Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
4 SEPTEMBER 1996. - Ministerieel besluit tot nadere bepaling van de toepassingsmodaliteiten van het voogdijstelsel in een onderneming. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-11-1996 en tekstbijwerking tot 06-11-1998.)
Titre
4 SEPTEMBRE 1996. - Arrêté ministériel précisant les modalités d'application du système de tutorat en entreprise. - (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-11-1996 et mise à jour au 06-11-1997.)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. De onderneming mag slechts één voogd aanduiden die een (de) werknemer(s) in opleiding ten laste neemt.
Article 1. L'entreprise ne peut désigner qu'un seul tuteur qui prend en charge le(s) travailleur(s) en formation.
Art.2. Als verantwoordelijke voor de opleiding van de werknemer in opleiding, moet de voogd :
  1° de werknemer in opleiding in de onderneming onthalen, inlichten, begeleiden en zijn integratie bevorderen;
  2° constructieve voorstellen doen aan de directie van de onderneming in geval van moelijkheden;
  3° toezien op de toepassing van het opleidingsprogramma en op het werk van de werknemer in opleiding;
  4° een maandelijks activiteitenverslag opstellen;
  5° deelnemen aan de eindevaluatie van de stage.
  De onderneming moet aan de voogd voldoende tijd geven voor de uitoefening van zijn functies.
Art.2. En tant que responsable de la formation du travailleur en formation, le tuteur doit :
  1° accueillir, informer, guider et favoriser l'intégration du travailleur en formation dans l'entreprise;
  2° faire des propositions constructives à la direction de l'entreprise en cas de difficultés;
  3° veiller à l'application du programme de formation et superviser le travail du travailleur en formation;
  4° établir un rapport mensuel d'activités;
  5° participer à l'évaluation finale du stage.
  L'entreprise doit accorder au tuteur le temps nécessaire à l'accomplissement de ses fonctions.
Art.3. In geval de voogd zijn functie definitief beëindigt, is de onderneming verplicht om in de volgende kalendermaand de naam van zijn vervanger aan de BGDA mee te delen.
  Na deze termijn vervalt het recht op vergoeding.
Art.3. Au cas où le tuteur cesse définitivement de remplir sa fonction, l'entreprise est tenue de communiquer à l'ORBEM le nom de son remplacant dans le mois civil qui suit.
  Passé ce délai, le droit à l'indemnité s'éteint.
Art.4. Gedurende zijn stageperiode, mag de werknemer in opleiding geen werknemer van de onderneming vervangen, ongeacht of hij al dan niet permanent is.
Art.4. Le travailleur en formation ne peut, pendant la durée de son stage, se substituer à un travailleur permanent ou non de l'entreprise.
Art.5. De onderneming dient de organisaties die het personeel vertegenwoordigen op de hoogte te brengen van :
  1° de identiteit van de werknemer in opleiding;
  2° zijn initieel opleidingsniveau;
  3° de omstandigheden van het onthaal en de omkadering tijdens de duur van de stage;
  4° de activiteit van de werknemer in opleiding;
  5° de omstandigheden van de uitvoering van de stage alsook het opleidingsprogramma;
  6° de resultaten aan het eind van de stage.
Art.5. L'entreprise informe les organisations représentatives du personnel sur :
  1° l'identité du travailleur en formation;
  2° son niveau initial de formation;
  3° les conditions d'accueil et d'encadrement pendant la durée du stage;
  4° l'activité du travailleur en formation;
  5° les conditions de mise en oeuvre du stage ainsi que le programme de formation;
  6° les résultats obtenus en fin de stage.
Art.6. De voogdijovereenkomst moet opgesteld worden aan de hand van een document dat door de BGDA ter beschikking van de onderneming wordt gesteld.
Art.6. Le contrat de tutorat doit obligatoirement être établi sur un document mis à la disposition de l'entreprise par l'ORBEM.
Art.7. De BGDA bepaalt welke bewijsstukken moeten worden voorgelegd voor de betaling van de vergoeding.
Art.7. L'ORBEM. détermine les documents justificatifs à lui produire pour le paiement de l'indemnité.
Art.8. Deze documenten dienen per aangetekend schrijven te worden doorgestuurd, ten laatste binnen de drie maanden volgend op de kalendermaand waarop ze betrekking hebben.
  Enkel de bewijsstukken die binnen deze termijnen werden doorgestuurd, zullen in overweging worden genomen voor de betaling van de vergoeding
Art.8. Ces documents doivent être transmis par recommandé au plus tard dans les trois mois qui suivent le mois auquel ils se rapportent.
  Seules les pièces justificatives rentrées dans les délais sont prises en considération pour le paiement de l'indemnité.
Art.9. Het bedrag van de vergoeding wordt berekend op grond van de bruto bezoldiging van de voogd in de maand waarop zijn werkzaamheden aanvingen en blijft onveranderlijk tijdens de duur van de tussenkomst.
  De vergoeding wordt echter aangepast in geval van vervanging van voogd.
Art.9. Le montant de l'indemnité est calculé sur base du salaire brut payé au tuteur le mois où débute son action et reste invariable pendant la durée de l'intervention.
  L'indemnité est toutefois adaptée en cas de changement de tuteur.
Art.10. De vergoeding wordt niet uitbetaald tijdens de maand(en) waarin de voogdijfunctie niet wordt uitgeoefend. Ze is niet verschuldigd voor de maand enkel samengesteld uit de dagen van de vooropzeg.
Art.10. L'indemnité n'est pas versée le(s) mois pendant le(s)quel(s) la fonction de tutorat ne s'exerce pas. Elle n'est pas due pour le mois constitué des seuls jours de préavis.
Art.11. De financiële tussenkomst wordt toegekend binnen de grenzen van het beschikbare budget.
  De tussenkomst duurt zes maanden : de periode van zes maanden moet zich situeren binnen een termijn van negen maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de werkzaamheden van de voogd. Deze termijn verstreken, vervalt het recht op vergoeding.
Art.11. L'intervention financière est accordée dans les limites du budget disponible.
  L'intervention a une durée de six mois. La période de six mois doit se situer dans un délai de neuf mois à dater du premier jour du mois de l'action du tuteur. Passé ce délai, le droit à l'indemnité s'éteint.
Art. 12. Het verslag van de eindevaluatie moet worden opgesteld op een document dat door de BGDA ter beschikking van de onderneming wordt gesteld.
  Brussel, 4 september 1996.
  De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen , Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE
  De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe betrekkingen,
  J. CHABERT
Art. 12. Le rapport final d'évaluation est établi sur un document mis à la disposition de l'entreprise par l'ORBEM.
  Bruxelles, le 4 septembre 1996.
  Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Pouvoirs locaux, de l'Emploi, du Logement et des Monuments et Sites,
  Ch. PICQUE
  Le Ministre chargé de l'Economie, des Finances, du Budget, de l'Energie et des Relations extérieures,
  J. CHABERT