Artikel 1. Artikel 16, § 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, inzonderheid op artikel 16, § 2, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juli 1975, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Het bedrag van het driemaandelijks voorschot mag niet meer bedragen dan 100 % van het bedrag van de tegemoetkomingen dat aan een beschermde werkplaats uitgekeerd werd voor het vorige kwartaal.
Het driemaandelijks voorschot kan op grond van het voorlaatste kwartaal worden berekend, indien het met de werkelijke kosten van de beschermde werkplaatsen eerder overeenstemt.
Wanneer voor het kwartaal dat het voorlaatste kwartaal voorafgaat geen tegemoetkoming aan een beschermde werkplaats werd toegekend, mag het bedrag van het driemaandelijks voorschot niet meer bedragen dan 14.000 F per tewerkgestelde minder-valide werknemer.
In afwijking van § 3 en mits toestemming van de Raad van Beheer van de Dienst voor de personen met een handicap kan ten hoogste twee keer per jaar de beschermde werkplaatsen een maandelijks voorschot voortijdig uitbetaald worden om hen in staat te stellen bijzondere uitgaven te dekken m.b.t. loonkosten.
Het maandelijks voorschot dat in afwijking van § 3 voortijdig wordt uitbetaald, wordt verrekend na het verstrijken van het kwartaal waarop dit voorschot betrekking heeft. "
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
18 NOVEMBER 1996. - Besluit van de Regering tot wijziging van artikel 16, § 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen (VERTALING).
Titre
18 NOVEMBRE 1996. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'article 16, § 2 de l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés (TRADUCTION).
Informations sur le document
Numac: 1997033014
Datum: 1996-11-18
Info du document
Numac: 1997033014
Date: 1996-11-18
Tekst (3)
Texte (3)
Article 1. L'article 16, § 2 de l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés, modifié par l'arrêté ministériel du 25 juillet 1975, est remplacé par la disposition suivante :
" § 2. Le montant de l'avance trimestrielle consentie ne peut excéder 100 % du montant des interventions qui ont été liquidées à un atelier protégé pour le trimestre précédent.
L'avance trimestrielle peut être calculée sur la base de l'avant-dernier trimestre si cela correspond davantage aux coûts réels encourus par les ateliers protégés.
Lorsqu'aucune intervention n'a été octroyée à un atelier protégé pour l'antépénultième trimestre, le montant de l'avance trimestrielle ne peut excéder un montant de 14.000 F par travailleur handicapé occupé.
Moyennant l'autorisation du Conseil d'administration de l'Office et par dérogation au § 3, une avance mensuelle peut être liquidée anticipativement aux ateliers protégés, et ce au maximum deux fois par an, afin de leur permettre de couvrir des dépenses exceptionnelles en matière de coûts salariaux.
L'avance mensuelle liquidée anticipativement par dérogation au § 3 est déduite à l'expiration du trimestre auquel elle se rapporte. ".
" § 2. Le montant de l'avance trimestrielle consentie ne peut excéder 100 % du montant des interventions qui ont été liquidées à un atelier protégé pour le trimestre précédent.
L'avance trimestrielle peut être calculée sur la base de l'avant-dernier trimestre si cela correspond davantage aux coûts réels encourus par les ateliers protégés.
Lorsqu'aucune intervention n'a été octroyée à un atelier protégé pour l'antépénultième trimestre, le montant de l'avance trimestrielle ne peut excéder un montant de 14.000 F par travailleur handicapé occupé.
Moyennant l'autorisation du Conseil d'administration de l'Office et par dérogation au § 3, une avance mensuelle peut être liquidée anticipativement aux ateliers protégés, et ce au maximum deux fois par an, afin de leur permettre de couvrir des dépenses exceptionnelles en matière de coûts salariaux.
L'avance mensuelle liquidée anticipativement par dérogation au § 3 est déduite à l'expiration du trimestre auquel elle se rapporte. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Art.2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de son adoption.
Art. 3. De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 18 november 1996.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
K.-H. LAMBERTZ
Eupen, 18 november 1996.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
K.-H. LAMBERTZ
Art. 3. Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Eupen, le 18 novembre 1996.
Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :
Le Ministre-Président, Ministre des Finances, des Relations internationales, de la Santé, de la Famille et des Personnes âgées, du Sport et du Tourisme,
J. MARAITE
Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales,
K.-H. LAMBERTZ
Eupen, le 18 novembre 1996.
Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :
Le Ministre-Président, Ministre des Finances, des Relations internationales, de la Santé, de la Famille et des Personnes âgées, du Sport et du Tourisme,
J. MARAITE
Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales,
K.-H. LAMBERTZ