Artikel 1. Artikel 1, § 1, van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest, gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Elke verzameling van varkens is verboden op gans het grondgebied van het Rijk. Dit verbod is niet van toepassing op het samenbrengen van slachtvarkens van verschillende bedrijven op eenzelfde voertuig wanneer dit gebeurt voor rechtstreeks vervoer naar eenzelfde bestemming.
Elk verantwoordelijke van een bedrijf gelegen in het Rijk is ertoe gehouden om tenminste een maal per week, met tenminste vier dagen tussentijd, alle varkens van zijn bedrijf te laten onderzoek door zijn contract-dierenarts. "
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
5 JULI 1997. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest.
Titre
5 JUILLET 1997. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique.
Informations sur le document
Numac: 1997016184
Datum: 1997-07-05
Info du document
Numac: 1997016184
Date: 1997-07-05
Tekst (8)
Texte (8)
Article 1. L'article 1er, § 1er, de l'arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique, modifié par l'arrêté ministériel du 26 juin 1997, est remplacé par la disposition suivante :
" Tout rassemblement de porcs est interdit sur tout le territoire du Royaume. Cette interdiction n'est pas applicable aux rassemblements de porcs d'abattage dans un même véhicule lorsque ces porcs sont transportés directement vers une même destination.
Tout responsable d'une exploitation porcine située dans le Royaume est tenu de faire examiner au moins une fois par semaine, avec un intervalle d'au moins quatre jours tous les porcs de son exploitation par son vétérinaire de contrat. ".
" Tout rassemblement de porcs est interdit sur tout le territoire du Royaume. Cette interdiction n'est pas applicable aux rassemblements de porcs d'abattage dans un même véhicule lorsque ces porcs sont transportés directement vers une même destination.
Tout responsable d'une exploitation porcine située dans le Royaume est tenu de faire examiner au moins une fois par semaine, avec un intervalle d'au moins quatre jours tous les porcs de son exploitation par son vétérinaire de contrat. ".
Art.2. Artikel 2. § 1quinquies van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest, gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 juni 1997, wordt opnieuw ingevoegd, luidend als volgt :
" Artikel 2. § 1quinquies. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende gebieden afgebakend, hierna "toezichtsgebied" genoemd :
1. Het toezichtsgebied nr. 1 omvat :
- het volledige grondgebied van de gemeenten Bocholt en Bree;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Hamont-Achel gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door de (N71) Keunenlaan, Budelpoort, Kerkstraat, Stad en Bosstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Neerpelt ten zuiden en ten oosten van de lijn gevormd door de (N71) Hamonterweg, (N748) Lillerheidestraat, Venderstraat, Brugstraat en Peerderbaan;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Peer ten oosten van de lijn gevormd door de (N748) Lillerbaan, P. Breugellaan, Kiezel op Kleine-Brogel, (N73) Baan naar Bree, Oude Hoevestraat, Erpekommerweg, Stevensweg en Deusterstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Meeuwen-Gruitrode ten noorden van de lijn gevormd door de Peerderbaan, Dorpsstraat, Hoogstraat, Genkerbaan, Plockroystraat, Dampstraat, Ophovenstraat, Campstraat, gemeentegrens met Opglabbeek en gemeentegrens met Maaseik;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Maaseik ten noorden van de lijn gevormd door de De Zavel, Meurenstraat, Rietstraat, Ridderpadstraat, Kortestraat, Gruitroderlaan, Dilserweg, Zandstraat, Bergerstraat, Ziepstraat, Kanaalstraat, Maaseikerbaan, Kinrooierdijk en Kinrooiersteenweg;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Kinrooi ten westen van de lijn gevormd door de gemeentegrens Maaseik, Steyvershofstraat, Weertersteenweg, Susenweg, Breeërsteenweg, Hoverstraat, Hubensstraat, Bekerstraat en de landsgrens met Nederland.
2. Het toezichtsgbied nr. 2 omvat :
- het geheel van de gemeenten Aubel en Plombières;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Voeren gelegen ten zuiden van de grens met Nederland en ten oosten van de lijn gevormd door de chemin de Mesch, le Vieux Tilleul, Hoeneveldje, route de Berneau;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Dalhem gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de rue de Fourons, la rue Chafour, la rue de Batice, la nationale 627;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Herve gelegen ten noorden van de lijn gevormd door de nationale 627 en de nationale 3;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Thimister-Clermont gelegen ten noorden van de lijn gevormd door de nationale 3, Cour la Saulx, Lohirville;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Welkenraedt gelegen ten noorden van de lijn gevormd door Lohirville, rue de Verviers, Auweg, Hoof, rue du Bois, rue Chant des Oiseaux, rue Saint-Paul, rue des Châteaux, rue J.F. Kennedy, rue de l'Usine, rue de l'Yser, rue des Volontaires;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Lontzen gelegen ten noorden van de lijn gevormd met de nationale 67, Grunstrasse, Kappellenstrasse, Waldstrasse, Ruhr, Buschausen Pruesswald.
3. Het toezichtsgebied nr. 3 omvat :
- het volledige grondgebied van de gemeente Tongeren :
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Heers gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Sint-Martinusstraat, Tongersestraat, Heurnestraat, Henestraat, Beemdstraat, Dumstraat en Hekslaan;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Borgloon gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Sassenbroekstraat, Koekelbronstraat, (N748) Broekomstraat, Neremstraat, Nieuwe Steenweg, (N76) Graethem, Papensteen, Tongersestraat, Gillebroek, Kernielerweg en Rullecovenstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Kortessem gelegen ten oosten en ten zuiden van de lijn gevormd door (N76) Opeindestraat, Dorpstraat, Klokkenhofstraat, Mersenhovenstraat, Stationsstraat, Bronstraat, Oude Weierenstraat, Baron A. de Heuschstraat, Gulmerstraat, Leenstraat en Siliestraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Hoeselt gelegen ten oosten en ten zuiden van de lijn gevormd door Sitsingenstraat, Romershovenstraat, Hanterstraat, Paneelstraat, Proefboostraat, Melleveldstraat, Groenstraat en Nederstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Bilzen gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door E313/A13, N700, (N2) Maastrichterstraat, Rode Kruislaan, Sinckestraat en Kerkstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Riemst gelegen ten westen van de lijn gevormd door Molenweg, (N745) Bilzersteenweg, (N671) Visésteenweg;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Bassenge gelegen ten westen van de lijn gevormd door (N671) rue de Campine, rue d'Eben, (N619), rue Sous le Boeuf, Grand-Route, rue de la Résistance, rue G. Frainkin en rue Neuve;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Oupeye gelegen ten westen van de lijn gevormd door rue de Tongres, rue de Wonck, rue Lavaux, rue Libeau en rue de Slins;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Juprelle gelegen ten noorden van de lijn gevormd door rue de Houtain, rue de l'Abbaye en rue du Tige;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Ans gelegen ten noorden van de lijn gevormd door rue de Juprelle en rue de Hognoul;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Awans gelegen ten noorden en ten westen van de lijn gevormd door rue d'Oupeye en (N3) chaussée Noël Ledouble;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Crisnée gelegen ten noorden van de lijn gevormd door (N3) Grand-Route;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Oreye gelegen ten oosten van de lijn gevormd door (N3) Grand-Route en (N69) chaussée Romaine. "
" Artikel 2. § 1quinquies. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende gebieden afgebakend, hierna "toezichtsgebied" genoemd :
1. Het toezichtsgebied nr. 1 omvat :
- het volledige grondgebied van de gemeenten Bocholt en Bree;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Hamont-Achel gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door de (N71) Keunenlaan, Budelpoort, Kerkstraat, Stad en Bosstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Neerpelt ten zuiden en ten oosten van de lijn gevormd door de (N71) Hamonterweg, (N748) Lillerheidestraat, Venderstraat, Brugstraat en Peerderbaan;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Peer ten oosten van de lijn gevormd door de (N748) Lillerbaan, P. Breugellaan, Kiezel op Kleine-Brogel, (N73) Baan naar Bree, Oude Hoevestraat, Erpekommerweg, Stevensweg en Deusterstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Meeuwen-Gruitrode ten noorden van de lijn gevormd door de Peerderbaan, Dorpsstraat, Hoogstraat, Genkerbaan, Plockroystraat, Dampstraat, Ophovenstraat, Campstraat, gemeentegrens met Opglabbeek en gemeentegrens met Maaseik;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Maaseik ten noorden van de lijn gevormd door de De Zavel, Meurenstraat, Rietstraat, Ridderpadstraat, Kortestraat, Gruitroderlaan, Dilserweg, Zandstraat, Bergerstraat, Ziepstraat, Kanaalstraat, Maaseikerbaan, Kinrooierdijk en Kinrooiersteenweg;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Kinrooi ten westen van de lijn gevormd door de gemeentegrens Maaseik, Steyvershofstraat, Weertersteenweg, Susenweg, Breeërsteenweg, Hoverstraat, Hubensstraat, Bekerstraat en de landsgrens met Nederland.
2. Het toezichtsgbied nr. 2 omvat :
- het geheel van de gemeenten Aubel en Plombières;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Voeren gelegen ten zuiden van de grens met Nederland en ten oosten van de lijn gevormd door de chemin de Mesch, le Vieux Tilleul, Hoeneveldje, route de Berneau;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Dalhem gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de rue de Fourons, la rue Chafour, la rue de Batice, la nationale 627;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Herve gelegen ten noorden van de lijn gevormd door de nationale 627 en de nationale 3;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Thimister-Clermont gelegen ten noorden van de lijn gevormd door de nationale 3, Cour la Saulx, Lohirville;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Welkenraedt gelegen ten noorden van de lijn gevormd door Lohirville, rue de Verviers, Auweg, Hoof, rue du Bois, rue Chant des Oiseaux, rue Saint-Paul, rue des Châteaux, rue J.F. Kennedy, rue de l'Usine, rue de l'Yser, rue des Volontaires;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Lontzen gelegen ten noorden van de lijn gevormd met de nationale 67, Grunstrasse, Kappellenstrasse, Waldstrasse, Ruhr, Buschausen Pruesswald.
3. Het toezichtsgebied nr. 3 omvat :
- het volledige grondgebied van de gemeente Tongeren :
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Heers gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Sint-Martinusstraat, Tongersestraat, Heurnestraat, Henestraat, Beemdstraat, Dumstraat en Hekslaan;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Borgloon gelegen ten oosten van de lijn gevormd door de Sassenbroekstraat, Koekelbronstraat, (N748) Broekomstraat, Neremstraat, Nieuwe Steenweg, (N76) Graethem, Papensteen, Tongersestraat, Gillebroek, Kernielerweg en Rullecovenstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Kortessem gelegen ten oosten en ten zuiden van de lijn gevormd door (N76) Opeindestraat, Dorpstraat, Klokkenhofstraat, Mersenhovenstraat, Stationsstraat, Bronstraat, Oude Weierenstraat, Baron A. de Heuschstraat, Gulmerstraat, Leenstraat en Siliestraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Hoeselt gelegen ten oosten en ten zuiden van de lijn gevormd door Sitsingenstraat, Romershovenstraat, Hanterstraat, Paneelstraat, Proefboostraat, Melleveldstraat, Groenstraat en Nederstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Bilzen gelegen ten zuiden van de lijn gevormd door E313/A13, N700, (N2) Maastrichterstraat, Rode Kruislaan, Sinckestraat en Kerkstraat;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Riemst gelegen ten westen van de lijn gevormd door Molenweg, (N745) Bilzersteenweg, (N671) Visésteenweg;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Bassenge gelegen ten westen van de lijn gevormd door (N671) rue de Campine, rue d'Eben, (N619), rue Sous le Boeuf, Grand-Route, rue de la Résistance, rue G. Frainkin en rue Neuve;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Oupeye gelegen ten westen van de lijn gevormd door rue de Tongres, rue de Wonck, rue Lavaux, rue Libeau en rue de Slins;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Juprelle gelegen ten noorden van de lijn gevormd door rue de Houtain, rue de l'Abbaye en rue du Tige;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Ans gelegen ten noorden van de lijn gevormd door rue de Juprelle en rue de Hognoul;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Awans gelegen ten noorden en ten westen van de lijn gevormd door rue d'Oupeye en (N3) chaussée Noël Ledouble;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Crisnée gelegen ten noorden van de lijn gevormd door (N3) Grand-Route;
- het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Oreye gelegen ten oosten van de lijn gevormd door (N3) Grand-Route en (N69) chaussée Romaine. "
Art.2. L'article 2, § 1erquinquies de l'arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique, modifié par l'arrêté ministériel du 26 juin 1997, est rétabli, libellé comme suit :
" Article 2. § 1erquinquies. Pour application du présent arrêté, les zones suivantes appelées ci-après " zone de surveillance " sont délimitées :
1. La zone de surveillance n° 1 comprend :
- le territoire entier de la commune de Bocholt et de Bree;
- la partie du territoire de la commune de Hamont-Achel située au sud de la ligne formée par la (N71) Keunenlaan, Budelpoort, Kerkstraat, Stad et Bosstraat;
- la partie du territoire de la commune de Neerpelt au sud et à l'est d'une ligne formée par la (N71) Hamonterweg, (N748) Lillerheidestraat, Venderstraat, Brugstraat et Peerderbaan;
- la partie du territoire de la commune de Peer située à l'est d'une ligne formée par la (N748) Lillerbaan, P. Breugellaan, Kiezel op Kleine-Brogel, (N73) Baan naar Bree, Oude Hoevestraat, Erpekommerweg, Stevensweg et Deusterstraat;
- une partie du territoire de la commune de Meeuwen-Gruitrode située au nord de la ligne formée par Peerderbaan, Dorpsstraat, Hoogstraat, Genkerbaan, Plockroystraat, Dampstraat, Ophovenstraat, Campstraat, la frontière commune avec Opglabbeek et la frontière commune avec Maaseik;
- une partie du territoire de la commune de Maaseik située au nord d'une ligne formée par De Zavel, Meurenstraat, Rietstraat, Ridderpadstraat, Kortestraat, Gruitroderlaan, Dilserweg, Zandstraat, Bergerstraat, Ziepstraat, Kanaalstraat, Maaseikerbaan, Kinrooierdijk et Kinrooiersteenweg;
- une partie du territoire de la commune de Kinrooi située à l'ouest d'une ligne formée par la frontière commune de Maaseik, Steyvershofstraat, Weertersteenweg, Susenweg, Breeërsteenweg, Hoverstraat, Hubensstraat, Bekerstraat et la frontière avec les Pays-Bas.
2. La zone de surveillance n° 2 comprend :
- la totalité des communes d'Aubel et de Plombières;
- la partie du territoire de la commune des Fourons située au sud de la frontière des Pays-Bas et à l'est d'une ligne formée par le chemin de Mesch, le Vieux Tilleul, Hoeneveldje, route de Berneau;
- la partie du territoire de la commune de Dalhem située à l'est de la ligne formée par la rue de Fourons, la rue Chafour, la rue de Battice, la nationale 627;
- la partie du territoire de la commune de Herve située au nord d'une ligne formée par la nationale 627 et la nationale 3;
- la partie du territoire de la commune de Thimister-Clermont située au nord d'une ligne formée par la nationale 3, Cour la Saulx, Lohirville;
- la partie du territoire de la commune de Welkenraedt située au nord d'une ligne formée par Lohirville, rue de Verviers, Auweg, Hoof, rue du Bois, rue Chant des Oiseaux, rue Saint-Paul, rue des Châteaux, rue J.F. Kennedy, rue de l'Usine, rue de l'Yser, rue des Volontaires;
- la partie du territoire de la commune de Lontzen située au nord d'une ligne formée par la nationale 67, Grunstrasse, Kappellenstrasse, Waldstrasse, Ruhr, Buschausen Pruesswald.
3. La zone de surveillance n° 3 comprend :
- la totalité de la commune de Tongres;
- la partie du territoire de la commune de Heers située à l'est d'une ligne formée par les Sint-Martinusstraat, Tongersestraat, Heurnestraat, Henestraat, Beemdstraat, Dumstraat et Hekslaan;
- la partie du territoire de la commune de Borgloon située à l'est d'une ligne formée par les Sassenbroekstraat, Koekelbronstraat, (N748) Broekomstraat, Neremstraat, Nieuwe Steenweg, (N76) Graethem, Papensteen, Tongersestraat, Gillebroek, Kernielerweg et Rullecovenstraat;
- la partie du territoire de la commune de Kortessem située à l'est et au sud d'une ligne formée par les (N76) Opeindestraat, Dorpstraat, Klokkenhofstraat, Mersenhovenstraat, Stationsstraat, Bronstraat, Oude Weierenstraat, Baron A. de Heuschstraat, Gulmerstraat, Leenstraat et Siliestraat;
- la partie du territoire de la commune de Hoeselt située à l'est et au sud d'une ligne formée par les Sitsingenstraat, Romershovenstraat, Hanterstraat, Paneelstraat, Proefboostraat, Melleveldstraat, Groenstraat et Nederstraat;
- la partie du territoire de la commune de Bilzen située au sud d'une ligne formée par les E313/A13, N700, (N2) Maastrichterstraat, Rode Kruislaan, Sinckestraat et Kerkstraat;
- la partie du territoire de la commune de Riemst située à l'ouest d'une ligne formée par les Molenweg, (N745) Bilzersteenweg, (N671) Visésteenweg;
- la partie du territoire de la commune de Bassenge située à l'ouest d'une ligne formée par les (N671) rue de Campine, rue d'Eben, (N619), rue sous le Boeuf, Grand-Route, rue de la Résistance, rue G. Frainkin et rue Neuve;
- la partie du territoire de la commune d'Oupeye située à l'ouest d'une ligne formée par la rue de Tongres, rue de Wonck, rue Lavaux, rue Libeau et rue de Slins;
- la partie du territoire de la commune de Juprelle située au nord d'une ligne formée par la rue de Houtain, rue de l'Abbaye et rue du Tige;
- la partie du territoire de la commune d'Ans située au nord d'une ligne formée par la rue de Juprelle et rue de Hognoul;
- la partie du territoire de la commune d'Awans située au nord et à l'ouest d'une ligne formée par la rue d'Oupeye et (N3) chaussée Noël Ledouble;
- la partie du territoire de la commune de Crisnée située au nord d'une ligne formée par la (N3) Grand-Route;
- la partie du territoire de la commune d'Oreye située à l'est d'une ligne formée par les (N3) Grand-Route et (N69) chaussée Romaine. ".
" Article 2. § 1erquinquies. Pour application du présent arrêté, les zones suivantes appelées ci-après " zone de surveillance " sont délimitées :
1. La zone de surveillance n° 1 comprend :
- le territoire entier de la commune de Bocholt et de Bree;
- la partie du territoire de la commune de Hamont-Achel située au sud de la ligne formée par la (N71) Keunenlaan, Budelpoort, Kerkstraat, Stad et Bosstraat;
- la partie du territoire de la commune de Neerpelt au sud et à l'est d'une ligne formée par la (N71) Hamonterweg, (N748) Lillerheidestraat, Venderstraat, Brugstraat et Peerderbaan;
- la partie du territoire de la commune de Peer située à l'est d'une ligne formée par la (N748) Lillerbaan, P. Breugellaan, Kiezel op Kleine-Brogel, (N73) Baan naar Bree, Oude Hoevestraat, Erpekommerweg, Stevensweg et Deusterstraat;
- une partie du territoire de la commune de Meeuwen-Gruitrode située au nord de la ligne formée par Peerderbaan, Dorpsstraat, Hoogstraat, Genkerbaan, Plockroystraat, Dampstraat, Ophovenstraat, Campstraat, la frontière commune avec Opglabbeek et la frontière commune avec Maaseik;
- une partie du territoire de la commune de Maaseik située au nord d'une ligne formée par De Zavel, Meurenstraat, Rietstraat, Ridderpadstraat, Kortestraat, Gruitroderlaan, Dilserweg, Zandstraat, Bergerstraat, Ziepstraat, Kanaalstraat, Maaseikerbaan, Kinrooierdijk et Kinrooiersteenweg;
- une partie du territoire de la commune de Kinrooi située à l'ouest d'une ligne formée par la frontière commune de Maaseik, Steyvershofstraat, Weertersteenweg, Susenweg, Breeërsteenweg, Hoverstraat, Hubensstraat, Bekerstraat et la frontière avec les Pays-Bas.
2. La zone de surveillance n° 2 comprend :
- la totalité des communes d'Aubel et de Plombières;
- la partie du territoire de la commune des Fourons située au sud de la frontière des Pays-Bas et à l'est d'une ligne formée par le chemin de Mesch, le Vieux Tilleul, Hoeneveldje, route de Berneau;
- la partie du territoire de la commune de Dalhem située à l'est de la ligne formée par la rue de Fourons, la rue Chafour, la rue de Battice, la nationale 627;
- la partie du territoire de la commune de Herve située au nord d'une ligne formée par la nationale 627 et la nationale 3;
- la partie du territoire de la commune de Thimister-Clermont située au nord d'une ligne formée par la nationale 3, Cour la Saulx, Lohirville;
- la partie du territoire de la commune de Welkenraedt située au nord d'une ligne formée par Lohirville, rue de Verviers, Auweg, Hoof, rue du Bois, rue Chant des Oiseaux, rue Saint-Paul, rue des Châteaux, rue J.F. Kennedy, rue de l'Usine, rue de l'Yser, rue des Volontaires;
- la partie du territoire de la commune de Lontzen située au nord d'une ligne formée par la nationale 67, Grunstrasse, Kappellenstrasse, Waldstrasse, Ruhr, Buschausen Pruesswald.
3. La zone de surveillance n° 3 comprend :
- la totalité de la commune de Tongres;
- la partie du territoire de la commune de Heers située à l'est d'une ligne formée par les Sint-Martinusstraat, Tongersestraat, Heurnestraat, Henestraat, Beemdstraat, Dumstraat et Hekslaan;
- la partie du territoire de la commune de Borgloon située à l'est d'une ligne formée par les Sassenbroekstraat, Koekelbronstraat, (N748) Broekomstraat, Neremstraat, Nieuwe Steenweg, (N76) Graethem, Papensteen, Tongersestraat, Gillebroek, Kernielerweg et Rullecovenstraat;
- la partie du territoire de la commune de Kortessem située à l'est et au sud d'une ligne formée par les (N76) Opeindestraat, Dorpstraat, Klokkenhofstraat, Mersenhovenstraat, Stationsstraat, Bronstraat, Oude Weierenstraat, Baron A. de Heuschstraat, Gulmerstraat, Leenstraat et Siliestraat;
- la partie du territoire de la commune de Hoeselt située à l'est et au sud d'une ligne formée par les Sitsingenstraat, Romershovenstraat, Hanterstraat, Paneelstraat, Proefboostraat, Melleveldstraat, Groenstraat et Nederstraat;
- la partie du territoire de la commune de Bilzen située au sud d'une ligne formée par les E313/A13, N700, (N2) Maastrichterstraat, Rode Kruislaan, Sinckestraat et Kerkstraat;
- la partie du territoire de la commune de Riemst située à l'ouest d'une ligne formée par les Molenweg, (N745) Bilzersteenweg, (N671) Visésteenweg;
- la partie du territoire de la commune de Bassenge située à l'ouest d'une ligne formée par les (N671) rue de Campine, rue d'Eben, (N619), rue sous le Boeuf, Grand-Route, rue de la Résistance, rue G. Frainkin et rue Neuve;
- la partie du territoire de la commune d'Oupeye située à l'ouest d'une ligne formée par la rue de Tongres, rue de Wonck, rue Lavaux, rue Libeau et rue de Slins;
- la partie du territoire de la commune de Juprelle située au nord d'une ligne formée par la rue de Houtain, rue de l'Abbaye et rue du Tige;
- la partie du territoire de la commune d'Ans située au nord d'une ligne formée par la rue de Juprelle et rue de Hognoul;
- la partie du territoire de la commune d'Awans située au nord et à l'ouest d'une ligne formée par la rue d'Oupeye et (N3) chaussée Noël Ledouble;
- la partie du territoire de la commune de Crisnée située au nord d'une ligne formée par la (N3) Grand-Route;
- la partie du territoire de la commune d'Oreye située à l'est d'une ligne formée par les (N3) Grand-Route et (N69) chaussée Romaine. ".
Art.3. Artikel 2, § 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" 10° de verantwoordelijken van de varkensbedrijven moeten beschikken over een register waarvan een model is gevoegd bij dit besluit als bijlage XV, waarin de verantwoordelijke dagelijks elke bezoeker noteert aan de gebouwen of terreinen waar landbouwhuisdieren worden gehouden of die daartoe bestemd zijn. "
" 10° de verantwoordelijken van de varkensbedrijven moeten beschikken over een register waarvan een model is gevoegd bij dit besluit als bijlage XV, waarin de verantwoordelijke dagelijks elke bezoeker noteert aan de gebouwen of terreinen waar landbouwhuisdieren worden gehouden of die daartoe bestemd zijn. "
Art.3. L'article 2, § 2 du même arrêté est complété comme suit :
" 10° les responsables des exploitations où sont détenus des porcs doivent disposer d'un registre dont le modèle est prévu en annexe XV, dans lequel le responsable note quotidiennement chaque visiteur des bâtiments ou terrains où sont détenus des animaux de ferme ou qui y sont destinés. ".
" 10° les responsables des exploitations où sont détenus des porcs doivent disposer d'un registre dont le modèle est prévu en annexe XV, dans lequel le responsable note quotidiennement chaque visiteur des bâtiments ou terrains où sont détenus des animaux de ferme ou qui y sont destinés. ".
Art.4. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 2, § 2, 1° en 6°, wordt het rechtstreeks vervoer van slachtvarkens van bedrijven gelegen buiten het toezichtsgebied, toegelaten naar een slachthuis in het toezichtsgebied behalve op zaterdagen, zon- en feestdagen en voor zover volgende voorschriften worden nageleefd :
1° de aanvoer van slachtvarkens naar slachthuizen in het toezichtsgebied moet plaatsvinden tussen 5 en 15 uur;
2° het vervoer moet tenminste 24 uur vooraf worden aangemeld bij de commissaris van politie van de gemeente waar het slachthuis van bestemming gelegen is;
3° de vrachtwagens en voertuigen waarmee de slachtvarkens worden vervoerd moeten halt houden op de grensovergang van het toezichtsgebied via de toegangswegen bedoeld in § 3, om er te worden verzegeld door een afgevaardigde van de burgemeester van de gemeente waar de grensovergang gelegen is;
4° de afgevaardigde van de burgemeester levert een vervoertoelating af, overeenkomstig het model in bijlage I, vult het eerste luik ervan in, plaatst zijn handtekening en stempel en verzegelt de lading;
5° het vervoer van de slachtvarkens tot het slachthuis van bestemming geschiedt onder dekking van voornoemde vervoertoelating;
6° de vervoertoelating moet bij de slachtaangifte aan de keurder verantwoordelijk voor de ante-mortem keuring worden overhandigd, die het document verifieert en de verzegeling van het voertuig nagaat, hij verbreekt de verzegeling en vult de vervoertoelating aan;
7° de vervoertoelating wordt gedurende dertig dagen ter beschikking gehouden van de inspecteur-dierenarts.
§ 2. De bepalingen van § 1 gelden mutatis mutandis voor slachtvarkens uit het intracommunautair handelsverkeer, vergezeld van een geldig oorsprongs- en gezondheidscertificaat.
§ 3. De aanvoer van varkens in toepassing van §§ 1 en 2 van dit artikel moet verplicht gebeuren langs de wegen aangeduid door de gouverneurs van de betrokken provincie. "
" Artikel 3. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 2, § 2, 1° en 6°, wordt het rechtstreeks vervoer van slachtvarkens van bedrijven gelegen buiten het toezichtsgebied, toegelaten naar een slachthuis in het toezichtsgebied behalve op zaterdagen, zon- en feestdagen en voor zover volgende voorschriften worden nageleefd :
1° de aanvoer van slachtvarkens naar slachthuizen in het toezichtsgebied moet plaatsvinden tussen 5 en 15 uur;
2° het vervoer moet tenminste 24 uur vooraf worden aangemeld bij de commissaris van politie van de gemeente waar het slachthuis van bestemming gelegen is;
3° de vrachtwagens en voertuigen waarmee de slachtvarkens worden vervoerd moeten halt houden op de grensovergang van het toezichtsgebied via de toegangswegen bedoeld in § 3, om er te worden verzegeld door een afgevaardigde van de burgemeester van de gemeente waar de grensovergang gelegen is;
4° de afgevaardigde van de burgemeester levert een vervoertoelating af, overeenkomstig het model in bijlage I, vult het eerste luik ervan in, plaatst zijn handtekening en stempel en verzegelt de lading;
5° het vervoer van de slachtvarkens tot het slachthuis van bestemming geschiedt onder dekking van voornoemde vervoertoelating;
6° de vervoertoelating moet bij de slachtaangifte aan de keurder verantwoordelijk voor de ante-mortem keuring worden overhandigd, die het document verifieert en de verzegeling van het voertuig nagaat, hij verbreekt de verzegeling en vult de vervoertoelating aan;
7° de vervoertoelating wordt gedurende dertig dagen ter beschikking gehouden van de inspecteur-dierenarts.
§ 2. De bepalingen van § 1 gelden mutatis mutandis voor slachtvarkens uit het intracommunautair handelsverkeer, vergezeld van een geldig oorsprongs- en gezondheidscertificaat.
§ 3. De aanvoer van varkens in toepassing van §§ 1 en 2 van dit artikel moet verplicht gebeuren langs de wegen aangeduid door de gouverneurs van de betrokken provincie. "
Art.4. L'article 3 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 3. § 1er. En dérogation à l'article 2, § 2, 1° et 6°, le transport direct de porcs d'abattage provenant d'exploitations situées en dehors de la zone de surveillance vers un abattoir situé à l'intérieur de la zone de surveillance est autorisé, sauf les samedis, dimanches et jours fériés pour autant que les conditions suivantes soient respectées :
1° le transport de porcs d'abattage vers les abattoirs situés à l'intérieur de la zone de surveillance doit se faire entre 5 et 15 heures;
2° le transport doit être notifié au moins 24 heures à l'avance auprès du commissaire de police de la commune où l'abattoir de destination est situé;
3° les camions et les véhicules qui transportent les porcs d'abattage doivent s'arrêter à la limite extérieure de la zone de surveillance via les routes d'accès visées au § 3, pour être scellés par un mandataire du bourgmestre de la commune où est situé le passage dans la zone;
4° le mandataire du bourgmestre délivre une autorisation de transport conforme au modèle en annexe I, complète le premier volet, appose son cachet et sa signature et scelle le chargement;
5° le transport des porcs d'abattage jusqu'à l'abattoir de destination se fait sous couvert de l'autorisation de transport susmentionnée;
6° l'autorisation de transport doit être remise par le déclarant de l'abattage à l'expert responsable de l'examen ante-mortem qui la vérifie de même que les scellés du transport, il brise les scellés et complète l'autorisation de transport;
7° l'autorisation de transport doit être tenue à la disposition de l'inspecteur vétérinaire durant trente jours.
§ 2. Les dispositions du § 1er sont valables mutatis mutandis pour les porcs d'abattage provenant des échanges intracommunautaires, accompagnés d'un certificat sanitaire et d'origine valable.
§ 3. L'acheminement de porcs en application des §§ 1er et 2 du présent article doit se faire obligatoirement par les routes fixées par le gouverneur de la province concernée. ".
" Art. 3. § 1er. En dérogation à l'article 2, § 2, 1° et 6°, le transport direct de porcs d'abattage provenant d'exploitations situées en dehors de la zone de surveillance vers un abattoir situé à l'intérieur de la zone de surveillance est autorisé, sauf les samedis, dimanches et jours fériés pour autant que les conditions suivantes soient respectées :
1° le transport de porcs d'abattage vers les abattoirs situés à l'intérieur de la zone de surveillance doit se faire entre 5 et 15 heures;
2° le transport doit être notifié au moins 24 heures à l'avance auprès du commissaire de police de la commune où l'abattoir de destination est situé;
3° les camions et les véhicules qui transportent les porcs d'abattage doivent s'arrêter à la limite extérieure de la zone de surveillance via les routes d'accès visées au § 3, pour être scellés par un mandataire du bourgmestre de la commune où est situé le passage dans la zone;
4° le mandataire du bourgmestre délivre une autorisation de transport conforme au modèle en annexe I, complète le premier volet, appose son cachet et sa signature et scelle le chargement;
5° le transport des porcs d'abattage jusqu'à l'abattoir de destination se fait sous couvert de l'autorisation de transport susmentionnée;
6° l'autorisation de transport doit être remise par le déclarant de l'abattage à l'expert responsable de l'examen ante-mortem qui la vérifie de même que les scellés du transport, il brise les scellés et complète l'autorisation de transport;
7° l'autorisation de transport doit être tenue à la disposition de l'inspecteur vétérinaire durant trente jours.
§ 2. Les dispositions du § 1er sont valables mutatis mutandis pour les porcs d'abattage provenant des échanges intracommunautaires, accompagnés d'un certificat sanitaire et d'origine valable.
§ 3. L'acheminement de porcs en application des §§ 1er et 2 du présent article doit se faire obligatoirement par les routes fixées par le gouverneur de la province concernée. ".
Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit gewijzigd door het ministerieel besluit van 26juni 1997 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" Artikel 6. Voor de toepassing van dit besluit worden twee gebieden afgebakend, hierna "bufferzone" genoemd. Deze omvatten de volgende gebieden voor zover die niet opgenomen zijn in het toezichtsgebied en de schutkring :
1. Het geheel van de provincie Limburg.
2. Het geheel van de provincie Luik. "
" Artikel 6. Voor de toepassing van dit besluit worden twee gebieden afgebakend, hierna "bufferzone" genoemd. Deze omvatten de volgende gebieden voor zover die niet opgenomen zijn in het toezichtsgebied en de schutkring :
1. Het geheel van de provincie Limburg.
2. Het geheel van de provincie Luik. "
Art.5. L'article 6 du même arrêté, modifié par l'arrêté ministériel du 26 juin 1997 est remplacé par les dispositions suivantes :
" Art. 6. Pour l'application du présent arrêté deux zones appelées ci-après " zone tampon " sont délimitées. Elles comprennent les territoires suivants pour autant qu'ils ne sont pas repris dans les zones de surveillance et de protection :
1. Toute la province du Limbourg.
2. Toute la province de Liège. ".
" Art. 6. Pour l'application du présent arrêté deux zones appelées ci-après " zone tampon " sont délimitées. Elles comprennent les territoires suivants pour autant qu'ils ne sont pas repris dans les zones de surveillance et de protection :
1. Toute la province du Limbourg.
2. Toute la province de Liège. ".
Art.6. Artikel 8, §§ 1 en 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 7 mogen mestbiggen afkomstig van bedrijven gelegen in de bufferzone worden vervoerd naar een bedrijf gelegen in de bufferzone, voor zover :
1° de verantwoordelijke van het bedrijf van bestemming voorafgaandelijk een aanvraag heeft ingediend bij de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
2° het vervoer van varkens gebeurt, vanaf de datum bepaald door de dienst, onder dekking van een vervoertoelating afgeleverd door de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
3° elke verplaatsing beantwoordt aan de voorwaarden opgelegd door de Dienst.
Voor de bedrijven waar alle varkens op bevel werden afgemaakt is de aanvoer van mestbiggen onderworpen aan bijkomende voorwaarden vastgelegd door de Dienst.
§ 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 7 mogen met het oog op hun slachting slachtvarkens van een bedrijf gelegen in de bufferzone, rechtstreeks worden vervoerd naar een aangeduid slachthuis, voor zover :
1° de verantwoordelijke, die slachtvarkens van zijn bedrijf wenst af te voeren, voorafgaandelijk een aanvraag heeft ingediend bij de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
2° het vervoer van de slachtvarkens gebeurt, vanaf de datum bepaald door de dienst, onder dekking van een vervoertoelating afgeleverd door de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
3° elk vervoer van varkens naar het slachthuis voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de Dienst.
§ 2bis. In afwijking van de bepalingen van artikel 7, wordt het rechtstreeks vervoer van slachtvarkens afkomstig van bedrijven gelegen buiten de bufferzone naar een slachthuis gelegen binnen deze bufferzone toegelaten voor zover dat de volgende voorwaarden nageleefd worden :
1° het vervoer van slachtvarkens naar slachthuizen gelegen binnen de bufferzone moet gebeuren tussen 5 en 15 uur;
2° het vervoer moet tenminste 24 uur op voorhand gemeld worden aan de politiecommissaris van de gemeente waar het slachthuis van bestemming gelegen is;
3° de vrachtwagen moet verzegeld worden door een afgevaardigde van de gemeente op de plaats van de ingang van de buffer-zone.
§ 2ter. De bepalingen van § 2bis gelden mutadis mutandis voor slachtvarkens uit het intracommunautair handelsverkeer, vergezeld van een geldig oorsprongs- en gezondheidscertificaat.
§ 2quater. De aanvoer van varkens in toepassing van §§ 2bis en 2ter van dit artikel moet verplicht gebeuren langs de wegen aangeduid door de gouverneur van de betrokken provincie. "
" § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 7 mogen mestbiggen afkomstig van bedrijven gelegen in de bufferzone worden vervoerd naar een bedrijf gelegen in de bufferzone, voor zover :
1° de verantwoordelijke van het bedrijf van bestemming voorafgaandelijk een aanvraag heeft ingediend bij de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
2° het vervoer van varkens gebeurt, vanaf de datum bepaald door de dienst, onder dekking van een vervoertoelating afgeleverd door de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
3° elke verplaatsing beantwoordt aan de voorwaarden opgelegd door de Dienst.
Voor de bedrijven waar alle varkens op bevel werden afgemaakt is de aanvoer van mestbiggen onderworpen aan bijkomende voorwaarden vastgelegd door de Dienst.
§ 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 7 mogen met het oog op hun slachting slachtvarkens van een bedrijf gelegen in de bufferzone, rechtstreeks worden vervoerd naar een aangeduid slachthuis, voor zover :
1° de verantwoordelijke, die slachtvarkens van zijn bedrijf wenst af te voeren, voorafgaandelijk een aanvraag heeft ingediend bij de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
2° het vervoer van de slachtvarkens gebeurt, vanaf de datum bepaald door de dienst, onder dekking van een vervoertoelating afgeleverd door de burgemeester van zijn gemeente of zijn afgevaardigde;
3° elk vervoer van varkens naar het slachthuis voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de Dienst.
§ 2bis. In afwijking van de bepalingen van artikel 7, wordt het rechtstreeks vervoer van slachtvarkens afkomstig van bedrijven gelegen buiten de bufferzone naar een slachthuis gelegen binnen deze bufferzone toegelaten voor zover dat de volgende voorwaarden nageleefd worden :
1° het vervoer van slachtvarkens naar slachthuizen gelegen binnen de bufferzone moet gebeuren tussen 5 en 15 uur;
2° het vervoer moet tenminste 24 uur op voorhand gemeld worden aan de politiecommissaris van de gemeente waar het slachthuis van bestemming gelegen is;
3° de vrachtwagen moet verzegeld worden door een afgevaardigde van de gemeente op de plaats van de ingang van de buffer-zone.
§ 2ter. De bepalingen van § 2bis gelden mutadis mutandis voor slachtvarkens uit het intracommunautair handelsverkeer, vergezeld van een geldig oorsprongs- en gezondheidscertificaat.
§ 2quater. De aanvoer van varkens in toepassing van §§ 2bis en 2ter van dit artikel moet verplicht gebeuren langs de wegen aangeduid door de gouverneur van de betrokken provincie. "
Art.6. L'article 8, §§ 1er et 2 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" § 1er. En dérogation aux dispositions de l'article 7, les porcelets à engraisser en provenance d'exploitations situées dans la zone-tampon peuvent être transportés vers une exploitation située dans cette même zone-tampon, pour autant que :
1° le responsable de l'exploitation de destination ait introduit préalablement une demande auprès du bourgmestre de sa commune ou son délégué;
2° le transport des porcs s'effectue à partir de la date fixée par le service sous le couvert d'une autorisation de transport, délivrée par le bourgmestre de sa commune ou son délégué;
3° chaque transport répond aux conditions fixées par le Service.
Pour les exploitations où tous les porcs ont été abattus par ordre, l'introduction de porcelets à engraisser est soumise à des conditions supplémentaires fixées par le Service.
§ 2. En dérogation aux dispositions de l'article 7, les porcs d'abattage d'une exploitation située dans la zone-tampon peuvent, en vue de leur abattage, être transportés directement vers un abattoir désigné, pour autant que :
1° le responsable qui souhaite acheminer des porcs d'abattage de son exploitation, ait introduit préalablement une demande auprès de son bourgmestre ou son délégué;
2° le transport des porcs d'abattage s'effectue, à partir de la date fixée par le service, sous le couvert d'un certificat de transport délivré par son bourgmestre ou son délégué;
3° chaque transport de porcs vers l'abattoir répond aux conditions fixées par le Service.
§ 2bis. En dérogation aux dispositions de l'article 7, le transport direct de porcs d'abattage provenant d'exploitations situées en dehors de la zone-tampon vers un abattoir situé à l'intérieur de la zone-tampon est autorisé pour autant que les conditions suivantes sont respectées :
1° le transport de porcs d'abattage vers les abattoirs situés à l'intérieur de la zone-tampon doit se faire entre 5 et 15 heures;
2° le transport doit être notifié au moins 24 heures à l'avance auprès du commissaire de police de la commune où l'abattoir de destination est situé;
3° le camion doit être scellé par un délégué de la commune à l'endroit où est situé l'entrée dans la zone-tampon.
§ 2ter. Les dispositions du § 2bis sont valables mutatis mutandis pour les porcs d'abattage provenant des échanges intracommunautaires, accompagnés d'un certificat sanitaire et d'origine valable.
§ 2quater. L'acheminement de porcs en application des §§ 2bis et 2ter du présent article doit se faire obligatoirement selon les routes désignées par le gouverneur de la province concernée. ".
" § 1er. En dérogation aux dispositions de l'article 7, les porcelets à engraisser en provenance d'exploitations situées dans la zone-tampon peuvent être transportés vers une exploitation située dans cette même zone-tampon, pour autant que :
1° le responsable de l'exploitation de destination ait introduit préalablement une demande auprès du bourgmestre de sa commune ou son délégué;
2° le transport des porcs s'effectue à partir de la date fixée par le service sous le couvert d'une autorisation de transport, délivrée par le bourgmestre de sa commune ou son délégué;
3° chaque transport répond aux conditions fixées par le Service.
Pour les exploitations où tous les porcs ont été abattus par ordre, l'introduction de porcelets à engraisser est soumise à des conditions supplémentaires fixées par le Service.
§ 2. En dérogation aux dispositions de l'article 7, les porcs d'abattage d'une exploitation située dans la zone-tampon peuvent, en vue de leur abattage, être transportés directement vers un abattoir désigné, pour autant que :
1° le responsable qui souhaite acheminer des porcs d'abattage de son exploitation, ait introduit préalablement une demande auprès de son bourgmestre ou son délégué;
2° le transport des porcs d'abattage s'effectue, à partir de la date fixée par le service, sous le couvert d'un certificat de transport délivré par son bourgmestre ou son délégué;
3° chaque transport de porcs vers l'abattoir répond aux conditions fixées par le Service.
§ 2bis. En dérogation aux dispositions de l'article 7, le transport direct de porcs d'abattage provenant d'exploitations situées en dehors de la zone-tampon vers un abattoir situé à l'intérieur de la zone-tampon est autorisé pour autant que les conditions suivantes sont respectées :
1° le transport de porcs d'abattage vers les abattoirs situés à l'intérieur de la zone-tampon doit se faire entre 5 et 15 heures;
2° le transport doit être notifié au moins 24 heures à l'avance auprès du commissaire de police de la commune où l'abattoir de destination est situé;
3° le camion doit être scellé par un délégué de la commune à l'endroit où est situé l'entrée dans la zone-tampon.
§ 2ter. Les dispositions du § 2bis sont valables mutatis mutandis pour les porcs d'abattage provenant des échanges intracommunautaires, accompagnés d'un certificat sanitaire et d'origine valable.
§ 2quater. L'acheminement de porcs en application des §§ 2bis et 2ter du présent article doit se faire obligatoirement selon les routes désignées par le gouverneur de la province concernée. ".
Art.7. Het ministerieel besluit van 4 juli 1997 tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest wordt ingetrokken.
Art.7. L'arrêté ministériel du 4 juillet 1997 modifiant l'arrêté ministériel du 6 septembre 1990 portant des mesures temporaires en vue de la lutte contre la peste porcine classique est reporté.
Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 7 juli 1997.
Brussel, 5 juli 1997.
K. PINXTEN
Brussel, 5 juli 1997.
K. PINXTEN
Art. 8. Le présent arrêté produit ses effets à partir du lundi 7 juillet 1997.
Bruxelles, le 5 juillet 1997.
K. PINXTEN
Bruxelles, le 5 juillet 1997.
K. PINXTEN