Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op :
1° de vrije door de Vlaamse gemeenschap gesubsidieerde :
- instellingen voor het kleuteronderwijs, lager onderwijs, basisonderwijs en secundair onderwijs;
- instellingen van het onderwijs voor sociale promotie;
- instellingen van het deeltijds kunstonderwijs;
- internaten;
- psycho-medisch-sociale centra;
2° de personeelsleden tewerkgesteld in de instellingen bedoeld in 1°.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 OKTOBER 1995. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van het overkoepelend onderhandelingscomité van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
Titre
4 OCTOBRE 1995. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à la création, la composition et le fonctionnement du comité coordinateur de négociation de l'enseignement libre subventionné (TRADUCTION).
Informations sur le document
Numac: 1995936567
Datum: 1995-10-04
Info du document
Numac: 1995936567
Date: 1995-10-04
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
HOOFDSTUK II. - Oprichting en samenstelling van...
HOOFDSTUK III. - Werking van het OOC.
Afdeling 1. - Voorzitterschap en secretariaat.
Afdeling 2. - Vergaderingen.
Onderafdeling 1. - Bijeenroeping.
Onderafdeling 2. - Agenda.
Onderafdeling 3. - Onderhandelingen.
Afdeling 3. - Notulen en protocollen.
Afdeling 4. - Representativiteit.
Afdeling 5. - Huishoudelijk reglement.
Afdeling 6. - Werkingskosten.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Table des matières
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
CHAPITRE II. - Création et composition de l'OOC.
CHAPITRE III. - Fonctionnement de l'OOC.
Section 1. - Présidence et secrétariat.
Section 2. - Réunions.
Sous-section 1. - Convocation.
Sous-section 2. - Ordre du jour.
Sous-section 3. - Négociations.
Section 3. - Procès-verbal et protocoles.
Section 4. - Représentativité.
Section 5. - Règlement d'ordre intérieur.
Section 6. - Frais de fonctionnement.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Tekst (37)
Texte (37)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
CHAPITRE I. - Dispositions générales.
Article 1. Le présent arrêté s'applique :
1° aux établissements libres subventionnés par la Communauté flamande :
- aux établissements d'enseignement maternel, primaire, fondamental et secondaire;
- aux établissements d'enseignement de promotion sociale;
- aux établissements d'enseignement artistique à temps partiel;
- aux internats;
- aux centres psycho-médico-sociaux;
2° aux membres du personnel employés dans les établissements visés au 1°.
1° aux établissements libres subventionnés par la Communauté flamande :
- aux établissements d'enseignement maternel, primaire, fondamental et secondaire;
- aux établissements d'enseignement de promotion sociale;
- aux établissements d'enseignement artistique à temps partiel;
- aux internats;
- aux centres psycho-médico-sociaux;
2° aux membres du personnel employés dans les établissements visés au 1°.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen onder :
1° het decreet : het decreet van 5 april l995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
2° het OOC. : het overkoepelend onderhandelingscomité zoals bedoeld in artikel 4 van het decreet;
3° vakorganisaties : de representatieve vakorganisaties zoals bedoeld in artikel 7, 1° van het decreet;
4° groeperingen van inrichtende machten : de representatieve groeperingen van inrichtende machten zoals bedoeld in artikel 7, 2° van het decreet;
5° voorzitter : de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs.
1° het decreet : het decreet van 5 april l995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
2° het OOC. : het overkoepelend onderhandelingscomité zoals bedoeld in artikel 4 van het decreet;
3° vakorganisaties : de representatieve vakorganisaties zoals bedoeld in artikel 7, 1° van het decreet;
4° groeperingen van inrichtende machten : de representatieve groeperingen van inrichtende machten zoals bedoeld in artikel 7, 2° van het decreet;
5° voorzitter : de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs.
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
1° le décret : le décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans l'enseignement libre subventionné;
2° l'OOC. (overkoepelend onderhandelingscomité) : le comité coordinateur de négociation visé à l'article 4 du décret;
3° organisations syndicales : les organisations syndicales visées à l'article 7, 1° du décret;
4° groupements des pouvoirs organisateurs : les groupements représentatifs des pouvoirs organisateurs visés à l'article 7, 2° du décret;
5° président : le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions.
1° le décret : le décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans l'enseignement libre subventionné;
2° l'OOC. (overkoepelend onderhandelingscomité) : le comité coordinateur de négociation visé à l'article 4 du décret;
3° organisations syndicales : les organisations syndicales visées à l'article 7, 1° du décret;
4° groupements des pouvoirs organisateurs : les groupements représentatifs des pouvoirs organisateurs visés à l'article 7, 2° du décret;
5° président : le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions.
HOOFDSTUK II. - Oprichting en samenstelling van het OOC.
CHAPITRE II. - Création et composition de l'OOC.
Art.3. Het OOC. wordt opgericht bij het departement onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.3. L'OOC. est constitué auprès du Ministère de la Communauté flamande, Département de l'Enseignement.
Art.4. § 1. De afvaardiging van de overheid met inbegrip van haar voorzitter bestaat uit maximum tien leden.
§ 2. De leden van de afvaardiging van de overheid worden door de voorzitter gekozen uit de personen die bevoegd zijn om de overheid te verbinden.
§ 3. De afvaardiging van de overheid mag zich laten bijstaan door technici.
§ 2. De leden van de afvaardiging van de overheid worden door de voorzitter gekozen uit de personen die bevoegd zijn om de overheid te verbinden.
§ 3. De afvaardiging van de overheid mag zich laten bijstaan door technici.
Art.4. § 1er. La délégation du pouvoir public se compose de dix membres au maximum, son président y compris.
§ 2. Les membres de la délégation du pouvoir public sont désignés par le président parmi les personnes habilitées à engager le pouvoir public.
§ 3. La délégation du pouvoir public peut demander l'assistance de techniciens.
§ 2. Les membres de la délégation du pouvoir public sont désignés par le président parmi les personnes habilitées à engager le pouvoir public.
§ 3. La délégation du pouvoir public peut demander l'assistance de techniciens.
Art.5. § 1. Elke vakorganisatie stelt vrij haar afvaardiging samen die uit maximum vier leden bestaat.
§ 2. De afvaardiging van elke vakorganisatie mag zich laten bijstaan door maximum twee technici per op de agenda ingeschreven punt.
§ 2. De afvaardiging van elke vakorganisatie mag zich laten bijstaan door maximum twee technici per op de agenda ingeschreven punt.
Art.5. § 1er. Chaque organisation syndicale constitue librement sa délégation, qui sera composée de quatre membres au maximum.
§ 2. La délégation de chaque organisation syndicale peut faire appel à deux techniciens au maximum par point inscrit à l'ordre du jour.
§ 2. La délégation de chaque organisation syndicale peut faire appel à deux techniciens au maximum par point inscrit à l'ordre du jour.
Art.6. § 1. Elke groepering van inrichtende machten stelt vrij haar afvaardiging samen die uit maximum vier leden bestaat.
§ 2. De afvaardiging van elke groepering van inrichtende machten mag zich laten bijstaan door maximum twee technici per op de agenda ingeschreven punt.
§ 2. De afvaardiging van elke groepering van inrichtende machten mag zich laten bijstaan door maximum twee technici per op de agenda ingeschreven punt.
Art.6. § 1er. Chaque groupement des pouvoirs organisateurs constitue librement sa délégation, qui sera composée de quatre membres au maximum.
§ 2. La délégation de chaque groupement des pouvoirs publics peut faire appel à deux techniciens au maximum par point inscrit à l'ordre du jour.
§ 2. La délégation de chaque groupement des pouvoirs publics peut faire appel à deux techniciens au maximum par point inscrit à l'ordre du jour.
HOOFDSTUK III. - Werking van het OOC.
CHAPITRE III. - Fonctionnement de l'OOC.
Afdeling 1. - Voorzitterschap en secretariaat.
Section 1. - Présidence et secrétariat.
Art.7. § 1. Het OOC. wordt voorgezeten door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.
Hij kan een behoorlijk gemachtigde afgevaardigde als plaatsvervanger aanwijzen.
§ 2. De voorzitter opent, leidt en sluit de debatten.
Hij staat in voor de goede werking van het OOC., hij handhaaft de orde in de vergaderingen en zorgt voor de naleving van het decreet en van dit besluit.
Hij kan een behoorlijk gemachtigde afgevaardigde als plaatsvervanger aanwijzen.
§ 2. De voorzitter opent, leidt en sluit de debatten.
Hij staat in voor de goede werking van het OOC., hij handhaaft de orde in de vergaderingen en zorgt voor de naleving van het decreet en van dit besluit.
Art.7. § 1er. OOC. est présidé par le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions. Celui-ci peut désigner comme suppléant un délégué dûment mandaté.
§ 2. Le président ouvre, dirige et conclut les débats. Il se porte garant du bon fonctionnement de l'OOC., il maintient l'ordre pendant les réunions et veille à ce que le décret et le présent arrêté soient respectés.
§ 2. Le président ouvre, dirige et conclut les débats. Il se porte garant du bon fonctionnement de l'OOC., il maintient l'ordre pendant les réunions et veille à ce que le décret et le présent arrêté soient respectés.
Art.8. § 1. De voorzitter wijst een secretaris aan, alsook de administratieve dienst die het secretariaat organiseert.
§ 2. De secretaris van het OOC. verricht zijn opdracht onder de leiding en het toezicht van de voorzitter. Hij is belast met :
- het bezorgen van de uitnodigingen voor de vergaderingen, met de agenda en de bijkomende documenten;
- het bijhouden van het archief van het OOC. zijnde de uitnodigingen, agenda's met bijgevoegde documenten, de notulen en de protocollen;
- het uitvoeren van iedere taak die nuttig is voor de goede werking van het OOC., op eigen initiatief of in opdracht van het OOC. of zijn voorzitter;
- het opstellen van de notulen van de vergaderingen.
§ 2. De secretaris van het OOC. verricht zijn opdracht onder de leiding en het toezicht van de voorzitter. Hij is belast met :
- het bezorgen van de uitnodigingen voor de vergaderingen, met de agenda en de bijkomende documenten;
- het bijhouden van het archief van het OOC. zijnde de uitnodigingen, agenda's met bijgevoegde documenten, de notulen en de protocollen;
- het uitvoeren van iedere taak die nuttig is voor de goede werking van het OOC., op eigen initiatief of in opdracht van het OOC. of zijn voorzitter;
- het opstellen van de notulen van de vergaderingen.
Art.8. § 1er. Le président désigne un secrétaire, ainsi que le service administratif qui organise le secrétariat.
§ 2. Le secrétaire de l'OOC. accomplit sa charge sous la direction et le contrôle du président. Il est chargé :
- de l'envoi des invitations aux réunions, ainsi que de l'ordre du jour et des documents y afférents;
- des archives de l'OOC., c.à.d. les invitations, les ordres du jour, ainsi que les documents y afférents, les procès-verbaux et les protocoles;
- d'effectuer toute tâche utile au bon fonctionnement de l'OOC., de propre initiative ou sur l'ordre de l'OOC. ou de son président;
- de la rédaction des procès-verbaux des réunions.
§ 2. Le secrétaire de l'OOC. accomplit sa charge sous la direction et le contrôle du président. Il est chargé :
- de l'envoi des invitations aux réunions, ainsi que de l'ordre du jour et des documents y afférents;
- des archives de l'OOC., c.à.d. les invitations, les ordres du jour, ainsi que les documents y afférents, les procès-verbaux et les protocoles;
- d'effectuer toute tâche utile au bon fonctionnement de l'OOC., de propre initiative ou sur l'ordre de l'OOC. ou de son président;
- de la rédaction des procès-verbaux des réunions.
Afdeling 2. - Vergaderingen.
Section 2. - Réunions.
Onderafdeling 1. - Bijeenroeping.
Sous-section 1. - Convocation.
Art.9. Het OOC. vergadert op uitnodiging van de voorzitter; hij bepaalt de datum van de vergaderingen.
Art.9. L'OOC. se réunit sur invitation du président, qui fixe les dates des réunions.
Art.10. De uitnodigingen met de agenda, datum, plaats en uur van de vergadering worden door de secretaris ten minste tien werkdagen voor de datum van de vergadering toegezonden aan de leden van de afvaardiging van de overheid, aan de vakorganisaties en aan de groeperingen van inrichtende machten. De postdatum geldt als bewijs van de verzending.
In dringende gevallen, waarover de voorzitter oordeelt, kan hij de termijn verminderen tot drie werkdagen zonder dat zulks noodzakelijkerwijze de toepassing van artikel 15, derde lid voor gevolg heeft.
Bij elke uitnodiging wordt de documentatie gevoegd die voor de onderhandeling nodig is.
In dringende gevallen, waarover de voorzitter oordeelt, kan hij de termijn verminderen tot drie werkdagen zonder dat zulks noodzakelijkerwijze de toepassing van artikel 15, derde lid voor gevolg heeft.
Bij elke uitnodiging wordt de documentatie gevoegd die voor de onderhandeling nodig is.
Art.10. Au moins dix jours ouvrables avant la date de la réunion, le secrétaire envoie les invitations, mentionnant l'ordre du jour, la date, le lieu et l'heure de la réunion, aux membres de la délégation du pouvoir public, aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs. La date de la poste fait foi de certificat d'envoi.
Dans des cas jugés urgents par le président, celui-ci peut réduire le délai à trois jours ouvrables, sans que cette initiative n'entraîne nécessairement l'application de l'article 15, troisième alinéa.
A chaque lettre d'invitation est jointe la documentation nécessaire à la négociation.
Dans des cas jugés urgents par le président, celui-ci peut réduire le délai à trois jours ouvrables, sans que cette initiative n'entraîne nécessairement l'application de l'article 15, troisième alinéa.
A chaque lettre d'invitation est jointe la documentation nécessaire à la négociation.
Onderafdeling 2. - Agenda.
Sous-section 2. - Ordre du jour.
Art.11. De voorzitter stelt de agenda op rekening houdende met de in artikel 13 bedoelde initiatieven.
De agenda vermeldt binnen welke van de in artikel 15 voorziene termijnen de onderhandelingen moeten worden beëindigd.
De agenda vermeldt binnen welke van de in artikel 15 voorziene termijnen de onderhandelingen moeten worden beëindigd.
Art.11. Le président établit l'ordre du jour, tout en tenant compte des initiatives visées à l'article 13.
Parmi les délais prévus à l'article 15, l'ordre du jour mentionne le délai dans lequel les négociations doivent être conclues.
Parmi les délais prévus à l'article 15, l'ordre du jour mentionne le délai dans lequel les négociations doivent être conclues.
Art.12. Iedere afvaardiging heeft het recht, ter vergadering, wijzigingen aan de agenda voor te stellen.
Wijzigingen die door de aanwezige afvaardigingen eenparig worden aangenomen, worden doorgevoerd.
Wijzigingen die door de aanwezige afvaardigingen eenparig worden aangenomen, worden doorgevoerd.
Art.12. Chaque délégation a le droit de proposer, au cours de la réunion, des modifications à l'ordre du jour.
Les modifications qui sont adoptées à l'unanimité par les délégations présentes, sont appliquées.
Les modifications qui sont adoptées à l'unanimité par les délégations présentes, sont appliquées.
Onderafdeling 3. - Onderhandelingen.
Sous-section 3. - Négociations.
Art.13. De aangelegenheden vermeld in artikel 8 van het decreet worden aan onderhandeling onderworpen op initiatief van de overheid, van een vakorganisatie of van een groepering van inrichtende machten.
Art.13. Les matières visées à l'article 8 du décret sont soumises à la négociation, sur l'initiative du pouvoir public, d'une organisation syndicale ou d'un groupement des pouvoirs organisateurs.
Art.14. Noch de afwezigheid van een of meer regelmatig opgeroepen leden van de afvaardiging van de overheid, noch de afwezigheid van een of meer regelmatig opgeroepen afgevaardigden van de vakorganisaties of afgevaardigden van de groeperingen van inrichtende machten, maakt de onderhandelingen ongeldig.
Art.14. Ni l'absence d'un ou de plusieurs membres régulièrement convoqués de la délégation du pouvoir public, ni l'absence d'un ou de plusieurs délégués régulièrement convoqués des organisations syndicales ou de délégués des groupements des pouvoirs organisateurs, n'entraîne la nullité des négociations.
Art.15. De onderhandeling over een bepaalde materie wordt beëindigd binnen de termijn van 30 dagen sedert de dag van de vergadering waarop dat agendapunt voor de eerste maal ter sprake werd gebracht.
Bij onderlinge overeenkomst tussen de aanwezige afgevaardigden kan de termijn worden verlengd.
De voorzitter kan de termijn beperken tot tien dagen wanneer hij oordeelt dat een punt dringend moet worden behandeld.
Na het verstrijken van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde termijn is de onderhandeling ten einde en maakt de voorzitter het in artikel 17 bedoelde ontwerp van protocol op.
Bij onderlinge overeenkomst tussen de aanwezige afgevaardigden kan de termijn worden verlengd.
De voorzitter kan de termijn beperken tot tien dagen wanneer hij oordeelt dat een punt dringend moet worden behandeld.
Na het verstrijken van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde termijn is de onderhandeling ten einde en maakt de voorzitter het in artikel 17 bedoelde ontwerp van protocol op.
Art.15. La négociation sur une matière déterminée est conclue dans les trente jours à compter de la date de la réunion à laquelle le point de l'ordre du jour en question a été discuté pour la première fois.
Le délai peut être prolongé par consentement mutuel entre les délégués présents.
Le président peut limiter le délai à dix jours, s'il estime qu'un point doit être discuté d'urgence.
A l'expiration du délai fixé conformément au présent article, la négociation est terminée et le président dresse le projet de protocole visé à l'article 17.
Le délai peut être prolongé par consentement mutuel entre les délégués présents.
Le président peut limiter le délai à dix jours, s'il estime qu'un point doit être discuté d'urgence.
A l'expiration du délai fixé conformément au présent article, la négociation est terminée et le président dresse le projet de protocole visé à l'article 17.
Afdeling 3. - Notulen en protocollen.
Section 3. - Procès-verbal et protocoles.
Art.16. De notulen van elke vergadering van het OOC. vermelden uitsluitend :
1° de agenda;
2° de naam van de aanwezige en van de al of niet met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van de overheid;
3° de benaming van de aanwezige en van de al of niet met kennisgeving afwezige vakorganisaties, alsmede de naam van de aanwezige en van de met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van die vakorganisaties;
4° de benamingen van de aanwezigen en van de al of niet met kennisgeving afwezige groeperingen van inrichtende machten, alsmede de naam van de aanwezige en van de met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van die groeperingen van inrichtende machten;5° de naam van de technici;
6° de behandelde agendapunten;
7° de agendapunten waarvoor de onderhandeling is beëindigd.
De notulen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Een afschrift ervan wordt toegezonden aan de leden van de afvaardiging van de overheid en aan de vakorganisaties en groeperingen van inrichtende machten.
1° de agenda;
2° de naam van de aanwezige en van de al of niet met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van de overheid;
3° de benaming van de aanwezige en van de al of niet met kennisgeving afwezige vakorganisaties, alsmede de naam van de aanwezige en van de met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van die vakorganisaties;
4° de benamingen van de aanwezigen en van de al of niet met kennisgeving afwezige groeperingen van inrichtende machten, alsmede de naam van de aanwezige en van de met kennisgeving afwezige leden van de afvaardiging van die groeperingen van inrichtende machten;5° de naam van de technici;
6° de behandelde agendapunten;
7° de agendapunten waarvoor de onderhandeling is beëindigd.
De notulen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Een afschrift ervan wordt toegezonden aan de leden van de afvaardiging van de overheid en aan de vakorganisaties en groeperingen van inrichtende machten.
Art.16. Dans le procès-verbal de chaque réunion de l'OOC. figurent uniquement :
1° l'ordre du jour;
2° les noms des membres présents et absents - avec ou sans avis - de la délégation du pouvoir public;
3° les dénominations des organisations syndicales présentes et absentes - avec ou sans avis -, ainsi que les noms des membres présents et absents avec avis de la délégation de ces organisations syndicales;
4° les dénominations des groupements des pouvoirs organisateurs présents et absents - avec ou sans avis -, ainsi que les noms des membres présents et absents avec avis de la délégation de ces groupements des pouvoirs organisateurs;
5° les noms des techniciens;
6° les points de l'ordre du jour discutés;
7° les points de l'ordre du jour pour lesquels la négociation à été conclue.
Le procès-verbal est signé par le président et le secrétaire. Une copie en est adressée aux membres de la délégation du pouvoir public, ainsi qu'aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs.
1° l'ordre du jour;
2° les noms des membres présents et absents - avec ou sans avis - de la délégation du pouvoir public;
3° les dénominations des organisations syndicales présentes et absentes - avec ou sans avis -, ainsi que les noms des membres présents et absents avec avis de la délégation de ces organisations syndicales;
4° les dénominations des groupements des pouvoirs organisateurs présents et absents - avec ou sans avis -, ainsi que les noms des membres présents et absents avec avis de la délégation de ces groupements des pouvoirs organisateurs;
5° les noms des techniciens;
6° les points de l'ordre du jour discutés;
7° les points de l'ordre du jour pour lesquels la négociation à été conclue.
Le procès-verbal est signé par le président et le secrétaire. Une copie en est adressée aux membres de la délégation du pouvoir public, ainsi qu'aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs.
Art.17. § 1. De voorzitter maakt het ontwerp van protocol op overeenkomstig artikel 9 van het decreet en legt het, binnen vijftien dagen na de beëindiging van de onderhandeling, voor akkoord voor aan de andere leden van de afvaardiging van de overheid en aan de vakorganisaties en groeperingen van inrichtende machten.
§ 2. Zij beschikken over een termijn van vijftien werkdagen sedert de postdatum van de verzending bij een ter post aangetekende brief van dit document, om hun opmerkingen aan de voorzitter ter kennis te brengen.
De voorzitter kan evenwel op voorstel van een afvaardiging en na de andere betrokken afvaardigingen binnen de voormelde termijn van vijftien dagen gehoord te hebben, die termijn wijzigen.
§ 3. Wordt geen tekstwijziging voorgesteld dan wordt het ontwerp de definitieve tekst van het protocol. In het tegengestelde geval worden de opmerkingen onderzocht tijdens een volgende vergadering. Aan de hand van dat onderzoek stelt de voorzitter de definitieve tekst van het protocol op.
§ 4. Een afschrift van de definitieve tekst van het protocol wordt toegezonden aan de leden van de afvaardiging van de overheid, aan de vakorganisaties en aan de groeperingen van inrichtende machten.
§ 5. De voorzitter verzoekt de leden van de afvaardiging van de overheid en de vakorganisaties en de groeperingen van inrichtende machten die het protocol wensen te ondertekenen, dat te doen binnen de termijn die hij, na de vakorganisaties en groeperingen van inrichtende machten te hebben gehoord, bepaalt.
§ 2. Zij beschikken over een termijn van vijftien werkdagen sedert de postdatum van de verzending bij een ter post aangetekende brief van dit document, om hun opmerkingen aan de voorzitter ter kennis te brengen.
De voorzitter kan evenwel op voorstel van een afvaardiging en na de andere betrokken afvaardigingen binnen de voormelde termijn van vijftien dagen gehoord te hebben, die termijn wijzigen.
§ 3. Wordt geen tekstwijziging voorgesteld dan wordt het ontwerp de definitieve tekst van het protocol. In het tegengestelde geval worden de opmerkingen onderzocht tijdens een volgende vergadering. Aan de hand van dat onderzoek stelt de voorzitter de definitieve tekst van het protocol op.
§ 4. Een afschrift van de definitieve tekst van het protocol wordt toegezonden aan de leden van de afvaardiging van de overheid, aan de vakorganisaties en aan de groeperingen van inrichtende machten.
§ 5. De voorzitter verzoekt de leden van de afvaardiging van de overheid en de vakorganisaties en de groeperingen van inrichtende machten die het protocol wensen te ondertekenen, dat te doen binnen de termijn die hij, na de vakorganisaties en groeperingen van inrichtende machten te hebben gehoord, bepaalt.
Art.17. § 1er. Le président dresse le projet de protocole conformément à l'article 9 du décret et le soumet à l'approbation des autres membres de la délégation du pouvoir public, des organisations syndicales et des groupements des pouvoirs organisateurs, dans les quinze jours de l'issue de la négociation.
§ 2. Ceux-ci disposent d'un délai de quinze jours ouvrables à compter de la date de la poste de l'envoi de ce document par lettre recommandée, pour informer le président de leurs remarques. Le président peut toutefois modifier ce délai, sur la proposition d'une délégation et après avoir entendu, dans le délai précité de quinze jours, les autres délégations concernées.
§ 3. Si aucune modification du texte n'est proposée, le projet devient le texte définitif du protocole. Dans le cas opposé, les remarques sont examinées à une réunion suivante. Cet examen permettra au président de dresser le texte définitif du protocole.
§ 4. Une copie du texte définitif du protocole est ensuite envoyée aux membres de la délégation du pouvoir public, aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs.
§ 5. Le président demande aux membres de la délégation, ainsi qu'aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs qui désirent signer le protocole, de le faire dans le délai qu'il fixe après avoir entendu les organisations syndicales et les groupements des pouvoirs organisateurs.
§ 2. Ceux-ci disposent d'un délai de quinze jours ouvrables à compter de la date de la poste de l'envoi de ce document par lettre recommandée, pour informer le président de leurs remarques. Le président peut toutefois modifier ce délai, sur la proposition d'une délégation et après avoir entendu, dans le délai précité de quinze jours, les autres délégations concernées.
§ 3. Si aucune modification du texte n'est proposée, le projet devient le texte définitif du protocole. Dans le cas opposé, les remarques sont examinées à une réunion suivante. Cet examen permettra au président de dresser le texte définitif du protocole.
§ 4. Une copie du texte définitif du protocole est ensuite envoyée aux membres de la délégation du pouvoir public, aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs.
§ 5. Le président demande aux membres de la délégation, ainsi qu'aux organisations syndicales et aux groupements des pouvoirs organisateurs qui désirent signer le protocole, de le faire dans le délai qu'il fixe après avoir entendu les organisations syndicales et les groupements des pouvoirs organisateurs.
Art.18. De secretaris stuurt een afschrift van de protocollen aan de door de voorzitter aangewezen administratieve diensten.
Art.18. Le secrétaire envoie une copie des protocoles aux services administratifs désignés par le président.
Afdeling 4. - Representativiteit.
Section 4. - Représentativité.
Art.19. § 1. Elke vakorganisatie en elke groepering van inrichtende machten die zitting wenst te hebben in het OOC. richt daartoe bij aangetekend schrijven een aanvraag tot de voorzitter.
§ 2. Bij de aanvraag worden documenten gevoegd waaruit blijkt dat de betrokken vakorganisatie of groepering van inrichtende machten voldoet aan, respectievelijk artikel 7, 1° of artikel 7, 2° van het decreet.
§ 2. Bij de aanvraag worden documenten gevoegd waaruit blijkt dat de betrokken vakorganisatie of groepering van inrichtende machten voldoet aan, respectievelijk artikel 7, 1° of artikel 7, 2° van het decreet.
Art.19. § 1er. Toute organisation syndicale et tout groupement des pouvoirs organisateurs désirant siéger dans l'OOC., introduit à cet effet une demande par lettre recommandée auprès du président.
§ 2. A la demande doivent être joints des documents constatant que l'organisation syndicale ou le groupement des pouvoirs organisateurs concernés répondent respectivement à l'article 7, 1° ou à l'article 7, 2° du décret.
§ 2. A la demande doivent être joints des documents constatant que l'organisation syndicale ou le groupement des pouvoirs organisateurs concernés répondent respectivement à l'article 7, 1° ou à l'article 7, 2° du décret.
Art 20. § 1. De voorzitter onderzoekt of de aanvragers voldoen aan bedoeld artikel 7 van het decreet en deelt binnen de twee werkdagen na ontvangst van de aanvraag mee of de aanvrager al dan niet zitting krijgt in het OOC.
§ 2. Bij discussie omtrent het voldoen aan artikel 7 van het decreet beslist de Vlaamse regering.
§ 2. Bij discussie omtrent het voldoen aan artikel 7 van het decreet beslist de Vlaamse regering.
Art.20. § 1er. Le président examine, si les demandeurs remplissent les conditions dudit article 7 du décret et communique, dans les deux jours ouvrables de la réception de la demande, si le demandeur est autorisé à siéger dans l'OOC.
§ 2. Le Gouvernement flamand statue en cas de discussion au sujet du respect de l'article 7 du décret.
§ 2. Le Gouvernement flamand statue en cas de discussion au sujet du respect de l'article 7 du décret.
Afdeling 5. - Huishoudelijk reglement.
Section 5. - Règlement d'ordre intérieur.
Art.21. Het huishoudelijk reglement van het OOC. regelt de gevallen waarin dit besluit niet voorziet.
Art.21. Le règlement d'ordre intérieur de l'OOC. règle les cas non prévus par le présent arrêté.
Afdeling 6. - Werkingskosten.
Section 6. - Frais de fonctionnement.
Art.22. De werkingskosten van het OOC. vallen ten laste van het departement onderwijs.
Art.22. Les frais de fonctionnement de l'OOC. sont à la charge du Département de l'Enseignement.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art.23. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1995.
Art.23. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er octobre 1995.
Art. 24. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 oktober 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
Brussel, 4 oktober 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
Art. 24. Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 4 octobre 1995.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
L. VAN DEN BRANDE
Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique,
L. VAN DEN BOSSCHE
Bruxelles, le 4 octobre 1995.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
L. VAN DEN BRANDE
Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique,
L. VAN DEN BOSSCHE