Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
8 OKTOBER 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van artikel 54 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-11-1996 en tekstbijwerking tot 22-01-2015)
Titre
8 OCTOBRE 1996. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution de l'article 54 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature (TRADUCTION)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 15-11-1996 et mise à jour au 22-01-2015)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (15)
Texte (15)
HOOFDSTUK I- Bepalingen betreffende de schadevergoeding.
CHAPITRE I- Dispositions relatives au dédommagement.
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van artikel 54, § 3, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, wordt in aanmerking genomen :
  1° als waarde van het goed op het ogenblik van verwerving: het bedrag dat als grondslag heeft gediend voor de heffing van [1 de registratie- of erfbelasting]1 over de volle eigendom van het goed van de aanvrager of, bij ontstentenis van zulke heffing, de verkoopwaarde van het goed in volle eigendom op de dag van de verwerving door de aanvrager;
  2° als waarde van het goed op het ogenblik van het ontstaan van het recht op schadevergoeding :
  a) in geval van overdracht van het goed, het bedrag dat als grondslag heeft gediend voor de heffing van de registratie- of successierechten over de volle eigendom van het goed van de aanvrager of, indien zulke heffing ontbreekt, de verkoopwaarde van het goed in volle eigendom op de dag van de overdracht door de aanvrager, met als minimum de overeengekomen waarde;
  b) in geval van weigering van een bouwvergunning of in geval van negatief stedenbouwkundig attest, de verkoopwaarde op het ogenblik van de afgifte van de weigering of van de afgifte van het negatief stedenbouwkundig attest.
  par.2. De in par.1 bedoelde verkoopwaarde van het goed wordt bepaald door het territoriaal bevoegde comité tot aankoop van onroerende goederen van de Staat, op verzoek van het Vlaamse Gewest.
  
Article 1. § 1. Pour l'application de l'article 54, § 3 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, est pris en compte :
  1° comme valeur du bien au moment de l'acquisition : le montant ayant servi comme assiette de la perception des [1 impôts d'enregistrement et de succession]1 sur la pleine propriété du bien du demandeur ou, à défaut de telle perception, la valeur vénale du bien en pleine propriété au jour de l'acquisition par le demandeur;
  2° comme valeur du bien au moment de la naissance du droit au dédommagement :
  a) en cas de transfert du bien, le montant ayant servi comme assiette de la perception des droits d'enregistrement et de succession sur la pleine propriété du bien du demandeur ou, à défaut de telle perception, la valeur vénale du bien en pleine propriété au jour du transfert par le demandeur, la valeur convenue étant un minimum;
  b) en cas de refus d'un permis de bâtir ou en cas d'une attestation urbanistique négative, la valeur vénale au moment de la délivrance du refus ou de l'attestation urbanistique négative.
  § 2. A la demande de la Région flamande, la valeur vénale du bien, visée au § 1er, est déterminée par le comité d'acquisition d'immeubles pour le compte de l'Etat, qui est territorialement compétent.
  
Art.2. De waarde van het goed op het ogenblik van de verwerving wordt geactualiseerd door ze te vermenigvuldigen met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de kalendermaand voorafgaand aan die waarin het recht op schadevergoeding ontstaat, en het zo verkregen getal te delen door het indexcijfer van de consumptieprijzen van de kalendermaand voorafgaand aan die waarin het goed door de aanvrager verworven werd, in voorkomend geval omgerekend op dezelfde basis als eerstgenoemd indexcijfer.
  De aldus geactualiseerde waarde wordt verhoogd met de kosten van verwerving en met de uitgaven die de aanvrager heeft gedaan met het oog op de realisatie van de bestemming van het goed tot op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het bouwverbod volgend uit een definitieve aanduiding als beschermd duingebied of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied.
Art.2. La valeur du bien au moment de l'acquisition est actualisée en la multipliant avec l'indice des prix à la consommation du mois civil précédant celui au cours duquel le droit au dédommagement est né, et en divisant le nombre obtenu par l'indice des prix à la consommation du mois civil précédant celui au cours duquel le bien a été acquis par le demandeur, le cas échéant converti sur la base du premier indice.
  La valeur ainsi actualisée est majorée du coût d'acquisition et des dépenses faites par le demandeur pour réaliser la destination du bien jusqu'au jour précédant l'entrée en vigueur de l'interdiction de bâtir en vertu de la désignation définitive comme zone de dunes protégée ou de zone agricole ayant une importance pour les dunes.
Art.3.   § 1. De schadelijder of zijn daartoe schriftelijk gevolmachtigde dient de aanvraag tot schadevergoeding in bij een ter post aangetekende brief, afgegeven tegen ontvangstbewijs en gericht aan [1 het hoofd van het Agentschap voor Natuur en Bos]1.
  § 2. Bij deze aanvraag worden de volgende stukken gevoegd :
  1° een verklaring dat schadevergoeding wordt geëist met toepassing van artikel 54, § 1, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;
  2° een duidelijke omschrijving met voldoende identificatiegegevens van het goed waarvoor de aanvraag ingediend wordt, met vermelding van de kadastrale gegevens en de oppervlakte;
  3° de datum van het ontstaan van het recht op schadevergoeding, alsook een verklaring dat deze schadevergoeding ontstaan is bij overdracht van het betreffende goed, bij de afgifte van een weigering van een bouwvergunning of bij de afgifte van een negatief stedenbouwkundig attest;
  4° een verklaring op eer dat sinds het ogenblik van de verwerving van het betreffende goed geen enkele andere schadevergoeding werd aangevraagd of verkregen vanwege een waardevermindering van het betreffende goed of, zo dit wel het geval is, de datum van de aanvraag, de naam van de instantie bij wie de schadevergoeding gevraagd of verkregen werd, de oorzaak van de schadevergoeding die gevraagd of verkregen werd en, in voorkomend geval, de datum waarop de schadevergoeding werd verkregen alsook het bedrag ervan;
  5° de datum van verwerving van het betreffende goed;
  6° in voorkomend geval, de opgave van de kosten van verwerving en de uitgaven, vermeld in art. 2, met de bijhorende afschriften van de bewijsstukken ervan;
  7° in voorkomend geval, een voor (kopie) van de weigering van de bouwvergunning of van het negatief stedenbouwkundig attest;
  8° in voorkomend geval, de schriftelijke volmacht.
  § 3. Binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de aanvraag wordt de aanvrager schriftelijk bij een ter post aangetekende brief meegedeeld of de aanvraag volledig is overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1 en paragraaf 2, of indien de aanvraag onvolledig wordt bevonden, welke inlichtingen en gegevens ontbreken of nadere toelichting vereisen.
  
Art.3.   § 1. La personne lésée ou la personne mandatée par écrit à cet effet, adresse la demande de dédommagement par lettre recommandée à la poste, contre récépissé, au [1 chef de l'Agentschap voor Natuur en Bos (Agence de la Nature et des Forêts)]1.
  § 2. Les pièces suivantes sont jointes à la demande :
  1° une déclaration exigeant un dédommagement en application de l'article 54, § 1er, de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature;
  2° une description explicite comportant des données d'identification suffisantes du bien faisant l'objet de la demande, avec indication des données cadastrales et de la superficie;
  3° la date de la naissance du droit au dédommagement ainsi qu'une déclaration que ce dédommagement est né à l'occasion du transfert du bien concerné, de la délivrance d'un refus de permis de bâtir ou de la délivrance d'une attestation urbanistique négative;
  4° une déclaration sur l'honneur que depuis l'acquisition du bien concerné aucun autre dédommagement n'a été demandé ou obtenu pour cause d'une diminution de la valeur du bien concerné ou, si tel est le cas, la date de la demande, le nom de l'instance auprès de laquelle le dédommagement a été demandé ou obtenu et, le cas échéant, la date à laquelle le dédommagement a été obtenu ainsi que son montant;
  5° la date d'acquisition du bien concerné;
  6° le cas échéant, l'énumération des coûts d'acquisition et des dépenses prévus à l'article 2, accompagnée des copies des pièces justificatives;
  7° le cas échéant, une (copie) du refus de permis de bâtir ou de l'attestation urbanistique négative;
  8° le cas échéant, la procuration écrite.
  § 3. Dans les trente jours civils de l'envoi de la demande, il est notifié au demandeur par lettre recommandée à la poste si la demande est complète conformément aux dispositions des paragraphes 1er et 2 ou si tel n'est pas le cas, quels renseignements et données font défaut ou doivent être explicités.
  
Art.4. [1 Het Agentschap voor Natuur en Bos]1 gaat na of de voorwaarden voor het recht op schadevergoeding vervuld zijn; ze berekent in voorkomend geval de in artikel 54, paragrafen 3 en 4 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud bedoelde waardevermindering die in aanmerking komt voor de schadevergoeding. [1 Het Agentschap voor Natuur en Bos]1 kan aan de bevoegde minister een gemotiveerd voorstel richten tot opheffing van het in artikel 52 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud bedoelde bouwverbod.
  De beslissing tot vergoeding, of de weigering ervan, of de opheffing van het bouwverbod en, in voorkomend geval, het bedrag van de vastgestelde schadevergoeding en de berekeningswijze ervan, worden binnen een termijn van zes maanden na de verzending van de aanvraag overeenkomstig artikel 3, schriftelijk bij een ter post aangetekende brief aan de aanvrager meegedeeld, met vermelding dat hiertegen beroep mogelijk is bij de bevoegde rechter.
  De minister, bevoegd voor het natuurbehoud, neemt de beslissing tot vergoeding of de weigering ervan.
  
Art.4. [1 La Agentschap voor Natuur en Bos]1, vérifie si les conditions régissant le droit au dédommagement ont été remplies; le cas échéant, elle calcule la diminution de valeur visée à l'article 54, paragraphes 3 et 4 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, qui pourra faire l'objet d'un dédommagement. [1 La Agentschap voor Natuur en Bos]1 peut adresser au Ministre une proposition motivée visant à lever l'interdiction de bâtir visée à l'article 52 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature.
  La décision d'octroi d'un dédommagement ou de son refus ou la levée de l'interdiction de bâtir et, le cas échéant, le montant du dédommagement et son mode de calcul, sont notifiés par lettre recommandée au demandeur dans un délai de six mois de l'envoi de la demande conformément à l'article 3 avec indication de la faculté de recours auprès du juge compétent.
  Le Ministre chargé de la conservation de la nature, prend la décision d'octroi ou de refus du dédommagement.
  
HOOFDSTUK II- Bepalingen betreffende de gedwongen aankoop door (de Vlaamse Grondenbank).
CHAPITRE II- Dispositions relatives à l'achat forcé par (la " Vlaamse Grondenbank ").
Art.5. De maximale oppervlakte bedoeld in artikel 54, par.8, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, wordt vastgesteld op 900 m2.
Art.5. La superficie maximale visée à l'article 54, § 8 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, est fixée à 900 m2.
Art. 5bis. <INGEVOEGD bij BVR 2007-07-19/08, art. 2; Inwerkingtreding : 01-08-2007> Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.
Art. 5bis. Pour l'application du présent chapitre, on entend par " Vlaamse Grondenbank " : la division de la Vlaamse Landmaatschappij, créée conformément au décret du 16 juin 2006 portant création d'une "Vlaamse Grondenbank" (Banque foncière flamande) et portant modification de diverses dispositions.
Art.6. § 1. De natuurlijke persoon, die voldoet aan de voorwaarden gesteld bij artikel 54, § 8, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, of zijn daartoe schriftelijk gevolmachtigde, dient de aanvraag tot aankoop door (de Vlaamse Grondenbank) in bij een ter post aangetekende brief afgegeven tegen ontvangstbewijs en gericht (aan de Vlaamse Grondenbank).
  § 2. Bij deze aanvraag worden de volgende stukken gevoegd :
  1° een verklaring dat de aankoop door (de Vlaamse Grondenbank) wordt geëist;
  2° een duidelijke omschrijving met voldoende identificatiegegevens van het goed waarvoor de aanvraag ingediend wordt, met vermelding van de kadastrale gegevens;
  3° een verklaring dat de oppervlakte van het in 2° bedoelde goed maximaal 900 m2 bedraagt;
  4° een verklaring op eer dat het in 2° bedoelde goed het enig onbebouwd bouwperceel is van de aanvrager;
  5° een verklaring op eer dat de aanvrager voor het overige eigenaar is van ten hoogste één ander onroerend goed op datum van 15 september 1993;
  6° een verklaring op eer dat sinds het ogenblik van de verwerving van het betreffende goed geen enkele schadevergoeding werd aangevraagd of verkregen vanwege een waardevermindering van het betreffende goed of, zo dit wel het geval is, de datum van de aanvraag, de naam van de instantie bij wie de schadevergoeding gevraagd of verkregen werd, de oorzaak van de schadevergoeding die gevraagd of verkregen werd en, in voorkomend geval, de datum waarop de schadevergoeding werd verkregen alsook het bedrag ervan;
  7° de datum van verwerving van het betreffende goed;
  8° in voorkomend geval, de opgave van de kosten van verwerving en de uitgaven, vermeld in art. 2, en de financieringskosten, met de bijhorende afschriften van de bewijsstukken ervan;
  9° in voorkomend geval, de schriftelijke volmacht.
  § 3. Binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de aanvraag wordt de aanvrager schriftelijk bij een ter post aangetekende brief meegedeeld of de aanvraag volledig is overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1 en paragraaf 2, of indien de aanvraag onvolledig wordt bevonden, welke inlichtingen en gegevens ontbreken of nadere toelichting vereisen.
  § 4. De in par.1 bedoelde aanvraag geldt slechts als kennisgeving van de wil om de aankoop door ()de Vlaamse Grondenbank te eisen, in de zin van artikel 54, § 8, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, voor zover de aanvraag volledig is overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1 en paragraaf 2.
Art.6. § 1. La personne physique qui remplit les conditions prescrites à l'article 54, § 8 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, ou la personne mandatée par écrit, adresse la demande d'achat par (la " Vlaamse Grondenbank ") par lettre recommandée à la poste, contre récépissé, (à la " Vlaamse Grondenbank ").
  § 2. La demande est accompagnée des pièces suivantes :
  1° une déclaration que l'achat est exigé par (la " Vlaamse Grondenbank ");
  2° une description explicite comportant des données d'identification suffisantes du bien faisant l'objet d'une demande, avec indication des données cadastrales;
  3° une déclaration que la superficie maximale du bien visé au 2° est de 900 m2;
  4° une déclaration sur l'honneur que le bien visé au 2° est la seule parcelle non bâtie appartenant au demandeur;
  5° une déclaration sur l'honneur que le demandeur possède le 15 septembre 1993 au maximum un seul autre immeuble;
  6° une déclaration sur l'honneur que depuis le moment de l'acquisition du bien concerné aucun autre dédommagement n'a été demandé ou obtenu pour cause d'une diminution de valeur du bien concerné ou, si tel est le cas, la date de la demande, le nom de l'instance auprès de laquelle le dédommagement a été demandé ou obtenu et, le cas échéant, la date à laquelle le dédommagement a été obtenu ainsi que son montant;
  7° la date d'acquisition du bien concerné;
  8° le cas échéant, l'énumération des coûts d'acquisition et des dépenses visés à l'art. 2, et des frais de financement, accompagnée des copies des pièces justificatives;
  9° le cas échéant, la procuration écrite.
  § 3. Dans les trente jours civils de l'envoi de la demande, il est notifié au demandeur par lettre recommandée à la poste si la demande est complète conformément aux dispositions des paragraphes 1er et 2 ou si tel n'est pas le cas, quels renseignements et données font défaut ou doivent être explicités.
  § 4. La demande visée au § 1er ne vaut que notification de la volonté d'exiger l'achat par (la " Vlaamse Grondenbank "), au sens de l'article 54, § 8 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, dans la mesure où la demande est complète conformément aux dispositions des paragraphes 1er et 2.
Art.7. In geval van aanvraag tot aankoop door (de Vlaamse Grondenbank), wordt de waarde van het goed geactualiseerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van dit besluit.
  De aldus geactualiseerde waarde wordt verhoogd met de kosten en uitgaven, bedoeld in artikel 2, vermeerderd met de financieringskosten.
Art.7. En cas de demande d'achat par (la " Vlaamse Grondenbank "), la valeur du bien est actualisée conformément aux dispositions de l'article 2 du présent arrêté.
  La valeur ainsi actualisée est majorée des frais et dépenses visés à l'article 2, majorés des frais de financement.
Art.8. (De Vlaamse Grondenbank gaat na of de voorwaarden voor de koopplicht vervuld zijn; ze berekent in voorkomend geval het bedrag van de aankoopprijs.)
  De beslissing tot aankoop of de weigering ervan en, in voorkomend geval, het bedrag van de vastgestelde aankoopprijs en de berekeningswijze ervan, worden schriftelijk bij een ter post aangetekende brief aan de aanvrager meegedeeld, met vermelding dat hiertegen beroep mogelijk is bij de bevoegde rechter.
  De minister, bevoegd voor het natuurbehoud, neemt de beslissing tot vergoeding of de weigering ervan.
Art.8. (La " Vlaamse Grondenbank " vérifie si les conditions régissant l'obligation d'achat ont été remplies; le cas échéant, elle calcule le montant du prix d'achat.)
  La décision d'achat ou de son refus et, le cas échéant, le montant du prix d'achat déterminé et son mode de calcul, sont notifiés par lettre recommandée au demandeur avec indication de la faculté de recours auprès du juge compétent.
  Le Ministre chargé de la conservation de la nature, prend la décision d'octroi ou de refus du dédommagement.
Art.9. § 1. Indien de waarde waarop het goed geschat werd voor de betaling van de rechten nog niet definitief vaststaat op het ogenblik van de aanvraag tot aankoop door (de Vlaamse Grondenbank), dan wordt het bedrag van de aankoopprijs door (de Vlaamse Grondenbank) overeenkomstig de bepalingen van dit besluit berekend en betaald op basis van het bedrag waarop al [1 registratie- of erfbelasting]1 werden geheven.
  § 2. Binnen een termijn van zes maanden na de kennisgeving van de definitieve vaststelling van de waarde waarop het goed geschat werd voor de betaling van de rechten, kan een aanvraag tot herziening van het bedrag van de verschuldigde of betaalde aankoopprijs ingediend worden. In dat geval blijven de bepalingen van artikel 6 § 1 en artikel 8 onverminderd van toepassing.
  
Art.9. § 1. Si la valeur estimée du bien en vue du paiement des droits, n'est pas encore définitive au moment de la demande d'achat de la part de (la " Vlaamse Grondenbank "), le montant du prix d'achat est calculé et réglé par (la " Vlaamse Grondenbank "), conformément aux dispositions du présent arrêté, sur la base du montant servant comme assiette de la perception de tous [1 les impôts d'enregistrement et de succession]1.
  § 2. Dans un délai de six mois de la notification de la détermination définitive de la valeur estimée du bien en vue du paiement des droits, une demande en révision du montant du prix d'achat dû ou payé peut être introduite. Dans ce cas, les dispositions de l'article 6, § 1er et de l'article 8 demeurent intégralement applicables.
  
HOOFDSTUK III- Slotbepalingen.
CHAPITRE III- Dispositions finales.
Art.10. Voor aanvragen tot schadevergoeding die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, gaat de in artikel 4, tweede lid, bedoelde termijn van zes maanden in op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.10. En ce qui concerne les demandes de dédommagement présentées avant la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, le délai visé à l'article 4, deuxième alinéa, prend cours le jour de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 11. De minister, bevoegd voor het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 11. Le Ministre qui a la conservation de la nature dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.