Artikel 1. Artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 13. De personen die voor hun dienstreizen gebruik maken van een eigen wagen, hebben recht, tot goedmaking van al de kosten die uit het gebruik van dat voertuig voortspruiten, op een kilometervergoeding waarvan de bedragen vastgesteld worden volgens de bij dit besluit gevoegde tabel.
De bedragen van de kilometervergoeding worden gekoppeld aan de spilindex 119,53.
De mobiliteitsregeling die op de wedden van het personeel der ministeries toepasselijk is, geldt eveneens voor de kilometervergoeding.
De kilometervergoeding wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de betrokken minister en de minister die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft, ingeval gebruik wordt gemaakt van een ander vervoermiddel dan een wagen, alsmede voor de dienstreizen van personen die in het buitenland verblijven. "
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
24 APRIL 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
Titre
24 AVRIL 1997. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours.
Informations sur le document
Numac: 1997002037
Datum: 1997-04-24
Info du document
Numac: 1997002037
Date: 1997-04-24
Tekst (6)
Texte (6)
Article 1. L'article 13 de l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours, modifié par l'arrêté royal du 22 juillet 1993, est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 13. Les personnes qui utilisent pour leurs déplacements de service une voiture personnelle ont droit, pour couvrir tous les frais résultant de l'utilisation du véhicule à une indemnité kilométrique dont les montants sont fixés selon le tableau annexé au présent arrêté.
Les montants de l'indemnité kilométrique sont liés à l'indice-pivot 119,53.
Le régime de mobilité applicable aux traitements du personnel des ministères vaut également pour l'indemnité kilométrique.
L'indemnité kilométrique est fixée de commun accord entre le ministre concerné et le ministre qui a la fonction publique dans ses attributions en cas d'utilisation d'un moyen de transport autre qu'une voiture et pour les déplacements de personnes résidant à l'étranger. ".
" Art. 13. Les personnes qui utilisent pour leurs déplacements de service une voiture personnelle ont droit, pour couvrir tous les frais résultant de l'utilisation du véhicule à une indemnité kilométrique dont les montants sont fixés selon le tableau annexé au présent arrêté.
Les montants de l'indemnité kilométrique sont liés à l'indice-pivot 119,53.
Le régime de mobilité applicable aux traitements du personnel des ministères vaut également pour l'indemnité kilométrique.
L'indemnité kilométrique est fixée de commun accord entre le ministre concerné et le ministre qui a la fonction publique dans ses attributions en cas d'utilisation d'un moyen de transport autre qu'une voiture et pour les déplacements de personnes résidant à l'étranger. ".
Art.2. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid, wordt vervangen door het volgend lid :
" De provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de secretarissen-generaal van de ministeries, de opperofficieren, de eerste voorzitters en de procureurs-generaal van het Hof van Cassatie en van de Hoven van Beroep, de eerste voorzitter en de auditeur-generaal van het Krijgshof, de eerste voorzitter en de auditeur-generaal van de Raad van State, de voorzitters van het Arbitragehof en de Vaste Wervingssecretaris mogen voor dienstreizen gebruik maken van hun eigen voertuig. "
2° in het derde lid, worden de woorden " en de vice-gouverneur van de provincie Brabant " vervangen door de woorden " , de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams Brabant en, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. "
1° het eerste lid, wordt vervangen door het volgend lid :
" De provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de secretarissen-generaal van de ministeries, de opperofficieren, de eerste voorzitters en de procureurs-generaal van het Hof van Cassatie en van de Hoven van Beroep, de eerste voorzitter en de auditeur-generaal van het Krijgshof, de eerste voorzitter en de auditeur-generaal van de Raad van State, de voorzitters van het Arbitragehof en de Vaste Wervingssecretaris mogen voor dienstreizen gebruik maken van hun eigen voertuig. "
2° in het derde lid, worden de woorden " en de vice-gouverneur van de provincie Brabant " vervangen door de woorden " , de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams Brabant en, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. "
Art.2. A l'article 16 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° l'alinéa 1er est remplacé par l'alinéa suivant :
" Les gouverneurs de province, l'adjoint du gouverneur de la province du Brabant flamand, le gouverneur et le vice-gouverneur de l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale, les secrétaires généraux des ministères, les officiers généraux, les premiers présidents et procureurs généraux de la Cour de Cassation et des Cours d'Appel, le premier président et l'auditeur général de la Cour militaire, le premier président et l'auditeur général du conseil d'Etat, les présidents de la Cour d'Arbitrage et le Secrétaire permanent au recrutement sont autorisés à utiliser leur voiture personnelle pour leurs déplacements de service. ";
2° à l'alinéa 3, les mots "et le vice-gouverneur de la province de Brabant" sont remplacés par les mots ",l'adjoint du gouverneur de la province du Brabant flamand et, le gouverneur et le vice-gouverneur de l'arrondissement administratif de Bruxelles capitale. ".
1° l'alinéa 1er est remplacé par l'alinéa suivant :
" Les gouverneurs de province, l'adjoint du gouverneur de la province du Brabant flamand, le gouverneur et le vice-gouverneur de l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale, les secrétaires généraux des ministères, les officiers généraux, les premiers présidents et procureurs généraux de la Cour de Cassation et des Cours d'Appel, le premier président et l'auditeur général de la Cour militaire, le premier président et l'auditeur général du conseil d'Etat, les présidents de la Cour d'Arbitrage et le Secrétaire permanent au recrutement sont autorisés à utiliser leur voiture personnelle pour leurs déplacements de service. ";
2° à l'alinéa 3, les mots "et le vice-gouverneur de la province de Brabant" sont remplacés par les mots ",l'adjoint du gouverneur de la province du Brabant flamand et, le gouverneur et le vice-gouverneur de l'arrondissement administratif de Bruxelles capitale. ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art.3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 1997.
Art.4. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 april 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT
Gegeven te Brussel, 24 april 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT
Art.4. Nos Ministres et Nos Secrétaires d'Etat sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 24 avril 1997.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre du Budget,
H. VAN ROMPUY
Le Ministre de la Fonction publique,
A. FLAHAUT
Donné à Bruxelles, le 24 avril 1997.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre du Budget,
H. VAN ROMPUY
Le Ministre de la Fonction publique,
A. FLAHAUT
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Kilometervergoeding.
Art. N. Indemnité kilométrique.
Belastbaar vermogen Kilometervergoeding
4 5,60
5 6,55
6 7,25
7 8,00
8 8,75
9 9,50
10 10,50
11 11,50
4 5,60
5 6,55
6 7,25
7 8,00
8 8,75
9 9,50
10 10,50
11 11,50
Puissance fiscale Indemnite kilometrique
4 5,60
5 6,55
6 7,25
7 8,00
8 8,75
9 9,50
10 10,50
11 11,50
4 5,60
5 6,55
6 7,25
7 8,00
8 8,75
9 9,50
10 10,50
11 11,50
Voor de personen die niet tot het Rijkspersoneel behoren is het maximum belastbaar vermogen dat in aanmerking komt voor de uitkering van de vergoeding 7 PK.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 april 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 april 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT
Le maximum de la puissance fiscale admis pour la liquidation de l'indemnité est fixé à 7 CV pour les personnes ne faisant pas partie du personnel de l'Etat.
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 24 avril 1997 modifiant l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre du Budget,
H. VAN ROMPUY
Le Ministre de la Fonction publique,
A. FLAHAUT
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 24 avril 1997 modifiant l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre du Budget,
H. VAN ROMPUY
Le Ministre de la Fonction publique,
A. FLAHAUT