour les utilisateurs. Elles disposent d'une aération directe ou d'une ventilation appropriée. Leur porte doit s'ouvrir vers l'extérieur.
La douche est conçue de telle façon que le jet d'eau est réglable. La baignoire et la douche sont pourvues d'un revêtement anti-dérapant.
k) Chaque local, accessible aux utilisateurs, W.-C. et salle de bains compris, dans lequel la présence constante d'un membre du personnel soignant n'est pas assurée, doit être muni d'un système d'appel facilement accessible.
Dans les salles de repos, ce système est accessible de chaque fauteuil relax.
Le système d'appel est techniquement conçu de manière à pouvoir localiser, en permanence, tout appel et à y répondre rapidement.
l) Des installations sanitaires convenables séparées sont à la disposition du personnel.
m) Les centres de soins de jour disposent d'espaces verts en suffisance, également accessibles aux handicapés.
a) Les bâtiments sont régulièrement entretenus et maintenus à l'abri de toute humidité ou infiltration.
b) Quel que soit le systeme adopté pour le chauffage des locaux, celui-ci ne peut provoquer aucun dégagement de flammes, de gaz ou de poussières dans les locaux accessibles sans surveillance aux utilisateurs.
c) La température doit pouvoir atteindre, par n'importe quel temps, 22° dans les chambres et pièces de séjour et 18° dans les autres locaux accessibles aux utilisateurs.
d) L'évacuation des eaux usées est assurée conformément aux règles de l'hygiène.
e) Un éclairage suffisant est requis, en permanence, dans tous les endroits accessibles aux utilisateurs. Il est adapté aux activités déployées dans ces locaux.
f) Les ouvertures, donnant de la lumière du jour, couvrent au moins un sixième de la surface des salles de séjour et des salles de repos.
Les fenêtres de ces locaux permettent une vision de l'environnement extérieur, sans risque d'accidents.
g) Il y a lieu de prévoir un ascenseur dans les établissements qui comptent au moins deux étages au-dessus du niveau d'évacuation.
h) Les couloirs et les escaliers sont suffisamment larges et pourvus de rampes ou de barres d'appui des deux côtés.
La première et la dernière marche, ainsi que toute marche isolée sont pourvues, sur leur bord, d'une bande de couleur tranchant nettement avec le revêtement.
Le centre de soins de jour doit être accessible aux personnes en chaises roulantes.
Les salles de repos, de séjour, de soins et les locaux sanitaires doivent se trouver au même étage.
i) Les centres de soins de jour disposent des locaux suivant :
- une salle de repos comportant suffisamment de fauteuils relax,
- une salle de séjour ou plusieurs salles de séjour de 6 m2 par place agréée,
- une salle de soins ou un bureau,
- une baignoire ou une douche et une toilette, accessibles aux handicapés, par 10 places agréées, ainsi qu'une toilette, pour 6 places agréées,
- un débarras pour le matériel,
ainsi que des locaux réservés aux animations et aux exercices physiques, pour autant que la maison de repos pour personnes âgées a laquelle le centre est rattaché ne dispose pas de tels locaux.
j) Toutes les toilettes doivent être faciles d'accès pour les utilisateurs. Elles disposent d'une aération directe ou d'une ventilation appropriée. Leur porte doit s'ouvrir vers l'extérieur.
La douche est conçue de telle façon que le jet d'eau est réglable. La baignoire et la douche sont pourvues d'un revêtement anti-dérapant.
k) Chaque local, accessible aux utilisateurs, W.-C. et salle de bains compris, dans lequel la présence constante d'un membre du personnel soignant n'est pas assurée, doit être muni d'un système d'appel facilement accessible.
Dans les salles de repos, ce système est accessible de chaque fauteuil relax.
Le système d'appel est techniquement conçu de manière à pouvoir localiser, en permanence, tout appel et à y répondre rapidement.
l) Des installations sanitaires convenables séparées sont à la disposition du personnel.
m) Les centres de soins de jour disposent d'espaces verts en suffisance, également accessibles aux handicapés.
Art. 7N3. HOOFDSTUK VII. - De normen betreffende de boekhouding.
a) De resultaten van de dagverzorgingscentra moeten in de algemene boekhouding duidelijk worden aangegeven. De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden. Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.
Te dien einde moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor goedgekeurd worden.
c) Voor elke gebruiker wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over :
- de door de instelling betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede de dagelijkse prijs;
- het eventueel saldo ten gunste van de gebruiker of van de instelling.
Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken m.b.t. de lopende maand moeten de gebruiker of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Alle individuele rekeningen van de gebruikers van dagverzorgingscentra zijn het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding.
a) De resultaten van de dagverzorgingscentra moeten in de algemene boekhouding duidelijk worden aangegeven. De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen.
b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden. Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.
Te dien einde moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor goedgekeurd worden.
c) Voor elke gebruiker wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over :
- de door de instelling betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede de dagelijkse prijs;
- het eventueel saldo ten gunste van de gebruiker of van de instelling.
Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken m.b.t. de lopende maand moeten de gebruiker of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt.
d) Alle individuele rekeningen van de gebruikers van dagverzorgingscentra zijn het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding.
Art. 7N3. CHAPITRE VII. - Les normes concernant la comptabilité.
a) Les résultats financiers des centres de soins de jour doivent apparaître dans la comptabilité générale. Le Ministre compétent peut fixer des dispositions en la matière.
b) La comptabilité de chaque établissement peut être, à tout moment, contrôlée par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Elle doit, en outre, être transmise, chaque année, à l'inspection compétente, au plus tard pour la fin du mois de mars de l'année suivante.
A cette fin, la comptabilité doit être approuvée par un réviseur d'entreprise.
c) Il est tenu mensuellement, pour chaque utilisateur, un compte individuel indiquant tout le détail :
- des coûts pour prestations et services payés par l'établissement, ainsi que le prix journalier;
- le solde éventuel en faveur de l'utilisateur ou de l'établissement.
Ce décompte détaillé, ainsi que les justificatifs de dépenses éventuels, se rapportant au mois en cours, doivent être remis à l'utilisateur ou à son répondant pour la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des comptes individuels pour les utilisateurs des centres de soins de jour fait l'objet de comptes spéciaux dans la comptabilité globale de l'établissement ou d'une comptabilité propre.
a) Les résultats financiers des centres de soins de jour doivent apparaître dans la comptabilité générale. Le Ministre compétent peut fixer des dispositions en la matière.
b) La comptabilité de chaque établissement peut être, à tout moment, contrôlée par l'Inspection des Maisons de repos pour personnes âgées. Elle doit, en outre, être transmise, chaque année, à l'inspection compétente, au plus tard pour la fin du mois de mars de l'année suivante.
A cette fin, la comptabilité doit être approuvée par un réviseur d'entreprise.
c) Il est tenu mensuellement, pour chaque utilisateur, un compte individuel indiquant tout le détail :
- des coûts pour prestations et services payés par l'établissement, ainsi que le prix journalier;
- le solde éventuel en faveur de l'utilisateur ou de l'établissement.
Ce décompte détaillé, ainsi que les justificatifs de dépenses éventuels, se rapportant au mois en cours, doivent être remis à l'utilisateur ou à son répondant pour la fin du mois suivant.
d) L'ensemble des comptes individuels pour les utilisateurs des centres de soins de jour fait l'objet de comptes spéciaux dans la comptabilité globale de l'établissement ou d'une comptabilité propre.
Art. N4. [1 Bijlage D - Elementen die in de basisprijs inbegrepen moeten zijn
Art. N4. [1 Annexe D - Eléments qui doivent être compris dans le prix de base
| [1 | In de prijs inbegrepen | Toeslagen van ten hoogste 5 % | Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag |
| Met betrekking tot de woning | |||
| Gebruik van de kamer | X | ||
| Meubilair van de kamer (bed, indien nodig een verzorgingsbed, lampen, kast, tafel, fauteuil, nachtkastje, 2 stoelen in de kamers, behalve indien de inwonende schriftelijk het persoonlijke meubilair beschrijft dat hij wenst mee te brengen | X | ||
| Terbeschikkingstelling van een nachtstoel indien noodzakelijk | X | ||
| Gebruik en reiniging van de persoonlijke of gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen | X | ||
| Gebruik van de gemeenschappelijke vertrekken, met inbegrip van de liften, in overeenstemming met het huishoudelijk reglement | X | ||
| Grote onderhoudswerkzaamheden aan en in het gebouw, regelmatig onderhoud en reiniging van de gemeenschappelijke vertrekken, met inbegrip van de materialen en producten; ingevolge een normale verhuring uit te voeren reparaties van de kamers en de flats | X | ||
| Meubilair van de gemeenschappelijke vertrekken | X | ||
| Afvalverwijdering | X | ||
| Verwarming van de kamers en van de gemeenschappelijke vertrekken, onderhoud van de installatie en alle veranderingen aan de verwarmingsapparatuur | X | ||
| Koud en warm stromend water en het gebruik van de sanitaire voorzieningen | X | ||
| Elektrische installaties, hun onderhoud en elke eraan uitgevoerde verandering, het stroomverbruik in de gemeenschappelijke vertrekken en de kamers | X | ||
| Alarm-, brandmeldings- en oproepinstallaties evenals telefoonbedrading | X | ||
| Onkosten in verband met de installatie en de verdeling van kabeltelevisie, een radio, een koelkast | X | ||
| Installatie- en onderhoudskosten evenals taksen van een openbaar telefoontoestel, dat voor de inwonenden van het tehuis toegankelijk is | X | ||
| Gebruik van een telefoon door een inwonende van het tehuis | X | ||
| Ter beschikking gestelde telefoons (bijvoorbeeld in de kamers) en hun kosten, abonnement en communicatiekosten | X | ||
| Gebruik van een televisietoestel door een inwonende van het tehuis | X | ||
| Terbeschikkingstelling van radio, televisietoestel en andere videotoestellen in de gemeenschappelijke lokalen | X | ||
| In de prijs inbegrepen | Toeslagen van ten hoogste 5 % | Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag | |
| Gemeenschappelijke keuken, het onderhoud ervan, de ombouw ervan in navolging van de evoluerende wetgeving, het transport en de opslag van goederen | X | ||
| Reiniging van de privékamers evenals van het daarin aanwezige meubilair en materiaal | X | ||
| Terbeschikkingstelling, onderhoud en vervanging van bedlinnen : matrassen, dekens, bedspreien, beddenlakens, washandjes, handdoeken, kussenslopen, onderleggers evenals vitrages, gordijnen en textiel voor de kamerinrichting, behalve indien de inwonende schriftelijk zijn wens tot uiting brengt zelf zijn persoonlijk linnen mee te brengen; beschermingsmiddelen bij incontinentie | X | ||
| Inrichting met vitrages, gordijnen, behang en verf, regelmatig opnieuw verven na een normaal gebruik | X | ||
| Merken, wassen en strijken van persoonlijke kleding, kleiner naaiwerk,... georganiseerd door een externe dienst | X | ||
| Merken, wassen en strijken van persoonlijke kleding, kleiner naaiwerk,... : intern | X | ||
| Reinigen van persoonlijke kleding door een externe wasserij | X | ||
| Reinigen van persoonlijke kleding door het tehuis | X | ||
| Met betrekking tot de verzorging | |||
| Prestaties van het ziekenverzorgings- en verzorgingspersoneel, met inbegrip van de door dat personeel uitgevoerde lichaams-, haar- en nagelverzorging | X | ||
| Alle ziekenkasbijdragen | X | ||
| Alle honoraria | X | ||
| Forfaitaire verzorgingsprijzen voor inwonenden die in België niet voor de kleine risico's verzekerd zijn | X | ||
| Kosten van farmaceutische producten | X | ||
| De bezorging, het beheer, de bewaring en de verdeling van de medicijnen | X | ||
| Prestaties van paramedisch personeel en van de fysiotherapeuten die onder forfaitaire bedragen van het RIZIV vallen | X | ||
| Hospitalisatiekosten | X | ||
| Incontinentiemateriaal | X | ||
| Hoorapparaten, brillen en tandprothesen | X | ||
| Rolstoelen, looprekjes, hellingen, voor zover bestemd voor persoonlijk gebruik | X | ||
| Matrassen tegen doorligwonden, waterkussens | X | ||
| Verzorgingsmateriaal dat niet in de forfaitaire bedragen van het RIZIV vervat is | X | ||
| In de prijs inbegrepen | Toeslagen van ten hoogste 5 % | Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag | |
| Met betrekking tot de dagelijkse activiteiten | |||
| De bereiding en de verdeling van de maaltijden, het rekening houden met de voorgeschreven dieetmaaltijden, de eventuele tussen- en late maaltijden, koffie, thee en drinkwater tijdens en buiten de maaltijden | X | ||
| Alle andere dranken | X | ||
| Levering van het eten in de kamer en in de gemeenschappelijke lokalen | X | ||
| Bijkomende voedingsmiddelen op persoonlijk verzoek | X | ||
| Bijkomende voeding : de door het RIZIV niet gedekte kosten in verband met via de slokdarm toegediende kunstmatige voeding, astronautenvoeding | X | ||
| Bijkomende levensmiddelen (enkel op voorschrift) | X | ||
| Externe voetverzorgingsprestaties | X | ||
| Voetverzorgingsschool | X | ||
| Externe manicureprestaties | X | ||
| Elementaire schoonheidsverzorging | X | ||
| Externe schoonheidsverzorgingsprestaties | X | ||
| Prestaties van externe kapster of kapper | X | ||
| Elementaire toiletzaken : wc-papier, zeep, shampoo, scheerschuim en tandpasta | X | ||
| Individuele toiletproducten : Zeep en shampoo die op uitdrukkelijk verzoek van de inwonende werden gekocht | X | ||
| Activiteiten en animaties buiten het tehuis | X | ||
| Bezigheids- en vrijetijdsactiviteiten met inbegrip van therapeutische groepsaanbiedingen, indien ze binnen de inrichting worden georganiseerd | X | ||
| Kosten voor de verdeling van het linnen | X | ||
| Intern ziekenvervoer | X | ||
| Extern ziekenvervoer | X | ||
| Verzorging van huisdieren | X | ||
| Administratieve kosten voor het intrekken, verhuizen, binnen de inrichting, het wonen en de begeleiding in het dagelijkse leven, het derdebetalerssysteem respectievelijk administratieve kosten voor externe dienstverleners en ziekenvervoer | X | ||
| In de prijs inbegrepen | Toeslagen van ten hoogste 5 % | Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag | |
| Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, brandverzekering evenals alle andere in overeenstemming met de wettelijke bepalingen door de directie van het tehuis afgesloten verzekeringen, met uitzondering van alle door de inwonenden van het tehuis afgesloten privéverzekeringen | X | ||
| Mortuarium, voor zover buiten het bejaardentehuis gevestigd, en de begrafeniskosten | X | ||
| Belasting van het bejaardentehuis | X | ||
| Elke vorm van dienstverlening in de bejaardentehuizen in verband met het wonen, het intrekken van de inwonende van het tehuis of de werkwijze voor de inrichting | X | ||
| Kamer voor het afscheid nemen in het tehuis | X | ]1 | |
| (1)<BDG 2009-06-26/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2009> | |||
Gebruik van de kamerX
Meubilair van de kamer (bed, indien nodig een verzorgingsbed, lampen, kast, tafel, fauteuil, nachtkastje, 2 stoelen in de kamers, behalve indien de inwonende schriftelijk het persoonlijke meubilair beschrijft dat hij wenst mee te brengenX
Terbeschikkingstelling van een nachtstoel indien noodzakelijkX
Gebruik en reiniging van de persoonlijke of gemeenschappelijke sanitaire voorzieningenX
Gebruik van de gemeenschappelijke vertrekken, met inbegrip van de liften, in overeenstemming met het huishoudelijk reglementX
Grote onderhoudswerkzaamheden aan en in het gebouw, regelmatig onderhoud en reiniging van de gemeenschappelijke vertrekken, met inbegrip van de materialen en producten; ingevolge een normale verhuring uit te voeren reparaties van de kamers en de flatsX
Meubilair van de gemeenschappelijke vertrekkenX
AfvalverwijderingX
Verwarming van de kamers en van de gemeenschappelijke vertrekken, onderhoud van de installatie en alle veranderingen aan de verwarmingsapparatuurX
Koud en warm stromend water en het gebruik van de sanitaire voorzieningenX
Elektrische installaties, hun onderhoud en elke eraan uitgevoerde verandering, het stroomverbruik in de gemeenschappelijke vertrekken en de kamersX
Alarm-, brandmeldings- en oproepinstallaties evenals telefoonbedradingX
Onkosten in verband met de installatie en de verdeling van kabeltelevisie, een radio, een koelkastX
Installatie- en onderhoudskosten evenals taksen van een openbaar telefoontoestel, dat voor de inwonenden van het tehuis toegankelijk isX
Gebruik van een telefoon door een inwonende van het tehuisX
Ter beschikking gestelde telefoons (bijvoorbeeld in de kamers) en hun kosten, abonnement en communicatiekostenX
Gebruik van een televisietoestel door een inwonende van het tehuisX
Terbeschikkingstelling van radio, televisietoestel en andere videotoestellen in de gemeenschappelijke lokalenX
In de prijs inbegrepenToeslagen van ten hoogste 5 %Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag
Gemeenschappelijke keuken, het onderhoud ervan, de ombouw ervan in navolging van de evoluerende wetgeving, het transport en de opslag van goederenX
Reiniging van de privékamers evenals van het daarin aanwezige meubilair en materiaalX
Terbeschikkingstelling, onderhoud en vervanging van bedlinnen : matrassen, dekens, bedspreien, beddenlakens, washandjes, handdoeken, kussenslopen, onderleggers evenals vitrages, gordijnen en textiel voor de kamerinrichting, behalve indien de inwonende schriftelijk zijn wens tot uiting brengt zelf zijn persoonlijk linnen mee te brengen; beschermingsmiddelen bij incontinentieX
Inrichting met vitrages, gordijnen, behang en verf, regelmatig opnieuw verven na een normaal gebruikX
Merken, wassen en strijken van persoonlijke kleding, kleiner naaiwerk,... georganiseerd door een externe dienstX
Merken, wassen en strijken van persoonlijke kleding, kleiner naaiwerk,... : internX
Reinigen van persoonlijke kleding door een externe wasserijX
Reinigen van persoonlijke kleding door het tehuisXMet betrekking tot de verzorging
Prestaties van het ziekenverzorgings- en verzorgingspersoneel, met inbegrip van de door dat personeel uitgevoerde lichaams-, haar- en nagelverzorgingX
Alle ziekenkasbijdragenX
Alle honorariaX
Forfaitaire verzorgingsprijzen voor inwonenden die in België niet voor de kleine risico's verzekerd zijnX
Kosten van farmaceutische productenX
De bezorging, het beheer, de bewaring en de verdeling van de medicijnenX
Prestaties van paramedisch personeel en van de fysiotherapeuten die onder forfaitaire bedragen van het RIZIV vallenX
HospitalisatiekostenX
IncontinentiemateriaalX
Hoorapparaten, brillen en tandprothesenX
Rolstoelen, looprekjes, hellingen, voor zover bestemd voor persoonlijk gebruikX
Matrassen tegen doorligwonden, waterkussensX
Verzorgingsmateriaal dat niet in de forfaitaire bedragen van het RIZIV vervat isX
In de prijs inbegrepenToeslagen van ten hoogste 5 %Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslagMet betrekking tot de dagelijkse activiteiten
De bereiding en de verdeling van de maaltijden, het rekening houden met de voorgeschreven dieetmaaltijden, de eventuele tussen- en late maaltijden, koffie, thee en drinkwater tijdens en buiten de maaltijdenX
Alle andere dranken
X
Levering van het eten in de kamer en in de gemeenschappelijke lokalenX
Bijkomende voedingsmiddelen op persoonlijk verzoek
X
Bijkomende voeding : de door het RIZIV niet gedekte kosten in verband met via de slokdarm toegediende kunstmatige voeding, astronautenvoedingX
| [1 | Compris dans le prix | Supplément de prix de 5 % maximum | Facturation en frais réels sans supplément |
| Concernant l'hébergement | |||
| Occupation de la chambre | X | ||
| Mobilier de la chambre (lit, lit médicalisé au besoin, lampes, armoire, table, fauteuil, table de nuit, 2 chaises par chambre, sauf si le résident définit par écrit la liste du mobilier personnel qu'il souhaite amener avec lui) | X | ||
| Mise à disposition d'une chaise percée, si nécessaire | X | ||
| Utilisation et nettoyage des installations sanitaires privées ou communes | X | ||
| Utilisation des communs, y compris les ascenseurs, dans le respect du règlement d'ordre intérieur | X | ||
| Travaux d'entretien importants au bâtiment, entretien et nettoyage régulier des communs, matériel et produits inclus; rénovation des chambres et habitations qui s'avérerait nécessaire dans le cadre d'une location normale | X | ||
| Mobilier des communs | X | ||
| Elimination des déchets | X | ||
| Chauffage de la chambre et des communs, entretien de l'installation de chauffage et toute modification des radiateurs | X | ||
| Eau courante chaude et froide, et utilisation des sanitaires | X | ||
| Installations électriques, leur entretien et toute modification, consommation électrique dans les communs et les chambres | X | ||
| Câblage pour les alarmes, les alarmes incendie, les appels d'urgence et le téléphone | X | ||
| Frais liés à l'installation et à la diffusion de la télédistribution, d'une radio et d'un réfrigérateur | X | ||
| Frais d'installation et d'entretien et redevance pour un téléphone public accessible aux résidents | X | ||
| Utilisation d'un téléphone par un résident | X | ||
| Téléphones mis à disposition (par exemple dans les chambres) et frais, abonnement et frais de communication y afférents | X | ||
| Utilisation d'un poste de télévision par un résident | X | ||
| Mise à disposition de radio, poste de télévision et autres appareils vidéo dans les communs | X | ]1 | |
| (1)<ACG 2009-06-26/02, art. 4, 002; En vigueur : 24-09-2009> | |||
Concernant l'hébergement
Occupation de la chambreX
Mobilier de la chambre (lit, lit médicalisé au besoin, lampes, armoire, table, fauteuil, table de nuit, 2 chaises par chambre, sauf si le résident définit par écrit la liste du mobilier personnel qu'il souhaite amener avec lui)X
Mise à disposition d'une chaise percée, si nécessaireX
Utilisation et nettoyage des installations sanitaires privées ou communesX
Utilisation des communs, y compris les ascenseurs, dans le respect du règlement d'ordre intérieurX
Travaux d'entretien importants au bâtiment, entretien et nettoyage régulier des communs, matériel et produits inclus; rénovation des chambres et habitations qui s'avérerait nécessaire dans le cadre d'une location normaleX
Mobilier des communsX
Elimination des déchetsX
Chauffage de la chambre et des communs, entretien de l'installation de chauffage et toute modification des radiateursX
Eau courante chaude et froide, et utilisation des sanitairesX
Installations électriques, leur entretien et toute modification, consommation électrique dans les communs et les chambresX
Câblage pour les alarmes, les alarmes incendie, les appels d'urgence et le téléphoneX
Frais liés à l'installation et à la diffusion de la télédistribution, d'une radio et d'un réfrigérateurX
Frais d'installation et d'entretien et redevance pour un téléphone public accessible aux résidentsX
Utilisation d'un téléphone par un résidentX
Téléphones mis à disposition (par exemple dans les chambres) et frais, abonnement et frais de communication y afférentsX
Utilisation d'un poste de télévision par un résidentX
Mise à disposition de radio, poste de télévision et autres appareils vidéo dans les communs
X]1(1)
Bijkomende levensmiddelen (enkel op voorschrift)
X
Externe voetverzorgingsprestatiesX
VoetverzorgingsschoolX
Externe manicureprestatiesX
Elementaire schoonheidsverzorgingX
Externe schoonheidsverzorgingsprestatiesX
Prestaties van externe kapster of kapperX
Elementaire toiletzaken : wc-papier, zeep, shampoo, scheerschuim en tandpastaX
Individuele toiletproducten : Zeep en shampoo die op uitdrukkelijk verzoek van de inwonende werden gekochtX
Activiteiten en animaties buiten het tehuisX
Bezigheids- en vrijetijdsactiviteiten met inbegrip van therapeutische groepsaanbiedingen, indien ze binnen de inrichting worden georganiseerdX
Kosten voor de verdeling van het linnenX
Intern ziekenvervoerX
Extern ziekenvervoerX
Verzorging van huisdierenX
Administratieve kosten voor het intrekken, verhuizen, binnen de inrichting, het wonen en de begeleiding in het dagelijkse leven, het derdebetalerssysteem respectievelijk administratieve kosten voor externe dienstverleners en ziekenvervoerX
In de prijs inbegrepenToeslagen van ten hoogste 5 %Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag
Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, brandverzekering evenals alle andere in overeenstemming met de wettelijke bepalingen door de directie van het tehuis afgesloten verzekeringen, met uitzondering van alle door de inwonenden van het tehuis afgesloten privéverzekeringenX
Mortuarium, voor zover buiten het bejaardentehuis gevestigd, en de begrafeniskostenX
Belasting van het bejaardentehuisX
Elke vorm van dienstverlening in de bejaardentehuizen in verband met het wonen, het intrekken van de inwonende van het tehuis of de werkwijze voor de inrichtingX
Kamer voor het afscheid nemen in het tehuisX]1(1)
X
Externe voetverzorgingsprestatiesX
VoetverzorgingsschoolX
Externe manicureprestatiesX
Elementaire schoonheidsverzorgingX
Externe schoonheidsverzorgingsprestatiesX
Prestaties van externe kapster of kapperX
Elementaire toiletzaken : wc-papier, zeep, shampoo, scheerschuim en tandpastaX
Individuele toiletproducten : Zeep en shampoo die op uitdrukkelijk verzoek van de inwonende werden gekochtX
Activiteiten en animaties buiten het tehuisX
Bezigheids- en vrijetijdsactiviteiten met inbegrip van therapeutische groepsaanbiedingen, indien ze binnen de inrichting worden georganiseerdX
Kosten voor de verdeling van het linnenX
Intern ziekenvervoerX
Extern ziekenvervoerX
Verzorging van huisdierenX
Administratieve kosten voor het intrekken, verhuizen, binnen de inrichting, het wonen en de begeleiding in het dagelijkse leven, het derdebetalerssysteem respectievelijk administratieve kosten voor externe dienstverleners en ziekenvervoerX
In de prijs inbegrepenToeslagen van ten hoogste 5 %Facturatie van de werkelijke kosten zonder toeslag
Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, brandverzekering evenals alle andere in overeenstemming met de wettelijke bepalingen door de directie van het tehuis afgesloten verzekeringen, met uitzondering van alle door de inwonenden van het tehuis afgesloten privéverzekeringenX
Mortuarium, voor zover buiten het bejaardentehuis gevestigd, en de begrafeniskostenX
Belasting van het bejaardentehuisX
Elke vorm van dienstverlening in de bejaardentehuizen in verband met het wonen, het intrekken van de inwonende van het tehuis of de werkwijze voor de inrichtingX
Kamer voor het afscheid nemen in het tehuisX]1(1)
Pour tout autre service non repris dans le présent tableau, le contrat doit stipuler si ledit service est compris dans le prix, s'il fera l'objet d'un supplément, ou si les frais réels de ce service seront facturés sans supplément.]1
Modifications
Voor elke andere prestatie die niet in deze tabel staat, moet in de overeenkomst worden vermeld of deze prestatie in de prijs inbegrepen is, of een toeslag wordt aangerekend dan wel of de werkelijke kosten van de prestatie zonder toeslag worden gefactureerd.]1
-