Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
2 SEPTEMBER 1997. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van overeenkomst voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-11-1997 en tekstbijwerking tot 10-08-2002.) (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest door BWG 2002-06-26/56, art. 6; Inwerkingtreding : 01-01-2002)
Titre
2 SEPTEMBRE 1997. - Arrêté ministériel fixant le modèle de convention visé à l'article 8 de l'arrêté royal du 29 août 1997 fixant les conditions d'octroi des subsides à la recherche scientifique et technique à finalité agricole. - (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 19-11-1997 et mise à jour au 10-08-2002.) (NOTE : abrogé pour la Région wallonne par ARW 2002-06-16/56, art. 6; En vigueur : 01-01-2002)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. (Zie nota onder het opschrift) Enig Artikel. De overeenkomst voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit wordt opgesteld naar het model in bijlage van dit besluit.
  Brussel, 2 september 1997.
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN
Article 1. (Voir note sous l'intitulé) Article unique. La convention visée à l'article 8 de l'arrêté royal du 29 août 1997 fixant les conditions d'octroi des subsides à la recherche scientifique et technique à finalité agricole, est établie suivant le modèle figurant en annexe du présent arrêté.
  Bruxelles, le 2 septembre 1997.
  Le Ministre de l'Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises,
  K. PINXTEN
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. (Zie nota onder het opschrift) Bijlage. GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN. OVEREENKOMST Nr. (referentie)
  In overeenstemming met het ministerieel besluit van../../.. tot toekenning van toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek voor de landbouw, is tussen
  enerzijds,
  De Belgische Staat,
  vertegenwoordigd door de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling,
  hierna genoemd "de STAAT"
  en
  anderzijds,
  (Instelling, onderneming of vereniging),
  vertegenwoordigd door ,
  hierna genoemd "de BEGUNSTIGDE"
  OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT :
  - ARTIKEL 1 : VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST.
  1.1 Deze Overeenkomst betreft de uitvoering van het onderzoek met de titel "", hierna genoemd "het PROJECT", volgens het in bijlage I opgenomen onderzoeksprogramma.
  1.2 De BEGUNSTIGDE verzekert de volledige uitvoering van het PROJECT. Daartoe neemt hij de dagelijkse leiding van het PROJECT waar en ziet hij toe op de stipte uitvoering en op de continuïteit van de werkzaamheden tot de beëindiging van het PROJECT. Hij zorgt er ook voor dat alle informatie en elk document over de uitvoering van deze Overeenkomst volgens de vereiste vorm en op het juiste tijdstip aan de STAAT worden voorgelegd.
  1.3 De STAAT verleent aan de BEGUNSTIGDE een toelage voor de verwezenlijking van het PROJECT, ten belope van % van de uitgaven vermeld in het "Budget der onderzoekingen" zoals opgenomen in bijlage II. Het maximumbedrag van de toelage is derhalve vastgesteld op () (euro).
  1.4 Zonder afbreuk te doen aan de hierna volgende bepalingen worden de principes die van toepassing zijn op deze Overeenkomst, omschreven in de "Algemene voorwaarden van toepassing op de overeenkomsten betreffende de gesubsidieerde onderzoekingen" zoals opgenomen in bijlage III.
  - ARTIKEL 2 : DUUR EN PLAATS.
  2.1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum waarop ze door alle contracterende partijen ondertekend is en wordt afgesloten op de datum waarop het saldo van de definitieve afrekening werkelijk uitbetaald is.
  2.2 Het PROJECT vangt aan op de eerste dag van de maand ten laatste drie maand na de datum van en heeft een duur van maanden. DE BEGUNSTIGDE brengt de STAAT onmiddellijk op de hoogte van de werkelijke datum van de aanvang van het PROJECT.
  2.3 Het PROJECT wordt uitgevoerd in (Instelling, plaats).
  - ARTIKEL 3 : FINANCIERING.
  Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 7 van bijlage III, zullen de voorschotten op de toelagen en het saldo aan de BEGUNSTIGDE door de STAAT uitbetaald worden volgens volgend tijdschema (in (tiental euro)) :
Art. N. (Voir note sous l'intitulé) Recherches subventionnées. - Convention n° (référence).
  Conformément à l'arrêté ministériel du ../../.. octroyant des subsides à la recherche scientifique et technique à finalité agricole,
  L'Etat belge,
  représenté par le directeur général de l'Administration Recherche et Développement,
  ci-après dénommé " l'Etat ",
  d'une part,
  et
  (institution, entreprise, association),
  représentée par (nom, fonction),
  ci-après dénommé " le bénéficiaire ",
  d'autre part,
  Sont convenus de ce qui suit :
  - Article 1 : Objet de la convention.
  1.1. La présente convention a pour objet l'exécution de la recherche intitulée " (titre) ", ci-après dénommée " le projet ", selon le programme de recherche repris à l'annexe I.
  1.2. Le bénéficiaire assure l'exécution complète du projet. Dans ce but, il dirige la conduite journalière du projet et veille à ce que les travaux soient menés avec diligence et continuité jusqu'à l'achèvement du projet. Il lui incombe également de veiller à ce que toute information et tout document inhérents à la réalisation de la présente convention soient soumis en due forme et en temps utile à l'Etat.
  1.3. L'Etat accorde au bénéficiaire un subside pour la réalisation du projet, à concurrence de (taux de financement) % dans le " budget des recherches " repris à l'annexe II. Le montant maximal du subside est donc fixé à (montant en chiffres) ((montant en lettres)) (euro).
  1.4. Sans préjudice des dispositions ci-après, les principes applicables à la présente convention sont définis dans les " conditions générales applicables aux conventions relatives aux recherches subventionnées " reprises à l'annexe III.
  - Article 2 : Durée et lieu.
  2.1. La présente convention entre en vigueur à la date à laquelle elle a été signée par toutes les parties à la convention et expire à la date à laquelle le solde du décompte définitif est effectivement versé.
  2.2. Le projet débute un premier jour du mois au plus tard trois mois après la date du (date) et à une durée de (durée) mois. Le bénéficiaire informe immédiatement l'Etat de la date effective de début du projet.
  2.3. Le projet est exécuté à (institution, lieu).
  - Article 3 : Financement.
  Sans préjudice de l'application de l'article 7 de l'annexe III, les avances sur le subside et le solde seront versés par l'Etat au bénéficiaire selon le calendrier qui suit ((dizaine d'euros)) :
                 [jaar]          [jaar]          [jaar]
  Voorschot 1
  Voorschot 2
  Voorschot 3
  Saldo                                                   TOTAAL
                 [annee]     [annee]     [annee]
  TOTAAL
  Avance 1
  Avance 2
  Avance 3
  Solde                                             TOTAL
  TOTAL
  - ARTIKEL 4 : BEGELEIDINGSCOMITE.
  4.1 Een Begeleidingscomité is belast met het wetenschappelijk toezicht van de werkzaamheden die in het kader van het PROJECT voortgezet worden.
  4.2 Dit Comité is samengesteld uit de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling of zijn vertegenwoordiger, die het voorzitterschap verzekert, en uit (Namen).
  4.3 De BEGUNSTIGDE verzekert het secretariaat van de vergaderingen van het Begeleidingscomité en maakt het verslag van elke vergadering over aan de STAAT.
  4.4 Het Begeleidingscomité vergadert maal, respectievelijk gedurende de maand die de data van voorafgaat.
  - ARTIKEL 5 : VERBETERINGEN, WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN.
  Behoudens specifieke tegengestelde bepalingen, kunnen de bepalingen van deze Overeenkomst en van haar bijlagen niet worden verbeterd, gewijzigd of aangevuld dan door middel van een aanhangsel, naar behoren ondertekend door de bevoegde vertegenwoordigers van de contracterende partijen.
  - ARTIKEL 6 : BIJLAGEN.
  6.1 De volgende bijlagen bij deze Overeenkomst maken er wezenlijk deel van uit :
  - Bijlage I : Programma der onderzoekingen
  - Bijlage II : Budget der onderzoekingen
  - Bijlage III : Algemene voorwaarden
  6.2 De bepalingen van de Overeenkomst hebben voorrang op deze van de bijlagen.
  - ARTIKEL 7 : BIJZONDERE BEPALINGEN ( ).
  Gedaan te Brussel, op................ in twee exemplaren.
  VOOR DE STAAT :
  De Directeur-Generaal
  van het bestuur
  voor Onderzoek en Ontwikkeling,
  (NAAM)
  De BEGUNSTIGDE,
  (NAAM)
  BIJLAGE I BIJ DE OVEREENKOMST Nr (referentie)
  PROGRAMMA DER ONDERZOEKINGEN
  BIJLAGE II BIJ DE OVEREENKOMST Nr (referentie)
  BUDGET DER ONDERZOEKINGEN
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 19-11-1997, p. 30648).
  BIJLAGE III. - BIJ DE OVEREENKOMST Nr (referentie)
  ALGEMENE VOORWAARDEN VAN TOEPASSING OP DE OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN
  - ARTIKEL 1 : TOEZICHT.
  Onverminderd de controles opgelegd door de Rijkscomptabiliteit, aanvaardt de BEGUNSTIGDE de administratieve, technische en wetenschappelijke controles en het toezicht op de goede uitvoering van het PROJECT en op de aanwending van de toegekende toelage door het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
  - ARTIKEL 2 : PERSONEEL.
  2.1 De BEGUNSTIGDE verbindt zich ertoe, binnen de perken van de hiervoor uitgetrokken financiële middelen, het personeel aan te werven dat is opgenomen in de lijst in punt 4.1 van bijlage II van de Overeenkomst.
  2.2 Het personeel waarvan sprake in artikel 2.1 hierboven wordt exclusief en volledig ingezet voor de uitvoering van het PROJECT en voor de in bijlage II van de Overeenkomst voorziene tijd.
  2.3 Het personeel moet de nationaliteit hebben van een Lidstaat van de Europese Unie. De Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling kan uitzonderlijk afwijkingen toestaan wanneer de goede uitvoering van het PROJECT dit vereist.
  2.4 De aanwerving van het personeel geschiedt in overeenstemming met de wetgeving op de arbeidscontracten.
  2.5 Enkel de BEGUNSTIGDE is werkgever van de personeelsleden waarvan sprake in artikel 2.1 hierboven.
  2.6 De wedde van het personeel wordt volgens de bezoldigingsregeling van gelijkaardige Staatsbetrekkingen vastgesteld, gebeurlijk aangevuld met een haard- of standplaatsvergoeding. De jaren ervaring in een discipline nuttig voor de goede werking van het PROJECT kunnen in aanmerking genomen worden bij de berekening van de wedde.
  2.7 De STAAT vergoedt geen enkele loonkost voor prestaties of opzegtermijnen die de duur van het PROJECT overschrijden. Het is aan de BEGUNSTIGDE ervoor te zorgen dat de eventuele opzeggingen tijdig worden gegeven, met inachtneming van de voorziene einddatum van het PROJECT.
  - ARTIKEL 3 : WERKING EN APPARATUUR.
  3.1 Iedere aankoop ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT moet verricht worden in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de overheidsopdrachten.
  3.2 De apparatuur die de BEGUNSTIGDE aankoopt ten laste van de financiering zoals bepaald in bijlage II van de Overeenkomst, wordt tot het einde van het PROJECT bij voorrang aangewend voor de uitvoering van het PROJECT.
  3.3 De STAAT is eigenaar van de apparatuur aangekocht ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT en waarvan de aankoopwaarde hoger is dan (5.000 euro), BTW niet inbegrepen. De BEGUNSTIGDE beheert deze apparatuur zoals een goede huisvader en verbindt zich ertoe ze aan de STAAT terug te geven indien de STAAT het vraagt.
  - ARTIKEL 4 : DIENSTREIZEN.
  4.1 Elke verplaatsing naar het buitenland ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT moet voorafgaandelijk aan het akkoord van de STAAT onderworpen worden.
  4.2 De vigerende tarieven op het gebied van verplaatsings- en verblijfskosten zijn deze van toepassing op het personeel van de Staat.
  4.3 Bij de terugbetaling van verplaatsingskosten wordt geen rekening gehouden met premies onder gelijk welke vorm.
  - ARTIKEL 5 : VERSLAGEN.
  5.1 De BEGUNSTIGDE levert ieder jaar een verslag in over de stand van zijn onderzoekingen, alsmede een staat van uitgaven en inkomsten, in dubbel exemplaar, vergezeld van de originele stukken tot rechtvaardiging van deze uitgaven en inkomsten. Deze documenten zullen om de 12 maand worden opgemaakt, te rekenen vanaf de aanvangsdatum der onderzoekingen en aan de STAAT worden overhandigd binnen de maand die volgt. Het verslag bevat in bijlage een lijst met de publicaties en een lijst met de dienstreizen van het afgelopen jaar.
  5.2 Binnen de twee maanden na het einde van het PROJECT, zal de BEGUNSTIGDE een eindverslag voorleggen alsmede een algemene staat van uitgaven en inkomsten, in dubbel exemplaar, vergezeld van de originele stukken tot rechtvaardiging van deze uitgaven en inkomsten. Het verslag geeft een volledige beschrijving van de onderzoeksactiviteiten, de behaalde resultaten en hun eventuele wetenschappelijke en technologische toepassingen en geeft aan in hoeverre de gestelde doelstellingen bereikt werden.
  5.3 De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe alle stukken ter staving van de gedane uitgaven ter beschikking van de STAAT te houden, en zulks gedurende een periode van zeven opeenvolgende jaren na het einde van het PROJECT.
  - ARTIKEL 6 : FINANCIERINGSWIJZE.
  6.1 De toelage die werd vastgesteld in artikel 1.3 van de Overeenkomst vormt noch een recht op, noch een automatische toekenning van kredieten aan de BEGUNSTIGDE. Zij stelt het maximaal bedrag vast dat beschikbaar is voor de vastlegging van de nodige uitgaven voor de uitvoering van het PROJECT.
  6.2 De BEGUNSTIGDE is gehouden de toelating van de STAAT te vragen om het PROJECT, of een deel ervan, te gebruiken ten einde een rechtstreekse of onrechtstreekse toelage of hulp te verkrijgen, welke ook de oorsprong ervan is.
  6.3 De BEGUNSTIGDE dient de toelage die de STAAT heeft toegekend uitsluitend aan te wenden voor de behoeften die rechtstreeks gerechtvaardigd zijn voor de uitvoering van het PROJECT.
  6.4 De beschikbare begroting wordt verdeeld per uitgavencategorie, overeenkomstig bijlage II van de Overeenkomst. De verscheidene uitgavencategorieën worden als volgt vastgesteld :
  6.4.1 Personeelskosten : geïndexeerde brutowedden, werkgeversbijdragen en wettelijke verzekeringen alsook elke andere wettelijk verplichte vergoeding of uitkering als toeslag op het salaris voor het aangeworven personeel volgens de lijst in bijlage II van de Overeenkomst.
  6.4.2 Werkingskosten : gewone benodigdheden en produkten voor het laboratorium, de werkplaats en het kantoor; documentatie; reizen en verblijven; telecommunicatie; gebruik van rekenapparatuur; software; onderhoud van uitrusting aangekocht ten laste van het PROJECT; en meer in het algemeen verbruiksgoederen.
  6.4.3 Apparatuurskosten : aankoop en plaatsing van wetenschappelijke en technische toestellen of instrumenten, met inbegrip van de informatica- en bureautica-uitrusting volgens de lijst in bijlage II van de Overeenkomst.
  6.4.4 Algemene kosten : forfaitaire kosten inzake administratie, telefoon, post, onderhoud, verwarming, verlichting, elektriciteit, huur, afschrijving van uitrusting of verzekering.
  - ARTIKEL 7 : BETALINGSREGELINGEN.
  7.1 De STAAT stort aan de BEGUNSTIGDE de voorschotten volgens de kalender bepaald bij artikel 3 van de Overeenkomst. De voorschotten, behoudens het eerste, worden pas gestort na ontvangst van het verslag van de vergadering van het Begeleidingscomité die de datum voorafgaat waarop de storting van het voorschot voorzien is, en, als het geval zich voordoet, na ontvangst van de jaarverslagen en van de uitgavenstaten die voor die datum verschuldigd zijn krachtens artikel 5.1 van deze bijlage.
  7.2 De STAAT stort aan de BEGUNSTIGDE het eventueel verschuldigd saldo van de toelage na ontvangst van het eindverslag en van de algemene uitgavenstaat bepaald in artikel 5.2 en na nazicht van het gebruik van het budget voorzien in bijlage II van de Overeenkomst.
  7.3 De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe het eventuele verschil tussen het totaal van de gestorte voorschotten en het definitief bedrag van de toelage onmiddellijk terug te storten aan de STAAT.
  - ARTIKEL 8 : EIGENDOM EN VALORISATIE VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN.
  8.1 De BEGUNSTIGDE blijft eigenaar van de resultaten van de gesubsidieerde onderzoekingen als het financieringspercentage lager of gelijk is aan 80 %. Hij is gehouden de bescherming van zijn rechten te verzekeren door de best passende middelen en deze rechten te valoriseren in het belang van 's lands economie. Hij brengt onmiddellijk de STAAT op de hoogte van de valorisatiemogelijkheden die hij voorziet. Ieder contract betreffende het valoriseren van de resultaten van de gesubsidieerde onderzoekingen zal aan het voorafgaand akkoord van de Staat voorgelegd worden.
  8.2 De STAAT is eigenaar van de resultaten van de onderzoekingen als het financieringspercentage hoger is dan 80 %. In dit geval :
  8.2.1 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe de STAAT onmiddellijk te informeren over de valorisatiemogelijkheden die hij vaststelt, en hem alle mogelijke informatie over deze mogelijkheden mee te delen met inbegrip van de eventuele partners voor deze valorisatie.
  8.2.2 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe bij te dragen tot de transfert van technologieën, van uitvindingen, van know-how en/of van technische vooruitgang en neemt hij alle vereiste maatregelen die hiervoor noodzakelijk of nuttig zijn.
  8.2.3 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe niets te ondernemen dat afbreuk kan doen aan de rechten van de STAAT voor het valoriseren van al dan niet brevetteerbare uitvindingen, van know-how, of van technische vooruitgang die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit het PROJECT. Hij brengt zijn medewerkers van deze verplichting op de hoogte en doet ze naleven.
  8.2.4 Indien de STAAT meent dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor economische, industriële of commerciële valorisatie, informeert hij schriftelijk de BEGUNSTIGDE hierover binnen de zes maanden na de afsluiting van de onderhavige overeenkomst.
  8.2.5 Indien de STAAT geen gebruik maakt van artikel 8.2.4 hierboven is het aan de BEGUNSTIGDE toegestaan de resultaten zo ruim mogelijk te gebruiken ten dienste van het algemeen belang.
  - ARTIKEL 9 : PUBLICATIES EN MEDEDELINGEN.
  9.1 De BEGUNSTIGDE mag, in principe, elke publicatie doen - op gelijk welke drager -die geen afbreuk doet aan de mogelijkheden inzake valorisatie en aan de belangen van de STAAT.
  9.2 In het geval dat, overeenkomstig artikel 8.2 hierboven, de STAAT eigenaar is van de onderzoeksresultaten, verbindt de BEGUNSTIGDE zich ertoe het voorafgaandelijk akkoord van de STAAT te vragen over voorstellen van perscommuniqués of artikels in wetenschappelijke, professionele of gespecialiseerde tijdschriften die handelen over het verloop of de resultaten van het PROJECT. Bij gebrek aan kennisgeving van niet-akkoord binnen de vijftien dagen na de aanvraag, wordt verondersteld dat de STAAT zijn akkoord gegeven heeft.
  9.3 Elke publicatie betreffende de gesubsidieerde onderzoekingen zal de vermelding dragen "Onderzoekingen gesubsidieerd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw - Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling".
  9.4 De auteurs behouden de volledige verantwoordelijkheid voor de wetenschappelijke en technische inhoud van hun publicaties en mededelingen.
  - ARTIKEL 10 : VERBREKING VAN DE OVEREENKOMST.
  10.1 Wanneer het de BEGUNSTIGDE buiten zijn wil om onmogelijk geworden is zijn werkzaamheden voort te zetten, eindigt de Overeenkomst van rechtswege op het einde van de maand die volgt op de datum waarop deze onmogelijkheid zich heeft voorgedaan, behalve wanneer iemand hem onmiddellijk opvolgt en voor zover de STAAT hiertoe zijn schriftelijk akkoord heeft verleend.
  10.2 De STAAT kan de Overeenkomst opzeggen indien de BEGUNSTIGDE de bepalingen ervan niet naleeft. De beslissing tot opzegging wordt genomen door de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft op voorstel van de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling, die deze beslissing meedeelt aan de BEGUNSTIGDE. Deze kennisgeving vermeldt de redenen van deze beslissing en wordt per aangetekende brief verstuurd. De opzegging treedt in werking op de dag van de kennisgeving van deze beslissing.
  10.3 In de gevallen van artikels 10.1 en 10.2 hierboven zal de BEGUNSTIGDE kunnen verplicht worden tot terugbetaling van het gedeelte van de geïnde en niet voor de uitvoering van het onderzoek gebruikte toelage, met dien verstande dat de gedane en gerechtvaardigde uitgaven zullen worden geïmputeerd op de toelage van de STAAT en op de bijdrage van de BEGUNSTIGDE, evenredig met hun respectieve bedragen.
  10.4 Het onverantwoord verzaken aan een gesubsidieerd onderzoek vóór de termijn vastgesteld door de huidige Overeenkomst zal aanleiding geven tot de terugbetaling van de toelage.
  - ARTIKEL 11 : BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID.
  11.1 De STAAT is in geen geval aansprakelijk voor schade aan personen, aan goederen of aan het milieu die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is, hetzij van de uitvoering van de Overeenkomst, hetzij van een techniek, een procédé, een methode of van gelijk welke andere volledige of gedeeltelijke toepassing van de kennis die verworven werd bij de uitvoering van het PROJECT.
  11.2 De BEGUNSTIGDE vrijwaart de STAAT in dit verband tegen elke eis tot schadevergoeding door derden.
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 2 september 1997.
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN
  - Article 4 : Comité d'accompagnement.
  4.1. Un Comité d'accompagnement est chargé du suivi scientifique des activités poursuivies dans le cadre du projet.
  4.2. Ce comité est composé du directeur général de l'Administration Recherche et Développement ou de son représentant, qui en assure la présidence, et de (noms).
  4.3. Le bénéficiaire assure le secrétariat des réunions du Comité d'accompagnement et fait parvenir le compte-rendu de chaque réunion à l'Etat.
  4.4. Le Comité d'accompagnement se réunit à (nombre) reprises, respectivement dans le mois qui précède les dates du (dates).
  - Article 5 : Amendements, Modifications et ajouts.
  Sauf dispositions spécifiques contraires, les dispositions du présent contrat et de ses annexes ne peuvent être amendées, modifiées ou complétées d'une quelconque manière que par voie d'avenant, dûment signé par les représentants autorisés des parties contractantes.
  - Article 6 : Annexes.
  6.1. Les annexes à la présente convention en font partie intégrante. Ces annexes sont les suivantes :
  - Annexe I : Programme des recherches.
  - Annexe II : Budget des recherches.
  - Annexe III : Conditions générales.
  6.2. Les dispositions de la convention prévalent sur celles des annexes.
  - Article 7 : Dispositions particulières.
  (...).
  Ainsi fait en deux exemplaires à Bruxelles, le (date).
  Pour l'Etat :
  Le directeur général de l'Administration Recherche et Développement,
  (nom).
  Le bénéficiaire,
  (nom).
  - Annexe I à la convention n° (référence). - Programme des recherches.
  - Annexe II à la convention n° (référence). - Budget des recherches.
  1. Intitulé.
  2. Direction.
  3. Collaborations scientifiques (autres que ceux rémunérés sur le budget).
  4. Budget.
  (Annexe non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. 19-11-1997, p. 30643).
  - Annexe III à la convention n° (référence). - Conditions générales applicables aux conventions relatives aux recherches subventionnées.
  * Article 1 : Suivi.
  1.1. Sans préjudice des contrôles prévus par les règles relatives à la comptabilité de l'Etat, le bénéficiaire accepte les contrôles administratifs, techniques, et scientifiques nécessaires pour vérifier la bonne exécution du projet et l'utilisation du subside accordé, effectués par l'Administration Recherche et Développement du Ministère des Classes Moyennes et de l'Agriculture.
  * Article 2 : Personnel.
  2.1. Le bénéficiaire s'engage à recruter, dans les limites du financement prévu à cet effet, le personnel dont la liste figure au point 4.1. de l'annexe II à la convention.
  2.2. Le personnel visé à l'article 2.1. ci-dessus est exclusivement et entièrement affecté à l'exécution du projet en ce qui concerne les équivalents temps prévus dans l'annexe II à la convention.
  2.3. Le personnel doit avoir la nationalité d'un Etat membre de l'Union européenne. Dans l'intérêt de la bonne exécution du projet, des dérogations peuvent être autorisées à titre exceptionnel par le directeur général de l'Administration Recherche et Développement.
  2.4. L'engagement du personnel se fait conformément à la législation relative aux contrats de travail.
  2.5. Le bénéficiaire a seul qualité d'employeur à l'égard des membres du personnel visé à l'article 2.1. ci-dessus.
  2.6. Les rémunérations du personnel sont calculées suivant le régime des traitements des fonctions analogues à l'Etat, augmenté le cas échéant de l'allocation de foyer ou de résidence. Les années d'expérience passées dans une discipline utile au bon fonctionnement du projet peuvent être prises en compte dans le calcul des rémunérations.
  2.7. Aucun coût salarial dû pour des prestations ou des délais de préavis dont la période de référence dépasse la durée du projet n'est remboursé par l'Etat. Il incombe au bénéficiaire de veiller à donner les préavis éventuels en temps utile, compte tenu de date prévue de fin du projet.
  * Article 3 : Fonctionnement et appareillage.
  3.1. Toute acquisition à charge du financement accordé au projet doit être effectuée conformément aux dispositions légales et réglementaires concernant les marchés publics.
  3.2. L'utilisation de l'appareillage que le bénéficiaire acquiert à charge du financement prévu à cet effet et qui est défini à l'annexe II à la convention est réservée en priorité à l'exécution du projet jusqu'à son terme.
  3.3. L'Etat est propriétaire de l'appareillage acquis à charge du financement accordé au projet et dont la valeur d'achat est supérieure à (5.000 euros) hors TVA. Le bénéficiaire gère cet appareillage en bon père de famille et s'engage à le restituer à l'Etat si celui-ci en fait la demande.
  * Article 4 : Missions.
  4.1. Tout déplacement à l'étranger à charge du financement accordé au projet doit recevoir l'accord préalable de l'Etat.
  4.2. Les tarifs pris en compte en matière de frais de déplacement et de séjour sont ceux fixés pour le personnel de l'Etat.
  4.3. Aucune forme de prime n'est prise en considération dans le remboursement de frais de mission.
  * Article 5 : Rapports.
  5.1. Le bénéficiaire fournit chaque année un rapport sur l'état d'avancement du projet ainsi qu'un état des dépenses et des recettes, en double exemplaire, accompagné des pièces justificatives originales de celles-ci. Ces documents seront établis tous les douze mois à partir de la date du début du projet et remis à l'Etat dans le mois suivant. Le rapport comprend, en annexe, la liste des publications et la liste des missions réalisées au cours de l'année.
  5.2. Dans les deux mois qui suivent la fin du projet , le bénéficiaire soumet à l'Etat un rapport final ainsi qu'un état général des dépenses et des recettes en deux exemplaires, accompagné des pièces justificatives originales de celles-ci. Le rapport donne une description complète des activités de recherche, des résultats obtenus et de leurs éventuelles applications scientifiques et techniques et indique la mesure dans laquelle les objectifs fixés ont été atteints.
  5.3. Le bénéficiaire s'engage à conserver les pièces justificatives originales des dépenses, à la disposition de l'Etat, pendant sept ans après la fin du projet.
  * Article 6 : Modalités de financement.
  6.1. Le subside fixé à l'article 1.3. de la convention ne constitue ni un droit, ni une attribution automatique de crédits au bénéficiaire, mais fixe le montant maximal disponible pour l'engagement de frais inhérents à la réalisation du projet.
  6.2. Le bénéficiaire est tenu de demander l'autorisation de l'Etat pour utiliser le projet, ou une partie de celui-ci, en vue d'obtenir, de manière directe ou indirecte, un subside ou une aide, quelqu'en soit l'origine.
  6.3. Le bénéficiaire est tenu de réserver l'utilisation du subside accordé par l'Etat aux seuls besoins directement justifiés par la réalisation du projet.
  6.4. Le budget disponible est réparti par catégorie de dépenses conformément à l'annexe II de la convention. Les diverses catégories de dépenses sont fixées comme suit :
  6.4.1. Frais de personnel : rémunérations brutes indexées, charges sociales patronales et d'assurances légales ou toute autre indemnité ou allocation légalement due, accessoire au traitement, relatives à l'engagement du personnel dont la liste figure à l'annexe II à la convention.
  6.4.2. Frais de fonctionnement : fournitures de produits courants de laboratoire, d'atelier et de bureau; documentation; voyages et séjours; télécommunications; utilisation d'installations de calcul; logiciels; entretien des équipements acquis à charge du projet; et, plus généralement les biens consomptibles.
  6.4.3. Frais d'appareillage : acquisition et installation des appareils et des instruments scientifiques et techniques, y compris le matériel informatique et bureautique, selon la liste qui figure à l'annexe II à la convention.
  6.4.4. Frais généraux : frais couvrant forfaitairement les frais d'administration, de téléphone, de courrier, d'entretien, de chauffage, d'éclairage, d'électricité, de loyer, d'amortissement du matériel ou d'assurance.
  * Article 7 : Modalités de paiement.
  7.1. L'Etat verse au bénéficiaire les avances selon le calendrier prévu à l'article 3 de la convention. Toute avance autre que la première n'est versée qu'après réception du compte-rendu de la réunion du Comité d'accompagnement qui précède la date à laquelle le versement de l'avance est programmé et, le cas échéant, après réception des rapports intérimaires et des états des dépenses qui sont dus pour cette date en application de l'article 5.1. de la présente annexe.
  7.2. L'Etat verse au bénéficiaire le solde du subside éventuellement dû après réception du rapport final et de l'état général des dépenses prévus à l'article 5.2. et après vérification de l'emploi du budget figurant à l'annexe II de la convention.
  7.3. Le bénéficiaire s'engage à restituer immédiatement à l'Etat la différence éventuelle entre le total des avances faites et le montant définitif du subside.
  * Article 8 : Propriété et valorisation des résultats des recherches.
  8.1. Le bénéficiaire reste propriétaire des résultats de la recherche subsidiée si le taux de subsidiation est inférieur ou égal à 80 %. Il est tenu d'assurer la protection de ses droits par les moyens les plus appropriés et de valoriser ces mêmes droits dans l'intérêt de l'économie nationale. Il informe immédiatement l'Etat des possibilités de valorisation qu'il identifie. Tout contrat relatif à la valorisation des résultats de la recherche subsidiée sera soumis à l'accord préalable de l'Etat.
  8.2. L'Etat est propriétaire des résultats de la recherche si le taux de subsidiation est supérieur à 80 %. Dans ce cas :
  8.2.1. Le bénéficiaire s'engage à informer immédiatement l'Etat des possibilités de valorisation qu'il identifie et à lui fournir les informations relatives à ces possibilités, y compris celles relatives aux éventuels partenaires à la valorisation.
  8.2.2. Le bénéficiaire s'engage à contribuer au transfert de technologies, d'inventions, de savoir-faire et/ou de progrès techniques et prend toute mesure nécessaire et utile à cet égard.
  8.2.3. Le bénéficiaire s'interdit de rien faire qui puisse porter atteinte aux droits de l'Etat à valoriser les inventions, brevetables ou non, le savoir-faire ou les progrès techniques résultant directement ou indirectement du projet. Il informe ses collaborateurs de cette obligation et la fait respecter par eux.
  8.2.4. Si l'Etat estime que les résultats de recherche sont susceptibles de valorisation économique, industrielle ou commerciale, il en informe le bénéficiaire par écrit dans les six mois qui suivent l'expiration de la présente convention.
  8.2.5. Si l'Etat n'a pas fait usage de l'article 8.2.4. ci-dessus, le bénéficiaire est autorisé à utiliser le plus largement possible les résultats obtenus, au service de l'intérêt général.
  * Article 9 : Publications et communications.
  9.1. Le bénéficiaire est, en principe, autorisé à faire toute publication - par quelque support que ce soit - qui ne porte pas atteinte aux possibilités de valorisation et aux intérêts de l'Etat.
  9.2. Dans le cas où, conformément à l'article 8.2. ci-dessus, l'Etat est propriétaire des résultats des recherches, le bénéficiaire s'engage à soumettre à l'accord préalable de l'Etat ses projets de communication aux médias ou d'articles dans les revues scientifiques, professionnelles ou spécialisées, relatifs au déroulement ou aux résultats du projet. A défaut de communication de désaccord sur la communication ou la publication dans les quinze jours de la demande, l'Etat est présumé y avoir donné son accord.
  9.3. Toute publication relative à des recherches subventionnées portera la mention " recherches subventionnées par le Ministère des Classes Moyennes et de l'Agriculture - Administration Recherche et Développement ".
  9.4. Les auteurs gardent l'entière responsabilité du contenu scientifique et technique de leurs publications et de leurs communications.
  * Article 10 : Résiliation.
  10.1. La convention se termine de plein droit lorsque le bénéficiaire se trouve dans l'impossibilité de poursuivre ses activités pour des raisons indépendantes de sa volonté. Dans ce cas le terme de la convention est fixé au dernier jour du mois qui suit celui durant lequel l'impossibilité est survenue, sauf si quelqu'un lui succède immédiatement et pour autant que l'Etat ait marqué son accord écrit en ce sens.
  10.2. L'Etat peut résilier la convention si le bénéficiaire ne respecte pas les dispositions de celle-ci. La décision de résiliation est prise par le Ministre qui a l'Agriculture dans ses attributions sur proposition du directeur général de l'Administration Recherche et Développement et notifiée par ce dernier au bénéficiaire. Cette notification est motivée et adressée par envoi recommandé. La résiliation prend effet à la date de la notification de la décision.
  10.3. Dans les cas visés aux articles 10.1. et 10.2. ci-dessus, le bénéficiaire pourra être obligé au remboursement de la partie de la subvention percue et non utilisée pour l'exécution de la recherche, étant entendu que les dépenses faites et justifiées seront imputées sur le subside de l'Etat et sur la contribution du bénéficiaire proportionnellement à leurs montants respectifs.
  10.4. L'abandon injustifié d'une recherche subventionnée avant le terme fixé par la présente convention donnera lieu au remboursement du subside.
  * Article 11 : Responsabilité civile.
  11.1. L'Etat ne sera en aucun cas responsable des dommages aux personnes, aux biens ou à l'environnement résultant directement ou indirectement, soit d'une quelconque activité menée dans le cadre de l'exécution de la convention, soit d'une technique, d'un procédé, d'une méthode ou de tout autre forme d'application tirés en tout ou en partie des connaissances acquises en exécution du projet.
  11.2. Le bénéficiaire garantit à cet effet l'Etat contre toute action en dommages et intérêts par des tiers.
  Vu pour être annexé à l'arrêté du 2 septembre 1997.
  Le Ministre de l'Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises,
  K. PINXTEN