Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 JULI 1995. - Decreet betreffende het inschrijvings- en het schoolgeld in het onderwijs. (NOTA 1 : Opgeheven voor het gewoon basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon onderwijs. <DDG 1998-08-31/42, art. 121, § 3, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1998>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-02-1996 en tekstbijwerking tot 04-08-2009)
Titre
17 JUILLET 1995. - Décret relatif aux droits d'inscription et au minerval dans l'enseignement (TRADUCTION). (NOTE 1 : Abrogé pour l'enseignement fondamental ordinaire, l'enseignement secondaire ordinaire et l'enseignement spécial. <DCG 1998-08-31/42, art. 121, § 3 ,1°, 002; En vigueur : 01-09-1998>) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 27-02-1996 et mise à jour au 04-08-2009)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (9)
Texte (9)
Artikel 1. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Voor de toepassing van dit decreet moet worden verstaan onder :
  1° Onderwijsinrichting :
  een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde school, een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd centrum voor onderwijs met beperkt leerplan of een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd instituut voor voortgezette opleiding;
  2° Inschrijvingsgeld :
  het geld dat geïnd wordt door de Duitstalige Gemeenschap voor de toegang van de leerlingen of studenten tot het door de onderwijsinrichtingen verstrekte onderwijs en dat door de leerlingen, de studenten of de personen belast met de opleiding moet worden uitbetaald;
  3° Schoolgeld :
  het geld dat geïnd wordt door de onderwijsinrichtingen, dat door de leerlingen, de studenten of de personen belast met de opleiding moet worden uitbetaald en dat bestemd is voor :
  a) de aanschaffing en het gebruik van leermiddelen;
  b) het gebruik van de gebouwen, installaties en uitrustingen;
  c) de deelneming aan bepaalde activiteiten.
  De bijdragen voor de activiteiten buiten schoolverband die meerdere dagen duren, worden niet beschouwd als schoolgeld in de zin van dit decreet.
Article 1. (Voir NOTE 1 sous TITRE) Pour l'application de ce décret, on entend par :
  1° Etablissement d'enseignement :
  une école organisée ou subventionnée par la Communauté germanophone, un centre d'enseignement à horaire réduit organisé ou subventionné par la Communauté germanophone ou un institut de formation continue organisé ou subventionné par la Communauté germanophone;
  2° Droit d'inscription :
  droit percu par la Communauté germanophone pour l'accès des élèves ou étudiants à l'enseignement dispensé dans des établissements d'enseignement et payable par les élèves, les étudiants ou les personnes chargées de l'éducation;
  3° Minerval :
  droit percu par les établissements d'enseignement, payable par les élèves, les étudiants ou les personnes chargées de l'éducation et destiné à :
  a) l'acquisition et l'utilisation de matériel didactique;
  b) l'utilisation des bâtiments, installations et équipements;
  c) la participation à certaines activités.
  Les quotes-parts pour les activités parascolaires de plusieurs jours ne constituent pas un minerval au sens du présent décret.
Art.1bis. [1 Voorliggend besluit is niet van toepassing op het deeltijdse kunstonderwijs dat door de Duitstalige Gemeenschap erkend, gesubsidieerd of georganiseerd wordt.]1
  
Art.1bis. [1 Le présent décret ne s'applique pas à l'enseignement artistique à horaire réduit reconnu, subventionné ou organisé par la Communauté germanophone.]1
  
Art.2. (Zie NOTA 1 onder TITEL) § 1. In het gewoon en [1 gespecialiseerd lager onderwijs]1 alsmede in het gewoon en [1 gespecialiseerd secundair onderwijs]1 wordt geen inschrijvingsgeld geïnd.
  § 2. In afwijking van § 1 kan een inschrijvingsgeld aan een buitenlandse leerling van het gewoon of [1 gespecialiseerd kleuteronderwijs]1 gevraagd worden als er aan de volgende voorwaarden voldaan wordt :
  a) de personen belast met de opleiding bezitten niet de Belgische nationaliteit;
  b) de leerling heeft niet zijn woonplaats in België;
  c) in de Staat waarin hij zijn woonplaats heeft, wordt in het algemeen een gelijkaardig inschrijvingsgeld gevraagd.
  De Regering stelt het bedrag van het inschrijvingsgeld, dat in geen geval 50 000 BF overschrijden mag, alsmede de modaliteiten voor de betaling ervan vast.
  De Regering kan de voorwaarden vaststellen waaronder bepaalde personengroepen geheel of gedeeeltelijk van de betaling van het inschrijvingsgeld vrijgesteld worden.
  § 3. De onderwijsinrichtingen kunnen onder bepaalde voorwaarden een schoolgeld vragen. De Regering stelt die voorwaarden vast.
  
Art.2. (Voir NOTE 1 sous TITRE) § 1er. Aucun droit d'inscription n'est percu dans l'[1 enseignement fondamental ordinaire et spécialisé]1 ainsi que dans l'[1 enseignement secondaire ordinaire et spécialisé]1 .
  § 2. En dérogation au § 1er, un droit d'inscription peut être demandé à un étudiant étranger de l'[1 enseignement maternel ordinaire ou spécialisé]1 lorsque les conditions suivantes sont remplies :
  a) Les personnes chargées de l'éducation de l'élève ne possèdent pas la nationalité belge;
  b) L'élève n'est pas domicilié en Belgique;
  c) Dans l'Etat où l'élève est domicilié, un droit similaire est généralement percu.
  Le Gouvernement fixe le montant du droit d'inscription, qui ne peut en aucun cas dépasser 50 000 FB, ainsi que les modalités de paiement.
  Le Gouvernement peut fixer les conditions auxquelles certains groupes de personnes sont entièrement ou en partie dispensés du paiement du droit d'inscription.
  § 3. Les établissements d'enseignement peuvent, à certaines conditions, percevoir un minerval. Le Gouvernement fixe ces conditions.
  
Art.3. (Opgeheven)
Art.3. (Abrogé)
Art.4. (Zie NOTA 1 onder TITEL) § 1. Op het gebied van de voortgezette opleiding wordt een inschrijvingsgeld gevraagd. De Regering stelt het bedrag van het inschrijvingsgeld, dat in geen geval (euro 245) overschrijden mag, alsmede de modaliteiten voor de betaling en de berekening ervan vast.
  De Regering kan de voorwaarden vaststellen waaronder bepaalde personengroepen geheel of gedeeltelijk van de betaling van het inschrijvingsgeld vrijgesteld worden § 2. De onderwijsinrichtingen kunnen een schoolgeld vragen dat het overeenkomstig § 1, lid 2 vastgesteld bedrag niet overschrijden mag.
Art.4. (Voir NOTE 1 sous TITRE) § 1er. Un droit d'inscription est percu dans le secteur de la formation continue. Le Gouvernement fixe le montant du droit d'inscription, qui ne peut en aucun cas dépasser (245 euros), ainsi que les modalités de paiement et de calcul.
  Le Gouvernement peut fixer les conditions auxquelles certains groupes de personnes sont entièrement ou en partie dispensés du paiement du droit d'inscription.
  § 2. Les établissements d'enseignement peuvent percevoir un minerval qui ne peut pas dépasser le montant fixé conformément au § 1er, alinéa 2.
Art.5. (Zie NOTA 1 onder TITEL) De leerlingen en studenten voor wie het door dit decreet bepaalde inschrijvingsgeld niet binnen de door de Regering vastgestelde termijn uitbetaald werd, komen niet in aanmerking bij de berekening van het aantal personeelsleden alsmede van de dotatie voor de werkingskosten en -toelagen.
  De directeur van een onderwijsinrichting van de Duitstalige Gemeenschap is gerechtigd de inschrijving van de in lid 1 bedoelde leerlingen en studenten te weigeren.
Art.5. (Voir NOTE 1 sous TITRE) Les élèves et étudiants pour lesquels le droit d'inscription prévu dans le présent décret n'a pas été acquitté dans le délai fixé par le Gouvernement n'entrent pas en ligne de compte lors du calcul du nombre des membres du personnel ainsi que de la dotation pour les frais et subventions de fonctionnement.
  Le directeur d'un établissement d'enseignement de la Communauté germanophone a le droit de refuser l'inscription des élèves et étudiants visés à l'alinéa 1er.
Art.6. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Het inschrijvingsgeld wordt aan de Duitstalige Gemeenschap gestort. Het inschrijvingsgeld wordt niet verrekend met de dotaties voor de werkingskosten en -toelagen.
Art.6. (Voir NOTE 1 sous TITRE) Les droits d'inscription sont versés à la Communauté germanophone. Les droits d'inscription ne sont pas compensés par les dotations pour les frais et subventions de fonctionnement.
Art.7. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Worden opgeheven : 1° artikel 12 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd;
  2° het decreet van 6 november 1989 betreffende het inschrijvingsgeld in het onderwijs;
  3° het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 23 november 1989 tot uitvoering van het decreet van 6 november 1989 betreffende het inschrijvingsgeld in het onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van 7 juli 1993 en 31 mei 1995.
Art.7. (Voir NOTE 1 sous TITRE) Sont abrogés :
  1° l'article 12 de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement, tel que modifié;
  2° le décret du 6 novembre 1989 relatif aux droits d'inscription dans l'enseignement;
  3° l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté germanophone du 23 novembre 1989 portant exécution du décret du 6 novembre 1989 relatif aux droits d'inscription dans l'enseignement, modifié par les arrêtés des 7 juillet 1993 et 31 mai 1995.
Art. 8. (Zie NOTA 1 onder TITEL) Dit decreet treedt in werking op 28 augustus 1995.
  Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
  Gegeven te Eupen op 17 juli 1995.
  De Minister-Président van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
  Minister van de Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
  J. MARAITE
  Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen,
  W. SCHR\DER
Art. 8. (Voir NOTE 1 sous TITRE) Ce décret entre en vigueur le 28 août 1995.
  Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge.
  Eupen, le 17 juillet 1995.
  Le Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre des Finances, des Relations internationales, de la Santé, de la Famille et des Personnes âgées, du Sport et du Tourisme,
  J. MARAITE
  Le Ministre de la Jeunesse, de la Formation, des Médias et des Affaires sociales,
  K.-H. LAMBERTZ
  Le Ministre de l'Enseignement, de la Culture, de la Recherche scientifique et des Monuments et Sites,
  W. SCHR\DER