Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
16 JANUARI 1996. - Koninklijk besluit betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-05-1996 en tekstbijwerking tot 25-08-2015)
Titre
16 JANVIER 1996. - Arrêté royal relatif à l'accès à la profession de transporteur de marchandises par voie navigable dans le domaine des transports nationaux et internationaux. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 15-05-1996 et mise à jour au 25-08-2015)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (59)
Texte (59)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "de Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid het Bestuur van het Vervoer te Land behoort;
  2° "het Bestuur" : het Bestuur van het Vervoer te Land;
  3° "beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren" : de activiteit van iedere natuurlijke persoon of onderneming die met behulp van een binnenschip nationaal of internationaal goederenvervoer verricht voor rekening van derden, zelfs indien deze activiteit slechts af en toe wordt verricht;
  4° "onderneming" : elke rechtspersoon met of zonder winstoogmerk, elke vennootschap in de zin van artikel 2, titel IX van het Wetboek van Koophandel alsmede elke groepering of coöperatie van schippers, ook indien deze geen rechtspersoon is, die tot doel heeft vervoersopdrachten te verwerven bij verladers om deze vervolgens onder hun leden te verdelen.
Article 1. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
  1° "le Ministre" : le Ministre qui a l'Administration du Transport terrestre dans ses attributions;
  2° "l'Administration" : l'Administration du Transport terrestre;
  3° "profession de transporteur de marchandises par voie navigable" : l'activité de toute personne physique ou de toute entreprise qui effectue au moyen d'un bateau d'intérieur un transport national ou international de marchandises pour le compte d'autrui, même si cette activité n'est exercée qu'à titre occasionnel;
  4° "entreprise" : toute personne morale avec ou sans but lucratif, toute société au sens de l'article 2, titre IX du Code de Commerce, tout groupement ou coopérative de bateliers, même sans personnalité juridique, ayant pour objet d'acquérir du trafic auprès des chargeurs pour le répartir entre leurs adhérents ou membres.
Art. 1_VLAAMS_GEWEST.    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "de Minister" : [1 de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer]1;
  2° [1 "de bevoegde Vlaamse instantie" : de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer of zijn gemachtigde;]1
  3° "beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren" : de activiteit van iedere natuurlijke persoon of onderneming die met behulp van een binnenschip nationaal of internationaal goederenvervoer verricht voor rekening van derden, zelfs indien deze activiteit slechts af en toe wordt verricht;
  4° "onderneming" : elke rechtspersoon met of zonder winstoogmerk, elke vennootschap in de zin van artikel 2, titel IX van het Wetboek van Koophandel alsmede elke groepering of coöperatie van schippers, ook indien deze geen rechtspersoon is, die tot doel heeft vervoersopdrachten te verwerven bij verladers om deze vervolgens onder hun leden te verdelen.
  
Art. 1 _REGION_FLAMANDE.
   Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
  1° "le Ministre" : [1 le Ministre flamand ayant la politique de la mobilité, les travaux publics et les transports dans ses attributions]1
  2° [1 "l'autorité flamande compétente" : le Ministre flamand ayant la politique de la mobilité, les travaux publics et les transports dans ses attributions ou son délégué ;]1
  3° "profession de transporteur de marchandises par voie navigable" : l'activité de toute personne physique ou de toute entreprise qui effectue au moyen d'un bateau d'intérieur un transport national ou international de marchandises pour le compte d'autrui, même si cette activité n'est exercée qu'à titre occasionnel;
  4° "entreprise" : toute personne morale avec ou sans but lucratif, toute société au sens de l'article 2, titre IX du Code de Commerce, tout groupement ou coopérative de bateliers, même sans personnalité juridique, ayant pour objet d'acquérir du trafic auprès des chargeurs pour le répartir entre leurs adhérents ou membres.
  
Art.2. § 1. Natuurlijke personen of ondernemingen die het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren wensen uit te oefenen of dat beroep uitoefenen, moeten in het bezit zijn van een vergunning tot toegang tot het beroep, zelfs indien zij zich aansluiten bij een groepering of lid zijn van een coöperatie van schippers of indien zij hun activiteit uitsluitend voor een bepaalde duur uitoefenen als onderaannemer van een andere onderneming die zich met vervoer over de binnenwateren bezighoudt.
  § 2. Het origineel of een (kopij) van deze vergunning moet zich aan boord bevinden van het binnenschip waarmee goederenvervoer wordt verricht. <KB 2006-03-22/39, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 20-04-2006>
Art.2. § 1er. Les personnes physiques ou entreprises qui désirent exercer ou exercent la profession de transporteur de marchandises par voie navigable doivent être en possession d'une attestation d'accès à la profession, même si elles adhèrent à un groupement ou sont membres d'une coopérative de bateliers ou si elles exercent leur activité exclusivement pendant une durée déterminée comme sous-traitants d'une autre entreprise de transport par voie navigable.
  § 2. L'original ou une copie (...) de cette attestation doit se trouver à bord du bateau d'intérieur au moyen duquel un transport de marchandises est effectué. <AR 2006-03-22/39, art. 3, 003; En vigueur : 20-04-2006>
Art.3. Artikel 2 van dit besluit is niet van toepassing op :
  1° natuurlijke personen of ondernemingen die het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren uitoefenen met behulp van schepen waarvan het laadvermogen bij maximale diepgang niet meer dan 15 metrieke ton bedraagt;
  2° natuurlijke personen of ondernemingen die veerponten exploiteren.
Art.3. L'article 2 du présent arrêté n'est pas applicable :
  1° aux personnes physiques ou entreprises qui exercent la profession de transporteur de marchandises par voie navigable au moyen de bateaux dont le port en lourd à l'enfoncement maximal n'atteint pas 15 tonnes métriques;
  2° aux personnes physiques ou entreprises qui exploitent des bacs.
HOOFDSTUK II. - Regels betreffende het verkrijgen, de intrekking en het verval van de vergunning.
CHAPITRE II. - Des modalités pour l'obtention, le retrait et la déchéance de l'attestation.
Art.4. § 1. De vergunning bedoeld in artikel 2 van dit besluit wordt door de Minister of zijn gemachtigde afgegeven aan natuurlijke personen en ondernemingen die overeenkomstig artikel 6 hun vakbekwaamheid hebben aangetoond en die de Belgische nationaliteit hebben of die in België hun woonplaats of hun maatschappelijke zetel hebben.
  § 2. De vergunning wordt opgemaakt volgens het in bijlage 1 bij dit besluit aangegeven model.
  § 3. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd en is niet overdraagbaar.
  § 4. Bij verlies of beschadiging van de vergunning kan de houder een duplicaat verkrijgen bij de autoriteit die het origineel heeft afgegeven.
Art.4. § 1er. L'attestation visée à l'article 2 du présent arrêté est délivrée par le Ministre ou son délégué aux personnes physiques et entreprises qui ont attesté leur capacité professionnelle conformément à l'article 6 et qui ont la nationalité belge ou qui ont leur domicile ou leur siège social en Belgique.
  § 2. L'attestation est établie sur le modèle prévu à l'annexe 1 du présent arrêté.
  § 3. L'attestation est accordée sans limitation de durée et n'est pas transmissible.
  § 4. En cas de perte ou de détérioration de l'attestation, le titulaire peut obtenir un duplicata auprès de l'autorité qui a délivré l'original.
Art.5. De aanvraag tot het verkrijgen van de vergunning bedoeld in artikel 2 van dit besluit wordt bij het Bestuur ingediend door middel van een formulier waarvan het model door de Minister of zijn gemachtigde wordt bepaald.
Art.5. La demande en vue de l'obtention de l'attestation visée à l'article 2 du présent arrêté est introduite auprès de l'Administration au moyen d'un formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre ou son délégué.
Art. 5_VLAAMS_GEWEST.    De aanvraag tot het verkrijgen van de vergunning bedoeld in artikel 2 van dit besluit wordt bij [1 de bevoegde Vlaamse instantie]1 ingediend door middel van een formulier waarvan het model door de Minister of zijn gemachtigde wordt bepaald.
  
Art. 5 _REGION_FLAMANDE.   La demande en vue de l'obtention de l'attestation visée à l'article 2 du présent arrêté est introduite auprès [1 de l'autorité flamande compétente]1 au moyen d'un formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre ou son délégué.
  
Art.6. De vakbekwaamheid wordt aangetoond door het voorleggen van :
  1° ofwel een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is voor het examen over de vakbekwaamheid overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III van dit besluit;
  2° ofwel een einddiploma uitgereikt door een onderwijsinstelling waar cursussen over al de vakgebieden bepaald in bijlage 2 bij dit besluit worden gegeven, voor zover deze onderwijscyclus door de Minister wordt erkend;
  3° ofwel het bewijs dat men over een praktijkervaring beschikt van tenminste drie opeenvolgende jaren in het dagelijks beheer van een onderneming voor het vervoer van goederen over de binnenwateren;
  4° ofwel een attest afgegeven door een andere Lidstaat van de Europese Unie in uitvoering van artikel 3, cijfer 2 van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma's, certificaten en andere titels.
Art.6. La capacité professionnelle est attestée par la production :
  1° soit d'un certificat dont il ressort que l'on a réussi l'examen de capacité professionnelle conformément aux dispositions du chapitre III du présent arrêté;
  2° soit d'un certificat de fin d'études délivré par un établissement d'enseignement dispensant des cours sur toutes les matières déterminées à l'annexe 2 du présent arrêté, pour autant que ce cycle d'études soit agréé par le Ministre;
  3° soit de la preuve que l'on dispose d'une expérience pratique d'au moins trois ans consécutifs dans la gestion journalière d'une entreprise de transport de marchandises par voie navigable;
  4° soit d'une attestation délivrée par un autre Etat membre de l'Union européenne en exécution de l'article 3, chiffre 2 de la Directive du Conseil des Communautés européennes du 9 novembre 1987 relative à l'accès à la profession de transporteur de marchandises par voie navigable dans le domaine des transports nationaux et internationaux et visant à la reconnaissance mutuelle des diplômes, certificats et autres titres concernant cette profession.
Art.7. Indien de aanvrager een natuurlijke persoon is die zijn vakbekwaamheid niet kan aantonen, kan de Minister of zijn gemachtigde hem desondanks de toelating geven om het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren uit te oefenen, mits de betrokken persoon kan aantonen dat de vervoersactiviteit daadwerkelijk en bij voortduring geleid wordt door een andere persoon die wel zijn vakbekwaamheid kan aantonen.
  Indien de aanvrager een onderneming is, moet de vakbekwaamheid worden aangetoond door degene, die daadwerkelijk en bij voortduring de vervoersactiviteit leidt of indien deze leiding bij meerdere personen rust, door tenminste één van hen.
Art.7. Si le demandeur est une personne physique qui ne peut attester sa capacité professionnelle, le Ministre ou son délégué peut néanmoins l'autoriser à exercer la profession de transporteur de marchandises par voie navigable, s'il peut établir que l'activité de transport est dirigée effectivement et en permanence par une autre personne qui peut attester sa capacité professionnelle.
  Si le demandeur est une entreprise, la capacité professionnelle doit être attestée par celui qui dirige effectivement et en permanence l'activité de transport ou dans le cas où cette direction est exercée par plusieurs personnes, par au moins l'une d'entre elles.
Art.8. § 1. Op vraag van de vergunninghouder kan de Minister of zijn gemachtigde de vergunning wijzigen of intrekken.
  § 2. De vergunning wordt door de Minister of zijn gemachtigde ingetrokken indien niet langer wordt voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid, met dien verstande dat in voorkomend geval zes maanden tijd gelaten wordt voor het vinden van een plaatsvervanger.
  § 3. De vergunninghouder stelt de Minister of zijn gemachtigde onverwijld schriftelijk in kennis van iedere wijziging in de omstandigheden op grond waarvan de vergunning is verleend.
Art.8. § 1er. Le Ministre ou son délégué peut modifier ou retirer l'attestation sur demande du titulaire de l'attestation.
  § 2. L'attestation est retirée par le Ministre ou son délégué s'il n'est plus satisfait aux exigences de capacité professionnelle, sous réserve de prévoir le cas échéant un délai de six mois pour permettre le recrutement d'un remplacant.
  § 3. Le titulaire de l'attestation informe le Ministre ou son délégué par écrit et sans délai de toute modification dans les circonstances qui ont été à la base de l'octroi de l'attestation.
Art.9. De vergunning vervalt van rechtswege met ingang van de dag van :
  1° het overlijden of het intreden van lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid van de vergunninghouder;
  2° het overlijden of het intreden van lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid van degene die vakbekwaam is, niet zijnde de vergunninghouder;
  3° de ontbinding van de onderneming, zijnde de vergunninghouder.
Art.9. L'attestation perd sa validité de plein droit le jour :
  1° du décès ou du début d'incapacité physique ou légale du titulaire de l'attestation;
  2° du décès ou du début d'incapacité physique ou légale de celui qui atteste la capacité professionnelle mais n'est pas titulaire de l'attestation;
  3° de la dissolution de l'entreprise, titulaire de l'attestation.
Art.10. § 1. De Minister of zijn gemachtigde kan een toelating verlenen voor voortzetting van exploitatie voor een termijn van ten hoogste één jaar op aanvraag :
  1° van de erfgenamen van de overleden vergunninghouder;
  2° van een door of namens de vergunninghouder gemachtigde in geval van lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid van de vergunninghouder;
  3° van de vergunninghouder in geval van overlijden of van lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid van degene die vakbekwaam is.
  § 2. De in de eerste paragraaf bedoelde termijn gaat in op de dag van het plaatshebben van een omstandigheid als bedoeld in die paragraaf.
  De Minister of zijn gemachtigde kan in bijzondere, naar behoren gerechtvaardigde gevallen deze termijn met zes maanden verlengen.
Art.10. § 1er. Le Ministre ou son délégué peut accorder une autorisation pour poursuivre l'exploitation pendant une période maximale d'un an sur demande :
  1° des héritiers du titulaire décédé de l'attestation;
  2° du mandataire désigné par ou au nom du titulaire de l'attestation en cas d'incapacité physique ou légale de celui-ci;
  3° du titulaire de l'attestation en cas de décès ou d'incapacité physique ou légale de celui qui atteste la capacité professionnelle.
  § 2. La période visée au paragraphe 1er prend cours le jour où la circonstance définie dans ce paragraphe se produit.
  Le Ministre ou son délégué peut dans des cas particuliers dûment justifiés, prolonger cette période de six mois.
HOOFDSTUK III. - Examens over de vakbekwaamheid.
CHAPITRE III. - Des examens de capacité professionnelle.
Afdeling 1. - Examencommissie.
Section 1. - De la Commission d'examen.
Art.11. Er wordt een Examencommissie opgericht die belast wordt met de organisatie van de examens over de vakbekwaamheid bedoeld in artikel 6, 1°.
  De Examencommissie bestaat uit vijf werkende leden aangewezen op grond van hun deskundigheid, onder wie een voorzitter, die een ambtenaar is, en vier examinatoren. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. De werkende en de plaatsvervangende leden worden door de Minister benoemd voor een duur van drie jaar. Hun opdracht kan verlengd worden.
Art.11. Il est institué une Commission d'examen chargée de procéder à l'organisation des examens de capacité professionnelle visés à l'article 6, 1°.
  La Commission d'examen est composée de cinq membres effectifs désignés en raison de leur compétence, parmi lesquels un président, fonctionnaire, et quatre examinateurs. Un membre suppléant est désigné pour chacun des membres effectifs. Les membres effectifs et les membres suppléants sont nommés par le Ministre pour une durée de trois ans. Leur mandat est renouvelable.
Art.12. Een secretaris aangewezen door de Directeur-Generaal van het Bestuur wordt aan de Examencommissie toegevoegd. Hij is niet stemgerechtigd.
Art.12. Un secrétaire, désigné par le Directeur général de l'Administration, est adjoint à la Commission d'examen. Il n'a pas voix délibérative.
Art.13. De Examencommissie stelt haar huishoudelijk reglement op en bepaalt haar werkwijze.
Art.13. La Commission d'examen arrête son règlement d'ordre intérieur et fixe les modalités de son fonctionnement.
Art.14. De beraadslagingen van de Examencommissie zijn geheim.
Art.14. Les délibérations de la Commission d'examen sont secrètes.
Art.15. De beslissingen van de Examencommissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
  De beslissingen worden in een proces-verbaal opgenomen. Na de sluiting van het proces-verbaal wordt elke gegadigde ervan in kennis gesteld of hij voor het examen geslaagd of gezakt is.
Art.15. Les décisions de la Commission d'examen sont prises à la majorité des voix. En cas de parité, la voix du président est prépondérante.
  Les décisions sont consignées dans un procès-verbal. Après clôture du procès-verbal, chaque candidat est informé de sa réussite ou de son échec à l'examen.
Afdeling 2. - Organisatie van de examens.
Section 2. - De l'organisation des examens.
Art.16. De examens over de vakbekwaamheid hebben plaats volgens de noodwendigheden en ten minste éénmaal per jaar.
Art.16. Les examens de capacité professionnelle ont lieu en fonction des besoins et au moins une fois par an.
Art.17. De examens worden in het Belgisch Staatsblad aangekondigd.
Art.17. Les examens sont annoncés par la voie du Moniteur belge.
Art.18. De kandidaten richten aan het Bestuur binnen de in de examenaankondiging gestelde termijn een aanvraag tot inschrijving.
  De inschrijving voor het examen geschiedt tegen betaling van een retributie van (37,50 EUR). Deze retributie moet worden overgemaakt aan het Bestuur en is in geen geval terugbetaalbaar. <KB 2000-07-20/53, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.18. Les candidats adressent une demande d'inscription à l'Administration dans le délai fixé par l'annonce d'examen.
  L'inscription à l'examen est subordonnée au paiement d'une redevance de (37,50 EUR). Cette redevance doit être versée à l'Administration et n'est en aucun cas remboursable. <AR 2000-07-20/53, art. 19, 002; En vigueur : 01-01-2002>
Art. 18_VLAAMS_GEWEST.    De kandidaten richten aan [1 de bevoegde Vlaamse instantie]1 binnen de in de examenaankondiging gestelde termijn een aanvraag tot inschrijving.  De inschrijving voor het examen geschiedt tegen betaling van een retributie van (37,50 EUR). Deze retributie moet worden overgemaakt aan [1 de bevoegde Vlaamse instantie]1 en is in geen geval terugbetaalbaar. <KB 2000-07-20/53, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  
Art. 18 _REGION_FLAMANDE.   Les candidats adressent une demande d'inscription à [1 l'autorité flamande compétente]1 dans le délai fixé par l'annonce d'examen.  L'inscription à l'examen est subordonnée au paiement d'une redevance de (37,50 EUR). Cette redevance doit être versée à [1 l'autorité flamande compétente]1 et n'est en aucun cas remboursable. <AR 2000-07-20/53, art. 19, 002; En vigueur : 01-01-2002>
  
Art.19. Bij het verstrijken van de termijn bepaald voor het indienen van de aanvraag om inschrijving sluit de secretaris van de Examencommissie de lijst van de kandidaten af en roept ze op voor het examen.
Art.19. A l'expiration du délai prévu pour l'introduction des demandes d'inscription, le secrétaire de la Commission d'examen arrête la liste des candidats et convoque ceux-ci à l'examen.
Art.20. De examens worden afgenomen in het Nederlands of het Frans volgens de taal die de aanvrager in zijn aanvraag gebruikt.
Art.20. Les examens ont lieu en français ou en néerlandais selon la langue utilisée par le demandeur dans sa demande.
Art.21. De examens lopen over de vakgebieden bepaald in bijlage 2 bij dit besluit.
Art.21. Les examens portent sur les matières déterminées à l'annexe 2 du présent arrêté.
Art.22. Het examen is een schriftelijk examen. Bij de beraadslaging kan de Examencommissie besluiten een aanvullend mondeling examen af te nemen in de door haar bepaalde gevallen en op de wijze die bepaald is in het huishoudelijk reglement.
Art.22. L'examen consiste en une épreuve écrite. Lors de la délibération, la Commission d'examen peut décider de faire subir une épreuve complémentaire orale dans les cas qu'elle détermine et selon les modalités déterminées par le règlement d'ordre intérieur.
HOOFDSTUK IV. - Beroepscommissie.
CHAPITRE IV. - De la Commission de recours.
Art.23. Indien de Minister of zijn gemachtigde een vergunning weigert of intrekt dan moet deze beslissing worden gemotiveerd en met een ter post aangetekende brief worden betekend aan betrokkene.
Art.23. Si le Ministre ou son délégué refuse ou retire une attestation, cette décision doit être motivée et être notifiée à l'intéressé par lettre recommandée à la poste.
Art.24. Binnen de zestig dagen nadat de betrokkene van de weigering of intrekking in kennis is gesteld, kan hij beroep instellen bij een hiertoe opgerichte Beroepscommissie.
  Binnen de daaropvolgende zestig dagen betekent de Beroepscommissie haar beslissing aan betrokkene.
Art.24. Dans les soixante jours de la notification du refus ou du retrait, l'intéressé peut introduire un recours auprès de la Commission de recours instituée à cette fin.
  Dans les soixante jours qui suivent, la Commission de recours notifie sa décision à l'intéressé.
Art.25. De Beroepscommissie bestaat uit vijf werkende leden aangewezen op grond van hun deskundigheid, onder wie een voorzitter, die een ambtenaar is. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. De werkende en de plaatsvervangende leden worden door de Minister benoemd voor een duur van drie jaar. Hun opdracht kan verlengd worden.
Art.25. La Commission de recours est composée de cinq membres effectifs désignés en raison de leur compétence, parmi lesquels un président, fonctionnaire. Un membre suppléant est désigné pour chacun des membres effectifs. Les membres effectifs et les membres suppléants sont nommés par le Ministre pour une durée de trois ans. Leur mandat est renouvelable.
Art.26. Een secretaris aangewezen door de Directeur-Generaal van het Bestuur wordt aan de Beroepscommissie toegevoegd. Hij is niet stemgerechtigd.
Art.26. Un secrétaire, désigné par le Directeur général de l'Administration, est adjoint à la Commission de recours. Il n'a pas voix délibérative.
Art.27. De Beroepscommissie stelt haar huishoudelijk reglement op en bepaalt haar werkwijze.
Art.27. La Commission de recours arrête son règlement d'ordre intérieur et fixe les modalités de son fonctionnement.
Art.28. De beraadslagingen van de Beroepscommissie zijn geheim.
Art.28. Les délibérations de la Commission de recours sont secrètes.
Art.29. De beslissingen van de Beroepscommissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
  De beslissingen worden in een proces-verbaal opgenomen en aan de betrokkenen betekend.
Art.29. Les décisions de la Commission de recours sont prises à la majorité des voix. En cas de parité, la voix du président est prépondérante.
  Les décisions sont consignées dans un procès-verbal et notifiées aux intéressés.
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions transitoires et finales.
Art.30. Bij wijze van overgangsmaatregel en gedurende één jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit is de Minister of zijn gemachtigde bevoegd om de vergunning bedoeld in artikel 2 van dit besluit uit te reiken aan de natuurlijke personen die ten minste 18 jaar oud zijn en die kunnen bewijzen dat zij vóór 1 januari 1996 gedurende tenminste één jaar het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren wettelijk hebben uitgeoefend.
Art.30. A titre transitoire et pendant un an à compter de la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, le Ministre ou son délégué est habilité à délivrer l'attestation visée à l'article 2 du présent arrêté aux personnes physiques âgées de 18 ans au moins et qui peuvent prouver qu'elles ont exercé, légalement, avant le 1er janvier 1996, pendant au moins un an la profession de transporteur de marchandises par voie navigable.
Art.31. § 1. De aanvraag tot het verkrijgen van de vergunning in het overgangsstelsel wordt bij het Bestuur ingediend door middel van een formulier waarvan het model door de Minister of zijn gemachtigde wordt bepaald.
  § 2. De aanvrager voegt bij de aanvraag een fotocopie van zijn identiteitskaart.
  § 3. De aanvrager legt ook de stukken over die bewijzen dat hij vóór 1 januari 1996 gedurende tenminste één jaar het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren wettelijk heeft uitgeoefend.
Art.31. § 1er. La demande en vue de l'obtention de l'attestation en régime transitoire est introduite auprès de l'Administration au moyen d'un formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre ou son délégué.
  § 2. Le demandeur joint à la demande une photocopie de sa carte d'identité.
  § 3. Le demandeur fournit également les documents prouvant qu'il a exercé légalement, avant le 1er janvier 1996, pendant un an au moins la profession de transporteur de marchandises par voie navigable.
Art. 31_VLAAMS_GEWEST.    § 1. De aanvraag tot het verkrijgen van de vergunning in het overgangsstelsel wordt bij [1 de bevoegde Vlaamse instantie]1 ingediend door middel van een formulier waarvan het model door de Minister of zijn gemachtigde wordt bepaald.
  § 2. De aanvrager voegt bij de aanvraag een fotocopie van zijn identiteitskaart.
  § 3. De aanvrager legt ook de stukken over die bewijzen dat hij vóór 1 januari 1996 gedurende tenminste één jaar het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren wettelijk heeft uitgeoefend.
  
Art. 31 _REGION_FLAMANDE.
   § 1er. La demande en vue de l'obtention de l'attestation en régime transitoire est introduite auprès [1 de l'autorité flamande compétente]1 au moyen d'un formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre ou son délégué.
  § 2. Le demandeur joint à la demande une photocopie de sa carte d'identité.
  § 3. Le demandeur fournit également les documents prouvant qu'il a exercé légalement, avant le 1er janvier 1996, pendant un an au moins la profession de transporteur de marchandises par voie navigable.
  
Art.32. Indien de Minister of zijn gemachtigde weigert een vergunning in het overgangsstelsel af te geven dan moet deze beslissing worden gemotiveerd en met een ter post aangetekende brief worden betekend aan betrokkene.
Art.32. Si le Ministre ou son délégué refuse de délivrer une attestation en régime transitoire, cette décision doit être motivée et être notifiée à l'intéressé par lettre recommandée à la poste.
Art.33. Binnen de zestig dagen nadat de betrokkene van de weigering in kennis is gesteld, kan hij beroep instellen bij de Beroepscommissie bedoeld in artikel 24.
  Binnen de daaropvolgende zestig dagen betekent de Beroepscommissie haar beslissing aan betrokkene.
Art.33. Dans les soixante jours de la notification du refus, l'intéressé peut introduire un recours auprès de la Commission de recours visée à l'article 24.
  Dans les soixante jours qui suivent, la Commission de recours notifie sa décision à l'intéressé.
Art.34. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren en de beambten vermeld in artikel 101 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende Algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk belast met het opsporen en het vaststellen van de overtredingen van dit besluit.
Art.34. Sans préjudice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les fonctionnaires et agents mentionnés à l'article 101 de l'arrêté royal du 15 octobre 1935 portant Règlement général des voies navigables du Royaume recherchent et constatent les infractions au présent arrêté.
Art. 34_VLAAMS_GEWEST.    Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de [1 personeelsleden]1 en de beambten vermeld in artikel 101 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende Algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk belast met het opsporen en het vaststellen van de overtredingen van dit besluit.
  
Art. 34 _REGION_FLAMANDE.   Sans préjudice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les [1 membres du personnel]1 et agents mentionnés à l'article 101 de l'arrêté royal du 15 octobre 1935 portant Règlement général des voies navigables du Royaume recherchent et constatent les infractions au présent arrêté.
  
Art.35. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt met uitzondering van artikel 2 dat in werking treedt na verloop van één jaar te rekenen vanaf deze dag.
Art.35. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge à l'exception de l'article 2 qui entrera en vigueur à l'expiration d'un délai d'un an à compter de ce jour.
Art.36. Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.36. Notre Ministre des Transports est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. VERGUNNING TOT TOEGANG TOT HET BEROEP VAN NATIONAAL EN INTERNATIONAAL GOEDERENVERVOER OVER DE BINNENWATEREN.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 15-05-1996, p. 12299)
Art. N1. Annexe 1. ATTESTATION D'ACCES A LA PROFESSION DE TRANSPORTEUR DE MARCHANDISES PAR VOIE NAVIGABLE DANS LE DOMAINE DES TRANSPORTS NATIONAUX ET INTERNATIONAUX.
  (Attestation non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. 15-05-1996, p. 12300).
Art. N2. Bijlage 2. Vakgebieden en examenprogramma voor het aantonen van de vakbekwaamheid.
Art. N2. Annexe 2. Matières et programme d'examen pour attester la capacité professionnelle.
Art. 1N2. I. Bepaalde onderdelen van het burgerlijk, handels-, sociaal en belastingrecht, waarvan de kennis voor de uitoefening van het beroep noodzakelijk is en die met name betrekking hebben op :
  a) overeenkomsten in het algemeen :
  - aankoop- en verkoopakte;
  - huur- en verhuurcontracten;
  - onderhandse contracten, notariële contracten en registratie;
  - lening, hypotheek en hypothecaire inschrijving;
  - bepalingen van de wet van 5 mei 1936 op de rivierbevrachting die betrekking hebben op overeenkomsten;
  b) vervoersovereenkomsten en in het bijzonder de aansprakelijkheid van de vervoersondernemer (aard en beperkingen):
  - algemene vervoersovereenkomsten;
  - burgerlijke aansprakelijkheid;
  - bepalingen van de wet van 5 mei 1936 op de rivierbevrachting die betrekking hebben op de aansprakelijkheid van de vervoersondernemer;
  c) handelsvennootschappen;
  d) boekhouding;
  e) arbeidswetgeving, sociale zekerheid;
  f) belastingstelsel.
Art. 1N2. I. Eléments de droit civil, commercial, social et fiscal dont la connaissance est nécessaire pour l'exercice de la profession et portant notamment sur :
  a) les contrats en général :
  - acte d'achat - acte de vente;
  - contrats de louage;
  - contrats sous seing privé, contrats publics et enregistrement;
  - prêt, hypothèque et inscription hypothécaire;
  - dispositions de la loi du 5 mai 1936 sur l'affrètement fluvial relatives aux contrats;
  b) les contrats de transport et en particulier la responsabilité du transporteur (nature et limites) :
  - contrats de transport en général;
  - responsabilité civile;
  - dispositions de la loi du 5 mai 1936 sur l'affrètement fluvial relatives à la responsabilité du transporteur;
  c) les sociétés commerciales;
  d) les livres de commerce;
  e) la réglementation du travail, la sécurité sociale;
  f) le régime fiscal.
Art. 2N2. II. Bepalingen met betrekking tot het goederenvervoer over de binnenwateren tussen de Lidstaten van de Europese Unie en tussen de Europese Unie en derde landen die voortvloeien uit de nationale reglementering, uit communautaire normen, uit internationale verdragen en overeenkomsten :
  a) reglementering inzake internationaal goederenvervoer over de binnenwateren :
  - kennis van de Europese waterwegen;
  - begrippen met betrekking tot internationale verdragen;
  - bevrachting, vervoerprijzen en -voorwaarden in de Lidstaten van de Europese Unie;
  b) douanepraktijk en douaneformaliteiten;
  c) voornaamste politie- en verkeersvoorschriften van de Lidstaten van de Europese Unie.
Art. 2N2. II. Dispositions applicables aux transports de marchandises par voie navigable entre les Etats membres de l'Union européenne et entre l'Union européenne et les pays tiers, découlant de la législation nationale, de normes communautaires, des conventions et des accords internationaux :
  a) la réglementation du transport international de marchandises par voie navigable :
  - connaissance des voies navigables européennes;
  - notions des accords internationaux;
  - affrètement, prix et conditions de transport dans les Etats membres de l'Union européenne;
  b) les pratiques et formalités douanières
  c) les principales réglementations de police et de circulation dans les Etats membres de l'Union européenne.
Art. 3N2. III. Commercieel en financieel beheer van de onderneming :
  a) betalingsverkeer en financiering;
  b) kostprijsberekening;
  c) vervoerprijzenstelsels en vervoersvoorwaarden :
  - bepalingen van de wet van 5 mei 1936 op de rivierbevrachting en van haar uitvoeringsbesluiten die betrekking hebben op de vrije en gereglementeerde markt zowel op het domein van de droge lading als op het domein van de tankvaart, eigen vervoer, enz.;
  d) handelsboekhouding (praktische begrippen);
  e) verzekeringen in het algemeen en verzekeringen specifiek voor de binnenvaart;
  f) facturering;
  g) tussenpersonen op het gebied van goederenvervoer over de binnenwateren : bevrachters, DRB, vervoermakelaars, enz.
Art. 3N2. III. Gestion commerciale et financière de l'entreprise :
  a) les modalités de paiement et de financement;
  b) le calcul du prix de revient;
  c) le régime des prix et des conditions de transport :
  - dispositions de la loi du 5 mai 1936 sur l'affrètement fluvial et les modalités d'application concernant le marché libre et le marché réglementé, tant dans le domaine des cargaisons sèches que liquides, le compte propre, etc.;
  d) la comptabilité commerciale (notions pratiques);
  e) les assurances en général et les assurances spécifiques à la navigation intérieure;
  f) les factures;
  g) les auxiliaires de transport de marchandises par voie navigable : les affréteurs, l'ORNI, les commissionnaires de transport, etc.
Art. 4N2. IV. Toegang tot de markt :
  a) reglementering betreffende de toegang tot het beroep en de uitoefening ervan;
  b) bevrachtingsregelingen;
  c) vervoerdocumenten :
  - bevrachtingscontracten;
  - cognossementen.
Art. 4N2. IV. Accès au marché :
  a) les dispositions relatives à l'accès à la profession et son exercice;
  b) les régimes d'affrètement;
  c) les documents de transport :
  - contrats d'affrètement;
  - connaissements.
Art. 5N2. V. Technische normen en exploitatie :
  a) technische kenmerken van de vaartuigen;
  b) keuze van het vaartuig;
  c) registratie;
  d) lig- en overligdagen :
  - bepalingen van de wet van 5 mei 1936 op de rivierbevrachting en haar uitvoeringsmodaliteiten die betrekking hebben op de lig- en overligdagen.
Art. 5N2. V. Normes et exploitation techniques :
  a) les caractéristiques techniques des bateaux;
  b) le choix du bateau;
  c) l'immatriculation;
  d) les délais de starie et de surestarie :
  - dispositions de la loi du 5 mai 1936 sur l'affrètement fluvial relatives aux délais de starie et de surestarie et les modalités d'application en vigueur.
Art. 6N2. VI. Veiligheid :
  a) wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het binnenvaartverkeer;
  b) voorkoming van ongevallen en te nemen maatregelen bij ongevallen;
  c) voorschriften met betrekking tot vervoer van gevaarlijke stoffen.
Art. 6N2. VI. Sécurité :
  a) les dispositions législatives et réglementaires applicables en matière de circulation sur les voies navigables :
  b) la prévention des accidents et les mesures à prendre en cas d'accident;
  c) les prescriptions concernant le transport de matières dangereuses.