Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° wet: de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling;
2° koninklijk besluit: het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 MAART 1998. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 63 en 66, § 2, van hoofdstuk VII, Collectief ontslag, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling.
Titre
30 MARS 1998. - Arrêté royal portant exécution des articles 63 et 66, § 2, du chapitre VII, Licenciements collectifs, de la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi.
Informations sur le document
Numac: 1998012142
Datum: 1998-03-30
Info du document
Numac: 1998012142
Date: 1998-03-30
Tekst (7)
Texte (7)
Article 1. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par:
1° loi: la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi;
2° arrêté royal: l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs.
1° loi: la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi;
2° arrêté royal: l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs.
Art.2. De berekening van het aantal werknemers tewerkgesteld tijdens het kalenderjaar bedoeld in de artikelen 62, 5°, en 63 van de wet wordt uitgevoerd volgens de nadere regelen bepaald door de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit.
Art.2. Le calcul du nombre de travailleurs occupés pendant une année civile visé aux articles 62, 5°, et 63 de la loi s'effectue selon les modalités prévues par les articles 4 et 5 de l'arrêté royal.
Art.3. De ambtenaar bedoeld in artikel 66, § 2, van de wet is de ambtenaar in de zin van de artikelen 6 en 7 van het koninklijk besluit.
Art.3. Le fonctionnaire visé à l'article 66, § 2, de la loi est le fonctionnaire au sens des articles 6 et 7 de l'arrêté royal.
Art.4. De kennisgeving bedoeld in artikel 66, § 2, van de wet is deze bepaald in artikel 7 van het koninklijk besluit.
Art.4. La notification visée à l'article 66, § 2, de la loi est celle qui est prévue à l'article 7 de l'arrêté royal.
Art.5. Artikel 7, 8°, van het koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
"8° het bewijs dat de werkgever heeft voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 66, § 1, tweede lid, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling.".
"8° het bewijs dat de werkgever heeft voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 66, § 1, tweede lid, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling.".
Art.5. L'article 7, 8°, de l'arrêté royal est remplacé par le texte suivant :
"8° la preuve que l'employeur a satisfait aux conditions visées à l'article 66, § 1er, alinéa 2, de la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi.".
"8° la preuve que l'employeur a satisfait aux conditions visées à l'article 66, § 1er, alinéa 2, de la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi.".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking op 19 februari 1998.
Art.6. Le présent arrêté produit ses effets le 19 février 1998.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 maart 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Gegeven te Brussel, 30 maart 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Art. 7. Notre Ministre de l'Emploi et du Travail est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 30 mars 1998.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET
Donné à Bruxelles, le 30 mars 1998.
ALBERT
Par le Roi :
La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mme M. SMET