Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 JULI 1998. - Wet tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1985 en tekstbijwerking tot 23-12-2005).
Titre
15 JUILLET 1998. - Loi modifiant diverses dispositions légales en matière d'instruments financiers et de systèmes de compensation de titres. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 09-09-1998 et mise à jour au 23-12-2005).
Informations sur le document
Numac: 1998003441
Datum: 1998-07-15
Info du document
Numac: 1998003441
Date: 1998-07-15
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in de wetten op de h...
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk b...
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de wet van 2 ja...
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in de wet van 22 ju...
HOOFDSTUK V. - Wijziging in de wet van 6 august...
HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen in de wet van 2 aug...
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Table des matières
CHAPITRE I. - Modifications aux lois sur les so...
CHAPITRE II. - Modifications à l'arrêté royal n...
CHAPITRE III. - Modifications à la loi du 2 jan...
CHAPITRE IV. - Modifications à la loi du 22 jui...
CHAPITRE V. - Modification à la loi du 6 août 1...
CHAPITRE VI. - Modifications à la loi du 2 août...
CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires et fi...
CHAPITRE VIII. - Entrée en vigueur.
Tekst (48)
Texte (48)
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Article 1. La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935.
CHAPITRE I. - Modifications aux lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935.
Art.2. In artikel 52octies/3, ingevoegd in de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, bij de wet van 7 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De eigenaars van gedematerialiseerde effecten, bedoeld in artikel 52octies/1 kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens de erkende rekeninghouder bij wie deze effecten op rekening werden geboekt of, indien zij die effecten rechtstreeks aanhouden bij de vereffeningsinstelling, jegens laatstgenoemde. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
- een recht van terugvordering uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en de artikelen 9bis, lid 2 tot 4 van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van effecten;
- rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent rechtstreeks hun recht van verhaal tegen deze uitoefenen.";
2° in lid 5 worden de woorden "of van het vereffeningsstelsel" ingevoegd tussen de woorden "erkende rekeninghouder" en "teruggave".
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De eigenaars van gedematerialiseerde effecten, bedoeld in artikel 52octies/1 kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens de erkende rekeninghouder bij wie deze effecten op rekening werden geboekt of, indien zij die effecten rechtstreeks aanhouden bij de vereffeningsinstelling, jegens laatstgenoemde. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
- een recht van terugvordering uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en de artikelen 9bis, lid 2 tot 4 van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van effecten;
- rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent rechtstreeks hun recht van verhaal tegen deze uitoefenen.";
2° in lid 5 worden de woorden "of van het vereffeningsstelsel" ingevoegd tussen de woorden "erkende rekeninghouder" en "teruggave".
Art.2. A l'article 52octies/3 inséré dans les lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935, par la loi du 7 avril 1995, sont apportées les modifications suivantes :
1° l'alinéa 1er est remplacé par la disposition suivante :
" Les propriétaires de valeurs mobilières dématérialisées visées à l'article 52octies/1 ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard du teneur de comptes agréé auprès duquel ces valeurs mobilières sont inscrites en compte ou, s'ils maintiennent directement ces valeurs auprès de l'organisme de liquidation, à l'égard de celui-ci. Par exception, il leur revient :
- d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article et de l'article 9bis, alinéas 2 à 4, de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières;
- d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci. ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " ou de l'organisme de liquidation " sont insérés entre les mots " teneur de comptes agréé " et " sur l'avoir ".
1° l'alinéa 1er est remplacé par la disposition suivante :
" Les propriétaires de valeurs mobilières dématérialisées visées à l'article 52octies/1 ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard du teneur de comptes agréé auprès duquel ces valeurs mobilières sont inscrites en compte ou, s'ils maintiennent directement ces valeurs auprès de l'organisme de liquidation, à l'égard de celui-ci. Par exception, il leur revient :
- d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article et de l'article 9bis, alinéas 2 à 4, de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières;
- d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci. ";
2° dans l'alinéa 5, les mots " ou de l'organisme de liquidation " sont insérés entre les mots " teneur de comptes agréé " et " sur l'avoir ".
Art.3. In artikel 52octies/6 ingevoegd in dezelfde wetten bij de wet van 7 april 1995, worden de woorden "en alle rechten van verhaal in geval van faillissement van de emittent ervan of in alle andere gevallen van samenloop tegen laatstgenoemde," ingevoegd tussen de woorden "gedematerialiseerde effecten" en "worden uitgeoefend".
Art.3. Dans l'article 52octies/6 inséré dans les mêmes lois, par la loi du 7 avril 1995, les mots " et, en cas de faillite de leur émetteur ou de toute autre situation de concours dans son chef, tous les droits de recours contre celui-ci " sont insérés entre les mots " du propriétaire de valeurs mobilières dématérialisées " et les mots " s'exercent ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van de effecten.
CHAPITRE II. - Modifications à l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières.
Art.4. In het opschrift van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van de effecten, gewijzigd door de wetten van 4 december 1990, 6 augustus 1993 en 7 april 1995 en in de gehele tekst van het bovenvermelde koninklijk besluit wordt het woord "effecten" vervangen door de woorden "financiële instrumenten".
Art.4. Dans l'intitulé de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières, modifié par les lois des 4 décembre 1990, 6 août 1993 et 7 avril 1995 et dans l'ensemble du texte de l'arrêté royal précité, les mots " valeurs mobilières " sont remplacés par les mots " instruments financiers ".
Art.5. (Opgeheven) <W 2002-08-02/64, art. 142, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
Art.5. (Abrogé) <L 2002-08-02/64, art. 142, 002; En vigueur : 01-06-2003>
Art.6. (Opgeheven) <W 2002-08-02/64, art. 142, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
Art.6. (Abrogé) <L 2002-08-02/64, art. 142, 002; En vigueur : 01-06-2003>
Art.7. Een artikel 1ter wordt ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit, luidend als volgt :
"Artikel 1ter. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "financiële instrumenten" verstaan, de financiële instrumenten genoemd in artikel 1, §§ 1 en 2 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsonder nemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, welke op vervangbare wijze kunnen circuleren, ongeacht of zij gematerialiseerd of gedematerialiseerd, aan toonder, aan order of op naam zijn en ongeacht de vorm waarin zij zijn uitgegeven overeenkomstig het recht dat op hen van toepassing is.
De bepalingen van dit besluit, uitgezonderd artikel 9bis, lid 2 tot 4, zijn echter niet van toepassing op :
1° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;
2° de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen;
3° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935.".
"Artikel 1ter. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "financiële instrumenten" verstaan, de financiële instrumenten genoemd in artikel 1, §§ 1 en 2 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsonder nemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, welke op vervangbare wijze kunnen circuleren, ongeacht of zij gematerialiseerd of gedematerialiseerd, aan toonder, aan order of op naam zijn en ongeacht de vorm waarin zij zijn uitgegeven overeenkomstig het recht dat op hen van toepassing is.
De bepalingen van dit besluit, uitgezonderd artikel 9bis, lid 2 tot 4, zijn echter niet van toepassing op :
1° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;
2° de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen;
3° de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935.".
Art.7. Un article 1erter, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté royal :
" Art. 1ter. Pour l'application du présent arrêté, on entend par " instruments financiers ", les instruments financiers visés à l'article 1er, §§ 1er et 2 de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements, qui sont susceptibles de circuler sur une base fongible, qu'ils soient matérialisés ou dématérialisés, au porteur, à ordre ou nominatifs et quelle que soit la forme sous laquelle ils ont été émis selon le droit qui les régit.
Les dispositions du présent arrêté, sauf l'article 9bis, alinéas 2 à 4, ne s'appliquent toutefois pas :
1° aux titres dématérialisés visés par la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire;
2° aux billets de trésorerie et certificats de dépôt, émis sous forme dématérialisée visés par la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt;
3° aux valeurs mobilières dématérialisées visées par les lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935. ".
" Art. 1ter. Pour l'application du présent arrêté, on entend par " instruments financiers ", les instruments financiers visés à l'article 1er, §§ 1er et 2 de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements, qui sont susceptibles de circuler sur une base fongible, qu'ils soient matérialisés ou dématérialisés, au porteur, à ordre ou nominatifs et quelle que soit la forme sous laquelle ils ont été émis selon le droit qui les régit.
Les dispositions du présent arrêté, sauf l'article 9bis, alinéas 2 à 4, ne s'appliquent toutefois pas :
1° aux titres dématérialisés visés par la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire;
2° aux billets de trésorerie et certificats de dépôt, émis sous forme dématérialisée visés par la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt;
3° aux valeurs mobilières dématérialisées visées par les lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935. ".
Art.8. In de artikelen 2 tot 4 en 6 tot 11 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de wetten van 6 augustus 1993 en 7 april 1995, worden de woorden "interprofessioneel organisme" telkens vervangen door het woord "vereffeningsinstelling".
Art.8. Dans les articles 2 à 4 et 6 à 11 du même arrêté royal, modifiés par les lois des 6 août 1993 et 7 avril 1995, les mots " organisme interprofessionnel " sont chaque fois remplacés par les mots " organisme de liquidation ".
Art.9. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, worden het derde en het vierde lid, ingevoegd bij de wet van 7 april 1995, vervangen door het volgende lid :
"De bemiddelaars die financiële instrumenten voor rekening van derden deponeren bij een aangesloten lid, moeten deze aanhouden bij dit aangesloten lid op rekeningen die onderscheiden zijn van die waarop de voor eigen rekening gedeponeerde financiële instrumenten zijn geboekt.".
"De bemiddelaars die financiële instrumenten voor rekening van derden deponeren bij een aangesloten lid, moeten deze aanhouden bij dit aangesloten lid op rekeningen die onderscheiden zijn van die waarop de voor eigen rekening gedeponeerde financiële instrumenten zijn geboekt.".
Art.9. Dans l'article 2 du même arrêté royal, les alinéas 3 et 4, insérés par la loi du 7 avril 1995, sont remplacés par l'alinéa suivant :
" Les intermédiaires qui déposent pour le compte de tiers des instruments financiers auprès d'un affilié doivent les maintenir auprès de cet affilié sur des comptes distincts de ceux où sont inscrits les instruments financiers déposés pour compte propre. ".
" Les intermédiaires qui déposent pour le compte de tiers des instruments financiers auprès d'un affilié doivent les maintenir auprès de cet affilié sur des comptes distincts de ceux où sont inscrits les instruments financiers déposés pour compte propre. ".
Art.10. Een artikel 2bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidend als volgt :
"Art. 2bis. De vereffeningsinstelling en haar aangesloten leden kunnen, onder de voorwaarden die in hun transactiereglementen zijn gesteld, de financiële instrumenten, die bij hen gestort werden in het stelsel van de rekeningen-courant, in bewaring geven bij andere depositarissen in België of in het buitenland door middel van storting op rekening of op een andere wijze. Deze bewaargeving doet niets af aan de toepassing van dit besluit.".
"Art. 2bis. De vereffeningsinstelling en haar aangesloten leden kunnen, onder de voorwaarden die in hun transactiereglementen zijn gesteld, de financiële instrumenten, die bij hen gestort werden in het stelsel van de rekeningen-courant, in bewaring geven bij andere depositarissen in België of in het buitenland door middel van storting op rekening of op een andere wijze. Deze bewaargeving doet niets af aan de toepassing van dit besluit.".
Art.10. Un article 2bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté royal :
" Art. 2bis. L'organisme de liquidation et ses affiliés peuvent, aux conditions fixées par leurs règlements des opérations, donner en dépôt auprès d'autres dépositaires en Belgique ou à l'étranger, par versement en compte ou autrement, les instruments financiers qui leur ont été versés dans le régime de comptes courants. L'application du présent arrêté n'est en rien affectée par ce dépôt. ".
" Art. 2bis. L'organisme de liquidation et ses affiliés peuvent, aux conditions fixées par leurs règlements des opérations, donner en dépôt auprès d'autres dépositaires en Belgique ou à l'étranger, par versement en compte ou autrement, les instruments financiers qui leur ont été versés dans le régime de comptes courants. L'application du présent arrêté n'est en rien affectée par ce dépôt. ".
Art.11. In artikel 5, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij de wet van 7 april 1995, worden de woorden "bij de vereffeningsinstelling of" ingevoegd tussen de woorden "geopend" en "bij een aangesloten lid".
Art.11. Dans l'article 5, § 1er du même arrêté royal, remplacé par la loi du 7 avril 1995, les mots " chez l'organisme de liquidation ou " sont insérés entre les mots " ouvert " et " chez un affilié ".
Art.12. In artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt :
"Derden-beslag op de effecten die in bewaring worden gegeven door de vereffeningsinstelling is evenmin toegestaan.";
2° in lid 2, ingevoegd bij de wet van 6 augustus 1993, worden de woorden "artikel 10" vervangen door de woorden "de artikelen 9bis en 10".
1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt :
"Derden-beslag op de effecten die in bewaring worden gegeven door de vereffeningsinstelling is evenmin toegestaan.";
2° in lid 2, ingevoegd bij de wet van 6 augustus 1993, worden de woorden "artikel 10" vervangen door de woorden "de artikelen 9bis en 10".
Art.12. A l'article 9 du même arrêté royal, sont apportées les modifications suivantes :
1° l'alinéa 1er est complété comme suit :
" En outre, aucune saisie-arrêt n'est admise sur les titres donnés en dépôt par l'organisme de liquidation. ";
2° à l'alinéa 2, inséré par la loi du 6 août 1993, les mots " de l'article 9bis et " sont insérés entre les mots " l'application " et " de l'article 10 ".
1° l'alinéa 1er est complété comme suit :
" En outre, aucune saisie-arrêt n'est admise sur les titres donnés en dépôt par l'organisme de liquidation. ";
2° à l'alinéa 2, inséré par la loi du 6 août 1993, les mots " de l'article 9bis et " sont insérés entre les mots " l'application " et " de l'article 10 ".
Art.13. Een artikel 9bis wordt ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit, luidend als volgt :
"Art. 9bis. De aangesloten leden die voor eigen rekening vervangbare financiële instrumenten rechtstreeks aanhouden bij de vereffeningsinstelling kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens die instelling. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
- een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel;
- rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent, hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen.
In geval van faillissement van de vereffeningsinstelling of in alle andere gevallen van samenloop, geschiedt de terugvordering van het aantal financiële instrumenten dat door de instelling verschuldigd is, op collectieve wijze op de algemeenheid van de financiële instrumenten van dezelfde categorie die de instelling in bewaring heeft, in bewaring geeft of heeft ingeschreven op haar naam, in welke vorm dan ook.
Indien, in het geval bedoeld in het vorige lid, deze algemeenheid onvoldoende is om de volledige terugbetaling toe te laten van de op rekening geboekte verschuldigde financiële instrumenten, wordt zij verdeeld onder de eigenaars in verhouding tot hun rechten.
Indien de vereffeningsinstelling zelf eigenaar is van een aantal financiële instrumenten van dezelfde categorie, wordt haar, bij de toepassing van het vorige lid, slechts het aantal financiële instrumenten toegekend dat overblijft nadat het volledig aantal financiële instrumenten van de door haar voor rekening van derden aangehouden financiële instrumenten is teruggegeven.".
"Art. 9bis. De aangesloten leden die voor eigen rekening vervangbare financiële instrumenten rechtstreeks aanhouden bij de vereffeningsinstelling kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens die instelling. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
- een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel;
- rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent, hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen.
In geval van faillissement van de vereffeningsinstelling of in alle andere gevallen van samenloop, geschiedt de terugvordering van het aantal financiële instrumenten dat door de instelling verschuldigd is, op collectieve wijze op de algemeenheid van de financiële instrumenten van dezelfde categorie die de instelling in bewaring heeft, in bewaring geeft of heeft ingeschreven op haar naam, in welke vorm dan ook.
Indien, in het geval bedoeld in het vorige lid, deze algemeenheid onvoldoende is om de volledige terugbetaling toe te laten van de op rekening geboekte verschuldigde financiële instrumenten, wordt zij verdeeld onder de eigenaars in verhouding tot hun rechten.
Indien de vereffeningsinstelling zelf eigenaar is van een aantal financiële instrumenten van dezelfde categorie, wordt haar, bij de toepassing van het vorige lid, slechts het aantal financiële instrumenten toegekend dat overblijft nadat het volledig aantal financiële instrumenten van de door haar voor rekening van derden aangehouden financiële instrumenten is teruggegeven.".
Art.13. Un article 9bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté royal :
" Art. 9bis. Les affiliés qui détiennent pour leur compte propre des instruments financiers fongibles directement auprès de l'organisme de liquidation ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard de cet organisme. Par exception, il leur revient :
- d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article;
- d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci.
En cas de faillite de l'organisme de liquidation ou de toute autre situation de concours, la revendication du nombre d'instruments financiers dont l'organisme est redevable, s'exerce collectivement sur l'universalité des instruments financiers de la même catégorie que l'organisme conserve, fait conserver ou a inscrits à son nom, sous quelque forme que ce soit.
Si, dans le cas visé à l'alinéa précédent, cette universalité est insuffisante pour assurer la restitution intégrale des instruments financiers dus inscrits en compte, elle sera répartie entre les propriétaires en proportion de leurs droits.
Si l'organisme de liquidation est lui-même propriétaire d'un nombre d'instruments financiers de la même catégorie, il ne lui est attribué, lors de l'application de l'alinéa précédent, que le nombre d'instruments financiers qui subsiste après que le nombre total d'instruments financiers de la même catégorie détenus par lui pour compte de tiers aura pu être restitué. ".
" Art. 9bis. Les affiliés qui détiennent pour leur compte propre des instruments financiers fongibles directement auprès de l'organisme de liquidation ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard de cet organisme. Par exception, il leur revient :
- d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article;
- d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci.
En cas de faillite de l'organisme de liquidation ou de toute autre situation de concours, la revendication du nombre d'instruments financiers dont l'organisme est redevable, s'exerce collectivement sur l'universalité des instruments financiers de la même catégorie que l'organisme conserve, fait conserver ou a inscrits à son nom, sous quelque forme que ce soit.
Si, dans le cas visé à l'alinéa précédent, cette universalité est insuffisante pour assurer la restitution intégrale des instruments financiers dus inscrits en compte, elle sera répartie entre les propriétaires en proportion de leurs droits.
Si l'organisme de liquidation est lui-même propriétaire d'un nombre d'instruments financiers de la même catégorie, il ne lui est attribué, lors de l'application de l'alinéa précédent, que le nombre d'instruments financiers qui subsiste après que le nombre total d'instruments financiers de la même catégorie détenus par lui pour compte de tiers aura pu être restitué. ".
Art.14. In artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de wet van 7 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door volgend lid :
"De eigenaars van vervangbare financiële instrumenten kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens het aangesloten lid bij wie deze financiële instrumenten op rekening zijn geboekt. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
a) een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en het artikel 9bis, lid 2 tot 4;
b) rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
c) in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen.";
2° in het tweede lid worden de woorden "erkende rekeninghouder" vervangen door de woorden "aangesloten lid";
3° de zin aan het einde van het tweede lid wordt geschrapt.".
1° het eerste lid wordt vervangen door volgend lid :
"De eigenaars van vervangbare financiële instrumenten kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen laten gelden jegens het aangesloten lid bij wie deze financiële instrumenten op rekening zijn geboekt. Bij wijze van uitzondering kunnen zij :
a) een terugvorderingsrecht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en het artikel 9bis, lid 2 tot 4;
b) rechtstreeks hun associatieve rechten uitoefenen bij de emittent;
c) in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent hun recht van verhaal rechtstreeks tegen deze laatste uitoefenen.";
2° in het tweede lid worden de woorden "erkende rekeninghouder" vervangen door de woorden "aangesloten lid";
3° de zin aan het einde van het tweede lid wordt geschrapt.".
Art.14. A l'article 10 du même arrêté royal, modifié par la loi du 7 avril 1995, sont apportées les modifications suivantes :
1° l'alinéa 1er est remplacé par l'alinéa suivant :
" Les propriétaires d'instruments financiers fongibles ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard de l'affilié auprès duquel ces instruments financiers sont inscrits en compte. Par exception, il leur revient :
a) d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article et de l'article 9bis, alinéas 2 à 4;
b) d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
c) en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci. ";
2° dans l'alinéa 2, les mots " du teneur de comptes agréé " sont remplacés par les mots " de l'affilié ";
3° la phrase in fine de l'alinéa 2 est supprimée.
1° l'alinéa 1er est remplacé par l'alinéa suivant :
" Les propriétaires d'instruments financiers fongibles ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard de l'affilié auprès duquel ces instruments financiers sont inscrits en compte. Par exception, il leur revient :
a) d'exercer un droit de revendication conformément aux dispositions du présent article et de l'article 9bis, alinéas 2 à 4;
b) d'exercer directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
c) en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, d'exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci. ";
2° dans l'alinéa 2, les mots " du teneur de comptes agréé " sont remplacés par les mots " de l'affilié ";
3° la phrase in fine de l'alinéa 2 est supprimée.
Art.15. In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij de wet van 7 april 1995, worden de woorden "en, in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van hun emittent, alle rechten van verhaal tegen deze laatste" ingevoegd tussen de woorden "van de eigenaar van de effecten" en de woorden "worden uitgeoefend".
Art.15. Dans l'article 11 du même arrêté royal, remplacé par la loi du 7 avril 1995, les mots " et, en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de leur émetteur, tous les droits de recours contre celui-ci " sont insérés entre les mots " du propriétaire de valeurs mobilières " et les mots " s'exercent ".
Art.16. Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de wetten van 4 december 1990 en 6 augustus 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 13. Voor de financiële instrumenten die aan een aangesloten lid zijn afgegeven gelden de artikelen 2, lid 3, artikelen 4 tot 8, artikel 9, lid 2 en 3, artikelen 10 tot 12 en artikel 14 van dit besluit, zodra de deponent heeft ingestemd met de toepassing van de vervangbaarheidsregeling en zonder dat het aangesloten lid deze instrumenten moet storten bij de vereffeningsinstelling. Die instemming heeft dezelfde gevolgen als de storting bij de vereffeningsinstelling zelfs voor instrumenten die niet door deze laatste in overschrijving worden aanvaard.".
"Art. 13. Voor de financiële instrumenten die aan een aangesloten lid zijn afgegeven gelden de artikelen 2, lid 3, artikelen 4 tot 8, artikel 9, lid 2 en 3, artikelen 10 tot 12 en artikel 14 van dit besluit, zodra de deponent heeft ingestemd met de toepassing van de vervangbaarheidsregeling en zonder dat het aangesloten lid deze instrumenten moet storten bij de vereffeningsinstelling. Die instemming heeft dezelfde gevolgen als de storting bij de vereffeningsinstelling zelfs voor instrumenten die niet door deze laatste in overschrijving worden aanvaard.".
Art.16. L'article 13 du même arrêté royal, modifié par les lois des 4 décembre 1990 et 6 août 1993, est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 13. Les instruments financiers remis à un affilié sont régis par l'article 2, alinéa 3, les articles 4 à 8, l'article 9, alinéas 2 et 3, les articles 10 à 12 et l'article 14 du présent arrêté, dès que le déposant a donné son accord pour les soumettre au régime de fongibilité et sans que l'affilié soit tenu de les verser à l'organisme de liquidation. Cet accord a les mêmes effets que le versement à l'organisme de liquidation, même pour les valeurs non admises en virement par celui-ci. ".
" Art. 13. Les instruments financiers remis à un affilié sont régis par l'article 2, alinéa 3, les articles 4 à 8, l'article 9, alinéas 2 et 3, les articles 10 à 12 et l'article 14 du présent arrêté, dès que le déposant a donné son accord pour les soumettre au régime de fongibilité et sans que l'affilié soit tenu de les verser à l'organisme de liquidation. Cet accord a les mêmes effets que le versement à l'organisme de liquidation, même pour les valeurs non admises en virement par celui-ci. ".
Art.17. Artikel 14 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd door de wet van 7 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 14. De Koning kan de uitvoeringsmaatregelen vaststellen die nodig zijn voor dit besluit. Hij kan onder meer de voorwaarden vaststellen voor het houden van de rekeningen door de aangesloten leden, de werkwijze van de rekeningen, de aard van de bewijsstukken welke aan de houders van de rekeningen moeten worden afgegeven en de wijze van betaling van de vervallen dividenden, interesten en kapitalen door de aangesloten leden en de vereffeningsinstelling.".
"Art. 14. De Koning kan de uitvoeringsmaatregelen vaststellen die nodig zijn voor dit besluit. Hij kan onder meer de voorwaarden vaststellen voor het houden van de rekeningen door de aangesloten leden, de werkwijze van de rekeningen, de aard van de bewijsstukken welke aan de houders van de rekeningen moeten worden afgegeven en de wijze van betaling van de vervallen dividenden, interesten en kapitalen door de aangesloten leden en de vereffeningsinstelling.".
Art.17. L'article 14 du même arrêté royal, inséré par la loi du 7 avril 1995, est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 14. Le Roi peut déterminer les mesures d'exécution qu'appelle le présent arrêté. Il peut fixer notamment les conditions de la tenue des comptes par les affiliés, le mode de fonctionnement des comptes, la nature des pièces justificatives qui doivent être délivrées aux titulaires des comptes et les modalités de paiement par les affiliés et l'organisme de liquidation des dividendes, intérêts et capitaux échus. ".
" Art. 14. Le Roi peut déterminer les mesures d'exécution qu'appelle le présent arrêté. Il peut fixer notamment les conditions de la tenue des comptes par les affiliés, le mode de fonctionnement des comptes, la nature des pièces justificatives qui doivent être délivrées aux titulaires des comptes et les modalités de paiement par les affiliés et l'organisme de liquidation des dividendes, intérêts et capitaux échus. ".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium.
CHAPITRE III. - Modifications à la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire.
Art.18. Het opschrift van Hoofdstuk I van Titel I van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsintrumentarium wordt vervangen door het volgende opschrift :
"Effecten van schulden van de openbare sector.".
"Effecten van schulden van de openbare sector.".
Art.18. L'intitulé du Chapitre Ier du Titre Ier de la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire est remplacé par l'intitulé suivant :
" Titres de la dette du secteur public. ".
" Titres de la dette du secteur public. ".
Art.19. (Opgeheven) <W 2005-12-14/31, art. 41, 003 ; Inwerkingtreding : 23-12-2005>
Art.19. (Abrogé) <L 2005-12-14/31, art. 41, 003 ; En vigueur : 23-12-2005>
Art.20. In artikel 2, eerste lid van de-zelfde wet worden de woorden "grootboeken van de Staatsschuld" vervangen door de woorden "in artikel 1 bedoelde grootboeken van de schuld van de emittenten".
In hetzelfde lid worden de woorden "andere effecten van de Staatsschuld," vervangen door de woorden "effecten in een andere vorm,".
In hetzelfde lid worden de woorden "andere effecten van de Staatsschuld," vervangen door de woorden "effecten in een andere vorm,".
Art.20. Dans l'article 2, alinéa 1er de la même loi, les mots " grands-livres de la dette de l'Etat " sont remplacés par les mots " grands-livres de la dette des émetteurs visés à l'article 1er ".
Dans le même alinéa, les mots " d'autres titres de la dette de l'Etat, " sont remplacés par les mots " titres d'une autre forme, ".
Dans le même alinéa, les mots " d'autres titres de la dette de l'Etat, " sont remplacés par les mots " titres d'une autre forme, ".
Art.21. Artikel 3, tweede lid van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
"alsook tot de activiteiten die Hij bepaalt. Onder de instellingen die rekeningen bijhouden, wijst hij die instellingen aan die rekeningen bijhouden in verband met het beheer van een internationaal effectenclearingstelsel in de zin van artikel 4, derde lid".
"alsook tot de activiteiten die Hij bepaalt. Onder de instellingen die rekeningen bijhouden, wijst hij die instellingen aan die rekeningen bijhouden in verband met het beheer van een internationaal effectenclearingstelsel in de zin van artikel 4, derde lid".
Art.21. L'article 3, alinéa 2 de la même loi est complété comme suit :
" , ainsi qu'aux activités qu'Il détermine. Il désigne parmi les teneurs de comptes ceux qui tiennent des comptes en relation avec la gestion d'un système international de compensation de titres au sens de l'article 4, alinéa 3 ".
" , ainsi qu'aux activités qu'Il détermine. Il désigne parmi les teneurs de comptes ceux qui tiennent des comptes en relation avec la gestion d'un système international de compensation de titres au sens de l'article 4, alinéa 3 ".
Art.22. In artikel 4, derde lid, littera 2° en 3° van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 6 augustus 1993 en 4 april 1995, wordt het woord "internationaal" ingevoegd tussen de woorden "het beheer van een" en het woord "effectenclearingstelsel".
Artikel 4, derde lid, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
"4° de rekeninghouders of de categorieën van rekeninghouders die Hij aanstelt, te machtigen om, binnen de voorwaarden door Hem bepaald, bovendien gedematerialiseerde effecten aan te houden bij één of meerdere instellingen die rekeningen bijhouden met betrekking tot het beheer van een internationaal effectenclaeringstelsel.".
Artikel 4, derde lid, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
"4° de rekeninghouders of de categorieën van rekeninghouders die Hij aanstelt, te machtigen om, binnen de voorwaarden door Hem bepaald, bovendien gedematerialiseerde effecten aan te houden bij één of meerdere instellingen die rekeningen bijhouden met betrekking tot het beheer van een internationaal effectenclaeringstelsel.".
Art.22. Dans l'article 4, alinéa 3, 2° et 3° de la même loi, modifié par les lois des 6 août 1993 et 4 avril 1995, le mot " international " est inséré entre les mots " la gestion d'un système " et les mots " de compensation de titres ".
L'article 4, alinéa 3, de la même loi est complété comme suit :
" 4° autoriser les teneurs de comptes ou catégories de teneurs de comptes qu'Il désigne à maintenir en outre des titres dématérialisés auprès d'un ou plusieurs établissements qui tiennent des comptes en relation avec la gestion d'un système international de compensation de titres, dans les conditions qu'Il détermine. ".
L'article 4, alinéa 3, de la même loi est complété comme suit :
" 4° autoriser les teneurs de comptes ou catégories de teneurs de comptes qu'Il désigne à maintenir en outre des titres dématérialisés auprès d'un ou plusieurs établissements qui tiennent des comptes en relation avec la gestion d'un système international de compensation de titres, dans les conditions qu'Il détermine. ".
Art.23. In artikel 9 van dezelfde wet worden de woorden "of bij het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België" ingevoegd tussen de woorden "die de rekening bijhoudt" en ", uitoefenen op het tegoed".
Art.23. A l'article 9 de la même loi, les mots " ou auprès du système de compensation de titres de la Banque Nationale de Belgique " sont insérés entre les mots " du teneur de comptes " et les mots " sur l'avoir inscrit ".
Art.24. Artikel 11 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 11. De eigenaars van gedematerialiseerde effecten kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen uitoefenen jegens de instelling die rekeningen bijhoudt waarbij de effecten op rekening zijn geboekt of, indien zij die effecten rechtstreeks aanhouden bij het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België, jegens deze laatste. Bij uitzondering behoort het hen toe om :
- een terugvorderingsrecht uit te oefenen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 8 en 9 van deze wet, alsook van artikel 9bis, lid 2 tot 4 van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van effecten;
- in voorkomend geval rechtstreeks bij de emittent hun associatieve rechten uit te oefenen;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent rechtstreeks hun recht van verhaal tegen deze laatste uit te oefenen.
De betaling aan de Nationale Bank van België van de vervallen interesten en kapitalen van de gedematerialiseerde effecten is liberatoir voor de emittent.
De Nationale Bank van België betaalt de intresten en kapitalen door aan de deelnemers van het effectenclearingstelsel overeenkomstig de bedragen aan effecten die op de vervaldag geboekt staan op de rekeningen op hun naam. Die betalingen zijn liberatoir voor de Bank.
In geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent van gedematerialiseerde effecten, worden alle rechten van verhaal tegen deze laatste uitgeoefend na overlegging van een door de instelling die rekeningen bijhoudt of door de Nationale Bank van België opgesteld attest, dat het aantal gedematerialiseerde effecten bevestigt dat op naam van de eigenaar of van de tussenpersoon is ingeschreven op de datum vereist voor de uitoefening van deze rechten.".
"Art. 11. De eigenaars van gedematerialiseerde effecten kunnen hun onlichamelijke zakelijke rechten alleen uitoefenen jegens de instelling die rekeningen bijhoudt waarbij de effecten op rekening zijn geboekt of, indien zij die effecten rechtstreeks aanhouden bij het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België, jegens deze laatste. Bij uitzondering behoort het hen toe om :
- een terugvorderingsrecht uit te oefenen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 8 en 9 van deze wet, alsook van artikel 9bis, lid 2 tot 4 van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van effecten;
- in voorkomend geval rechtstreeks bij de emittent hun associatieve rechten uit te oefenen;
- in geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent rechtstreeks hun recht van verhaal tegen deze laatste uit te oefenen.
De betaling aan de Nationale Bank van België van de vervallen interesten en kapitalen van de gedematerialiseerde effecten is liberatoir voor de emittent.
De Nationale Bank van België betaalt de intresten en kapitalen door aan de deelnemers van het effectenclearingstelsel overeenkomstig de bedragen aan effecten die op de vervaldag geboekt staan op de rekeningen op hun naam. Die betalingen zijn liberatoir voor de Bank.
In geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de emittent van gedematerialiseerde effecten, worden alle rechten van verhaal tegen deze laatste uitgeoefend na overlegging van een door de instelling die rekeningen bijhoudt of door de Nationale Bank van België opgesteld attest, dat het aantal gedematerialiseerde effecten bevestigt dat op naam van de eigenaar of van de tussenpersoon is ingeschreven op de datum vereist voor de uitoefening van deze rechten.".
Art.24. L'article 11 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 11. Les propriétaires de titres dématérialisés ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard du teneur de comptes auprès duquel ces titres sont inscrits en compte ou, s'ils maintiennent directement ces titres auprès du système de compensation de titres de la Banque Nationale de Belgique, à l'égard de celle-ci. Par exception, ils peuvent cependant :
- exercer un droit de revendication conformément aux dispositions des articles 8 et 9 de la présente loi, ainsi que de l'article 9bis, alinéas 2 à 4 de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières;
- exercer, s'il y a lieu, directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci.
Le paiement à la Banque Nationale de Belgique des intérêts et des capitaux échus des titres dématérialisés est libératoire pour l'émetteur.
La Banque Nationale de Belgique rétrocède ces intérêts et capitaux aux participants du système de compensation de titres en fonction des montants de titres inscrits en compte à leur nom à l'échéance. Ces paiements sont libératoires pour la Banque.
En cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur de titres dématérialisés, tous les droits de recours contre lui s'exercent moyennant la production d'une attestation établie par le teneur de comptes ou la Banque Nationale de Belgique, certifiant le nombre de titres dématérialisés inscrits au nom du propriétaire ou de son intermédiaire à la date requise pour l'exercice de ces droits. ".
" Art. 11. Les propriétaires de titres dématérialisés ne sont admis à faire valoir leurs droits réels, de nature incorporelle, qu'à l'égard du teneur de comptes auprès duquel ces titres sont inscrits en compte ou, s'ils maintiennent directement ces titres auprès du système de compensation de titres de la Banque Nationale de Belgique, à l'égard de celle-ci. Par exception, ils peuvent cependant :
- exercer un droit de revendication conformément aux dispositions des articles 8 et 9 de la présente loi, ainsi que de l'article 9bis, alinéas 2 à 4 de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières;
- exercer, s'il y a lieu, directement leurs droits associatifs auprès de l'émetteur;
- en cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur, exercer directement leurs droits de recours contre celui-ci.
Le paiement à la Banque Nationale de Belgique des intérêts et des capitaux échus des titres dématérialisés est libératoire pour l'émetteur.
La Banque Nationale de Belgique rétrocède ces intérêts et capitaux aux participants du système de compensation de titres en fonction des montants de titres inscrits en compte à leur nom à l'échéance. Ces paiements sont libératoires pour la Banque.
En cas de faillite ou de toute autre situation de concours dans le chef de l'émetteur de titres dématérialisés, tous les droits de recours contre lui s'exercent moyennant la production d'une attestation établie par le teneur de comptes ou la Banque Nationale de Belgique, certifiant le nombre de titres dématérialisés inscrits au nom du propriétaire ou de son intermédiaire à la date requise pour l'exercice de ces droits. ".
Art.25. Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 13. De Minister van Financiën mag een administratieve geldboete opleggen :
1° aan elke persoon die rekeningen van gedematerialiseerde effecten bijhoudt voor rekening van beleggers zonder te beschikken over de erkenning, bedoeld in artikel 3 of waarbij de perken vastgesteld in die erkenning worden overschreden;
2° aan elke erkende instelling die rekeningen bijhoudt die niet de regels en verplichtingen naleeft, opgelegd door de artikelen 3 tot 12, of door de bepalingen, uitgevaardigd door de Koning krachtens artikel 12, lid 1, na die te hebben gehoord of ten minste behoorlijk te hebben opgeroepen.
De geldboete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 1 000 frank noch hoger dan 100 000 frank, en in totaal niet meer dan 5 miljoen frank bedragen voor hetzelfde feit of geheel van feiten. De Koning kan het bedrag van de geldboetes bepalen naargelang van de aard van de tekortkoming. De geldboete wordt door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen geïnd ten gunste van de Schatkist.".
"Art. 13. De Minister van Financiën mag een administratieve geldboete opleggen :
1° aan elke persoon die rekeningen van gedematerialiseerde effecten bijhoudt voor rekening van beleggers zonder te beschikken over de erkenning, bedoeld in artikel 3 of waarbij de perken vastgesteld in die erkenning worden overschreden;
2° aan elke erkende instelling die rekeningen bijhoudt die niet de regels en verplichtingen naleeft, opgelegd door de artikelen 3 tot 12, of door de bepalingen, uitgevaardigd door de Koning krachtens artikel 12, lid 1, na die te hebben gehoord of ten minste behoorlijk te hebben opgeroepen.
De geldboete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 1 000 frank noch hoger dan 100 000 frank, en in totaal niet meer dan 5 miljoen frank bedragen voor hetzelfde feit of geheel van feiten. De Koning kan het bedrag van de geldboetes bepalen naargelang van de aard van de tekortkoming. De geldboete wordt door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen geïnd ten gunste van de Schatkist.".
Art.25. L'article 13 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 13. Le Ministre des Finances peut infliger une amende administrative :
1° à toute personne qui tient des comptes de titres dématérialisés pour compte d'investisseurs, sans jouir de l'agrément visé à l'article 3 ou en violation des limites fixées par cet agrément;
2° à tout teneur de compte agréé qui ne respecte pas les règles et obligations imposées par les articles 3 à 12, ou par les dispositions arrêtées par le Roi en exécution de l'article 12, alinéa 1er, après l'avoir entendu ou à tout le moins dûment convoqué.
L'amende ne peut être, par jour de calendrier, inférieure à 1 000 francs ni supérieure à 100 000 francs, ni au total, pour le même fait ou ensemble de faits, supérieure à 5 millions de francs. Le Roi peut fixer le montant des amendes en fonction de la nature du manquement. L'amende est recouvrée, au profit du Trésor, par l'Administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines. ".
" Art. 13. Le Ministre des Finances peut infliger une amende administrative :
1° à toute personne qui tient des comptes de titres dématérialisés pour compte d'investisseurs, sans jouir de l'agrément visé à l'article 3 ou en violation des limites fixées par cet agrément;
2° à tout teneur de compte agréé qui ne respecte pas les règles et obligations imposées par les articles 3 à 12, ou par les dispositions arrêtées par le Roi en exécution de l'article 12, alinéa 1er, après l'avoir entendu ou à tout le moins dûment convoqué.
L'amende ne peut être, par jour de calendrier, inférieure à 1 000 francs ni supérieure à 100 000 francs, ni au total, pour le même fait ou ensemble de faits, supérieure à 5 millions de francs. Le Roi peut fixer le montant des amendes en fonction de la nature du manquement. L'amende est recouvrée, au profit du Trésor, par l'Administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines. ".
Art.26. In het opschrift van Hoofdstuk III van dezelfde wet worden de woorden "en de eigendomsoverdrachten tot zekerheid" toegevoegd.
Art.26. Dans l'intitulé du Chapitre III de la même loi, les mots " et aux transferts de propriété à titre de garantie " sont ajoutés.
Art.27. Artikel 23 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 23. De bepalingen van Boek III, Titel XVII van het Burgerlijk Wetboek en van Boek I, Titel VI van het Wetboek van koophandel zijn niet van toepassing op de contante verkopen van financiële instrumenten in de zin van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, die tussen dezelfde partijen worden gesloten met gelijktijdige terugkoop op bepaalde of onbepaalde termijn van financiële instrumenten met dezelfde kenmerken en voor hetzelfde bedrag, ongeacht de overeengekomen prijs-, leverings-, of looptijdvoorwaarden.
De prijsvoorwaarden die betrekking hebben op de cessies-retrocessies in de zin van dit artikel omvatten de overdrachten van financiële instrumenten of van gelden bestemd om tijdens de duur van de overeenkomst het overeengekomen evenwicht te bewaren tussen de prestaties van de partijen, hetzij voor een bepaalde transactie, hetzij gezamenlijk voor alle transacties tussen de wederpartijen of voor een gedeelte ervan.
De leveringsvoorwaarden in de zin van deze bepaling omvatten de vervanging van financiële instrumenten die aanvankelijk ter uitvoering van de contante verkoop zijn geleverd door nieuwe financiële instrumenten, tijdens de duur van de overeenkomst.".
"Art. 23. De bepalingen van Boek III, Titel XVII van het Burgerlijk Wetboek en van Boek I, Titel VI van het Wetboek van koophandel zijn niet van toepassing op de contante verkopen van financiële instrumenten in de zin van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, die tussen dezelfde partijen worden gesloten met gelijktijdige terugkoop op bepaalde of onbepaalde termijn van financiële instrumenten met dezelfde kenmerken en voor hetzelfde bedrag, ongeacht de overeengekomen prijs-, leverings-, of looptijdvoorwaarden.
De prijsvoorwaarden die betrekking hebben op de cessies-retrocessies in de zin van dit artikel omvatten de overdrachten van financiële instrumenten of van gelden bestemd om tijdens de duur van de overeenkomst het overeengekomen evenwicht te bewaren tussen de prestaties van de partijen, hetzij voor een bepaalde transactie, hetzij gezamenlijk voor alle transacties tussen de wederpartijen of voor een gedeelte ervan.
De leveringsvoorwaarden in de zin van deze bepaling omvatten de vervanging van financiële instrumenten die aanvankelijk ter uitvoering van de contante verkoop zijn geleverd door nieuwe financiële instrumenten, tijdens de duur van de overeenkomst.".
Art.27. L'article 23 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 23. Les dispositions du Livre III, Titre XVII du Code civil et du Livre Ier, Titre VI du Code de commerce ne sont pas applicables aux opérations de vente au comptant d'instruments financiers au sens de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements, comportant simultanément, entre les mêmes parties, un rachat à terme déterminé ou indéterminé d'instruments financiers présentant les mêmes caractéristiques et pour le même montant, quelles que soient les modalités de prix, de livraison ou d'échéance convenues.
Relèvent des modalités de prix afférentes aux opérations de cession-rétrocession au sens de la présente disposition, les transferts d'instruments financiers ou d'espèces destinés à assurer en cours de contrat l'équilibre convenu entre les prestations des parties, soit pour une opération déterminée, soit globalement pour tout ou partie des opérations entre cocontractants.
Relèvent des modalités de livraison au sens de la présente disposition, la substitution en cours de contrat de nouveaux instruments financiers aux instruments financiers livrés initialement en exécution de la vente au comptant. ".
" Art. 23. Les dispositions du Livre III, Titre XVII du Code civil et du Livre Ier, Titre VI du Code de commerce ne sont pas applicables aux opérations de vente au comptant d'instruments financiers au sens de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements, comportant simultanément, entre les mêmes parties, un rachat à terme déterminé ou indéterminé d'instruments financiers présentant les mêmes caractéristiques et pour le même montant, quelles que soient les modalités de prix, de livraison ou d'échéance convenues.
Relèvent des modalités de prix afférentes aux opérations de cession-rétrocession au sens de la présente disposition, les transferts d'instruments financiers ou d'espèces destinés à assurer en cours de contrat l'équilibre convenu entre les prestations des parties, soit pour une opération déterminée, soit globalement pour tout ou partie des opérations entre cocontractants.
Relèvent des modalités de livraison au sens de la présente disposition, la substitution en cours de contrat de nouveaux instruments financiers aux instruments financiers livrés initialement en exécution de la vente au comptant. ".
Art.28. Artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 24. Behoudens andersluidende overeenkomst is bij niet-betaling op de vervaldag van de prijs van terugkoop op termijn, de verkoper op termijn verplicht om de financiële instrumenten tegen de voordeligste prijs en binnen de kortst mogelijke termijn, rekening houdend met de omvang van de transacties, te gelde te maken.
De opbrengst van de verkoop van die financiële instrumenten wordt in mindering gebracht van de vordering, in hoofdsom, interesten en kosten, van de verkoper op termijn. Het eventuele overschot van de opbrengst van deze tegeldemaking komt toe aan de koper op termijn.
De uitoefening van de rechten, krachtens dit artikel toegekend aan de verkoper op termijn, wordt niet geschorst door het faillissement van zijn tegenpartij, noch door het optreden van enig ander geval van samenloop tussen schuldeisers van deze laatste.".
"Art. 24. Behoudens andersluidende overeenkomst is bij niet-betaling op de vervaldag van de prijs van terugkoop op termijn, de verkoper op termijn verplicht om de financiële instrumenten tegen de voordeligste prijs en binnen de kortst mogelijke termijn, rekening houdend met de omvang van de transacties, te gelde te maken.
De opbrengst van de verkoop van die financiële instrumenten wordt in mindering gebracht van de vordering, in hoofdsom, interesten en kosten, van de verkoper op termijn. Het eventuele overschot van de opbrengst van deze tegeldemaking komt toe aan de koper op termijn.
De uitoefening van de rechten, krachtens dit artikel toegekend aan de verkoper op termijn, wordt niet geschorst door het faillissement van zijn tegenpartij, noch door het optreden van enig ander geval van samenloop tussen schuldeisers van deze laatste.".
Art.28. L'article 24 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 24. Sauf convention contraire, le non-paiement à échéance du prix de rachat à terme oblige le vendeur à terme à réaliser les instruments financiers au prix le plus avantageux et dans les plus brefs délais possibles, compte tenu du volume des transactions.
Le produit de la réalisation de ces instruments financiers est imputé sur la créance en principal, intérêts et frais, du vendeur à terme. Le solde éventuel du produit de cette réalisation revient à l'acheteur à terme.
L'exercice des droits conférés au vendeur à terme par le présent article n'est suspendu ni par la faillite de sa contrepartie ni par la survenance de toute autre situation de concours entre créanciers de cette dernière. ".
" Art. 24. Sauf convention contraire, le non-paiement à échéance du prix de rachat à terme oblige le vendeur à terme à réaliser les instruments financiers au prix le plus avantageux et dans les plus brefs délais possibles, compte tenu du volume des transactions.
Le produit de la réalisation de ces instruments financiers est imputé sur la créance en principal, intérêts et frais, du vendeur à terme. Le solde éventuel du produit de cette réalisation revient à l'acheteur à terme.
L'exercice des droits conférés au vendeur à terme par le présent article n'est suspendu ni par la faillite de sa contrepartie ni par la survenance de toute autre situation de concours entre créanciers de cette dernière. ".
Art.29. Artikel 25 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 25. Behoudens andersluidende overeenkomst is, bij niet-levering op de vervaldag van de financiële instrumenten teruggekocht op termijn, de koper op termijn verplicht om financiële instrumenten te verwerven op de markt met dezelfde kenmerken en voor hetzelfde bedrag, tegen de voordeligste prijs en binnen de kortst mogelijke termijn rekening houdend met de omvang van de transacties.
Indien de verwerving van dergelijke financiële instrumenten, in de in het vorig lid bedoelde voorwaarden, tegen een lagere prijs geschiedt dan de voor de terugkoop op termijn overeengekomen prijs, komt het eventuele overschot toe aan de verkoper op termijn, na aftrek van de kosten en interesten die desgevallend aan de koper op termijn verschuldigd zijn.
De uitoefening van de rechten, krachtens dit artikel toegekend aan de koper op termijn, wordt niet geschorst door het faillissement van zijn tegenpartij, noch door het optreden van enig ander geval van samenloop tussen schuldeisers van deze laatste.".
"Art. 25. Behoudens andersluidende overeenkomst is, bij niet-levering op de vervaldag van de financiële instrumenten teruggekocht op termijn, de koper op termijn verplicht om financiële instrumenten te verwerven op de markt met dezelfde kenmerken en voor hetzelfde bedrag, tegen de voordeligste prijs en binnen de kortst mogelijke termijn rekening houdend met de omvang van de transacties.
Indien de verwerving van dergelijke financiële instrumenten, in de in het vorig lid bedoelde voorwaarden, tegen een lagere prijs geschiedt dan de voor de terugkoop op termijn overeengekomen prijs, komt het eventuele overschot toe aan de verkoper op termijn, na aftrek van de kosten en interesten die desgevallend aan de koper op termijn verschuldigd zijn.
De uitoefening van de rechten, krachtens dit artikel toegekend aan de koper op termijn, wordt niet geschorst door het faillissement van zijn tegenpartij, noch door het optreden van enig ander geval van samenloop tussen schuldeisers van deze laatste.".
Art.29. L'article 25 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 25. Sauf convention contraire, le défaut de livraison à échéance des instruments financiers rachetés à terme oblige l'acheteur à terme à acquérir sur le marché des instruments financiers présentant les mêmes caractéristiques et pour le même montant, au prix le plus avantageux et dans les plus brefs délais possibles, compte tenu du volume des transactions.
Si l'acquisition de tels instruments financiers, dans les conditions visés à l'alinéa qui précède, s'effectue à un prix inférieur au prix stipulé conventionnellement pour le rachat à terme, le surplus éventuel revient au vendeur à terme, après déduction des frais et intérêts dus, s'il échet, à l'acheteur à terme.
L'exercice des droits conférés à l'acheteur à terme par le présent article n'est suspendu ni par la faillite de sa contrepartie ni par la survenance de toute autre situation de concours entre créanciers de cette dernière. ".
" Art. 25. Sauf convention contraire, le défaut de livraison à échéance des instruments financiers rachetés à terme oblige l'acheteur à terme à acquérir sur le marché des instruments financiers présentant les mêmes caractéristiques et pour le même montant, au prix le plus avantageux et dans les plus brefs délais possibles, compte tenu du volume des transactions.
Si l'acquisition de tels instruments financiers, dans les conditions visés à l'alinéa qui précède, s'effectue à un prix inférieur au prix stipulé conventionnellement pour le rachat à terme, le surplus éventuel revient au vendeur à terme, après déduction des frais et intérêts dus, s'il échet, à l'acheteur à terme.
L'exercice des droits conférés à l'acheteur à terme par le présent article n'est suspendu ni par la faillite de sa contrepartie ni par la survenance de toute autre situation de concours entre créanciers de cette dernière. ".
Art.30. Een artikel 25bis wordt ingevoegd in dezelfde wet, luidend als volgt :
"Art. 25bis. § 1. De bepalingen van Boek III, Titel XVII van het Burgerlijk Wetboek en van Boek I, Titel VI van het Wetboek van koophandel zijn niet van toepassing op de eigendomsoverdrachten van de op rekening geboekte financiële instrumenten en van gelden, die worden verricht teneinde de verbintenissen te waarborgen van een kredietinstelling, een financiële instelling, een beleggingsonderneming, een verzekerings- of herverzekeringsonderneming, een pensioenfonds, een instelling voor collectieve belegging, de Nationale Bank van België, het Herdisconterings- en Waarborginstituut, het Rentefonds, of van vennootschappen die, zelfs bijkomstig, beleggingswerkzaamheden uitoefenen voor eigen rekening of voor rekening van derden, of van buitenlandse vennootschappen of instellingen met een gelijkwaardig statuut, en die een verbintenis van de overnemer inhouden de overgedragen financiële instrumenten of gelden, of gelijkwaardige instrumenten of waarden, terug over te dragen, behalve in geval van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van de gewaarborgde verbintenis. Hetzelfde geldt voor de overdrachten van op rekening geboekte financiële instrumenten of van gelden bestemd om gedurende de overeenkomst het overeengekomen evenwicht te bewaren tussen de prestaties van de partijen, hetzij met betrekking tot een bepaalde transactie, hetzij globaal met betrekking tot alle of een gedeelte van de transacties tussen de wederpartijen, alsmede voor de substitutie gedurende de overeenkomst van de oorspronkelijk overgedragen waarden door nieuwe financiële instrumenten of andere gelden.
§ 2. De in § 1 bedoelde eigendomsoverdrachten zijn geldig en tegenwerpelijk aan derden, niettegenstaande het faillissement of het ontstaan van enig ander geval van samenloop tussen de schuldeisers van één van de partijen bij deze overeenkomsten.".
"Art. 25bis. § 1. De bepalingen van Boek III, Titel XVII van het Burgerlijk Wetboek en van Boek I, Titel VI van het Wetboek van koophandel zijn niet van toepassing op de eigendomsoverdrachten van de op rekening geboekte financiële instrumenten en van gelden, die worden verricht teneinde de verbintenissen te waarborgen van een kredietinstelling, een financiële instelling, een beleggingsonderneming, een verzekerings- of herverzekeringsonderneming, een pensioenfonds, een instelling voor collectieve belegging, de Nationale Bank van België, het Herdisconterings- en Waarborginstituut, het Rentefonds, of van vennootschappen die, zelfs bijkomstig, beleggingswerkzaamheden uitoefenen voor eigen rekening of voor rekening van derden, of van buitenlandse vennootschappen of instellingen met een gelijkwaardig statuut, en die een verbintenis van de overnemer inhouden de overgedragen financiële instrumenten of gelden, of gelijkwaardige instrumenten of waarden, terug over te dragen, behalve in geval van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van de gewaarborgde verbintenis. Hetzelfde geldt voor de overdrachten van op rekening geboekte financiële instrumenten of van gelden bestemd om gedurende de overeenkomst het overeengekomen evenwicht te bewaren tussen de prestaties van de partijen, hetzij met betrekking tot een bepaalde transactie, hetzij globaal met betrekking tot alle of een gedeelte van de transacties tussen de wederpartijen, alsmede voor de substitutie gedurende de overeenkomst van de oorspronkelijk overgedragen waarden door nieuwe financiële instrumenten of andere gelden.
§ 2. De in § 1 bedoelde eigendomsoverdrachten zijn geldig en tegenwerpelijk aan derden, niettegenstaande het faillissement of het ontstaan van enig ander geval van samenloop tussen de schuldeisers van één van de partijen bij deze overeenkomsten.".
Art.30. Un article 25bis est inséré dans la même loi, libellé comme suit :
" Art. 25bis. § 1er. Les dispositions du Livre III, Titre XVII du Code civil et du Livre Ier, Titre VI du Code de commerce ne sont pas applicables aux transferts de propriété d'instruments financiers inscrits en compte ou d'espèces en vue de garantir les engagements d'un établissement de crédit, d'un établissement financier, d'une entreprise d'investissement, d'une entreprise d'assurance ou de réassurance, d'un fonds de pension, d'un organisme de placement collectif, de la Banque Nationale de Belgique, de l'Institut de réescompte et de garantie, du Fonds des rentes, ou de sociétés pratiquement même accessoirement des activités d'investissement pour compte propre ou pour compte de tiers, ou de sociétés ou d'organismes étrangers ayant un statut équivalent, qui comprennent un engagement du cessionnaire de rétrocéder les instruments financiers ou les espèces cédées, ou des instruments ou valeurs équivalents, sauf en cas d'inexécution totale ou partielle de l'engagement garanti. Il en va de même des transferts d'instruments financiers inscrits en compte ou d'espèces, destinés à assurer en cours de contrat l'équilibre convenu entre les prestations des parties, soit pour une opération déterminée, soit globalement pour tout ou partie des opérations entre cocontractants, ainsi que de la substitution en cours de contrat de nouveaux instruments financiers ou d'autres espèces aux avoirs cédés initialement.
§ 2. Les transferts de propriété visés au § 1er sont valables et opposables aux tiers nonobstant la faillite ou la survenance de toute autre situation de concours entre les créanciers d'une des parties à ses conventions. ".
" Art. 25bis. § 1er. Les dispositions du Livre III, Titre XVII du Code civil et du Livre Ier, Titre VI du Code de commerce ne sont pas applicables aux transferts de propriété d'instruments financiers inscrits en compte ou d'espèces en vue de garantir les engagements d'un établissement de crédit, d'un établissement financier, d'une entreprise d'investissement, d'une entreprise d'assurance ou de réassurance, d'un fonds de pension, d'un organisme de placement collectif, de la Banque Nationale de Belgique, de l'Institut de réescompte et de garantie, du Fonds des rentes, ou de sociétés pratiquement même accessoirement des activités d'investissement pour compte propre ou pour compte de tiers, ou de sociétés ou d'organismes étrangers ayant un statut équivalent, qui comprennent un engagement du cessionnaire de rétrocéder les instruments financiers ou les espèces cédées, ou des instruments ou valeurs équivalents, sauf en cas d'inexécution totale ou partielle de l'engagement garanti. Il en va de même des transferts d'instruments financiers inscrits en compte ou d'espèces, destinés à assurer en cours de contrat l'équilibre convenu entre les prestations des parties, soit pour une opération déterminée, soit globalement pour tout ou partie des opérations entre cocontractants, ainsi que de la substitution en cours de contrat de nouveaux instruments financiers ou d'autres espèces aux avoirs cédés initialement.
§ 2. Les transferts de propriété visés au § 1er sont valables et opposables aux tiers nonobstant la faillite ou la survenance de toute autre situation de concours entre les créanciers d'une des parties à ses conventions. ".
Art.31. Artikel 26 van dezelfde wet, opgeheven door de wet van 6 augustus 1993, wordt opnieuw ingevoerd, luidend als volgt :
"Art. 26. Artikel 17 van de faillissementswet is niet van toepassing op de in de artikelen 23 en 25bis van deze wet bedoelde transacties.".
"Art. 26. Artikel 17 van de faillissementswet is niet van toepassing op de in de artikelen 23 en 25bis van deze wet bedoelde transacties.".
Art.31. L'article 26 de la même loi, abrogé par la loi du 6 août 1993, est réinséré et libellé comme suit :
" Art. 26. L'article 17 de la loi sur les faillites n'est pas applicable aux opérations visées aux articles 23 et 25bis de la présente loi. ".
" Art. 26. L'article 17 de la loi sur les faillites n'est pas applicable aux opérations visées aux articles 23 et 25bis de la présente loi. ".
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.
CHAPITRE IV. - Modifications à la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt.
Art.32. In artikel 3 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, vervangen bij de wet van 4 april 1995, worden de woorden "en artikel 5" vervangen door de woorden "en artikel 5, §§ 2 en 3".
Art.32. Dans l'article 3 de la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt, remplacé par la loi du 4 avril 1995, les mots " et l'article 5 " sont remplacés par les mots " et l'article 5, §§ 2 et 3 ".
Art.33. In artikel 4, derde lid van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 67 en volgende van de wet van 4 december 1990" vervangen door de woorden "de artikelen 30 en volgende van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs".
Art.33. Dans l'article 4, alinéa 3 de la même loi, les mots " des articles 67 et suivants de la loi du 4 décembre 1990 " sont remplacés par les mots " des articles 30 et suivants de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placement ".
Art.34. Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 5. § 1. Voor elk emmissieprogramma van thesauriebewijzen stelt de emittent een prospectus op. De emittent maakt deze prospectus bekend door een exemplaar te bezorgen aan eenieder die erom verzoekt, onverminderd het recht van de emittent om de bekendmaking door elk ander supplementair middel te waarborgen.
Deze prospectus bevat de gegevens die, naargelang de kenmerken van de desbetreffende transactie, noodzakelijk zijn opdat de inschrijvers en verwervers een oordeel kunnen vormen omtrent de aard van de zaak en de aan de effecten verbonden rechten. Bovendien worden de algemene voorwaarden van het programma integraal weergegeven.
§ 2. Gaan als bijlage bij de prospectus :
- het verslag en de jaarrekening van de emittent betreffende het laatste boekjaar;
- de semestriële informatie bedoeld in artikel 2, indien deze recenter is.
§ 3. Elk betekenisvol nieuw feit dat het oordeel van de inschrijvers of de verwervers kan beïnvloeden en zich in de loop van het emissieprogramma voordoet, moet worden vermeld in een aanvulling van de prospectus.
§ 4. De Koning bepaalt :
1° de minimuminhoud van de prospectus en zijn aanvullingen;
2° de termijnen binnen welke de prospectus en zijn aanvullingen moeten worden verspreid, alsook de modaliteiten van de verspreiding.
De Koning kan, volgens de door Hem vastgestelde regels, gehele of gedeeltelijke vrijstelling geven voor de programma's van thesauriebewijzen waarvan een in artikel 3 bedoeld persoon de emittent of de onherroepelijke en onvoorwaardelijke waarborgverstrekker is.
§ 5. De vermelding van de algemene voorwaarden van het programma in de prospectus heeft tot gevolg dat deze tegenstelbaar worden aan de inschrijvers en verwervers van nominatieve of gedematerialiseerde thesauriebewijzen.".
"Art. 5. § 1. Voor elk emmissieprogramma van thesauriebewijzen stelt de emittent een prospectus op. De emittent maakt deze prospectus bekend door een exemplaar te bezorgen aan eenieder die erom verzoekt, onverminderd het recht van de emittent om de bekendmaking door elk ander supplementair middel te waarborgen.
Deze prospectus bevat de gegevens die, naargelang de kenmerken van de desbetreffende transactie, noodzakelijk zijn opdat de inschrijvers en verwervers een oordeel kunnen vormen omtrent de aard van de zaak en de aan de effecten verbonden rechten. Bovendien worden de algemene voorwaarden van het programma integraal weergegeven.
§ 2. Gaan als bijlage bij de prospectus :
- het verslag en de jaarrekening van de emittent betreffende het laatste boekjaar;
- de semestriële informatie bedoeld in artikel 2, indien deze recenter is.
§ 3. Elk betekenisvol nieuw feit dat het oordeel van de inschrijvers of de verwervers kan beïnvloeden en zich in de loop van het emissieprogramma voordoet, moet worden vermeld in een aanvulling van de prospectus.
§ 4. De Koning bepaalt :
1° de minimuminhoud van de prospectus en zijn aanvullingen;
2° de termijnen binnen welke de prospectus en zijn aanvullingen moeten worden verspreid, alsook de modaliteiten van de verspreiding.
De Koning kan, volgens de door Hem vastgestelde regels, gehele of gedeeltelijke vrijstelling geven voor de programma's van thesauriebewijzen waarvan een in artikel 3 bedoeld persoon de emittent of de onherroepelijke en onvoorwaardelijke waarborgverstrekker is.
§ 5. De vermelding van de algemene voorwaarden van het programma in de prospectus heeft tot gevolg dat deze tegenstelbaar worden aan de inschrijvers en verwervers van nominatieve of gedematerialiseerde thesauriebewijzen.".
Art.34. L'article 5 de la même loi, modifié par la loi du 4 avril 1995, est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 5. § 1er. Pour chaque programme d'émission de billets de trésorerie, l'émetteur établit un prospectus. L'émetteur assure la publicité de ce prospectus en en communiquant un exemplaire à toute personne qui le lui demande, sans préjudice du droit pour l'émetteur d'en assurer la publicité par tout autre moyen complémentaire.
Ce prospectus contient les éléments qui, selon les caractéristiques de l'opération concernée, sont nécessaires pour que les souscripteurs et les acquéreurs puissent porter un jugement fondé sur la nature de l'affaire et sur les droits attachés aux titres. Il reproduit en outre intégralement les conditions générales du programme.
§ 2. Sont joints en annexe au prospectus :
- le rapport et les comptes annuels de l'émetteur relatifs au dernier exercice;
- si elles sont plus récentes, les informations semestrielles visées à l'article 2.
§ 3. Tout fait nouveau significatif pouvant influencer le jugement des souscripteurs ou des acquéreurs, et intervenant au cours du programme d'émission, doit faire l'objet d'un complément au prospectus.
§ 4. Le Roi détermine :
1° le contenu minimum du prospectus et de ses compléments;
2° les délais dans lesquels le prospectus et ses compléments doivent être diffusés, de même que les modalités de diffusion.
Le Roi peut, selon les modalités qu'Il détermine, exempter de l'application de certaines ou de toutes les dispositions arrêtées en vertu du 1er alinéa, les programmes des billets de trésorerie dont une personne visée à l'article 3 est l'émetteur ou le garant irrévocable et inconditionnel.
§ 5. La reproduction des conditions générales du programme dans le prospectus a pour effet de les rendre opposables aux souscripteurs et acquéreurs de billets de trésorerie nominatifs ou dématérialisés. ".
" Art. 5. § 1er. Pour chaque programme d'émission de billets de trésorerie, l'émetteur établit un prospectus. L'émetteur assure la publicité de ce prospectus en en communiquant un exemplaire à toute personne qui le lui demande, sans préjudice du droit pour l'émetteur d'en assurer la publicité par tout autre moyen complémentaire.
Ce prospectus contient les éléments qui, selon les caractéristiques de l'opération concernée, sont nécessaires pour que les souscripteurs et les acquéreurs puissent porter un jugement fondé sur la nature de l'affaire et sur les droits attachés aux titres. Il reproduit en outre intégralement les conditions générales du programme.
§ 2. Sont joints en annexe au prospectus :
- le rapport et les comptes annuels de l'émetteur relatifs au dernier exercice;
- si elles sont plus récentes, les informations semestrielles visées à l'article 2.
§ 3. Tout fait nouveau significatif pouvant influencer le jugement des souscripteurs ou des acquéreurs, et intervenant au cours du programme d'émission, doit faire l'objet d'un complément au prospectus.
§ 4. Le Roi détermine :
1° le contenu minimum du prospectus et de ses compléments;
2° les délais dans lesquels le prospectus et ses compléments doivent être diffusés, de même que les modalités de diffusion.
Le Roi peut, selon les modalités qu'Il détermine, exempter de l'application de certaines ou de toutes les dispositions arrêtées en vertu du 1er alinéa, les programmes des billets de trésorerie dont une personne visée à l'article 3 est l'émetteur ou le garant irrévocable et inconditionnel.
§ 5. La reproduction des conditions générales du programme dans le prospectus a pour effet de les rendre opposables aux souscripteurs et acquéreurs de billets de trésorerie nominatifs ou dématérialisés. ".
Art.35. (Opgeheven) <W 2005-12-14/31, art. 41, 003 ; Inwerkingtreding : 23-12-2005>
Art.35. (Abrogé) <L 2005-12-14/31, art. 41, 003 ; En vigueur : 23-12-2005>
HOOFDSTUK V. - Wijziging in de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten.
CHAPITRE V. - Modification à la loi du 6 août 1993 relative aux opérations sur certaines valeurs mobilières.
Art.36. In artikel 15 van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten worden de woorden ", door de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas (CIK)" ingevoegd tussen de woorden "Nationale Bank van België" en "of door één of meer in België gevestigde kredietinstellingen".
Art.36. Dans l'article 15 de la loi du 6 août 1993 relative aux opérations sur certaines valeurs mobilières, les mots " , la Caisse interprofessionnelle de dépôts et de virements de titres (CIK) " sont insérés entre les mots " Banque Nationale de Belgique " et " ou par un ou plusieurs établissements ".
HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen in de wet van 2 augustus 1955 houdende opheffing van het Fonds tot delging der Staatsschuld.
CHAPITRE VI. - Modifications à la loi du 2 août 1955 portant suppression du Fonds d'amortissement de la dette publique.
Art.37. In artikel 6 van de wet van 2 augustus 1955 houdende opheffing van het Fonds tot delging der Staatsschuld, gewijzigd door de wet van 4 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, wordt het woord "afkopen" vervangen door het woord "amortisatieverrichtingen";
2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid :
"De Amortisatiekas kan afgeloste effecten aan toonder aanhouden bij de Rijkskassier, opdat hij ze, indien nodig, bestemt voor omzetting in inschrijvingen op naam of gedematerialiseerde effecten";
3° het artikel wordt aangevuld met volgend lid :
"De inschrijvingen op naam of de gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn ingeschreven en die zijn afgelost, worden de facto geschrapt, respectievelijk uit de grootboeken van de overheidsschuld en van de rekening van de Schatkist die in het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België is geopend, op de dag van de terugbetaling aan de rechthebbenden van de bedoelde inschrijvingen of effecten.".
1° in het eerste lid, wordt het woord "afkopen" vervangen door het woord "amortisatieverrichtingen";
2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid :
"De Amortisatiekas kan afgeloste effecten aan toonder aanhouden bij de Rijkskassier, opdat hij ze, indien nodig, bestemt voor omzetting in inschrijvingen op naam of gedematerialiseerde effecten";
3° het artikel wordt aangevuld met volgend lid :
"De inschrijvingen op naam of de gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn ingeschreven en die zijn afgelost, worden de facto geschrapt, respectievelijk uit de grootboeken van de overheidsschuld en van de rekening van de Schatkist die in het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België is geopend, op de dag van de terugbetaling aan de rechthebbenden van de bedoelde inschrijvingen of effecten.".
Art.37. A l'article 6 de la loi du 2 août 1955 portant suppression du Fonds d'amortissement de la dette publique, modifié par la loi du 4 avril 1995, sont apportées les modifications suivantes :
1° à l'alinéa 1er, le mot " rachats " est remplacé par les mots " opérations d'amortissement ";
2° l'alinéa 2 est remplacé par l'alinéa suivant :
" La Caisse d'amortissement peut maintenir auprès du Caissier de l'Etat les titres au porteur amortis, afin qu'il les affecte, si nécessaire, à la conversion d'inscriptions nominatives ou de titres dématérialisés. ";
3° l'article est complété par l'alinéa suivant :
" Les inscriptions nominatives ou les titres dématérialisés inscrits exclusivement en compte, amortis, sont radiés de facto, respectivement des grands-livres de la dette publique ou du compte du Trésor ouvert dans le système de compensation de titres de la Banque Nationale de Belgique, au jour du remboursement aux ayants-droit desdites inscriptions ou desdits titres. ".
1° à l'alinéa 1er, le mot " rachats " est remplacé par les mots " opérations d'amortissement ";
2° l'alinéa 2 est remplacé par l'alinéa suivant :
" La Caisse d'amortissement peut maintenir auprès du Caissier de l'Etat les titres au porteur amortis, afin qu'il les affecte, si nécessaire, à la conversion d'inscriptions nominatives ou de titres dématérialisés. ";
3° l'article est complété par l'alinéa suivant :
" Les inscriptions nominatives ou les titres dématérialisés inscrits exclusivement en compte, amortis, sont radiés de facto, respectivement des grands-livres de la dette publique ou du compte du Trésor ouvert dans le système de compensation de titres de la Banque Nationale de Belgique, au jour du remboursement aux ayants-droit desdites inscriptions ou desdits titres. ".
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires et finales.
Art.38. De hierna beschreven rechten en plichten van de Nationale Bank van België worden van rechtswege overgedragen aan de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas, onder de volgende voorwaarden en in de mate dat :
- de rechten en plichten voortvloeien uit een overeenkomst afgesloten tussen de Nationale Bank van België, een emittent en, in voorkomend geval, zijn financiële agent of agenten;
- de bovenbedoelde overeenkomst de wijze regelt van bewaargeving, van boeking op rekening, van clearing of van betaling van financiële instrumenten of effecten die niet in artikel 1bis, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 62, noch in artikel 1 van de voornoemde wet van 2 januari 1991, noch in artikel 7, § 1, van de voornoemde wet van 22 juli 1991, zoals gewijzigd door deze wet, worden bedoeld;
- de bovenbedoelde overeenkomst verband houdt met financiële instrumenten of effecten uitgegeven vóór de door de Koning bepaalde datum;
- enkel het gedeelte van rechten en plichten wordt overgedragen dat verband houdt met de periode die volgt op de datum waarop deze wet in werking treedt voor de financiële instrumenten of effecten bedoeld in voornoemde overeenkomst.
Met het oog op de toepassing van het eerste lid, moeten de verwijzingen naar de Nationale Bank van België in de overeenkomsten bedoeld in het lid, begrepen worden als verwijzingen naar de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas (CIK).
De Nationale Bank van België en de Interprofessionele Kas delen aan de emittenten en de financiële agenten, die de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten hebben ondertekend, de inhoud van dit artikel en de nadere regels voor de overgang mee, die zij onderling hebben overeengekomen.".
- de rechten en plichten voortvloeien uit een overeenkomst afgesloten tussen de Nationale Bank van België, een emittent en, in voorkomend geval, zijn financiële agent of agenten;
- de bovenbedoelde overeenkomst de wijze regelt van bewaargeving, van boeking op rekening, van clearing of van betaling van financiële instrumenten of effecten die niet in artikel 1bis, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 62, noch in artikel 1 van de voornoemde wet van 2 januari 1991, noch in artikel 7, § 1, van de voornoemde wet van 22 juli 1991, zoals gewijzigd door deze wet, worden bedoeld;
- de bovenbedoelde overeenkomst verband houdt met financiële instrumenten of effecten uitgegeven vóór de door de Koning bepaalde datum;
- enkel het gedeelte van rechten en plichten wordt overgedragen dat verband houdt met de periode die volgt op de datum waarop deze wet in werking treedt voor de financiële instrumenten of effecten bedoeld in voornoemde overeenkomst.
Met het oog op de toepassing van het eerste lid, moeten de verwijzingen naar de Nationale Bank van België in de overeenkomsten bedoeld in het lid, begrepen worden als verwijzingen naar de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas (CIK).
De Nationale Bank van België en de Interprofessionele Kas delen aan de emittenten en de financiële agenten, die de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten hebben ondertekend, de inhoud van dit artikel en de nadere regels voor de overgang mee, die zij onderling hebben overeengekomen.".
Art.38. Les droits et obligations, décrits ci-après, de la Banque Nationale de Belgique sont transférés de plein droit à la Caisse interprofessionnelle de dépôts et de virements de titres aux conditions suivantes et dans la mesure où :
- les droits et obligations résultent d'une convention conclue entre la Banque Nationale de Belgique, un émetteur et, le cas échéant, son ou ses agents financiers;
- ladite convention règle des modalités de conservation, d'inscription en compte, de compensation ou de paiement d'instruments financiers ou titres qui ne sont visés ni à l'article 1erbis, § 1er, de l'arrêté royal n° 62 précité, ni à l'article 1er de la loi du 2 janvier 1991 précitée, ni à l'article 7, § 1er, de la loi du 22 juillet 1991 précitée, tels que modifiés par la présente loi;
- ladite convention est relative à des instruments financiers ou titres émis antérieurement à la date déterminée par le Roi;
- seule est transférée la partie de ces droits et obligations qui se rapporte à la période qui suit la date où la présente loi entre en vigueur pour les instruments financiers ou titres visés par ladite convention.
En vue de l'application de l'alinéa 1er, les références à la Banque Nationale de Belgique contenues dans les conventions y visées doivent être comprises comme étant faites à la Caisse interprofessionnelle de dépôts et de virements de titres (CIK).
La Banque Nationale de Belgique et la Caisse interprofessionnelle communiquent aux émetteurs et agents financiers, signataires des conventions visées à l'alinéa 1er le contenu du présent article et les modalités transitoires qu'elles arrêtent de commun accord. ".
- les droits et obligations résultent d'une convention conclue entre la Banque Nationale de Belgique, un émetteur et, le cas échéant, son ou ses agents financiers;
- ladite convention règle des modalités de conservation, d'inscription en compte, de compensation ou de paiement d'instruments financiers ou titres qui ne sont visés ni à l'article 1erbis, § 1er, de l'arrêté royal n° 62 précité, ni à l'article 1er de la loi du 2 janvier 1991 précitée, ni à l'article 7, § 1er, de la loi du 22 juillet 1991 précitée, tels que modifiés par la présente loi;
- ladite convention est relative à des instruments financiers ou titres émis antérieurement à la date déterminée par le Roi;
- seule est transférée la partie de ces droits et obligations qui se rapporte à la période qui suit la date où la présente loi entre en vigueur pour les instruments financiers ou titres visés par ladite convention.
En vue de l'application de l'alinéa 1er, les références à la Banque Nationale de Belgique contenues dans les conventions y visées doivent être comprises comme étant faites à la Caisse interprofessionnelle de dépôts et de virements de titres (CIK).
La Banque Nationale de Belgique et la Caisse interprofessionnelle communiquent aux émetteurs et agents financiers, signataires des conventions visées à l'alinéa 1er le contenu du présent article et les modalités transitoires qu'elles arrêtent de commun accord. ".
Art.39. § 1. De Koning kan de redactie van de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van de effecten en van de bepalingen waarbij ze uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn gewijzigd, wijzigen om ervoor te zorgen dat de grammaticale aanpassingen worden aangebracht die nodig zijn als gevolg van de wijzigingen die door artikel 4 van deze wet worden ingevoerd, alsook om de financiële terminologie in overeenstemming te brengen, zonder dat mag worden geraakt aan de beginselen die in die bepalingen vervat zijn.
§ 2. Voor financiële instrumenten, met uitzondering van effecten van schulden die uitgegeven of gewaarborgd worden door de in artikel 1bis van het voormelde koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 bedoelde personen, kan de Koning de volgende wetsbepalingen codificeren, in onderlinge overeenstemming brengen, groeperen en vereenvoudigen :
- het bovenvermeld koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967,
- de artikelen 52octies/1 tot 52octies/7 van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935,
- artikel 7, § 3, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen,
alsook de bepalingen waarbij ze uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn gewijzigd.
Daartoe kan Hij :
1° de te codificeren bepalingen anders schikken, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
2° de verwijzingen in de te codificeren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
3° de bepalingen met het oog op vereenvoudiging, onderlinge overeenstemming en eenheid van financiële terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
De in het eerste lid bedoelde ontwerpen van koninklijk besluit gaan vergezeld van een verslag aan de Koning en worden voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State voorgelegd. Dat advies wordt samen met het verslag aan de Koning en het desbetreffende koninklijk besluit bekendgemaakt.
Binnen het jaar dat volgt op de bekendmaking van deze koninklijke besluiten in het Belgisch Staatsblad wordt er aan de Wetgevende Kamers een wetsontwerp ter bekrachtiging van deze besluiten voorgelegd; indien zij niet binnen die termijn worden bekrachtigd, vervallen zij.".
§ 2. Voor financiële instrumenten, met uitzondering van effecten van schulden die uitgegeven of gewaarborgd worden door de in artikel 1bis van het voormelde koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 bedoelde personen, kan de Koning de volgende wetsbepalingen codificeren, in onderlinge overeenstemming brengen, groeperen en vereenvoudigen :
- het bovenvermeld koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967,
- de artikelen 52octies/1 tot 52octies/7 van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935,
- artikel 7, § 3, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen,
alsook de bepalingen waarbij ze uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn gewijzigd.
Daartoe kan Hij :
1° de te codificeren bepalingen anders schikken, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
2° de verwijzingen in de te codificeren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
3° de bepalingen met het oog op vereenvoudiging, onderlinge overeenstemming en eenheid van financiële terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
De in het eerste lid bedoelde ontwerpen van koninklijk besluit gaan vergezeld van een verslag aan de Koning en worden voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State voorgelegd. Dat advies wordt samen met het verslag aan de Koning en het desbetreffende koninklijk besluit bekendgemaakt.
Binnen het jaar dat volgt op de bekendmaking van deze koninklijke besluiten in het Belgisch Staatsblad wordt er aan de Wetgevende Kamers een wetsontwerp ter bekrachtiging van deze besluiten voorgelegd; indien zij niet binnen die termijn worden bekrachtigd, vervallen zij.".
Art.39. § 1er. Le Roi peut modifier la rédaction des dispositions de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 favorisant la circulation des valeurs mobilières et des dispositions qui les auraient expressément ou implicitement modifiées en vue d'assurer les concordances grammaticales nécessitées par les modifications introduites par l'article 4 de la présente loi et l'harmonisation de la terminologie financière, sans qu'il puisse être porté atteinte aux principes inscrits dans ces dispositions.
§ 2. Pour ce qui concerne les instruments financiers autres que les titres de dette émis ou garantis par les personnes visées à l'article 1erbis de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 précité, le Roi peut modifier, mettre en concordance, grouper et simplifier les dispositions législatives suivantes :
- l'arrêté royal n° 62 précité du 10 novembre 1967,
- les articles 52octies/1 à 52octies/7 des lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935,
- l'article 7, § 3, de la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt,
ainsi que les dispositions qui les auraient expressément ou implicitement modifiées.
A cette fin, Il peut :
1° modifier l'ordre, le numérotage et, en général, la présentation des dispositions à codifier;
2° modifier les références qui seraient contenues dans les dispositions à codifier en vue de les mettre en concordance avec le nouveau numérotage;
3° modifier la rédaction des dispositions en vue de les simplifier, d'assurer leur concordance et d'en unifier la terminologie financière, sans qu'il puisse être porté atteinte aux principes inscrits dans ces dispositions.
Les projets d'arrêté royal visés à l'alinéa 1er font l'objet d'un rapport au Roi et sont soumis à l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat. Cet avis est publié en même temps que le rapport au Roi et l'arrêté royal qui y est relatif.
Ces arrêtés royaux feront l'objet d'un projet de loi portant confirmation qui sera soumis aux Chambres législatives dans l'année qui suit leur publication au Moniteur belge et cesseront de produire leurs effets s'ils ne sont pas confirmés dans ce délai.
§ 2. Pour ce qui concerne les instruments financiers autres que les titres de dette émis ou garantis par les personnes visées à l'article 1erbis de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 précité, le Roi peut modifier, mettre en concordance, grouper et simplifier les dispositions législatives suivantes :
- l'arrêté royal n° 62 précité du 10 novembre 1967,
- les articles 52octies/1 à 52octies/7 des lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935,
- l'article 7, § 3, de la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt,
ainsi que les dispositions qui les auraient expressément ou implicitement modifiées.
A cette fin, Il peut :
1° modifier l'ordre, le numérotage et, en général, la présentation des dispositions à codifier;
2° modifier les références qui seraient contenues dans les dispositions à codifier en vue de les mettre en concordance avec le nouveau numérotage;
3° modifier la rédaction des dispositions en vue de les simplifier, d'assurer leur concordance et d'en unifier la terminologie financière, sans qu'il puisse être porté atteinte aux principes inscrits dans ces dispositions.
Les projets d'arrêté royal visés à l'alinéa 1er font l'objet d'un rapport au Roi et sont soumis à l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat. Cet avis est publié en même temps que le rapport au Roi et l'arrêté royal qui y est relatif.
Ces arrêtés royaux feront l'objet d'un projet de loi portant confirmation qui sera soumis aux Chambres législatives dans l'année qui suit leur publication au Moniteur belge et cesseront de produire leurs effets s'ils ne sont pas confirmés dans ce délai.
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
CHAPITRE VIII. - Entrée en vigueur.
Art. 40. Deze wet treedt in werking op de datum bepaald door de Koning. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 21, 22, 25 tot 31, 37 en 39 van deze wet in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 32 tot 34 vastgesteld op 01-02-1999 door KB 1998-12-17/35, art. 1)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 4 en 7 tot 17 vastgesteld op 04-09-2002 door KB 2002-08-22/34, art. 1)
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met «s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 juli 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie
T. VAN PARYS
De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR
Met 's Lands zegel gezegeld,
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 32 tot 34 vastgesteld op 01-02-1999 door KB 1998-12-17/35, art. 1)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 4 en 7 tot 17 vastgesteld op 04-09-2002 door KB 2002-08-22/34, art. 1)
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met «s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 juli 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie
T. VAN PARYS
De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR
Met 's Lands zegel gezegeld,
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS
Art. 40. La présente loi entre en vigueur à la date déterminée par le Roi.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les articles 21, 22, 25 à 31, 37 et 39 de la présente loi entrent en vigueur le jour où elle est publiée au Moniteur belge.
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 32 à 34 fixée le 01-02-1999 par AR 1998-12-17/35, art. 1)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 4 et 7 à 17, fixée le 04-09-2002 par AR 2002-08-22/34, art. 1)
Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soit revêtue du sceau de l'Etat et publiée par le Moniteur belge.
Donné à Bruxelles, le 15 juillet 1998.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS
Le Ministre des Finances,
J.-J. VISEUR
Scellé du sceau de l'Etat :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS
Par dérogation à l'alinéa 1er, les articles 21, 22, 25 à 31, 37 et 39 de la présente loi entrent en vigueur le jour où elle est publiée au Moniteur belge.
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 32 à 34 fixée le 01-02-1999 par AR 1998-12-17/35, art. 1)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 4 et 7 à 17, fixée le 04-09-2002 par AR 2002-08-22/34, art. 1)
Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soit revêtue du sceau de l'Etat et publiée par le Moniteur belge.
Donné à Bruxelles, le 15 juillet 1998.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS
Le Ministre des Finances,
J.-J. VISEUR
Scellé du sceau de l'Etat :
Le Ministre de la Justice,
T. VAN PARYS