Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
13 FEBRUARI 1996. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende goedkeuring van een moratorium qua uitbreiding van het personeelsbestand van de inrichtingen voor gehandicapten (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-06-1997 en tekstbijwerking tot 21-09-2000)
Titre
13 FEVRIER 1996. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone portant adoption d'un moratoire quant à l'élargissement de l'effectif des établissements pour personnes handicapées (TRADUCTION). (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 07-06-1997 et mise à jour au 21-09-2000)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. In afwijking van de bepalingen tot vastlegging van het maximale lestijdenpakket en van het maximale personeelsbestand, opgenomen in
  - het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 december 1973, 10 april 1974, 21 november 1974, 7 juli 1975, 20 juli 1976, 17 augustus 1976, 28 oktober 1976, 6 december 1976, 18 april 1977, 10 maart 1978, 12 juni 1978, 27 februari 1980 en 3 augustus 1982;
  - het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 11 april 1974, 22 november 1974, 30 april 1975, 13 december 1975, 31 maart 1976, 3 mei 1976, 9 september 1976, 20 april 1977, 9 mei 1977, 11 maart 1978, 14 juni 1978 en 29 juli 1981;
  - het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, behandeling en opvoeding van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van een semi-internaat werken, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 september 1975, 30 april 1976, 19 oktober 1976, 25 maart 1977, 9 mei 1977, 12 maart 1978, 14 juni 1978, 6 maart 1980, 29 juli 1981, 14 oktober 1988 en bij het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1990;
  - het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepaalde te volgen regels voor de berekening van de personeelskosten die aan de erkende inrichtingen en verenigingen verleend worden in het kader van de toelagen per dag toegekend door de "Dienststelle für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge", inzonderheid op artikel 2, lid 2;
  - het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 juli 1977, bij het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 10 oktober 1990 en bij het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 7 mei 1993;
  mag (het personeelsbestand van de tehuizen, bestaande bij de inwerkingtreding van dit besluit, tot 31 december 2000) niet worden uitgebreid;
Article 1. Par dérogation aux dispositions fixant le capital périodes maximal ainsi que l'effectif maximal, contenues dans :
  - l'arrêté royal du 30 mars 1973 déterminant les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l'entretien, l'éducation et le traitement des mineurs d'âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, modifié par les arrêtés royaux des 17 décembre 1973, 10 avril 1974, 21 novembre 1974, 7 juillet 1975, 20 juillet 1976, 17 août 1976, 28 octobre 1976, 6 décembre 1976, 18 avril 1977, 10 mars 1978, 12 juin 1978, 27 février 1980 et 3 août 1982;
  - l'arrêté ministériel du 24 avril 1973 déterminant, en ce qui concerne le Ministère de la Santé publique et de la Famille, les règles particulières à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l'entretien et le traitement des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, modifié par les arrêtés ministériels des 11 avril 1974, 22 novembre 1974, 30 avril 1975, 13 décembre 1975, 31 mars 1976, 3 mai 1976, 9 septembre 1976, 20 avril 1977, 9 mai 1977, 11 mars 1978, 14 juin 1978 et 29 juillet 1981;
  - l'arrêté ministériel du 18 juin 1975 déterminant les règles à suivre pour fixer le montant de l'intervention du Fonds des soins médico-socio-pédagogiques pour handicapés dans les frais d'entretien, du traitement et de l'éducation des handicapés placés dans des institutions fonctionnant sous le régime de semi-internat, modifié par les arrêtés ministériels des 23 septembre 1975, 30 avril 1976, 19 octobre 1976, 25 mars 1977, 9 mai 1977, 12 mars 1978, 14 juin 1978, 6 mars 1980, 29 juillet 1981, 14 octobre 1988 ainsi que par l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 9 mai 1990;
  - l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 20 juillet 1993 fixant certaines règles à suivre pour calculer les frais de personnel qui sont octroyés aux établissements et associations agréés dans le cadre des subventions journalières allouées par le "Dienststelle für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge", notamment l'article 2, alinéa 2;
  - l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés, modifié par l'arrêté ministériel du 23 octobre 1975, l'arrêté ministériel du 26 juillet 1977, l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 10 octobre 1990 ainsi que par l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 7 mai 1993,
  (l'effectif des homes existant au moment de l'entrée en vigueur du présent arrêté ne peut être élargi d'ici le 31 décembre 2000.)
Art.2. Het aantal leden van het begeleidingspersoneel tewerkgesteld bij een tehuis, vastgelegd op grond van het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 11 april 1974, 22 november 1974, 30 april 1975, 13 december 1975, 31 maart 1976, 3 mei 1976, 20 april 1977, 9 mei 1977, 11 maart 1978, 14 juni 1978 en 29 juli 1981, wordt verminderd indien een daar opgenomen gehandicapte buiten het tehuis een betrekking of een activiteit overdag uitoefent, met uitzondering van een activiteit in een beschermde werkplaats; de wekelijkse vermindering bedraagt 3 1/2 h. resp. 7 h. naargelang de dagelijkse afwezigheid ten minste 3 h. resp. 5 h. bedraagt.
Art.2. La capacité d'un home en personnel d'encadrement, établie en vertu de l'arrêté ministériel du 24 avril 1973 déterminant, en ce qui concerne le Ministère de la Santé publique et de la Famille, les règles particulières à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l'entretien et le traitement des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, modifié par les arrêtés ministériels des 11 avril 1974, 22 novembre 1974, 30 avril 1975, 13 décembre 1975, 31 mars 1976, 3 mai 1976, 9 septembre 1976, 20 avril 1977, 9 mai 1977, 11 mars 1978, 14 juin 1978 et 29 juillet 1981, est réduite lorsqu'une personne handicapée y accueillie a un emploi ou des activités de jour à l'extérieur de ce home, à l'exception d'une activité dans un atelier protégé; la réduction hebdomadaire est de 3 1/2 h. ou 7 h. selon que l'absence journalière sera de 3 ou de 5 heures au moins.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn aannemIng.
Art.3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de son adoption.
Art. 4. De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 13 februari 1996.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap
  De Minister-President,
  Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
  J. MARAITE
  De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
  K.-H. LAMBERTZ
Art. 4. Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Eupen, le 13 février 1996.
  Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :
  Le Ministre-Président, Ministre des Finances, des Relations internationales, de la Santé, de la Famille et des Personnes âgées, du Sport et du Tourisme,
  J. MARAITE
  Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales,
  K.-H. LAMBERTZ