Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
24 JULI 1996. - [Decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling [...]] <DVR2008-07-10/47, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 23-08-2008> <Opschrift gewijzigd door DVR2017-02-17/06, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2018> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-10-1996 en tekstbijwerking tot 21-05-2024)
Titre
24 JUILLET 1996. - [Décret réglant l'agrément et le subventionnement des institutions de médiation de dettes [...]] (TRADUCTION) <DCFL2008-07-10/47, art. 2, 003; En vigueur : 23-08-2008> <Intitulé modifié par DCFL2017-02-17/06, art. 16, 005; En vigueur : 01-01-2018> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 05-10-1996 et mise à jour au 21-05-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (18)
Texte (18)
HOOFDSTUK I. - [1 Algemene bepalingen]1
CHAPITRE Ier. - [1 Dispositions générales]1
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art.2. [1 In dit decreet wordt onder schuldbemiddeling de dienstverlening verstaan als bedoeld in artikel 1, 13°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.]1
  
Art.2. [1 Dans le présent décret on entend par médiation de dettes, les services visés à l'article 1er, 13° de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation.]1
  
HOOFDSTUK II. [1 - Instellingen voor schuldbemiddeling]1
CHAPITRE II. [1 - Institutions de médiation de dettes]1
Art.3. [1 De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor de aanvraag tot erkenning van instellingen die aan schuldbemiddeling doen, de hernieuwing van de erkenning en voor de bekendmaking van de erkenning en hernieuwing.]1
  Indien de aanvragende instelling erom verzoekt, moet zij worden gehoord.
  
Art.3. [1 Le Gouvernement flamand fixe la procédure de la demande d'agrément d'institutions de médiation de dettes, du renouvellement de l'agrément et de la publication de l'agrément et du renouvellement.]1
  L'institution ayant introduit une demande doit être entendue si elle le demande.
  
Art. 3bis. [1 Het Departement Zorg, vermeld in artikel 23, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, treedt voor de verwerkingen, vermeld in dit artikel, op als de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), en verwerkt op grond van artikel 6, lid 1, e), van de voormelde verordening persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van de procedure, vermeld in artikel 3 van dit decreet.
   De verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in het eerste lid, verwerkt persoonsgegevens over de personen die betrokken zijn bij de volgende procedures:
   1° de procedure voor de aanvraag tot erkenning van instellingen die aan schuldbemiddeling doen;
   2° de procedure voor de hernieuwing van de erkenning van instellingen die aan schuldbemiddeling doen;
   3° de procedure voor de bekendmaking van de erkenning van instellingen die aan schuldbemiddeling doen en de hernieuwing van de erkenning van instellingen die aan schuldbemiddeling doen;
   4° de procedure voor de jaarlijkse verslaggeving, vermeld in artikel 9, § 1, 5°.
   Voor de doeleinden, vermeld in het eerste lid, verwerkt de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in het eerste lid, persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën:
   1° naam, voornaam, type tewerkstelling, tewerkstellingsvolume besteed aan schuldbemiddeling;
   2° gegevens over beroep, beroepsbekwaamheid, opleiding en vorming als vermeld in artikel 5;
   3° identificatienummer van de sociale zekerheid, als gebruikgemaakt wordt van de Leer- en Ervaringsbewijzendatabank, vermeld in artikel 20 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, voor de verwerking van gegevens als vermeld in punt 2°.
   Alleen de medewerkers van de verwerkingsverantwoordelijke die belast zijn met de procedures, vermeld in het tweede lid, of met het beheer van de applicatie voor het verzamelen van de gegevens, hebben toegang tot de verwerkte gegevens.
   De maximale bewaartermijn voor persoonsgegevens die op basis van dit decreet worden verwerkt, bedraagt twee jaar na het jaar waarin de instellingen, zoals bedoeld in artikel 9, deze gegevens hebben bezorgd aan het Departement Zorg.]1

  
Art.3bis. [1 Le Département Soins (Departement Zorg), visé à l'article 23, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande, agit pour les traitements mentionnés dans le présent article en tant que responsable du traitement visé à l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données), et traite, conformément à l'article 6, paragraphe 1er, e), du règlement précité, des données à caractère personnel en vue de l'exécution de la procédure, visée à l'article 3 du présent décret.
   Le responsable du traitement, visé à l'alinéa 1er, traite les données à caractère personnel relatives aux personnes concernées dans les procédures suivantes :
   1° la procédure pour les demandes d'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes ;
   2° la procédure pour le renouvellement de l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes ;
   3° la procédure pour la publication de l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes et le renouvellement de l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes ;
   4° la procédure du rapport annuel, visé à l'article 9, § 1er, 5°.
   Pour les finalités, visées à l'alinéa 1er, le responsable de traitement, visé à l'alinéa 1er, traite des données à caractère personnel issues des catégories de données suivantes :
   1° nom, prénom, type d'emploi, volume d'emploi consacré à la médiation de dettes ;
   2° des données relatives à la profession, la compétence professionnelle, l'éducation et la formation, telles que visées à l'article 5 ;
   3° le numéro d'identification de la sécurité sociale, lorsque la base de données de titres d'apprentissage et de compétence professionnelle, visée à l'article 20 du décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications, est utilisée pour le traitement des données, tel que visé au point 2°.
   Seuls les collaborateurs du responsable du traitement chargés des procédures, visées à l'alinéa 2, ou de la gestion de l'application pour collecter des données ont accès aux données traitées.
   La durée maximale de conservation pour les données à caractère personnel traitées sur la base du présent décret s'élève à deux ans suivant l'année au cours de laquelle les institutions, telles que visées à l'article 9, ont transmis ces données au Département Soins. ]1

  
Art.4. De erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling wordt initieel toegekend voor een periode van drie jaar en is daarna hernieuwbaar voor [1 een periode van onbepaalde duur]1.
  
Art.4. Initialement, l'agrément des institutions de médiation de dettes est attribué pour une période de trois ans; ensuite il est renouvelable pour [1 une période de durée indéterminée]1.
  
Art.5. Komen enkel voor erkenning in aanmerking, die instellingen die behoeve van schuldbemiddeling tegelijkertijd :
  1° een maatschappelijk werker ter beschikking hebben, die ter zake een gespecialiseerde opleiding van ten minste zestig uren heeft gevolgd of daaromtrent een nuttige beroepservaring van ten minste drie jaar kan voorleggen;
  2° het bewijs leveren dat ze een doctor of licentiaat in de rechten met bovenvermelde opleiding of beroepservaring tewerk stellen, dan wel een overeenkomst hebben gesloten hetzij met een doctor of licentiaat in de rechten die aan minstens één van die voorwaarden voldoet, hetzij met een orde van advocaten bij een balie.
  De Vlaamse regering bepaalt de inhoud van de voormelde gespecialiseerde opleiding.
Art.5. Entrent seules en ligne de compte pour l'agrément, les institutions qui, en vue de la médiation de dettes, remplissent simultanément les deux conditions suivantes :
  1° disposer d'un assistant social qui a suivi une formation spécialisée en la matière d'au moins soixante heures ou qui a une expérience professionnelle utile d'au moins trois ans;
  2° fournir la preuve que soit elles occupent un docteur ou licencié en droit ayant suivi la formation susmentionnée ou disposant de l'expérience professionnelle susmentionnée, soit elles ont conclu un accord, avec un docteur ou licencié en droit remplissant au moins une de ces conditions, ou avec un ordre d'avocats à un barreau.
  Le Gouvernement flamand fixe le contenu de la formation spécialisée précitée.
Art.6. Onverminderd de bepalingen van artikel 5, komen voor erkenning in aanmerking :
  1° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  2° de door de Vlaamse regering [1 autonome centra voor algemeen welzijnswerk die erkend zijn krachtens het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk]1.
  
Art.6. Sans préjudice des dispositions de l'article 5, entrent en ligne de compte pour l'agrément :
  1° les centres publics d'aide sociale;
  2° [1 les centres d'aide sociale générale autonomes agréés en vertu du décret du 19 décembre 1997 relatif à l'aide sociale générale]1 par le Gouvernement flamand.
  
Art.7. In de voor de Vlaamse regering te bepalen gevallen kunnen de aan de schuldbemiddelingsprocedure verbonden kosten worden aangerekend aan de schuldenaar. De Vlaamse regering bepaalt aan welke categorieën schuldenaars deze kosten kunnen worden aangerekend, onder welke voorwaarden en voor welk maximumbedrag. De bemiddeling als zodanig is kosteloos.
Art.7. Le Gouvernement flamand déterminera les cas dans lesquels les frais liés à la procédure de médiation de dettes peuvent être imputés au débiteur. Le Gouvernement flamand déterminera également les catégories de débiteurs auxquelles ces frais peuvent être imputés, ainsi que les conditions et le montant maximal. La médiation tant que telle est gratuite.
Art.8. De erkenning kan, niettegenstaande aan de hierboven in de artikelen 5, 6 en 7 genoemde voorwaarden is voldaan, door de Vlaamse regering worden geweigerd aan die instellingen :
  1° in hoofde waarvan wordt vastgesteld dat zij, of één van hun organen, gemachtigden of aangestelden, blijk geven van een gebrek aan eerbaarheid of onbaatzuchtigheid;
  2° binnen dewelke de functies van voorzitter, bestuurder, directeur of gemachtigde zijn toevertrouwd aan een niet in ere hersteld persoon die veroordeeld werd tot een gevangenisstraf, zelfs met uitstel, van minstens één maand, voor een overtreding bedoeld in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken;
  3° (enkel in de Franstalige versie)
  4° binnen dewelke de functies van voorzitter, bestuurder, directeur of gemachtigde zijn toevertrouwd aan een persoon die tijdens de periode van vijf jaar, voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning, aansprakelijk gesteld zijn voor de verbintenissen of schulden van een gefailleerde vennootschap, bij toepassing van de artikelen 35, 6°; 63ter, 123, tweede lid, 7°, of 133bis van de gecoördineerde wetten op de handelsvenootschappen;
  5° die onvoldoende zelfstandig blijken te staan ten overstaan van personen of instellingen die een activiteit van kredietgever of kredietbemiddelaar uitoefenen in de zin van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.
Art.8. Même si les conditions prévues aux articles 5, 6 et 7 sont remplies, le Gouvernement flamand peut refuser l'agrément aux institutions :
  1° du chef desquelles il est constaté qu'elles, ou un de leurs organes, mandataires ou préposés font preuve d'un manque d'honorabilité ou de désintéressement;
  2° au sein desquelles les fonctions de président, administrateur, directeur ou mandataire ont été confiées à des personnes déchues de leurs droits civils et politiques;
  3° au sein desquelles les fonctions de président, administrateur, directeur ou mandataire ont été confiées à une personne non réhabilitée qui a été condamnée à une peine de prison d'au moins un mois, même avec sursis, pour une infraction visée à l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 portant interdiction pour certains condamnés et pour les faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités et accordant la compétence aux tribunaux de commerce de prononcer une telle interdiction;
  4° au sein desquelles les fonctions de président, administrateur, directeur ou mandataire ont été confiées à une personne qui au cours de la période de 5 ans préalable à la demande d'agrément ou de renouvellement de l'agrément a été rendue responsable pour les engagements ou les dettes de la société faillie, en application des articles 35, 6°; 63ter, 123, deuxième alinéa, 7°, ou 133bis des lois coordonnées sur les sociétés commerciales;
  5° qui s'avèrent insuffisamment indépendantes vis-à-vis de personnes ou d'institutions exerçant des activités de prêteur ou d'intermédiaire de crédit comme visées à la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation.
Art.9. [§ 1.] De erkende instellingen [1 voor schuldbemiddeling]1 moeten, gebeurlijk om erkend te blijven of opnieuw erkend te worden, de volgende verplichtingen naleven :
  1° in hun briefwisseling en op hun officiële stukken melding maken van hun erkenning als schuldbemiddelaar, met aanduiding van het erkenningsnummer;
  2° de Vlaamse regering onverwijld in kennis stellen van elke wijziging aangebracht aan de statuten en van benoemingen van bestuurders;
  3° de Vlaamse regering onverwijld inlichten over de stopzetting van de schuldbemiddelingsactiviteiten; bij definitieve stopzetting van de activiteit wordt de erkenning ambtshalve geschrapt;
  4° de Vlaamse regering onverwijld op de hoogte brengen in alle gevallen waarin ze niet meer voldoen aan de bij dit decreet vastgestelde erkenningsvoorwaarden;
  5° in de loop van het eerste trimester dat volgt op het einde van elk boekjaar, een jaarverslag overmaken aan de Vlaamse regering;
  6° zich onderwerpen aan het toezicht van de door de Vlaamse regering aangewezen ambtenaren en beambten;
  7° de modelovereenkomst inzake schuldbemiddeling opgemaakt door de Vlaamse regering gebruiken.
  [§ 2. Het jaarverslag, bedoeld in § 1, 5°, bevat een gestandaardiseerde registratie met betrekking tot de geboden schuldbemiddeling. De Vlaamse Regering legt door middel van een model de modaliteiten van die registratie vast.
  De Vlaamse Regering bepaalt verder de minimale voorwaarden waaraan het jaarverslag moet voldoen.]
  
Art.9. [§ 1er.] Pour garder ou pour renouveler leur agrément, les institutions [1 de médiation de dettes]1 agréées sont tenues de respecter les obligations suivantes :
  1° faire mention de leur agrément comme intermédiaire de dettes, en indiquant le numéro d'agrément, dans leurs documents officiels et dans leur correspondance;
  2° communiquer sans tarder au Gouvernement flamand toute modification apportée aux statuts ainsi que les nominations d'administrateurs;
  3° informer le Gouvernement flamand sans tarder de la cessation des activités de médiation de dettes; lors d'un arrêt définitif des activités, l'agrément est supprimé d'office;
  4° prévenir le Gouvernement flamand sans tarder dans tous les cas où elles ne remplissent plus les conditions d'agrément fixées par le présent décret;
  5° transmettre un rapport annuel au Gouvernement flamand dans le courant du premier trimestre qui suit la fin de chaque exercice;
  6° se soumettre au contrôle des fonctionnaires et des agents désignés par le Gouvernement flamand;
  7° utiliser le contrat modèle en matière de médiation de dettes qui a été rédigé par le Gouvernement flamand.
  [§ 2. Le rapport annuel visé au § 1er, 5°, comprend un enregistrement standardisé relatif à la médiation de dettes offerte. Le Gouvernement flamand détermine les modalités de cet enregistrement à l'aide d'un modèle.
  En outre, le Gouvernement flamand détermine les conditions minimales auxquelles le rapport annuel doit répondre.]
  
Art.10. De erkenning kan door de Vlaamse regering onverwijld en met onmiddellijke ingang worden ingetrokken of geschorst voor de termijn die hij bepaalt, indien de bepalingen van dit decreet niet worden nageleefd.
Art.10. Lorsque les dispositions du présent décret ne sont pas respectées, le Gouvernement flamand peut immédiatement retirer ou suspendre l'agrément, pour un délai fixé par lui.
Art. 10bis. [1 De Vlaamse Regering kan de erkende instellingen voor schuldbemiddeling en de samenwerkingsverbanden van erkende instellingen voor schuldbemiddeling subsidiëren binnen de beschikbare begrotingskredieten. Ze bepaalt de regels voor de voorwaarden, de aanvraag, de vaststelling, de toekenning en de vereffening van de subsidie.]1
  
Art. 10bis. [1 Le Gouvernement flamand peut subventionner les institutions agréées de médiation de dettes et les partenariats de coopération d'institutions agréées de médiation de dettes dans les limites des crédits budgétaires disponibles. Il arrête les règles relatives aux conditions, à la demande, à l'établissement, à l'octroi et à la liquidation de la subvention.]1
  
HOOFDSTUK III.
CHAPITRE III.
HOOFDSTUK IV. [1 - Slotbepaling]1
CHAPITRE IV. [1 - Disposition finale]1
Art. 11. Dit decreet treedt in werking op de door de Vlaamse regering vast te stellen datum. (NOTA : inwerkingtreding vastgesteld op 30 mei 1997 bij BVR 1997-03-25/40, art. 16.)
Art. 11. Le présent décret entre en vigueur à la date fixée par le Gouvernement flamand. (NOTE : entrée en vigueur fixée au 30 mai 1997 par l'AGF 1997-03-25/40, art. 16.)